Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 18 april 2005

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 februari 2005 in zake G. Bonyeme tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Elsene, waarvan de expeditie ter g « Schendt artikel 57, § 2, van de wet van 8 juli 1976, zoals laatstelijk gewijzigd bij de prog(...)

bron
arbitragehof
numac
2005200979
pub.
18/04/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 28 februari 2005 in zake G. Bonyeme tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Elsene, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 7 maart 2005, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 57, § 2, van de wet van 8 juli 1976, zoals laatstelijk gewijzigd bij de programmawet van 22 december 2003, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met de artikelen 2.2, 3.2, 9, 10 en 27 in het bijzonder, van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, en zulks in vergelijking met de situatie van Belgische kinderen geboren uit Belgische ouders of vreemdelingen die echter toegelaten zijn tot het verblijf, of met de situatie van vreemde kinderen van vreemde ouders met onwettig verblijf : - in zoverre het, ten aanzien van een persoon van vreemde nationaliteit, met onwettig verblijf in België, het recht op maatschappelijke dienstverlening beperkt tot dringende medische hulp, wanneer die persoon de moeder is van een kind van Belgische nationaliteit; - in zoverre het niet toestaat dat aan dat kind de vorm van hulpverlening wordt verleend waarin het eerste lid, 2°, ervan voorziet; - in zoverre het evenmin de vreemde ouder zou toestaan hulp te ontvangen voor het kind in zijn hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger of beheerder van diens goederen, aangezien die vreemde ouder geen enkele maatschappelijke dienstverlening kan krijgen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 3642 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^