Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 08 november 2019

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 30 september 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 oktober 2019, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Lui « Schendt artikel 346 van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in zoverre het de(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2019205184
pub.
08/11/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij vonnis van 30 september 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 oktober 2019, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 346 van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in zoverre het de belastingadministratie niet verplicht om, in het kader van het bepalen van de aanslagvoet die moet worden toegepast op een afzonderlijk belastbaar inkomen met toepassing van artikel 171, 5°, a, van het WIB 1992, naar de belastingplichtige een bericht te sturen waarin de aanslagvoet en het jaar die in aanmerking zullen worden genomen, alsook de redenen waarom die keuze werd gemaakt, worden gepreciseerd, terwijl diezelfde bepaling de administratie wel verplicht om de belastingplichtige, bij een ter post aangetekende brief, in kennis te stellen van de inkomsten en andere gegevens die zij voornemens is in de plaats te stellen van die welke zijn aangegeven of schriftelijk erkend, met vermelding van de redenen die naar haar oordeel de wijziging rechtvaardigen, in zoverre die bepaling bestemd is om de belastingplichtige te beschermen door hem in staat te stellen het standpunt van de administratie te kennen vóór de inkohiering en, in voorkomend geval, zijn opmerkingen in te brengen of zijn instemming te geven met de nodige kennis van dat standpunt ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7259 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^