Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 01 april 2011

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 21 december 2010 in zake de Belgische Staat tegen de bvba « Bakkerij Andre Verstraeten », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op « Schendt artikel 57 van de wet betreffende de continuïteit der ondernemingen van 31 januari 2009 d(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011201451
pub.
01/04/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 21 december 2010 in zake de Belgische Staat tegen de bvba « Bakkerij Andre Verstraeten », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 maart 2011, heeft de Rechtbank van Koophandel te Leuven de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schendt artikel 57 van de wet betreffende de continuïteit der ondernemingen van 31 januari 2009 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenlezing met de art. 49, 54 en 55 van gemelde wet en met art. 172 van de Grondwet, doordat alle schuldeisers in de opschorting gebonden zijn door een reorganisatieplan dat door de schuldenaar zelf is opgesteld en dat slechts in beperkte mate kan worden gecontroleerd en slechts door bepaalde schuldeisers werd goedgekeurd ? Schendt artikel 57 van de wet betreffende de continuïteit der ondernemingen van 31 januari 2009 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenlezing met de art. 49, 54 en 55 van gemelde wet en met art. 172 van de Grondwet, doordat de schuldenaar een belastingvermindering kan bekomen op basis van een door hem zelf opgesteld reorganisatieplan, terwijl de controle door de rechtbank op dit plan beperkt is tot naleving van vormvereisten en schending van de openbare orde ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5120 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^