Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 04 mei 2005

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 18 maart 2005 in zake de « U.C.L. Saint-Luc » tegen J. Vanhelmont en J. Rouge, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitrageh « Schenden de artikelen 203 en 205 van het Burgerlijk Wetboek, geïnterpreteerd in die zin dat de bl(...)

bron
arbitragehof
numac
2005201211
pub.
04/05/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 18 maart 2005 in zake de « U.C.L. Saint-Luc » tegen J. Vanhelmont en J. Rouge, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 8 april 2005, heeft de vrederechter van het kanton Sint-Pieters-Woluwe de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 203 en 205 van het Burgerlijk Wetboek, geïnterpreteerd in die zin dat de bloedverwanten in opgaande lijn die geen erfgenaam zijn van een erflater, gehouden zijn tot betaling van diens kosten van laatste ziekte ten aanzien van een ziekenhuisinstelling - en dit zelfs als zij de nalatenschap hebben verworpen -, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre aldus aan de bloedverwanten in opgaande lijn die geen erfgenaam zijn van een erflater, een ' privilège sans texte ' zou worden tegengeworpen door een ziekenhuisinstelling, terwijl aan een andere schuldeiser de gevolgen van de verwerping zouden worden tegengeworpen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 3685 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^