Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 13 juli 2006
gepubliceerd op 03 augustus 2006

Ordonnantie tot afschaffing van de verplichting om eensluidend verklaarde afschriften van documenten over te leggen

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2006031367
pub.
03/08/2006
prom.
13/07/2006
ELI
eli/ordonnantie/2006/07/13/2006031367/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2006. - Ordonnantie tot afschaffing van de verplichting om eensluidend verklaarde afschriften van documenten over te leggen (1)


Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Deze ordonnantie is van toepassing op de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Met « diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » worden bedoeld : de openbare diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de openbare instellingen die ervan afhangen, de instellingen van openbaar nut ervan en de daaraan verbonden publiekrechtelijke rechtspersonen.

Art. 3.Aan de verplichting om een met het originele document eensluidend verklaard afschrift over te leggen aan de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt voldaan door het overleggen van een afschrift van het originele document.

Art. 4.§ 1. De diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die een ernstige en redelijk gegronde twijfel hebben over de conformiteit, met het originele document, van een afschrift dat hun, overeenkomstig een ordonnantie of verordening, wordt overgelegd door een natuurlijke persoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon, hierna derde genoemd, kunnen die persoon verzoeken om met alle rechtsmiddelen, met inbegrip van het overleggen van het originele document, het bewijs van de juistheid van de gegevens in het afschrift te leveren. § 2. Het aan een derde gerichte verzoek om bewijslevering van de conformiteit met het originele document moet met redenen omkleed zijn en wordt hem bij aangetekend schrijven met ontvangbewijs bezorgd.

Het verzoek preciseert de termijn waarbinnen het bewijs van de juistheid van de gegevens in het afschrift moet worden geleverd.

De diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stellen voor elk geval die termijn vast, die niet korter dan vijf werkdagen en niet langer dan dertig kalenderdagen mag zijn. § 3. De termijnen waarover de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikken om een beslissing te nemen, advies uit te brengen of enigerlei handeling te stellen op grond van, met name, de overlegging van een afschrift van een document, worden geschorst totdat de derde het gevraagde bewijs levert en zo niet tot het verstrijken van de termijn die de diensten met toepassing van § 2 vastgesteld hebben.

Art. 5.In afwijking van artikel 3, stelt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering de lijst vast van de documenten die het voorwerp kunnen of moeten uitmaken van een eensluidend afschrift.

Art. 6.§ 1. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heft alle ordonnanties of verordeningen op die het overleggen van een eensluidend verklaard afschrift opleggen aan de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Alle ordonnanties en verordeningen die verplichten tot het overleggen van een eensluidend verklaard afschrift aan de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die niet opgeheven zijn door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met toepassing van § 1, worden geacht een afwijking te vormen in de zin van artikel 5.

Art. 7.De artikelen 3 en 4 treden in werking op de dag die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vaststelt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 13 juli 2006.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedlijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedlijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedlijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedlijke Regering, belast met Mobiliteit, en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedlijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2005/2006 A-260/1 : Voorstel van ordonnantie. A-260/2 : Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 7 juli 2006.

^