Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 20 oktober 2009

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 1 september 2009 in zake Stefaan Desloovere tegen de vzw « Belgisch Bureau van de Autoverzekeraars », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is « Schendt art. 162bis Sv, zoals ingevoegd door de wet van 21 april 2007 [betreffende de verhaalbaa(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2009204742
pub.
20/10/2009
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 1 september 2009 in zake Stefaan Desloovere tegen de vzw « Belgisch Bureau van de Autoverzekeraars », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 september 2009, heeft de Politierechtbank te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt art. 162bis Sv, zoals ingevoegd door de wet van 21 april 2007 [betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat], het gelijkheidsbeginsel, zoals vastgelegd in art. 10 en 11 van de Grondwet, doordat het voorziet dat in een vonnis uitgesproken door een strafrechtbank enkel de beklaagde en de personen die voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijk zijn veroordeeld worden tot het betalen aan de burgerlijke partij van de rechtsplegingsvergoeding en dus niét het vrijwillig tussenkomend Belgisch Bureau voor Autoverzekeraars, terwijl deze laatste in een vonnis uitgesproken door een burgerlijke rechtbank wel moet (minstens kan) veroordeeld worden tot het betalen van de rechtsplegingsvergoeding zodra ze wordt aangemerkt als "in het ongelijk gestelde partij", en dit alles in de hypothese dat de strafrechtbank enkel deze vrijwillig tussenkomende partij heeft veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 4767 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^