Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 11 mei 2017
gepubliceerd op 30 mei 2017

Ordonnantie betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2017020366
pub.
30/05/2017
prom.
11/05/2017
ELI
eli/ordonnantie/2017/05/11/2017020366/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


11 MEI 2017. - Ordonnantie betreffende het inburgeringstraject voor de nieuwkomers


De Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie verstaat men onder : 1° nieuwkomer : de meerderjarige vreemdeling, jonger dan 65 jaar, die minder dan drie jaar wettig in België verblijft en die voor het eerst met een verblijfstitel van meer dan drie maanden ingeschreven wordt in het rijksregister van een gemeente van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;2° vreemdelingenregister : het register vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister ;3° EU+ : de lidstaten van de Europese Unie, aangevuld met de landen van de Europese Economische Ruimte en met Zwitserland;4° familieleden : de personen bedoeld in artikel 2, paragraaf 2, van de richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden. HOOFDSTUK II. - Het inburgeringstraject

Art. 3.§ 1. Het inburgeringsbeleid in Brussel-Hoofdstad is geënt op de volgende principes : 1° gelijkheid van eenieder ;2° respect voor ieders eigenheid, vaardigheden en ambities ;3° migratie als opportuniteit voor de samenleving ;4° anti-discriminatie, de bestrijding van racisme en seksisme, en de gender mainstreaming ;5° actief burgerschap van eenieder ;6° empowerment van bijzondere doelgroepen ;7° kennisverwerving van het Frans of het Nederlands. § 2. Het inburgeringstraject heeft tot doel de nieuwkomers via een aangepast en geïndividualiseerd vormingsprogramma te begeleiden om hun zelfredzaamheid te verhogen met het oog op hun participatie op economisch, educatief, sociaal en cultureel vlak. § 3. Het inburgeringstraject omvat ten minste de volgende modules : 1° een onthaaltraject, waarbij wordt gepeild naar de noden die bij de nieuwkomer bestaan op vlak van huisvesting, inkomens, gezondheidszorg, socio-professionele inschakeling, kinderopvang en onderwijs, en waarbij de nieuwkomer wordt geïnformeerd over de rechten en plichten die op dit vlak gelden voor alle inwoners van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, alsook over de verantwoordelijke actoren en de beschikbare steunmaatregelen ;2° een module van basislessen Frans of Nederlands als tweede taal, in functie van de taalnood van de nieuwkomer ;3° een opleiding over burgerschap, waarin basisinformatie wordt verstrekt over de werking van de overheidsinstellingen, over de democratische kernwaarden en over de sociale verhoudingen in onze Belgische samenleving. Het Verenigd College bepaalt de nadere modaliteiten en organisatie van het inburgeringstraject, en erkent de inrichters van het inburgeringstraject.

Art. 4.Elke nieuwkomer is verplicht om het inburgeringstraject te volgen als bedoeld in artikel 3.

Binnen een termijn van maximaal zes maanden na zijn inschrijving in het vreemdelingenregister van een gemeente van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, meldt de nieuwkomer zich aan bij een erkende inrichter van het inburgeringstraject en sluit hij een inburgeringscontract af met deze inrichter. Indien de nieuwkomer zich op regelmatige wijze heeft aangemeld bij de erkende inrichter, reikt deze een daartoe voorzien attest uit aan de nieuwkomer. De nieuwkomer dient dit attest in bij de gemeente, vermeld in artikel 6.

Zodra de nieuwkomer op regelmatige wijze het inburgeringstraject heeft afgerond, reikt de erkende inrichter een daartoe voorzien attest uit aan de nieuwkomer.

Binnen een termijn van maximaal één jaar na de inschrijving, vermeld in het tweede lid, toont de nieuwkomer aan de hand van het daartoe voorziene attest afgeleverd door de erkende inrichter aan dat hij het inburgeringstraject heeft gevolgd bij een erkende inrichter. De nieuwkomer dient daartoe het attest in bij de gemeente, vermeld in artikel 6.

Het Verenigd College bepaalt de nadere voorwaarden voor de uitreiking van de attesten, vermeld in dit artikel, alsook de situaties die een uitstel of opschorting van de plicht tot het volgen van een inburgeringstraject kunnen verantwoorden. HOOFDSTUK III. - Vrijstellingen

Art. 5.De volgende categorieën van personen zijn vrijgesteld van de verplichtingen, vermeld in artikel 4 : 1° de volgende categorieën van personen die hier verblijven voor een tijdelijk doel : a) de vreemdelingen met wettig verblijf die in België verblijven voor een tijdelijk doel voor maximum een jaar ;b) de familieleden van de categorie, vermeld in punt a), van wie het verblijf of het verblijfsrecht beperkt is tot dat van de categorie, vermeld in punt a) ;2° de vreemdelingen die de nationaliteit hebben van één van de staten van de EU+ ;3° de volgende personen, zelfs indien deze niet over de nationaliteit beschikken van één van de staten van de EU+ : a) de familieleden van de persoon die de nationaliteit heeft van één van de staten van de Europese Unie, en die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de Lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden ;b) de familieleden van de persoon die de nationaliteit heeft van één van de staten van de Europese Economische Ruimte, en die, op basis van de overeenkomst van 2 mei 1992 houdende oprichting van de Europese Economische Ruimte, gerechtigd zijn om België binnen te komen en in België te verblijven ;c) de gezinsleden, als vermeld in artikel 3 van bijlage I bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, die gerechtigd zijn om België binnen te komen en in België te verblijven. De familie- of gezinsleden, vermeld in a), b) en c), dienen zelf het bewijs te leveren van hun status van familie- of gezinslid in de zin van deze bepalingen ; 4° de vreemdelingen die cumulatief voldoen aan de volgende voorwaarden : a) het bewijs leveren ingevolge de wetgeving van een lidstaat van de Europese Unie langdurig ingezetene te zijn van die lidstaat ;b) het bewijs leveren te hebben voldaan aan de integratievoorwaarden om de status van langdurig ingezetene te verkrijgen, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, van Richtlijn 2003/109/EG van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen ;5° de vreemdelingen die aan de hand van een medisch attest aantonen dat zij ernstig ziek zijn of een mentale of fysieke handicap hebben, waardoor de deelname of verdere deelname aan het inburgeringstraject blijvend onmogelijk is ;6° de vreemdelingen die reeds een inburgeringsattest hebben behaald. Het Verenigd College preciseert welke attesten erkend worden ; 7° de vreemdelingen die voordien ingeschreven waren in het vreemdelingenregister van een gemeente van een ander taalgebied, en waar ze vrijgesteld waren van het volgen van de inburgeringsplicht ;8° de vreemdelingen die één van de volgende studiebewijzen hebben behaald : a) een getuigschrift basisonderwijs, of een getuigschrift of een diploma van het secundair onderwijs of een diploma hoger onderwijs behaald in een door de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap gefinancierde, georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinstelling ;b) een diploma, certificaat of ander document, behaald als bewijs van het voltooien van een opleiding die vergelijkbaar is met de in a) bedoelde opleidingen, en die geacht kan worden de doelstelling van het inburgeringstraject te bereiken.Het Verenigd College bepaalt welke opleidingen er voldoen aan deze voorwaarde.

Het Verenigd College stelt andere categorieën van vreemdelingen van de verplichtingen vermeld in artikel 4 vrij, indien dit verplicht is op grond van internationale of supranationale verdragen.

Het Verenigd College kan andere categorieën van vreemdelingen van de verplichtingen vermeld in artikel 4 vrijstellen, op grond van het voorlopig karakter van het verblijf. HOOFDSTUK IV. - Informatie verstrekt door de gemeenten

Art. 6.De gemeente waar de nieuwkomer voor het eerst ingeschreven wordt in het vreemdelingenregister, informeert de nieuwkomer op het moment van zijn inschrijving over de verplichtingen vermeld in artikel 4, alsook over de sancties vermeld in artikel 7.

De gemeente verstrekt de nieuwkomer alle inlichtingen over de verschillende erkende organisatoren van het inburgeringstraject en over hun verschillende respectieve vormingsaanbod. Ze ziet erop toe dat de nieuwkomer de vrije keuze behoudt.

Het Verenigd College bepaalt de nadere modaliteiten van de informatie die de gemeenten moeten verstrekken aan de nieuwkomers. HOOFDSTUK V. - Sancties

Art. 7.§ 1. De gemeente waar de nieuwkomer voor het eerst ingeschreven wordt in het vreemdelingenregister controleert of de nieuwkomer de verplichtingen vermeld in artikel 4, op regelmatige wijze is nagekomen.

Het Verenigd College bepaalt de modaliteiten van de controle, vermeld in het eerste lid. § 2. Als een nieuwkomer de verplichtingen vermeld in artikel 4 niet op regelmatige wijze heeft nagekomen, stuurt de gemeente hem een schriftelijke aanmaning om zich binnen twee maanden in regel te stellen. § 3. Indien de nieuwkomer zich niet binnen de twee maanden in regel stelt na ontvangst van de aanmaning vermeld in paragraaf 2, doet de gemeente een vaststelling van weigering om het inburgeringstraject te volgen. Van zodra deze vaststelling heeft plaatsgevonden, maakt de gemeente het dossier over aan de ambtenaar van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie aangeduid door het Verenigd College.

Art. 8.§ 1. De volgende administratieve sancties kunnen door de administratie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie worden opgelegd aan de nieuwkomers bij dewelke een weigering om het inburgeringstraject te volgen werd vastgesteld, zoals vermeld in artikel 7, § 3 : 1° een administratieve boete van 100 euro voor de eerste inbreuk;2° in het geval dat er een administratieve boete gegeven werd, is de nieuwkomer verplicht om binnen de twee maanden na de kennisgeving van de administratieve boete, aan het bestuur van de GGC aan te tonen dat hij een onthaaltraject volgt, aan de hand van een door de erkende inrichter daarvoor voorzien attest.Indien de GGC dit attest niet binnen de twee maanden ontvangt, stelt ze een nieuwe inbreuk vast. Een nieuwe administratieve boete van 100 euro kan opgelegd worden; 3° voor elke volgende inbreuk, is het hierboven in 2° beschreven proces van toepassing. Het gecumuleerde bedrag van de administratieve boetes kan 2500 euro niet overschrijden. § 2. Het Verenigd College wijst de ambtenaar van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie aan die de administratieve geldboete, vermeld in paragraaf 1, oplegt. Een administratieve geldboete kan alleen worden opgelegd binnen een termijn van maximum twee jaar nadat een inbreuk is vastgesteld.

Een administratieve geldboete kan pas opgelegd worden nadat de betrokken nieuwkomer de kans heeft gekregen om gehoord te worden door de aangewezen ambtenaar. De nieuwkomer kan zich door een advocaat laten bijstaan.

De betrokkene wordt van de beslissing op de hoogte gebracht met een per post aangetekende brief of met een brief tegen ontvangstbewijs. De kennisgeving vermeldt de wijze waarop tegen deze beslissing beroep kan worden ingesteld.

De betrokkene kan op straffe van verval van het recht tot het instellen van een beroep binnen een termijn van 60 dagen vanaf de kennisgeving van de beslissing waarbij hem een administratieve geldboete wordt opgelegd, tegen die beslissing bij verzoekschrift een beroep instellen bij de Raad van State. Dat beroep schorst de uitvoering van de beslissing.

Het Verenigd College bepaalt de termijn en de nadere regels voor de betaling van de administratieve geldboete.

Het Verenigd College wijst de personeelsleden aan die een dwangbevel kunnen uitvaardigen en uitvoerbaar verklaren met het oog op de inning van een administratieve geldboete. Het dwangbevel wordt betekend bij aangetekende zending met bevel tot betaling.

De vordering tot voldoening van een administratieve geldboete verjaart na verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de dag waarop ze is ontstaan. De verjaring wordt gestuit op de wijze en onder de voorwaarden, vermeld in artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek. § 3. Het Verenigd College bepaalt de nadere modaliteiten van dit artikel. HOOFDSTUK VI. -- Inwerkingtreding

Art. 9.Het Verenigd College stelt voor elk van de bepalingen van deze ordonnantie de datum van inwerkingtreding vast.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 11 mei 2017.

G. VANHENGEL, Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting en de Externe Betrekkingen D. GOSUIN, Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting en de Externe Betrekkingen P. l SMET, Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring C. FREMAULT, Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring _______ Nota Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : Gewone zitting 2016-2017 B-71/1 Ontwerp van ordonnantie B-71/2 Verslag B-71/3 Amendementen na verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 21 april 2017.

^