Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 25 oktober 2005

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 21 september 2005 in zake de n.v. Foret pompes funèbres en de b.v.b.a. Pirlet-Jeanty tegen N. Hydendal en anderen, waarvan de expe « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel 1153 van het Burgerlijk Wetb(...)

bron
arbitragehof
numac
2005202953
pub.
25/10/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 21 september 2005 in zake de n.v. Foret pompes funèbres en de b.v.b.a. Pirlet-Jeanty tegen N. Hydendal en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 27 september 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel 1153 van het Burgerlijk Wetboek, zo geïnterpreteerd dat het de schuldeiser, in de gevallen van verschuldigde geldsommen, verhindert de vergoeding te verkrijgen van de schade veroorzaakt door de kosten en honoraria van advocaten, terwijl een dergelijke vergoeding toegelaten blijkt voor de schuldeiser van een waardeschuld, en zulks ofschoon in de beide gevallen de tekortkoming van de schuldenaar hem verbindt ? ».

Die zaak, ingeschreven onder nummer 3774 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 3742.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^