Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 24 februari 2011

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 29 december 2010 in zake Marie Xhayet en anderen tegen de Belgische Staat en tegen Déborah Hubert en Pierre Sterckmans, waarvan de expeditie ter griff « Schendt artikel 70 van het Wetboek der successierechten, in samenhang gelezen met artikel 8 van h(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011200742
pub.
24/02/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 29 december 2010 in zake Marie Xhayet en anderen tegen de Belgische Staat en tegen Déborah Hubert en Pierre Sterckmans, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 januari 2011, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 70 van het Wetboek der successierechten, in samenhang gelezen met artikel 8 van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met name in zoverre : - het een discriminatie teweegbrengt door de erfgenamen die opkomen met bijzondere legatarissen en de erfgenamen die opkomen met een begunstigde van een levensverzekering op identieke wijze te behandelen terwijl, in het eerste geval, de bijzondere legataris de afgifte van zijn legaat moet aanvragen, waardoor de erfgenamen zich vooraf ervan kunnen vergewissen dat de successierechten door de legataris zijn betaald, terwijl, in het tweede geval, de begunstigde van de verzekering de uitbetaling van het verzekerde kapitaal rechtstreeks kan verkrijgen door zich enkel tot de verzekeringsmaatschappij te richten, zonder de medewerking van de erfgenamen, die dus op geen enkele wijze zich ervan kunnen vergewissen dat de successierechten daadwerkelijk zijn betaald; - het een discriminatie teweegbrengt tussen de erfgenamen naargelang de overledene al dan niet een rijksinwoner is, aangezien artikel 70, tweede lid, van het Wetboek der successierechten de wettelijke erfgenamen enkel verplicht de door de legataris onder bijzondere titel verschuldigde rechten te betalen indien de overledene een rijksinwoner was, terwijl diezelfde verplichting niet op dezelfde erfgenamen rust indien de overledene geen rijksinwoner was; - de toepassing van artikel 70, tweede lid, van het Wetboek der successierechten in de praktijk leidt tot een onteigening en een inmenging in het eigendomsrecht van de wettelijke erfgenaam, die in fine op willekeurige wijze van zijn eigendom zal worden beroofd zonder dat die eigendomsberoving wordt verantwoord door een doel van algemeen belang ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5077 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^