Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 04 december 2020
gepubliceerd op 26 januari 2021

Ordonnantie houdende de aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2020031714
pub.
26/01/2021
prom.
04/12/2020
ELI
eli/ordonnantie/2020/12/04/2020031714/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


4 DECEMBER 2020. - Ordonnantie houdende de aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : Sectie I - Algemene bepalingen Artikel 1 Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Artikel 2 Overeenkomstig de tabel bij deze ordonnantie, worden de in de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2020 ingeschreven kredieten als volgt aangepast :


En euros


Crédits d'engagement Vastleggingskredieten


Crédits de liquidation Vereffeningskredieten


In euro

Crédits dissociés Initiaux Crédits supplémentaires Diminutions des crédits Ajustés


5.734.880.000 727.998.000 6.462.878.000


5.759.606.000 698.371.000 6.457.977.000

Gesplitste kredieten Initieel Bijkredieten Kredietverminderingen Aangepast

Crédits dissociés variables Initiaux Crédits supplémentaires Diminutions des crédits Ajustés


336.036.000 -21.344.000 314.692.000


246.142 -26.970.000 292.064.000

Variabele gesplitste kredieten Initieel Bijkredieten Kredietverminderingen Aangepast

Totaux généraux Initiaux Crédits supplémentaires Diminutions des crédits Ajustés


6.070.916.000 706.654.000 6.777.570.000


6.710.546 4.487 6.750.041.000

Algemene totalen Initieel Bijkredieten Kredietverminderingen Aangepast


Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabellen, sectie I. In toepassing van het artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, sectie I en sectie II en de bijlage I. De geconsolideerde ontvangsten- en uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit, berekend volgens de methode van het Instituut voor de Nationale Rekeningen, wordt goedgekeurd en staat opgenomen in de vorm van een tabel op het einde van het beschikkende gedeelte van deze ordonnantie.

Sectie II - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de Regering, met inbegrip van de bepalingen in verband met de organieke begrotingsfondsen Artikel 3 In afwijking van artikel 14, 2de lid, a) van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, is de bevoegde staatssecretaris gemachtigd om, na het akkoord van de Minister van Begroting, de kredietherverdelingen uit te voeren van de basisallocaties van activiteit 07 « lonen en sociale lasten, lonen in natura » van het programma 001 van de opdracht 33 naar de basisallocaties van activiteit 07 « lonen en sociale lasten, lonen in natura » van het programma 014 van de opdracht 27.

Artikel 4 De begrotingsberaadslagingen nrs. 01, 02, 03, 04 en 05 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende machtiging tot het vastleggen, vereffenen en betalen van uitgaven, aan te rekenen op de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, worden goedgekeurd. Zij staan opgenomen in de begrotingstabellen.

Artikel 5 Het bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/011 van 23 april 2020 houdende machtiging aan de Regering tot het vastleggen, vereffenen en betalen van uitgaven boven de limiet van de begrotingskredieten of, bij ontstentenis van kredieten, ten belope van het door een gemotiveerde beraadslaging vastgesteld bedrag in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, wordt bevestigd.

Artikel 6 In afwijking van artikel 26, § 2, dient de Regering, indien zij bijzondere machten wordt toegekend in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis, en dit voor de duurtijd van de bijzondere machten, de bij de beraadslagingen bedoelde machtigingen niet op te nemen in een ad hoc ontwerp van ordonnantie.

Artikel 7 In het artikel 20 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt de basisallocatie 10.005.27.05.43.21 vervangen door de basisallocaties 10.005.27.05.43.21 en 10.005.27.21.43.21.

Artikel 8 In het artikel 21 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt de basisallocatie 10.004.27.13.43.22 ingevoegd tussen de basisallocatie 10.004.27.08.43.22 en de basisallocatie 10.004.42.02.45.13, wordt de basisallocatie 10.005.19.02.31.22 ingevoegd tussen de basisallocatie 10.004.42.02.45.13 en de basisallocatie 10.005.27.06.43.21, en wordt de basisallocatie 16.003.27.02.43.52 ingevoegd na de basisallocatie 11.002.23.04.33.00.

Artikel 9 In het artikel 22, eerste lid, van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt de basisallocatie 10.006.64.15.63.21 vervangen door de basisallocatie 10.006.64.30.51.11.

In het artikel 22, eerste lid, van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, worden de basisallocaties 25.003.31.01.34.31, 25.003.27.02.43.22, 25.008.16.04.61.41, 25.008.31.05.34.32 en 25.008.31.06.34.32 geschrapt.

Artikel 10 Het artikel 28 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt vervangen door hetgeen volgt : Overeenkomstig de met de gemeenten afgesloten overeenkomsten, is de Minister van Financiën en Begroting gemachtigd om vanaf 1 januari 2020 voorschotten toe te kennen aan de gemeenten maximaal ten belope van de volgende bedragen : - 648.518.000 euro (gemeentelijke opcentiemen onroerende voorheffing) ; - 0 euro (gemeentelijke opcentiemen hoteltaksen) ;

Deze voorschotten worden op een op naam van de betrokken gemeente binnen de globale staat van het Gewest geopende transitorekening gestort.

De betalingen vanuit deze op naam van de gemeenten geopende transitorekeningen binnen de globale staat naar de eigen rekening van de gemeente worden uitgevoerd volgens de modaliteiten beschreven in de overeenkomsten gesloten met de gemeenten en met de kassier.

Artikel 11 Het artikel 29 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt vervangen door hetgeen volgt : « Met het oog op de rationalisering van de budgettaire structuur van de directie Externe Betrekkingen van Brussel International, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om bij de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen voor 2019 de uitstaande vastleggingen over te boeken van de basisallocatie 29.005.34.05.33.00 naar de basisallocatie 29.002.34.01.33.00.

In het kader van de globale ontwikkelingsstrategie voor het gewestelijk openbaar ambt, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om bij de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen voor 2019, bepaalde specifieke uitstaande vastleggingen met betrekking tot de diensten die afhangen van de Secretarissen-generaal over te boeken van de basisallocatie 04.002.08.01.12.11 naar de basisallocatie 04.002.08.13.12.11. ».

Artikel 12 Bij de overdracht van de vastleggingen van 2020 naar 2021, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om het uitstaande bedrag van de vastlegging 201704141, met betrekking tot de diensten die afhangen van de secretarissen-generaal van de GOB, die het nummer 1910202553 is geworden (New SAP), in het kader van de betaling van onroerende voorheffingen, over te dragen van de basisallocatie 08.002.08.01.12.50 naar de basisallocatie 08.002.08.02.12.50.

Artikel 13 Het artikel 38 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt opgeheven.

Artikel 14 Het artikel 44 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt vervangen door hetgeen volgt : « De Regering is gemachtigd om de begroting ingeschreven op basisallocatie 25.007.17.01.85.14 toe te wijzen aan één of meerdere financiering(en) op korte en lange termijn voor het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, om de eigen financiering te verzekeren van de statutaire opdrachten van deze laatste. Deze financieringen zullen plaatsvinden tegen de financieringsvoorwaarden van het BHG, verhoogd met een kredietkost verbonden aan het risicoprofiel van de begunstigde entiteit (opgesteld door het Front Office van het Agentschap van de Schuld op basis van een voorafgaande risicoanalyse). ».

Artikel 15 Het artikel 45 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt vervangen door hetgeen volgt : « De Regering is gemachtigd om de begroting ingeschreven op de basisallocatie 25.005.17.04.85.14 toe te wijzen aan één of meerdere financiering(en) op korte en lange termijn voor de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) om de eigen financiering te verzekeren van de statutaire opdrachten van deze laatste. Deze financieringen zullen plaatsvinden tegen de financieringsvoorwaarden van het BHG, verhoogd met een kredietkost verbonden aan het risicoprofiel van de begunstigde entiteit (opgesteld door het Front Office van het Agentschap van de Schuld op basis van een voorafgaande risicoanalyse). ».

Artikel 16 De Regering is gemachtigd om een of meerdere financiering(en) op korte en lange termijn toe te kennen aan het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën (BGHGT), binnen de grenzen van de gewaarborgde volumes in toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, en zoals jaarlijks gestemd. Deze financieringen zullen plaatsvinden tegen de financieringsvoorwaarden van het BHG, verhoogd met een kredietkost verbonden aan het risicoprofiel van de begunstigde entiteit (opgesteld door het Front Office van het Agentschap van de Schuld op basis van een voorafgaande risicoanalyse).

Artikel 17 In afwijking van artikel 46, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren zijn de ambtenaren die deel uitmaken van het toezichtsorgaan niet verplicht onderworpen aan het statuut.

Artikel 18 In afwijking van artikel 68 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, zullen het Brussels Waarborgfonds, Brusoc en Brussel Ontmanteling niet in de centralisatie van de para-regionale thesaurieën geïntegreerd worden.

Artikel 19 De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2020, de uitstaande vastleggingen van de begunstigde A.I.S.E. (Agence Immobilière Sociale Etudiante) over te dragen van de basisallocatie 25.002.34.01.33.00 naar de nieuwe basisallocatie 25.002.19.01.31.22. Het betreft de vastleggingsnummers 1910201435 (201506858), 1910208782 (201906837) en 2010203097.

Artikel 20 De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2020, de uitstaande vastleggingen over te dragen van basisallocatie 25.008.34.01.3300 naar de basisallocatie 25.008.19.01.3122.

Artikel 21 De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2020, de uitstaande vastleggingen over te dragen van basisallocatie 25.008.34.03.3300 naar de basisallocatie 25.008.19.02.3122.

Artikel 22 Overeenkomstig artikel 69, derde lid van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle waarin is bepaald dat de rekenplichtigen, met inbegrip van de beheerders van voorschotten, slechts thesaurieverrichtingen doen en volgens de modaliteiten voorzien in artikel 40 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, zijn de voorschotten betaald door de centraliserende rekenplichtige van de uitgaven aan een beheerder van voorschotten begrotingsverrichtingen in de zin van artikel 5 van de ordonnantie en worden budgettair en boekhoudkundig aangerekend op het moment van de vereffening van het voorschot. De uitgaven van de beheerder van voorschoten zijn geen vastgestelde rechten geboekt overeenkomstig artikel 14 van voornoemd besluit.

Artikel 23 § 1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om de kredieten, ingeschreven op de basisallocaties 12.022.33.01.83.00 ene 12.022.40.01.81.12 te gebruiken om, in het kader van de COVID-19-crisis, binnen de grenzen van deze kredieten, leningen voor commerciële huur toe te kennen tot een maximum van 25.000 euro per lening. Deze leningen zullen worden toegekend aan ondernemingen in de zin van artikel I.1, 1°, van het Wetboek van economisch recht, tegen een maximale jaarlijkse rentevoet van 2 %. § 2. De Regering stelt de precieze voorwaarden vast waaraan huurders, verhuurders in de ruimste zin van het woord moeten voldoen evenals de juridische betrekkingen tussen hen, de rentevoet(en) van de leningen, de voorwaarden voor de betaling van de leningen en de terugbetalingen, de toepasselijke staatssteunregeling, de verschillende termijnen en alle andere aspecten die nodig zijn voor de goede uitvoering van deze maatregel. Zo kan de Regering de toekenning van een huurlening afhankelijk stellen van de voorwaarde dat de verhuurder afstand doet van één of twee maanden huur. § 3. De categorieën van persoonlijke gegevens die met het oog op de uitvoering van deze maatregel kunnen worden verwerkt, zijn de identificatie- en contactgegevens van de huurders en verhuurders of hun vertegenwoordigers, natuurlijke personen, de gegevens uit huurcontracten in ruime zin, het bedrag van de verleende kredieten en de andere categorieën van persoonlijke gegevens die onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van de regeling, met inbegrip van het toezicht op de naleving van de voorwaarden en het beheer van de geschillen.

De verantwoordelijke voor de verwerking van deze gegevens is de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

De bewaartermijn voor persoonlijke gegevens die in het kader van deze maatregel worden verwerkt, bedraagt drie jaar vanaf het einde van een lening. Indien een leningaanvraag werd geweigerd, worden de desbetreffende gegevens gedurende één jaar vanaf de mededeling van de weigeringsbeslissing bewaard. De persoonlijke gegevens die nodig zijn voor de behandeling van een geschil in het kader van deze maatregel worden echter voor de duur van de behandeling van het geschil bewaard.

In het kader van deze maatregel, zijn de verantwoordelijken voor de verwerking van de gegevens gemachtigd om rijksregisternummers aan te vragen en om deze te gebruiken, overeenkomstig artikel 8, § 1, derde lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

De Regering is bevoegd om deze bepalingen te specificeren en om deze aan te vullen. § 4. De artikelen 10, § 1, en 32 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, zijn niet van toepassing op de beslissingen tot toekenning van leningen.

Tweemaandelijks dient er een verslag overgemaakt te worden aan de Minister van Begroting, de staatssecretaris voor Economische Transitie en de Inspectie van Financiën betreffende deze verstrekte leningen. § 5. De Regering is gemachtigd om de kredieten, ingeschreven op de basisallocatie 12.022.08.01.12.21 te gebruiken om de uitgaven te dekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze maatregel, in het bijzonder voor de kost van de aanschaffing van interfaces en computersoftware en de bezoldiging van de dienstverleners.

Sectie III - Bijzondere bepalingen in verband met de autonome bestuursinstellingen Artikel 24 De aanpassing van de begroting voor het jaar 2020 van het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 67.539.000 euro voor de ontvangsten, 68.660.000 euro voor de vastleggingskredieten en 67.084.000euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 66.457.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Artikel 25 In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Centrum voor Informatica van het Bussels Gewest facultatieve subsidies toekennen (aangeduid met de code FSF in zijn begrotingstabel), overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de uitrusting inzake informatica, telematica en cartografie.

Artikel 26 In afwijking van het artikel 45, derde lid, en van artikel 89, eerste lid, 3°, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd om een boekhouder aan te stellen voor het Centrum voor informatica voor het Brussels Gewest die een contractueel personeelslid is, gekozen uit de personeelsleden van het Centrum voor informatica voor het Brussels Gewest.

Artikel 27 In afwijking van het artikel 69, § 1, tweede lid, en artikel 89, eerste lid, 2°, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtigen van het Centrum voor informatica voor het Brussels Gewest niet verplicht gekozen uit de ambtenaren onderworpen aan het statuut.

Artikel 28 De aanpassing van de begroting voor het jaar 2020 van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulpverlening wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 141.393.000 euro voor de ontvangsten, 137.614.000 euro voor de vastleggingskredieten en 135.254.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 105.200.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Artikel 29 De aanpassing van de begroting voor het jaar 2020 van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 1.601.737.000 euro voor de ontvangsten, 1.600.689.000 euro voor de vastleggingskredieten en 1.600.689.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 27.558.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Artikel 30 De aanpassing van de begroting voor het jaar 2020 van Leefmilieu Brussel/het Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 175.165.000 euro voor de ontvangsten, 174.996.000 euro voor de vastleggingskredieten en 174.210.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 166.886.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Artikel 31 De aanpassing van de begroting voor het jaar 2020 van BRUGEL wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 5.132.000 euro voor de ontvangsten, 5.063.000 euro voor de vastleggingskredieten en 5.132.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 5.090.000 euro, overeenkomstig bijlage I van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Artikel 32 De aanpassing van de begroting voor het jaar 2020 van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid - Net Brussel wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 252.435.000 euro voor de ontvangsten, 279.619.000 euro voor de vastleggingskredieten en 264.561.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 191.955.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Artikel 33 De aanpassing van de begroting voor het jaar 2020 van Innoviris/het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 53.902.000 euro voor de ontvangsten, 60.774.000 euro voor de vastleggingskredieten en 55.377.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 53.074.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Artikel 34 De aanpassing van de begroting voor het jaar 2020 van het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 0 euro voor de ontvangsten, 0 euro voor de vastleggingskredieten en 0 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Artikel 35 De aanpassing van de begroting voor het jaar 2020 van perspective.brussels, het Brussels Planningsbureau, wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 31.764.000 euro voor de ontvangsten, 37.293.000 euro voor de vastleggingskredieten en 31.714.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 31.676.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Artikel 36 In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt de vastleggingslimiet op de basisallocatie 01.002.12.01.12.12 van de uitgavenbegroting van perspective.brussels verhoogd tot 100 procent. Het is ook toegestaan om 50 procent van deze basisallocatie te vereffenen zodra de begroting van het jaar 2021 wordt goedgekeurd.

Artikel 37 In het artikel 77 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt een 5de lid toegevoegd : « In afwijking van de bepalingen van de artikelen 19 en 93 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocatie 02.001.42.01.4540 van de uitgavenbegroting van het Brussels Planningsbureau geen voorwerp uit van een overeenkomst. ».

Artikel 38 De aanpassing van de begroting voor het jaar 2020 Brussel - Preventie & Veiligheid wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 147.250.000 euro voor de ontvangsten, 139.935.000 euro voor de vastleggingskredieten en 147.250.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 137.074.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Artikel 39 In het artikel 86 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt het bedrag « 13.000.000 euro » vervangen door het bedrag « 4.000.000 euro ».

Artikel 40 De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om de gewestelijke waarborg toe te kennen aan citydev.brussels voor de financiering van projecten in het kader van haar statutaire opdrachten voor een maximumbedrag van 25.000.000 euro of om één of meerdere lange termijnfinancieringen toe te kennen voor eenzelfde bedrag. Deze financieringen zullen plaatsvinden tegen de financieringsvoorwaarden van het BHG, verhoogd met een kredietkost verbonden aan het risicoprofiel van de begunstigde entiteit (opgesteld door het Front Office van het Agentschap van de Schuld op basis van een voorafgaande risicoanalyse).

Artikel 41 In afwijking van het artikel 92, derde lid, van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, mogen de kredietherverdeling nr. 2 van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp via ministerieel besluit en de kredietherverdeling nr. 1 van hub.brussels via een beslissing van de Raad van Bestuur uitgevoerd worden.

Artikel 42 In afwijking van het artikel 5, § 3, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juni 2006 betreffende de herverdelingen en overschrijdingen van uitgavenkredieten, is het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gemachtigd om in haar kredietherverdeling nr. 1 een overdracht van kredieten uit te voeren van de basisallocatie 02.202.13.01.21.10 naar de basisallocatie 02.202.13.03.81.70 via een beslissing van de Raad van Bestuur.

Artikel 43 In het artikel 101 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt het bedrag van 162.000.000 euro vervangen door 155.000.000 euro.

Artikel 44 Het artikel 103 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt vervangen door hetgeen volgt : « In het kader van zijn informaticaprojecten met het C.I.B.G. en de v.z.w. IRISteam is parking.brussels (NV Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap) gemachtigd facultatieve subsidies (aangeduid met de code FSF in haar begrotingstabel) aan deze instellingen toe te kennen ten laste van de basisallocatie 01.002.15.01.41.40. Het is parking.brussels toegelaten om een facultatieve subsidie toe te kennen aan de VZW « Sociale Dienst » ten laste van de basisallocatie 01.001.07.06.11.40 om haar personeel onder meer een hospitalisatieverzekering aan te bieden. ».

Artikel 45 Het artikel 109, tweede lid, van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt vervangen door hetgeen volgt : « In afwijking van de artikelen 59 en 90 van voornoemde ordonnantie van 23 februari 2006 worden de rekeningen van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (de gedelegeerde opdrachten), Brussel Ontmanteling en de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (de gedelegeerde opdrachten), evenwel niet geconsolideerd in de algemene rekening van de gewestelijke entiteit en certificeert het Rekenhof deze rekeningen niet. ».

Sectie IV - Bijzondere bepalingen in verband met de instellingen van openbaar nut van categorie A en B, bepaald door de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek « Deelstaatoverheid », van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie Nihil Sectie V - Bijzondere bepalingen in verband met de andere verbintenissen van de gewestelijke entiteit Artikel 46 Het artikel 119 van de ordonnantie van 17 december 2019 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2020, wordt opgeheven.

Artikel 47 Alle ordonnateurs van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gemachtigd om hun elektronische handtekening aan te wenden.

Sectie VI - Slotbepaling Artikel 48 Deze ordonnantie treedt in werking op de dag van de stemming door het Parlement.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 4 december 2020.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2020-2021 A-263/1 Ontwerp van ordonnantie A-263/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 4 december 2020

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^