Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 19 december 2018

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 oktober 2018 in zake Thierry Kremer en anderen tegen de Belgische Staat, FOD Justitie en FOD Binnenlandse Zaken, waarvan de expeditie ter griffie va « - Is artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwe(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018206294
pub.
19/12/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 23 oktober 2018 in zake Thierry Kremer en anderen tegen de Belgische Staat, FOD Justitie en FOD Binnenlandse Zaken, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 november 2018, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « - Is artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zo geïnterpreteerd dat het, zolang de in het geding zijnde rechterlijke beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd of vernietigd, niet toelaat dat de Staat aansprakelijk wordt gesteld wegens een fout die een rechterlijke instantie in de uitoefening van haar rechtsprekende functie begaat, wanneer de personen die de aansprakelijkheidsvordering hebben ingesteld, derden zijn ten opzichte van die rechterlijke beslissing en niet beschikken over rechtsmiddelen waardoor zij de vernietiging van die beslissing kunnen verkrijgen ? - Is artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zo geïnterpreteerd dat de Staat alleen aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout die een in laatste aanleg uitspraak doende rechterlijke instantie in de uitoefening van haar rechtsprekende functie begaat, wanneer die fout bestaat in een voldoende gekwalificeerde schending van de toepasselijke rechtsregels, terwijl een niet-gekwalificeerde fout volstaat om de Staat aansprakelijk te stellen wanneer die is begaan door een rechterlijke instantie die niet in laatste aanleg uitspraak doet ? - Is artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zo geïnterpreteerd dat de Staat alleen aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout die een in laatste aanleg uitspraak doende rechterlijke instantie in de uitoefening van haar rechtsprekende functie begaat, wanneer die fout bestaat in een voldoende gekwalificeerde schending van de toepasselijke rechtsregels, zonder dat wordt vastgesteld of de in laatste aanleg uitspraak doende rechterlijke instantie al dan niet een hooggerechtshof is ? - Is artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zo geïnterpreteerd dat de Staat alleen aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout van de rechterlijke macht, of op zijn minst wegens een fout die een in laatste aanleg uitspraak doende rechterlijke instantie in de uitoefening van haar rechtsprekende functie begaat, wanneer die fout bestaat in een voldoende gekwalificeerde schending van de toepasselijke rechtsregels, terwijl, in het gemeen recht van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid, de lichtste fout volstaat en in concreto wordt beoordeeld in het licht van het abstracte criterium van de goede huisvader, namelijk de normaal zorgvuldige en omzichtige persoon, die in dezelfde omstandigheden verkeert ? - Is artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zo geïnterpreteerd dat de Staat alleen aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout van de rechterlijke macht, of op zijn minst wegens een fout die een in laatste aanleg uitspraak doende rechterlijke instantie in de uitoefening van haar rechtsprekende functie begaat, wanneer die fout bestaat in een voldoende gekwalificeerde schending van de toepasselijke rechtsregels, terwijl de aansprakelijkheid van de Staat door toedoen van een van zijn machten doorgaans steunt op het dubbele criterium van ofwel het verkeerde gedrag waaraan een normaal zorgvuldige en omzichtige overheid / wetgever / magistraat die in dezelfde omstandigheden verkeert, zich niet schuldig zou maken, ofwel de schending van een norm van nationaal recht of van een internationaal verdrag met uitwerking in de interne rechtsorde, waarbij de overheid / wetgever / magistraat ertoe wordt verplicht niets te doen of op een bepaalde manier wel iets te doen ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7041 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^