Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 14 maart 2019
gepubliceerd op 26 maart 2019

Ordonnantie houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 6 september 2017 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de toepassingsregels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2019030194
pub.
26/03/2019
prom.
14/03/2019
ELI
eli/ordonnantie/2019/03/14/2019030194/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


14 MAART 2019. - Ordonnantie houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 6 september 2017Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 06/09/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018010056 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen sluiten tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de toepassingsregels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen


De Verenigde Vergadering heeft aangenomen en Wij, Verenigd College, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt verleend met het samenwerkingsakkoord van 6 september 2017Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 06/09/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018010056 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen sluiten tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de toepassingsregels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen.

Art. 3.Deze ordonnantie treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 14 maart 2019.

Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting en de Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, het Openbaar Ambt, de Financiën, de Begroting en de Externe Betrekkingen, D. GOSUIN Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring, P. SMET Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring, C. FREMAULT _______ Nota Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : Gewone zitting 2018-2019 B-141/1 Ontwerp van ordonnantie.

B-141/2 Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 15 februari 2019.

Samenwerkingsakkoord van 6 september 2017Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 06/09/2017 pub. 26/01/2018 numac 2018010056 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de praktische regels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen sluiten tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aanknopingsfactoren, het beheer van de lasten van het verleden, de gegevensuitwisseling inzake de gezinsbijslagen en de toepassingsregels betreffende de bevoegdheidsoverdracht tussen de kinderbijslagfondsen AANHEF Overwegende de intentie van de ondertekenende deelentiteiten om het beheer en de betaling van de gezinsbijslag voor hun rekening over te nemen met behoud van de mogelijkheid van ongelijktijdige overnames;

Overwegende de noodzaak om de acties van die entiteiten met name na de overgangsperiode te coördineren;

Overwegende dat een dergelijke coördinatie onontbeerlijk is en effectieve samenwerking en loyaliteit vereist van de partijen die dit samenwerkingsakkoord ondertekenen;

In dit samenwerkingsakkoord worden de aanknopingsfactoren vastgelegd om de bevoegde deelentiteit met betrekking tot gezinsbijslag in Belgische en internationale context aan te duiden;

In dit samenwerkingsakkoord wordt verder vastgelegd hoe de regularisaties van de betalingen en de terugvorderingen ten laste genomen of uitgevoerd zullen worden;

In dit samenwerkingsakkoord wordt ook vastgelegd hoe de gegevensuitwisseling tussen de deelentiteiten zal verlopen.

Dit samenwerkingsakkoord legt ten slotte de praktische regels vast voor de overdracht van de dossiers van de federale kinderbijslagfondsen vanaf 1 januari 2018.

Gelet op artikel 23 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 92bis en artikel 94, § 1bis, ingevoegd door artikel 44 van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de zesde Staatshervorming;

Gelet op de wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 60sexies, ingevoegd door artikel 37 van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 02/05/2014 numac 2014202713 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap type wet prom. 19/04/2014 pub. 24/07/2014 numac 2014000590 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van de wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (Algemene Kinderbijslagwet) zoals die gold op 31 december 2018;

Gelet op het bijzondere decreet van de Franse Gemeenschap van 3 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen en het decreet van het Waalse Gewest van 11 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt;

Gelet op het op 6 september 2017 in het Overlegcomité bereikte akkoord; de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Minister-President en de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; het Waals Gewest, vertegenwoordigd door de Minister-President en de minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en administratieve Vereenvoudiging; de Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Minister-President en de minister van de Duitstalige Gemeenschap van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden; de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door de voorzitter van het Verenigd College en de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring;

Zijn het volgende overeengekomen : Bepalingen HOOFDSTUK 1. - Algemeen Artikel 1 - Definities Voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord en enkel in dat kader moet verstaan worden onder : 1° deelentiteiten : de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, voor de gebiedsomschrijving van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;de Vlaamse Gemeenschap, voor de gebiedsomschrijving van het Nederlandse taalgebied; het Waalse Gewest, voor de gebiedsomschrijving van het Franse taalgebied en de Duitstalige Gemeenschap, voor de gebiedsomschrijving van het Duitse taalgebied; 2° aanknopingsfactor : situatie op basis waarvan een kinderbijslagdossier aan een deelentiteit kan worden toegewezen en die de bevoegdheid van die entiteit exclusief bepaalt;3° bevolkingsregisters : de registers zoals opgenomen in art.1, 1° van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen; 4° wettelijke woonplaats : de plaats waar een persoon in de bevolkingsregisters is ingeschreven en daar zijn hoofdverblijf heeft overeenkomstig artikel 32, 3° van het Gerechtelijk Wetboek;5° verblijfplaats : als er geen wettelijke woonplaats is, de feitelijke plaats waar de persoon gewoonlijk verblijft;6° vestigingseenheid : de plaats die men geografisch gezien kan identificeren via een adres, waar ten minste een activiteit van de onderneming wordt uitgeoefend of van waaruit de activiteit wordt uitgeoefend, zoals gedefinieerd in artikel 2, 6° van de wet van 16 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/2003 pub. 05/02/2003 numac 2003011027 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen sluiten tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen;7° sociaal verzekerde : een persoon die, wat betreft de gezinsbijslagen, onder het personeel toepassingsgebied van een Europese verordening of een bilaterale overeenkomst betreffende de sociale zekerheid valt;8° gezinsbijslagen : de bijslagen zoals bedoeld in artikel 5, § 1, IV van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;9° bilaterale overeenkomst : overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen België en een andere staat;10° kraamgeld : toelage uitbetaald naar aanleiding van de geboorte van een kind onder de voorwaarden gesteld door de deelentiteiten;11° overname : de overname van het beheer en van de betaling door de deelentiteiten op de datum vastgelegd door hun notificaties krachtens de bepalingen van artikel 94 § 1bis, vierde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, elk voor wat hem betreft;12° kadaster : verwijzingsrepertorium zoals dat bestond op 31 december van het jaar voor dat van de eerste overname, waarin de gegevens van alle actoren van alle dossiers van alle kinderbijslagfondsen zijn opgenomen;13° trivia-toepassing : elektronische toepassing zoals die bestond op 31 december van het jaar voor dat van de eerste overname die enerzijds een website omvat om elektronische gegevens bij informatieleveranciers op te zoeken en anderzijds de transitie mogelijk maakt van alle beschikbare distributie-, consultatie- en kadasterberichten naar de betaalapplicaties van de fondsen;14° betaalapplicatie van de fondsen : elektronische toepassing voor het dagdagelijks dossierbeheer binnen een kinderbijslagfonds zoals die bestond op 31 december van het jaar voor dat van de eerste overname, die de elektronische gegevens verwerkt en zorgt voor de uitbetaling van de kinderbijslag;15° kinderbijslagregeling : alle wettelijke en reglementaire teksten van kracht op 31 december van het jaar voor dat van de eerste overname.16° AKBW : Algemene Kinderbijslag wet van 19 december 1939Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1939 pub. 15/01/2015 numac 2014000940 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Algemene kinderbijslagwet type wet prom. 19/12/1939 pub. 30/08/2010 numac 2010000475 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. HOOFDSTUK 2. - Aanknopingsfactoren Artikel 2 - Aanknopingsfactoren om te bepalen welke deelentiteit bevoegd is inzake gezinsbijslagen De volgende aanknopingsfactoren bepalen de uitsluitend bevoegde deelentiteit, in deze volgorde : 1. de wettelijke woonplaats van het kind in de entiteit;2. de verblijfplaats van het kind in de entiteit;3. de lokalisatie van de vestigingseenheid of, wanneer dat gegeven niet beschikbaar is, van de exploitatiezetel van de huidige werkgever of van de laatste werkgever van de sociaal verzekerde in België;4. de wettelijke woonplaats of de laatste wettelijke woonplaats van de sociaal verzekerde in de entiteit;5. de lokalisatie van het sociaal verzekeringsfonds waarbij de sociaal verzekerde is aangesloten als zelfstandige;6. de lokalisatie van het bureau van de laatst gekende kinderbijslaginstelling die de gezinsbijslagen toekende.Tot en met 31 maart 2024 kan hiertoe het huidige kadaster worden geraadpleegd.

Indien er voor de toepassing van het eerste lid, punt 3 tot en met 5 wordt vastgesteld dat meerdere sociaal verzekerden onder de toepassing van dezelfde aanknopingsfactor vallen, wordt de uitsluitende bevoegdheid van een deelentiteit bepaald door de oudste onder hen.

Welke deelentiteit voor het vooruitbetaald kraamgeld bevoegd is, wordt echter bepaald op basis van de volgende aanknopingsfactoren, in deze volgorde : 1. de wettelijke woonplaats van de moeder in de entiteit;2. de verblijfplaats van de moeder in de entiteit. De entiteit die een aanvraag om vooruitbetaald kraamgeld ontvangt, controleert of een andere entiteit die niet al heeft betaald.

Artikel 3 - Europese Verordeningen Voor de toepassing van Europese verordeningen wordt het personeel toepassingsgebied met betrekking tot de sociaal verzekerde die het recht verkrijgt in het kader van de gezinsbijslagen beperkt tot de ouder, tot de persoon die geen bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad van die ouder en met wie de ouder feitelijk of wettelijk samenwoont en tot de echtgeno(o)t(e) van de ouder met betrekking tot hun eigen of gemeenschappelijke kinderen.

Voor de toepassing van verordening 883/2004 zijn de socioprofessionele situaties waarmee rekening wordt gehouden om een recht op gezinsbijslagen te verkrijgen in de bijgevoegde tabel opgenomen. Die tabel kan door de regeringen van de bevoegde deelentiteiten gezamenlijk worden gewijzigd via een samenwerkingsakkoord.

Artikel 4 - Overgangsbepaling In afwijking op artikel 2, tweede lid en artikel 3, behouden de rechthebbenden die op 31 december van het jaar voor dat van de eerste overname recht op kinderbijslag hadden dat recht voor zover ze de overeenkomstig een kinderbijslagregeling verkregen hoedanigheid van rechthebbende behouden tot : 1. hun gezinssituatie wijzigt;2. hun socioprofessionele situatie in die zin wijzigt dat ze voortaan, overeenkomstig de bijlage bij dit samenwerkingsakkoord, onder een andere categorie vallen. De voormelde wijzigingen hebben uitwerking op de eerste dag van de maand na de maand waarin de gebeurtenis valt. HOOFDSTUK 3. - Beheer van de lasten van het verleden : Overdracht van de rechten en plichten van de federale fondsen aan een regionaal fonds Artikel 5 - Beheer van de lasten van het verleden § 1. Voor de toepassing van dit artikel moet worden verstaan onder : - regularisatie : uit te voeren betalingen (verschuldigde bijslag) en terugvorderingen (onverschuldigde bijslag), niet uitgevoerd op 31 december van het jaar voor dat van de overname door het tot die datum bevoegde federale kinderbijslagfonds; - moment van de gebeurtenis : naargelang van het geval het moment van de aanvraag om regularisatie van de gerechtigde, het moment waarop een ambtshalve beslissing moet worden genomen of het moment waarop de rechterlijke beslissing op het vlak van de regularisatie uitvoerbaar is. § 2. a) Elk federaal kinderbijslagfonds heeft in elke deelentiteit een regionale opvolger waaraan het zijn rechten en verplichtingen overdraagt.

De op 31 december van het jaar voor dat van de overname door een deelentiteit bestaande rechten en verplichtingen van FAMIFED worden op 1 januari van het jaar van die overname ambtshalve aan het door die deelentiteit opgerichte publieke fonds overgedragen.

Wat de Duitstalige Gemeenschap betreft, worden de op 31 december van het jaar voor dat van de overname door die deelentiteit bestaande rechten en verplichtingen van de federale vrije fondsen op 1 januari van het jaar van die overname ambtshalve aan het publieke fonds van de Duitstalige Gemeenschap overgedragen.

Wat de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie aangaat, worden de op 31 december van het jaar voor dat van de overnames door die entiteiten bestaande rechten en verplichtingen van de federale vrije fondsen aan hun regionale rechtsopvolgers overgedragen op basis van de voor 1 juli 2018 gesloten overeenkomsten waarvan de verplichte vermeldingen door het Beheerscomité van FAMIFED zijn vastgelegd. Die overeenkomst bepaalt hoe de regionale rechtsopvolgers de regularisaties uitvoeren die ten laste vielen van het federale fonds dat zij opvolgen, in het bijzonder via een toegang tot een informaticatoepassing waardoor die regularisaties kunnen worden verzekerd.

Het Beheerscomité van FAMIFED keurt de in het vierde lid bedoelde overeenkomst goed na te hebben nagezien dat de door hem vastgelegde verplichte vermeldingen daarin voorkomen. Zodra de goedkeuring van FAMIFED is betekend, worden de rechten en verplichtingen van het afstaande federale vrije fonds aan zijn regionale rechtsopvolgers overgedragen, met uitwerking op 1 januari van het jaar van de overname.

De dossiers die onder de bevoegdheid van de Duitstalige Gemeenschap vallen worden op dezelfde wijze behandeld als die waarvoor het Waalse Gewest bevoegd is. De regularisaties in het belang van de Duitstalige Gemeenschap worden verwerkt tegen een vergoeding en volgens de modaliteiten die in een samenwerkingsprotocol tussen de regeringen van de betrokken deelentiteiten worden vastgelegd. b) Elke regionale rechtsopvolger die op het moment van de gebeurtenis optreedt voor rekening van de krachtens artikel 2 aangewezen bevoegde deelentiteit draagt de verantwoordelijkheid voor de gebruikelijke regularisaties op administratief, financieel en gerechtelijk vlak ten aanzien van de periodes die onder de bevoegdheid van het federale fonds vielen dat hem zijn op 31 december van het jaar voor dat van de overname door die deelentiteit bestaande rechten en verplichtingen heeft overgedragen.c) Wanneer een regionale rechtsopvolger van een federaal fonds informatie ontvangt met betrekking tot een periode waarvoor het federaal fonds dat hem zijn rechten en verplichtingen heeft overgedragen niet bevoegd was, deelt eerstgenoemde die informatie onverwijld mee aan de regionale rechtsopvolger van het federale fonds dat voor die periode bevoegd was en die voor rekening van de krachtens artikel 2 aangewezen bevoegde deelentiteit optreedt. § 3. De toepassingsmodaliteiten van dit artikel worden vastgelegd in een samenwerkingsprotocol tussen de deelentiteiten dat uiterlijk bij de publicatie van dit samenwerkingsakkoord in het Belgisch Staatsblad afgesloten is.

Artikel 6 - Inwerkingtreding van de bevoegdheidswijziging tussen deelentiteiten Als de bevoegdheid voor gezinsbijslagen in de loop van een kalendermaand wijzigt, blijft de deelentiteit die de gezinsbijslagen heeft betaald op de eerste dag van die maand bevoegd tot het einde van de lopende maand voor die gezinsbijslagen, ongeacht de data waarop de gezinsbijslagen moet worden betaald op basis van de geldende reglementeringen.

Zij deelt de andere betrokken deelentiteit mee op welke datum zij die gezinsbijslagen niet langer betaalt. De deelentiteit die de betaling van de gezinsbijslagen overneemt begint vanaf die datum te betalen.

Een bevoegde deelentiteit die overeenkomstig dit artikel een wijziging van bevoegdheid vaststelt, bezorgt overeenkomstig art. 7 de nodige gegevens aan de volgende bevoegde deelentiteit. HOOFDSTUK 4 . - Uitwisseling en bewaren van de gegevens Artikel 7 - Gegevensuitwisseling Indien een deelentiteit vaststelt dat een andere deelentiteit bevoegd is om de gezinsbijslagen te betalen, bezorgt ze die deelentiteit onverwijld alle nodige informatie die nodig is zodat die haar bevoegdheid kan uitoefenen.

Die gegevensuitwisseling verloopt elektronisch.

De nodige modaliteiten zullen daartoe worden uitgewerkt in een samenwerkingsprotocol afgesloten tussen de regeringen van de deelentiteiten bevoegd voor gezinsbijslagen.

Artikel 8 - Kadaster en betaaltoepassingen van de fondsen § 1. Het kadaster en de trivia-toepassing dienen te blijven functioneren zodat de regionale rechtsopvolgers de betalingen van de gezinsbijslagen in het kader van de kinderbijslagregelingen zoals deze bestonden op 31 december van het jaar voor dat van de eerste overname en de betalingen van de gezinsbijslagen onder toepassing van Europese verordeningen en bilaterale overeenkomsten verder kunnen blijven verzekeren. Die continuïteit moet worden verzekerd gedurende vijf jaar en drie maanden volgend op de datum van de eerste overname.

Alle onderhoudskosten van het kadaster en de trivia-toepassing worden gedragen door de deelentiteiten overeenkomstig de verdeelsleutel gebaseerd op de procentuele verdeling van het aantal kinderen 0-18 jaar per deelentiteit die werd vastgelegd in art. 47/5, § 5 van de Bijzondere Wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.

Deze onderhoudskosten omvatten ook de kosten die dienen gemaakt te worden in de trivia-toepassing wanneer een informatieleverancier een wijziging aanbrengt in een elektronische distributie- of consultatiestroom die deel uitmaakt van de trivia-toepassing.

Eventuele wijzigingen aan het kadaster en de trivia-toepassing op vraag van één of meerdere deelentiteiten voor wat betreft de betalingen vermeld in het eerste lid dienen te worden bepaald in een samenwerkingsprotocol bepaald door de regeringen van de deelentiteiten bevoegd voor de gezinsbijslagen. § 2. Het kadaster en de trivia-toepassing mogen op vraag van één of meerdere deelentiteiten worden aangepast om de uitvoering van hun regionale decreten mogelijk te maken.

Deze aanpassingen mogen echter de beschikkingen vermeld in het eerste lid van de eerste paragraaf niet in het gedrang brengen.

Deze aanpassingen dienen door de regering van de deelentiteit bevoegd voor gezinsbijslagen die de wijziging wenst door te voeren, te worden gemeld aan de regeringen van de andere deelentiteiten. Deze regeringen geven binnen de twee maanden aan of zij ook gebruik wensen te maken van de wijzigingen en aldus ook het respectievelijk deel van de kosten verbonden aan deze wijzigingen op zich te nemen. Regeringen die niet antwoorden binnen de twee maanden wensen geen gebruik te maken van de vooropgestelde wijzigingen.

De regeringen van de deelentiteiten bevoegd voor gezinsbijslagen die gebruik wensen te maken van de wijzigingen leggen deze afspraken vast in een samenwerkingsprotocol. § 3. De betaalapplicaties van de fondsen dienen te blijven functioneren zodat de regionale rechtsopvolgers de betalingen van de gezinsbijslagen in het kader van de kinderbijslagregelingen zoals deze bestonden op 31 december van het jaar vóór dat van de eerste overname, en de betalingen van de gezinsbijslagen onder toepassing van Europese verordeningen en bilaterale overeenkomsten verder kunnen blijven verzekeren. Die continuïteit moet worden verzekerd gedurende vijf jaar en drie maanden volgend op de datum van de eerste overname.

De betaalapplicaties van de fondsen mogen worden aangepast door de regionale rechtsopvolgers ingevolge aanpassingen in de trivia-toepassing wanneer een informatieleverancier een wijziging aanbrengt in een elektronische distributie- of consultatiestroom die deel uitmaakt van de trivia-toepassing.

De regionale rechtsopvolgers mogen de betaalapplicaties van de fondsen tevens aanpassen uit eigen initiatief zonder voorafgaand akkoord van de deelentiteiten voor zover deze aanpassingen echter de bepalingen vermeld in het eerste lid van de derde paragraaf niet in het gedrang brengen. § 4. De deelentiteiten brengen elkaar op de hoogte of ze het kadaster en de trivia-toepassing nog wensen te gebruiken na de door § 1 vastgelegde termijn. De deelentiteiten die het kadaster en de trivia-toepassing nog verder wensen te gebruiken, sluiten hiertoe ten laatste een jaar voor die termijn een samenwerkingsakkoord. HOOFDSTUK 5. - Administratieve hulp Artikel 9 - Terugvordering Indien een instelling bevoegd om gezinsbijslagen te betalen in een entiteit vaststelt dat ze een bedrag dient terug te vorderen van een persoon, kan ze elke betaalinstelling uit een andere deelentiteit die aan die persoon gezinsbijslagen betaalt vragen om overeenkomstig art. 1410, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek de nodige inhoudingen voor haar rekening te verrichten.

Indien er overeenkomstig art. 1410, § 4, inhoudingen worden gevraagd om meerdere schuldvorderingen in hoofde van dezelfde persoon af te lossen, zal de vordering die hem het eerst werd betekend het eerst worden ingelost door het fonds dat de betalingen uitvoert. HOOFDSTUK 6. - Bepalingen betreffende het betaalcircuit Artikel 10 - Bevoegdheid van de kinderbijslagfondsen § 1. In afwijking van de artikelen 18, 35, 38, 64, 66 en 71 van de AKBW en van de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 april 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/1997 pub. 19/06/1997 numac 1997022332 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende maatregelen om de toegang tot de regeling inzake verzekering voor geneeskundige verzorging te veralgemenen en te versoepelen, in het bijzonder voor de sociaal- economisch achtergestelde groepen, ter uitvoering van de art VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat U ter goedkeuring wordt voorgelegd, vindt zijn w(...) type koninklijk besluit prom. 25/04/1997 pub. 12/07/1997 numac 1997012216 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's voortkomende uit ioniserende straling sluiten tot uitvoering van artikel 71, 1bis van de AKBW, heeft elke gebeurtenis die leidt tot een wijziging van de bevoegdheid van de kinderbijslagfondsen met uitwerking vanaf 1 januari 2018 geen uitwerking. Het op 31 december 2017 wettelijk bevoegde fonds behoudt die bevoegdheid vanaf 1 januari 2018. § 2. Voor 1 juli 2018 verdelen de krachtens de AKBW erkende vrije kinderbijslagfondsen hun dossiers en per deelentiteit afzonderlijke subportefeuilles volgens de aanknopingsfactoren vermeld in het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2016Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 14/07/2016 pub. 20/10/2016 numac 2016021079 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aan de kinderbijslagregelgeving aan te brengen wijzigingen type samenwerkingsakkoord prom. 14/07/2016 pub. 20/03/2017 numac 2017011260 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aan de kinderbijslagregelgeving aan te brengen wijzigingen type samenwerkingsakkoord prom. 14/07/2016 pub. 20/10/2016 numac 2016021078 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het vaststellen van de aanknopingsfactoren tot vaststelling van het personele toepassingsgebied van de wettelijke en reglementaire bepalingen van de deelentiteiten, de budgettering en verrekening van de voor de deelentiteiten betaalde gezinsbijslagen en de effectieve invoering van gemeenschappelijke wijzigende bepalingen voorgesteld door het Beheerscomité van FAMIFED sluiten. Die subportefeuilles nemen alle dossiers over waarvoor een integratie is aangevat in het kadaster op 30 juni 2018 op het vlak van de rechthebbende zoals gedefinieerd in artikel 51, paragrafen 1 en 2, AKBW, en ook de dossiers waarvoor de integratie in het kadaster werd afgesloten voor 30 juni 2018 op het vlak van de rechthebbende, zoals gedefinieerd in artikel 51, paragrafen 1 en 2, AKBW, maar waarvoor nog een administratieve of gerechtelijke procedure loopt.

Voor 1 juli 2018 bepaalt elk vrij kinderbijslagfonds, erkend krachtens de AKBW, ten opzichte van welke subportefeuilles, samengesteld in overeenstemming met het eerste lid, en via welke regionale rechtsopvolgers het vanaf 1 januari van het jaar van de overname in een gegeven deelentiteit het zijn opdracht van betaling van de kinderbijslag zal voortzetten. § 3. Vanaf 1 juli 2018 stelt elk krachtens de AKBW erkend vrij kinderbijslagfonds alle gegevens in verband met hun kinderbijslagdossiers die de bevoegdheidsoverdracht mogelijk maken ter beschikking van de andere fondsen en de deelentiteiten die erom vragen. § 4. Vanaf 1 juli 2018 mogen de krachtens de AKBW erkende vrije kinderbijslagfondsen, na goedkeuring door het Beheerscomité van FAMIFED over de overeenkomst bedoeld in paragraaf 5, onder elkaar de overdracht aanvatten van hun subportefeuilles, samengesteld op basis van paragraaf 2, eerste lid, en rekening houdend met het tweede lid van paragraaf 2. De effectieve overdracht van de dossiers betreffende een gegeven deelentiteit moet worden afgesloten op 31 december van het jaar voor dat van de overname door die deelentiteit.

De overdracht van dossiers van het fonds dat ze aan het verkrijgende fonds afstaat geldt verplicht voor de gehele subportefeuille van krachtens paragraaf 2, eerste lid aan een deelentiteit gekoppelde dossiers.

De overdracht van de dossiers gekoppeld aan de Duitstalige Gemeenschap gebeurt verplicht aan een fonds dat krachtens paragraaf 2, tweede lid, zijn dossiers overdraagt aan een regionale rechtsopvolger die, vanaf 1 januari van het jaar van de overname door het Waals Gewest, een aan dat gewest gekoppelde subportefeuille zal beheren. Als het afstaande fonds ook een subportefeuille van aan het Waals Gewest gekoppelde dossiers heeft, draagt het beide subportefeuilles over aan hetzelfde verkrijgende fonds.

Als een fonds een verandering van bevoegdheid vaststelt ten opzichte van de aanknopingsfactoren bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2016Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 14/07/2016 pub. 20/10/2016 numac 2016021079 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aan de kinderbijslagregelgeving aan te brengen wijzigingen type samenwerkingsakkoord prom. 14/07/2016 pub. 20/03/2017 numac 2017011260 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de aan de kinderbijslagregelgeving aan te brengen wijzigingen type samenwerkingsakkoord prom. 14/07/2016 pub. 20/10/2016 numac 2016021078 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende het vaststellen van de aanknopingsfactoren tot vaststelling van het personele toepassingsgebied van de wettelijke en reglementaire bepalingen van de deelentiteiten, de budgettering en verrekening van de voor de deelentiteiten betaalde gezinsbijslagen en de effectieve invoering van gemeenschappelijke wijzigende bepalingen voorgesteld door het Beheerscomité van FAMIFED sluiten in een dossier dat het beheert, koppelt het dat dossier onverwijld aan de juiste subportefeuille en draagt het zo nodig over, krachtens de bepalingen van de overdrachtovereenkomst bedoeld in paragraaf 5, aan het bevoegde verkrijgende fonds.

De fondsen koppelen krachtens paragraaf 2 de nieuwe dossiers aangelegd na de aansluiting van een nieuwe werkgever, de heraansluiting van een werkgever of het verkrijgen van een nieuw recht onverwijld aan de juiste subportefeuille en dragen die dossiers zo nodig over, krachtens de bepalingen van de overdrachtsovereenkomst bedoeld in paragraaf 5, aan de bevoegde verkrijgende fondsen.

De subportefeuilles van dossiers bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, waarvoor de fondsen niet van plan zijn hun opdracht van het betalen van kinderbijslag voort te zetten vanaf 1 januari van het jaar van de eerste overname worden krachtens paragraaf 2, tweede lid, en als er geen overeenkomst van overdracht tussen fondsen krachtens paragraaf 5 is aan gewijd op 1 juli 2018, ten laatste op 30 september 2018 van ambtswege overgedragen aan FAMIFED. Dat geldt ook voor de subportefeuilles van dossiers van de fondsen die hun activiteiten in 2018 stopzetten en waaraan geen overeenkomst van overdracht tussen fondsen krachtens paragraaf 5 is gewijd voor 1 juli 2018. Als de fondsen hun activiteiten stopzetten na 30 september 2018 dragen ze hun dossiers onverwijld en ten laatste tegen 30 november 2018 over aan FAMIFED. De voorwaarden voor de overdracht in geval van overdracht van ambtswege zijn bepaald door FAMIFED. Het Agentschap neemt de rechten en verplichtingen van die fondsen over voor de betrokken sociaal verzekerden. § 5. De overdrachten van dossiers bedoeld in paragraaf 4 gebeuren op basis van een overeenkomst afgesloten voor 1 juli 2018. De vermeldingen die verplicht moeten voorkomen in die overeenkomst worden bepaald door het Beheerscomité van FAMIFED. Die overeenkomst mag het bedrag bepalen van de vergoeding bij de overdracht van de subportefeuilles, wetende dat die vergoeding wordt toegevoegd aan de administratieve reserve van het betrokken fonds.

Het Beheerscomité van FAMIFED keurt de overeenkomst goed na verificatie van de verplichte vermeldingen. Het onderzoek door het Beheerscomité heeft enkel betrekking op de naleving van de voorwaarde betreffende de verplichte vermeldingen. § 6. Via de goedkeuring door FAMIFED waarvan sprake in paragraaf 5, tweede lid, kan de overeenkomst zijn uitwerking hebben. Die heeft uitwerking voor de dossiers die afhangen van een gegeven deelentiteit ten laatste op 31 december van het jaar vóór de overname door die deelentiteit. Het verkrijgende fonds volgt het afstaande fonds dan op in zijn rechten en verplichtingen. Het verifieert het behoud van zijn bevoegdheid ten opzichte van de aanknopingsfactoren bedoeld in paragraaf 2, krachtens paragraaf 4, vierde lid.

Bij verlies van bevoegdheid ten opzichte van de aanknopingsfactoren bedoeld in paragraaf 2, draagt het verkrijgende fonds het dossier over, en dus de rechten en verplichtingen die het verkreeg ten opzichte van de betrokken sociaal verzekerde, aan het fonds dat bevoegd werd op basis van de aanknopingsfactoren bedoeld in paragraaf 2 en de door FAMIFED goedgekeurde overeenkomsten.

Artikel 11 - Intrekking van de erkenning van de vrije federale kinderbijslagfondsen Elke regering, ieder wat hem betreft, trekt de erkenning van de krachtens de AKBW erkende vrije kinderbijslagfondsen in.

Elke regering, ieder wat hem betreft, gaat over tot het erkennen of vergunnen van betaalinstellingen krachtens haar eigen regelgeving.

De intrekkingen van de erkenning uit het eerste lid en de erkenning of vergunning uit het tweede lid, worden uitgevoerd voorafgaand aan de overname van het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen door de betrokken entiteit, maar treden pas in werking op de dag van deze overname.

De bevoegde regering bepaalt de regels van de eventuele overdracht van een deel of alle personeelsleden van de krachtens de AKBW erkende vrije kinderbijslagfondsen bij overname van dat personeel door de overheidsinstantie die bevoegd is voor kinderbijslag bij de overname. HOOFDSTUK 7. - Bemiddeling Artikel 12 - Bemiddeling Als de deelentiteiten het niet eens worden over de toepassing van de artikelen 2 en 5 vragen ze om bemiddeling.

De concrete modaliteiten voor die bemiddeling zullen worden uitgewerkt in een samenwerkingsprotocol afgesloten tussen de regeringen van de deelentiteiten bevoegd voor gezinsbijslagen.

Als een deelentiteit de toepassing of de overzetting van de Europese verordeningen wil bespreken, kan ze de andere deelentiteiten hiertoe uitnodigen. HOOFDSTUK 8. - Inwerkingtreding 5 : Inwerkingtreding Artikel 13 - Inwerkingtreding Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking bij de eerste overname, behalve : - voor de overeenkomsten en protocollen bedoeld in de artikelen 5, 7, 8 en 12 van dit samenwerkingsakkoord die kunnen worden afgesloten vanaf 1 juli 2017 en dit moeten zijn ten laatste bij de publicatie van dit samenwerkingsakkoord in het Belgisch Staatsblad. - de bepalingen van artikel 10 die in werking treden op 1 januari 2018.

Gedaan te Brussel, op 6 september 2017, in een enkel oorspronkelijk exemplaar in het Frans, het Nederlands en het Duits, dat zal worden neergelegd bij het Centraal Secretariaat van het Overlegcomité.

De Minister-president van de regering van het Vlaams Gewest, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN De Minister-president van het Waals Gewest, W. BORSUS De Waalse minister van Sociale Actie, Gezondheid, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. GREOLI De Minister-president van de Duitstalige Gemeenschap, O. PAASCH De Minister van de Duitstalige Gemeenschap van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, A. ANTONIADIS De Voorzitter van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, R. VERVOORT Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring, P. SMET Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, het Gezinsbeleid en de Filmkeuring, C. FREMAULT

Bijlage

Categorieën van rechten Categories de droits

Op basis van arbeid verkregen recht Droit ouvert au titre d'un travail

Op basis van een pensioen verkregen recht Droit ouvert au titre d'une pension

Op basis van de woonplaats verkregen recht Droit ouvert au titre de la résidence

Wezenbijslag Prestations pour orphelins

Socio-professionele situaties;

- Rechten verkregen op grond van in loondienst verrichte werkzaamheden (art. 51, § 1, AKBW) of daarmee gelijkgestelde werkzaamheden (art. 53 AKBW);

Rechten verkregen op grond van een situatie van toekenning beoogd in de artikelen 56, §§ 2 en 3 (behalve art. 56, § 2, 3° ), 56quater en 57 AKBW. Andere verzekerbaarheids-toestanden dan werk, pensioen of wezenstatuut.

Alle op basis van het wezenstatuut van het rechtgevend kind toegekende bijslag.

- Rechten verkregen op grond van een situatie van toekenning beoogd in de artikelen 56, § 1, 56octies, 56novies, 1°, en 56undecies AKBW. Situations socioprofessionnelles :

- Droits ouverts sur la base d'une activité salariée (art 51, § 1er LGAF) ou assimilée (art. 53 LGAF);

Droits ouverts sur la base d'une situation d'attribution visée aux articles 56, §§ 2 et 3 (sauf article 56, § 2, 3° LGAF), 56quater, 57 LGAF. Situations d'assurabilité autres que le travail, la pension et la qualité d'orphelin.

Toutes les prestations versées en raison du statut d'orphelin de l'enfant bénéficiaire.

- Droits ouverts sur la base d'une situation d'attribution visée aux articles 56, § 1er, 56octies, 56novies, 1°, 56undecies LGAF.

^