Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 04 april 2018

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 februari 2018 in zake Kurt Ceulemans tegen de nv « Impala Benelux », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 februari 2018, « 1. Schendt artikel 68 van de wet van 23 [lees: 26] december 2013 betreffende de invoering van een(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018201655
pub.
04/04/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 13 februari 2018 in zake Kurt Ceulemans tegen de nv « Impala Benelux », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 februari 2018, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 68 van de wet van 23 [lees: 26] december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre deze bepaling van overgangsrecht in het geval van ontslag door de werkgever voorziet dat voor lagere bedienden (wiens jaarlijks loon € 32.254,00 niet overschrijdt) de opzeggingstermijn wordt vastgesteld op basis van de wettelijke, reglementaire en conventionele regels die gelden op 31 december 2013, terwijl voor de hogere bedienden (wiens jaarlijks loon € 32.254,00 overschrijdt) de opzeggingstermijn wordt vastgesteld zonder rekening te houden met de conventionele regels die gelden op 31 december 2013 ? 2. Schendt artikel 68, lid 3 van de wet van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013012289 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen sluiten betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre deze bepaling van overgangsrecht in het geval van ontslag door de werkgever voorziet dat - net zoals voor hogere bedienden (wiens bruto jaarloon € 32.254,00 overschrijdt) die geen geldige opzeggingsclausule overeengekomen waren met hun werkgever vóór 31 december 2013 - ook voor hogere bedienden die wel een geldige opzeggingsclausule overeengekomen waren vóór 31 december 2013, de opzeggingstermijn wordt vastgesteld zonder rekening te houden met de conventionele regels die gelden op 31 december 2013 en meer bepaald een geldige opzeggingsclausule, terwijl de rechtssituatie van beide categorieën niet vergelijkbaar is, omdat voor de tweede categorie contractuele zekerheid bestond over de na te leven opzeggingstermijn en met deze overgangsbepaling werd beoogd de legitieme verwachtingen van de contractpartijen te respecteren en de rechtszekerheid te verhogen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6858 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^