Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 22 september 2011

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 27 juli 2011 in zake het openbaar ministerie en S.V., burgerlijke partij, tegen M.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 s « Schendt artikel 14 van de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen de arti(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2011204758
pub.
22/09/2011
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 27 juli 2011 in zake het openbaar ministerie en S.V., burgerlijke partij, tegen M.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 september 2011, heeft de Correctionele Rechtbank te Turnhout de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 14 van de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2009 pub. 11/01/2010 numac 2009090000 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van het hof van assisen sluiten tot hervorming van het hof van assisen de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet inzoverre dit met zich meebrengt dat men voor het hof van assisen geen wettelijke herhaling kan vaststellen wanneer men reeds een voorgaande veroordeling wegens het plegen van een wanbedrijf heeft opgelopen, doch de correctionele rechtbank dit wel zou kunnen doen wanneer dezelfde misdaad gecorrectionaliseerd zou worden na aanneming van verzachtende omstandigheden ? Met andere woorden het aannemen van verzachtende omstandigheden door de Raadkamer kan een verdubbeling van de maximumstraf met zich meebrengen en de vaststelling van de staat van wettelijke herhaling, terwijl het aannemen van een verzachtende omstandigheid door het hof van assisen een maximum bestraffing van 20 jaar geeft en er een onmogelijkheid is tot vaststellen van de wettelijke herhaling.

Het tijdstip van het aannemen van de verzachtende omstandigheid is immers geen objectief criterium ».

Met toepassing van artikel 89bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof werd in die zaak de bij artikel 87, § 1, van dezelfde bijzondere wet bepaalde termijn voor het indienen van een memorie verkort tot twintig dagen.

Die zaak is ingeschreven onder nummer 5196 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

^