Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 15 mei 2015

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 10 maart 2015 in zake Hussain Azhar tegen de nv « Brouwerij De Koninck », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 maart 2015, h « Schendt artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 5 van de Wet van 2(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2015202287
pub.
15/05/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 10 maart 2015 in zake Hussain Azhar tegen de nv « Brouwerij De Koninck », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 maart 2015, heeft de Arrondissementsrechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 5 van de Wet van 26 maart 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de hogere beroepen tegen vonnissen tussen ondernemingen, namelijk tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van dat doel, gewezen door de vrederechter (krachtens diens bijzondere bevoegdheden die volgen uit artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek) niet langer voor de rechtbank van koophandel doch voor de rechtbank van eerste aanleg worden gebracht, terwijl alle geschillen tussen ondernemingen en die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van hun economisch doel, en die niet onder de bijzondere bevoegdheid van andere rechtscolleges vallen, krachtens artikel 573 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 2 van de Wet van 26 maart 2014, voor de rechtbank van koophandel worden gebracht ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6177 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^