Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 06 november 2003
gepubliceerd op 27 november 2003

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en van de wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003031546
pub.
27/11/2003
prom.
06/11/2003
ELI
eli/ordonnantie/2003/11/06/2003031546/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 2003. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en van de wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1 Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Artikel 2 In de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven, en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : - wordt het woord « Executieve » vervangen door het woord « regering »; - worden in artikel 3, vijfde lid, in de Franse tekst de woorden « pourra être » vervangen door de woorden « peut être »; - worden in artikel 5-4°, b) en c) de woorden « Brussels Hoofdstedelijk » ingevoegd voor het woord « Gewest »; - worden in de Franse tekst in artikel 15 de woorden « bien immobilière » vervangen door de woorden « biens immobiliers ».

Artikel 3 In de vermelde ordonnantie van 3 december 1992, wordt een artikel 16bis ingevoegd, luidend als volgt «

Art. 16bis.§ 1. Onder de Haven van Brussel ressorteert een havenkapiteinsdienst opgericht overeenkomstig de wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins.

Onverminderd hun in voornoemde wet omschreven bevoegdheden, zien de havenkapitein, de adjunct havenkapitein en de haveninspecteurs in het bijzonder toe op de naleving van de gewestelijke politieverordening bedoeld in § 2 van dit artikel. § 2. Op voorstel van de raad van bestuur van de Haven van Brussel stelt de regering, binnen de grenzen van de gewestelijke bevoegdheid, een gewestelijke politieverordening voor het kanaal en de haven vast.

Deze verordening regelt de bijzondere administratieve politie van de havenen havenbedrijvigheid.

Zij kan onder meer bepalingen bevatten betreffende 1° de regeling van de goederenbehandeling en -opslag;2° de regeling van het in- en ontschepen van passagiers;3° de regeling van de toegankelijkheid van het haven- en kanaalgebied;4° de regeling van de nautisch-technische dienstverlening, waaronder het loodsen, slepen en vast- en losmaken van de vaartuigen;5° de vrijwaring van het milieu, de integriteit, de veiligheid en de gezondheid in het haven- en kanaaldomein. § 3. Overtredingen van de gewestelijke politieverordening worden opgespoord, onderzocht en bestraft overeenkomstig de wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins. § 4. De leidend ambtenaar of de adjunct leidend ambtenaar of de daartoe door de raad van bestuur aangewezen ambtenaar van niveau A, kunnen overeenkomstig de hierna gestelde regels administratieve geldboetes opleggen voor overtredingen op het gewestelijk politiereglement.

De leidend ambtenaar, de adjunct leidend ambtenaar of de aangewezen ambtenaar worden hierna de u bevoegde ambtenaar » genoemd.

De administratieve geldboete bedraagt ten minste 125,00 EUR en ten hoogste 25.000,00 EUR. Deze bedragen worden op 1 januari van elk jaar en voor de eerst maal op 1 januari 2005 geïndexeerd, met als basis de gezondheidsindex der consumptieprijzen vastgesteld door de federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie van de maand december 2003.

Wanneer de overtreding is begaan door een aangestelde of een lasthebber, is de administratieve geldboete alleen door de werkgever of opdrachtgever verschuldigd.

De havenkapitein, de adjunct havenkapitein en de haveninspecteurs brengen de bevoegde ambtenaar op de hoogte van de door hen vastgestelde overtredingen. Deze laatste kan, in voorkomend geval, de onmiddellijke inning toestaan van de administratieve geldboete, waarvan hij het bedrag vaststelt.

De beslissing van de bevoegde ambtenaar is in alle gevallen gemotiveerd en stelt de administratieve geldboete, in voorkomend geval verhoogd met een bijkomende vergoeding die overeenstemt met de uit de overtreding voortkomende winst en met de werkelijke schade geleden door de Haven, vast.

Behalve in geval van onmiddellijke inning, waarbij zij op om het even welke wijze ter kennis kan worden gebracht, wordt de beslissing een administratieve geldboete op te leggen, eventueel verhoogd met een bijkomende vergoeding, ter kennis gebracht bij ter post aangetekend schrijven, vergezeld van de uitnodiging het bedrag ervan te betalen binnen de termijn van één maand, ingaande vanaf deze kennisgeving.

De administratieve geldboete en de eventuele bijkomende vergoeding worden voldaan door storting of overschrijving op de door de Haven van Brussel opgegeven bankrekening.

Binnen de termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van de beslissing die de administratieve geldboete en de eventuele bijkomende vergoeding oplegt, kan de overtreder die deze betwist, op straffe van verval, beroep instellen middels een verzoekschrift bij de Rechtbank van Koophandel te Brussel, die beslist in eerste en laatste aanleg.

De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, meer bepaald het vierde deel, boek 2, zijn van toepassing.

Er kan geen administratieve geldboete worden opgelegd vijf jaar na de feiten die een overtreding uitmaakten. Deze verjaring wordt gestuit overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van de artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.

De bevoegde ambtenaar kan een dading aangaan met degene die de boete verschuldigd is, voor zover dit niet leidt tot de volledige vrijstelling van betaling van de boete en de eventuele bijkomende vergoeding.

Hij beslist over de gemotiveerde verzoeken tot kwijtschelding of vermindering van de administratieve geldboete en de eventuele bijkomende vergoeding, die degene die de boete verschuldigd is hem per bij ter post aangetekend schrijven bezorgt uiterlijk een maand na de kennisgeving van de beslissing die ze vaststelt.

De bevoegde ambtenaar beslist eveneens over de gemotiveerde verzoeken inzake termijnen en uitstel van betaling die degene die de boete verschuldigd is hem binnen dezelfde termijn bij een ter post aangetekende brief bezorgt.

De bevoegde ambtenaar beslist over deze verzoeken na, in voorkomend geval, de overtreder en zijn raadsman, op diens verzoek, gehoord te hebben.

De beslissing die de administratieve geldboete en de eventueel bijkomende vergoeding oplegt, vermeldt uitdrukkelijk de mogelijkheid gehoord te worden.

Indien de overtreder in gebreke blijft de geldboete of de eventuele bijkomende vergoeding te betalen binnen de termijn van één maand, te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing die ze oplegt of na hiertoe te zijn veroordeeld bij een beslissing van de Rechtbank van Koophandel te Brussel, levert de bevoegde ambtenaar belast met de inning een dwangbevel af.

Dit dwangbevel wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de hiertoe door de raad van bestuur van de gewestelijke vennootschap Haven van Brussel aangewezen ambtenaar.

Dit dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot of ter kennis gebracht bij een ter post aangetekende zending.

Het dwangbevel wordt geregeld door de bepalingen vervat in het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het bewarend beslag en de wijzen van uitvoering.

Binnen een termijn van dertig dagen volgend op de hetekening of kennisgeving van het bevelschrift, kan degene die de boete verschuldigd is een gemotiveerd beroep instellen bij deurwaardersexploot houdende dagvaarding van de Haven van Brussel voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel.

Het beroep schorst de uitvoering van het dwangbevel. ».

Artikel 4 In de vermelde ordonnantie van 3 december 1992 worden opgeheven - de artikelen 3, lid 1 tot 3; 17, lid 1 tot 3 en lid 5.

Artikel 5 In de wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins wordt een artikel 20 toegevoegd, luidend als volgt : «

Art. 20.§ 1. Dit artikel geldt voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. In afwijking van artikel 4, mogen de havenkapiteins en adjunct-havenkapiteins licentiaat in de nautische wetenschappen zijn in de plaats van houder van het brevet van kapitein ter lange omvaart en wordt niet vereist dat de werkelijke scheepsdienst werd verricht aan boord van schepen die de Belgische vlag voeren.

Bovendien kunnen tot havenkapitein of adjunct-havenkapitein worden benoemd, de gegadigden die bij hun kandidaatstelling 1° behoren tot het korps der actieve officieren van de ambtengroep « Dek » van de Belgische Marine; en 2° in het bezit zijn van het diploma van burgerlijk ingenieur of van licentiaat in de zeevaart en militaire wetenschappen; en 3° geslaagd zijn voor de beroepsproeven van hoger officier bij de Belgische Krijgsmacht; en 4° minstens gedurende één jaar de functie van commandant van een marineschip kleiner dan 1000 ton of van tweede commandant van een marineschip groter dan 1000 ton uitgeoefend hebben. § 3. De havenkapitein van de Haven van Brussel, de adjunct-havenkapitein en de haveninspecteurs, zijn territoriaal bevoegd in alle haven- en kanaalinstallaties gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, beheerd door de Haven van Brussel. § 4. Met naleving van de bepalingen van artikel 8 van het verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en in de mate dat de plaatsen geen woning uitmaken in de zin van artikel 15 van de Grondwet, mogen de havenkapiteins, de adjunct-havenkapiteins en de haveninspecteurs in de uitoefening van hun functie op elk moment een schip, vaartuig, boot, voertuig, wagon, werk- en haventuig, alsook alle publieke en private gebouwen die zich binnen het havendomein bevinden of die er functioneel mee verbonden zijn, betreden, onderzoeken en verzegelen. § 5. De havenkapiteins, de adjunct-havenkapiteins en de haveninspecteurs kunnen zich alle nodige inlichtingen en bescheiden doen verstrekken, inzage nemen van alle documenten, stukken, titels en alle andere informatiedragers, er een afschrift van nemen of ze tegen ontvangstbewijs voor een beperkte tijd meenemen. Zij kunnen de identiteit van personen controleren, hen verhoren en alle nuttige vaststellingen doen. Ze kunnen de medewerking vorderen van elke gezagvoerder, kapitein, schipper of chauffeur en van elke andere persoon die een voer-, vaar-, veerkof haventuig onder zijn hoede heeft.

Zij kunnen vorderen dat een voer-, vaar-, werk- of haventuig voor onderzoek wordt stilgehouden, dat het daartoe naar een bepaalde plaats wordt overgebracht of dat het daartoe wordt geladen of gelost. Zij kunnen de bijstand vorderen van de ambtenaren van de scheepvaartcontrole en van de federale politie. Zij kunnen alle ladingen onderzoeken, met inbegrip van ladingen die zich op kades, op publieke of private haventerreinen of in opslagplaatsen bevinden en die bestemd zijn voor of afkomstig van vervoer. Zij kunnen verpakkingen openen, monters nemen, en zaken voor verder onderzoek meenemen voor een beperkte tijd en tegen ontvangstbewijs; in de mate van het mogelijke, geven de vermelde monsternames geen aanleiding tot enige vorm van schadevergoeding, behoudens in geval van kennelijk onredelijke en onnodige belemmering van de normale handelsexploitatie. § 6. Buiten de strafprocedures geregeld door het Wetboek van Strafvordering, het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement van gerechtskosten inzake strafzaken of artikel 14 van deze wet, kunnen, in geval van ongeval of bedreiging voor de veiligheid, meer bepaald in geval van afwezigheid, weigering, verzet of gebrek aan medewerking bij de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen opgelegd door de havenkapitein, de adjunct-havenkapitein of de haveninspecteurs, deze gedwongen uitgevoerd worden. De nodige handelingen ter uitvoering van de veiligheidsmaatregelen worden uitgevoerd op risico en kosten van de overtreder, de eigenaar of diegene die de voer-, vaar-, werk-, haventoestellen of lading onder zijn hoede heeft.

Het voer-, vaar-, werk- of haventuig of de lading kunnen geheel of gedeeltelijk op risico en kosten van voornoemde personen worden stilgehouden zolang de gemaakte kosten niet werden betaald of zolang geen som in consignatie werd gegeven of een bankwaarborg werd verstrekt door een in België gevestigde bank of kredietinstelling die voldoende is voor de dekking van alle gemaakte kosten met inbegrip van de bewaringskosten. De som die in consignatie werd gegeven wordt, na aftrek van alle hierboven vermelde kosten, in voorkomend geval vermeerderd met de gerechtskosten, teruggegeven. § 7. De processen-verbaal opgesteld overeenkomstig artikel 8 door de havenkapitein, de adjunct-havenkapitein en de haveninspecteurs die de overtredingen vastgesteld hebben van het gewestelijk politiereglement opgesteld overeenkomstig artikel 16 § 2 van de ordonnantie van 3 december 1992, worden eveneens binnen drie dagen verzonden aan de overtreder of zijn vertegenwoordiger. Zij gelden tot bewijs van het tegendeel. § 8. Het maximum van de geldboetes achtereenvolgens vermeld in de artikelen 10 en 11 wordt gebracht op respectievelijk 15,00 EUR, 125,00 EUR en 125,00 EUR. De bedragen der geldboetes achtereenvolgens vermeld in de artikelen 10 en 11 worden gebracht op : - in artikel 10, le paragraaf : 0,65 EUR, 15,00 EUR; - in artikel 10, 2e paragraaf : 15 EUR, 125,00 EUR; - in artikel 11 : 0,64 EUR, 125,00 EUR § 9. De raad van bestuur van de Haven van Brussel kan naast de havenkapitein en adjunct-havenkapitein andere personeelsleden aanwijzen als haveninspecteur. De haveninspecteurs hebben de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie. Zij hebben dezelfde territoriale en materiële bevoegdheden als de havenkapiteins, zoals omschreven in artikelen 6, 7, 8, 9, 10 en 14 van de wet en in de paragrafen 2 tot 6 van dit artikel. Zij leggen de eed af voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. § 10. De bevoegdheden toegekend aan de havenkapitein, de adjunct-havenkapitein en de haveninspecteurs kunnen zowel door statutaire als contractuele personeelsleden van de Haven van Brussel worden uitgeoefend. De regering kan de kentekens van hun functie en de vorm van hun legitimatiebewijs vaststellen op voorstel van de raad van bestuur van de Haven van Brussel. ».

Aangenomen door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad Brussel, 24 oktober 2003.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 6 november 2003.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, D. DUCARME De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Documenten van de Raad : Gewone zitting 2002-2003 : A-449/1 : Ontwerp van ordonnantie. A-449/2 : Verslag.

Volledig verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 24 oktober 2003.

^