Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 25 september 2017

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 juni 2017 in zake José Pascal tegen de nv « AXA Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 juni 2017, heeft de Polit 1. « Schendt artikel 19bis-11, § 2, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2017204765
pub.
25/09/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 23 juni 2017 in zake José Pascal tegen de nv « AXA Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 juni 2017, heeft de Politierechtbank Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 19bis-11, § 2, van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, ten behoeve van een bestuurder van een motorrijtuig, toelaat gebruik te maken van een regeling inzake automatische vergoeding voor zowel de materiële schade als de lichamelijke letsels, in die zin geïnterpreteerd dat het : a) de bestuurder van een bij een verkeersongeval betrokken voertuig, die ofwel niet ongetwijfeld aansprakelijk is, ofwel aansprakelijk zou kunnen worden gesteld zonder dat het bewijs ervan geldig kan worden geleverd, ongeval waarbij twee (of meer) voertuigen betrokken zijn en waarbij het niet mogelijk is te bepalen welk voertuig het ongeval heeft veroorzaakt, toelaat de vergoeding van zijn schade in gelijke delen te verkrijgen van, enerzijds, de verzekeraar van het andere betrokken voertuig of van de andere betrokken voertuigen en, anderzijds, van zijn eigen BA-verzekeraar, terwijl artikel 3, § 1, 1°, van dezelfde wet en artikel 8, 1°, van de modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 december 1992, het de verzekeraar van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen mogelijk maakt de schade aan de door hem verzekerde voertuigen van zijn optreden uit te sluiten ? b) de voormelde bestuurders, die dus niet ongetwijfeld onschuldig zijn en derhalve misschien zelfs schuldig zijn, zou toelaten een regeling te genieten die afwijkt van het gemeen recht inzake bewijsvoering, waarin met name de artikelen 1315, § 1, van het Burgerlijk Wetboek en 870 van het Gerechtelijk Wetboek voorzien, in tegenstelling tot alle eisers in rechte op burgerlijk vlak die steeds ertoe gehouden zouden zijn de schuld van de tegenpartij en het oorzakelijk verband tussen die schuld en de totstandkoming van de schade aan te tonen ? »; 2. « Schendt artikel 25 van de wet van 31 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/05/2017 pub. 12/06/2017 numac 2017012335 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen sluiten, dat een artikel 33bis in de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen invoegt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het een verschil in behandeling toelaat tussen de slachtoffers van of de personen betrokken bij een verkeersongeval dat vóór of na de datum van inwerkingtreding van die bepaling plaatsheeft ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6688 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^