Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 04 mei 2006

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 23 maart 2006 in zake D. Neyt tegen J. Denie en G. De Roover, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen o « Schenden de artikelen 7bis van de Jachtwet van 28 februari 1882 en 24 van het Jachtdecreet van 2(...)

bron
arbitragehof
numac
2006201475
pub.
04/05/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 23 maart 2006 in zake D. Neyt tegen J. Denie en G. De Roover, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 maart 2006, heeft de Vrederechter van het kanton Zelzate de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 7bis van de Jachtwet van 28 februari 1882 en 24 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991, afzonderlijk en samen gelezen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij met betrekking tot de regels (met inbegrip van rechtspleging) om de vaststelling en begroting van belangrijke wildschade mogelijk te maken een onderscheid maken tussen belangrijke wildschade veroorzaakt door konijnen en belangrijke wildschade veroorzaakt door ander wild, in die zin dat iemand die belangrijke wildschade lijdt die werd veroorzaakt door fazanten zich niet op de (snellere en goedkopere) procedure van artikel 7bis van de Jachtwet kan steunen om deze schade te laten vaststellen en begroten, terwijl deze procedure wel kan worden aangewend door het iemand die belangrijke wildschade lijdt door konijnen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 3952 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

^