Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 31 juli 2018

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 juni 2018 inzake het openbaar ministerie tegen J.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni 2018, heeft de Rechtbank va « Schendt artikel 379 lid 1 juncto artikel 100ter Strafwetboek het grondwettelijk gelijkheidsbegins(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018203867
pub.
31/07/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 4 juni 2018 inzake het openbaar ministerie tegen J.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni 2018, heeft de Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 379 lid 1 juncto artikel 100ter Strafwetboek het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel van artikel 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre dit artikel voorziet in de strafbaarstelling van degene die, teneinde de driften van een minderjarige boven de 16 te voldoen, deze minderjarige aanzet tot ontucht, zelfs indien dit gebeurt met toestemming van die minderjarige, terwijl diegene die seksuele betrekkingen heeft met een minderjarige tussen de 16 en de 18 jaar, met diens toestemming, niet strafbaar is ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 6946 van de rol van het Hof.

De griffier, F. Meersschaut

^