Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 16 december 2011
gepubliceerd op 18 januari 2012

Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2012

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2012031010
pub.
18/01/2012
prom.
16/12/2011
ELI
eli/ordonnantie/2011/12/16/2012031010/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2011. - Ordonnantie houdende de Middelenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2012 (1)


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Voor het begrotingsjaar 2012 : § 1. - worden de algemene ontvangsten geraamd op : 3.221.710.000 euro, overeenkomstig Opdracht 01 van de bijgevoegde tabel. § 2. - worden de specifieke ontvangsten geraamd op : 159.913.000 euro, overeenkomstig Opdracht 02 van de bijgevoegde tabel.

Hetzij samen : 3.381.623.000 euro.

Art. 3.De op 31 december 2011 bestaande belastingen ten behoeve van het Gewest worden tijdens het jaar 2012 ingevorderd volgens de wetten, ordonnanties, besluiten en tarieven die er de zetting en invordering van regelen.

Art. 4.De Regering wordt gemachtigd het overschot van de uitgaven op de ontvangsten van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 2012 door leningen te dekken.

Art. 5.De Regering wordt gemachtigd elke financiële beheersverrichting in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie en elke beheersverrichting met betrekking tot de gewestschuld uit te voeren.

Art. 6.De Regering wordt gemachtigd om zowel de vervroegde terugbetaling van leningen, overeenkomstig de bepalingen van de leningovereenkomsten, als de in het algemeen belang van de gewestelijke thesaurie gerealiseerde verrichtingen inzake financieel beheer en de uitgaven die voortvloeien uit verrichtingen inzake het beheer van de gewestschuld via leningen te dekken.

Art. 7.De Regering wordt gemachtigd rentedragende financieringsmiddelen te creëren met inbegrip van de thesauriebewijzen zoals bedoeld door de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen.

Art. 8.Het « Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit », opgericht door artikel 16 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, is een organiek begrotingsfonds zoals gedefinieerd in artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.

Art. 9.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 2° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de aan de bedrijven gevraagde inschrijvingsgelden alsook de bijdragen van de partners zoals AWEX, EXPORT VLAANDEREN en de federaties voor hun deelname aan promotieacties, eveneens toegewezen aan het Fonds ter bevordering van de buitenlandse handel.

Art. 10.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5° en 6° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van de storting van geldsommen opgelegd als stedenbouwkundige lasten door het Gewest toegewezen aan het Fonds voor investeringen en afl ossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw.

Art. 11.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 16 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, worden de administratieve kosten, ontvangen ingevolge aanvragen tot conformiteitsbewijzen en conformiteitsattesten en ingevolge het neerleggen van klachten, eveneens toegewezen aan het Gewestelijk Begrotingsfonds voor Solidariteit.

Art. 12.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer : - de ontvangsten geïnd in het kader van de deelname van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting aan Europese programma's; - de ontvangsten geïnd in het kader van de deelname van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting aan programma's die beheerd worden door lidstatenoverheden van de Europese Unie; - alle andere ontvangsten inzake ruimtelijke ordening, met inbegrip van terugbetalingen, opbrengsten van diverse verkopen en toevallige ontvangsten.

Art. 13.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van de bedragen van de administratieve dadingen evenals van elke andere som die geïnd werd door het Gewest naar aanleiding van beslissingen van de hoven en rechtbanken ten laste van de overtreders van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening eveneens toegewezen aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer.

Art. 14.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 6°, 4de streepje van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het Fonds voor investeringen en afl ossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw : « Alle andere inkomsten inzake sociale huisvesting, met inbegrip van terugbetalingen en toevallige ontvangsten. ».

Art. 15.In afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 13° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van subsidies die door Europese en internationale instellingen gestort worden aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zijn hoedanigheid van projectleider of partner eveneens toegewezen aan het Fonds van het onroerend erfgoed.

Art. 16.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 9° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, wordt de forfaitaire bijdrage van Fost plus tot de financiering van het beleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake de preventie en het beheer van verpakkingsafval, eveneens toegewezen aan het Fonds voor de bescherming van het milieu.

Art. 17.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 14°, 3de streepje van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het Fonds openbaar beheersrecht : « Alle andere inkomsten inzake openbaar beheersrecht, met inbegrip van terugbetalingen en toevallige ontvangsten. ».

Art. 18.In toepassing van artikel 69 van de ordonnantie van 20 juli 2011 tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen en in afwijking van artikel 2 van hoofdstuk II, 15° en 16°, van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, wordt het saldo van de sommen van het « Sociaal Fonds voor energiebegeleiding » toegekend aan de openbare dienstverplichtingen uitgeoefend door de leveranciers bedoeld in artikel 26, § 7 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2012 overgedragen aan het « Fonds voor energiebeleid ».

Art. 19.In toepassing van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, wordt het organiek begrotingsfonds « Fonds voor grondinvesteringen » opgericht.

Een ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen zal in 2012 bij het Parlement ingediend worden teneinde het voortbestaan van het Fonds na 2012 te verzekeren.

Aan het Fonds worden de ontvangsten toegewezen voortkomend uit de verkopen van de onroerende goederen van de Grondregie (BA 02.170.06.04.7632, 02.170.06.03.7631, 02.170.06.02.7612, 02.170.06.01.7611)

Art. 20.In afwijking van artikel 69, § 1, 2de lid, van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kan de Minister van Financiën, overeenkomstig artikel 16, 2de lid, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, op voordracht van de functioneel bevoegde Minister, een contractueel personeelslid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aanstellen in de functie van titelvoerende en/of plaatsvervangende rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, zoals bedoeld in hetzelfde artikel.

Art. 21.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2012.

TABEL VAN DE ONTVANGSTEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 16 december 2011.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE _______ Nota's (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2011-2012. A-238/1 Ontwerp van ordonnantie.

A-238/2 Verslag (verwijzing).

Integraal verslag : Bespreking : vergaderingen van donderdag 15 en vrijdag 16 december 2011.

Aanneming : vergadering van vrijdag 16 december 2011.

^