Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 16 juli 1998
gepubliceerd op 14 augustus 1998

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1998031347
pub.
14/08/1998
prom.
16/07/1998
ELI
eli/ordonnantie/1998/07/16/1998031347/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JULI 1998. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 2 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het volgende wordt ingevoegd tussen het eerste en het tweede lid : « Wanneer de wijken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nood hebben aan een prioritaire actie met het oog op de ontwikkeling ervan, kan deze laatste worden vastgelegd in een prioritair actieprogramma.» 2° in het tweede lid worden de woorden "Deze ontwikkeling" vervangen door "De ontwikkeling van het Gewest".

Art. 3.Artikel 5 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 26 maart 1998, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De Regering verleent bindende kracht aan het gewestelijk bestemmingsplan, aan de gemeenteplannen en aan de prioritaire actieprogramma's.

De plannen blijven van kracht tot zij door andere plannen vervangen worden ingevolge een wijziging of wanneer deze ordonnantie voorschrijft dat alle of een deel van de bepalingen ervan uitdrukkelijk geschorst of opgeheven worden.

In afwijking van de hiërarchie van de plannen blijven de bepalingen van de lagere plannen die niet overeenstemmen met één of meer latere hogere plannen van kracht tot zij krachtens deze ordonnantie uitdrukkelijk worden opgeheven, gewijzigd of geschorst.

De bindende kracht en de verordenende waarde van de in artikel 2 bedoelde plannen en prioritaire actieprogramma's worden verduidelijkt door de bijzondere bepalingen van deze ordonnantie. »

Art. 4.In artikel 6 van dezelfde ordonnantie worden de woorden "en van de prioritaire actieprogramma's" ingevoegd tussen de woorden "plannen" en "kunnen".

Art. 5.In artikel 9, tweede lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden ", van prioritair actieprogramma" ingevoegd tussen de woorden "van gewestelijk bestemmingsplan" en ", van gewestelijke stedebouwkundige verordeningen".

Art. 6.In artikel 17, eerste lid, 4°, van dezelfde ordonnantie wordt het woord "eventueel" voor de woorden "de aan het" ingevoegd.

Art. 7.In artikel 18, vierde lid, van dezelfde ordonnantie vervallen de woorden "bij uittreksel".

Art. 8.In artikel 19, tweede lid, van dezelfde ordonnantie vervallen de woorden "bij uittreksel".

Art. 9.In artikel 20, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.De wijzigingsprocedure is onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 18 en 19. » 2° paragraaf 3 wordt opgeheven.

Art. 10.De artikelen 21 en 22 van dezelfde ordonnantie worden opgeheven.

Art. 11.In artikel 23 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste en het tweede het lid worden vervangen door de volgende bepalingen : « Alle bepalingen van het ontwerpplan en van het plan zijn richtinggevend. Het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, het gewestelijk bestemmingsplan, het gemeentelijk ontwikkelingsplan, het bijzonder bestemmingsplan en het prioritair actieprogramma kunnen er slechts van afwijken als de redenen hiervoor uitdrukkelijk worden vermeld. »; 2° het derde lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het toekennen door de Regering van hulp aan natuurlijke dan wel privaat- of publiekrechtelijke rechtspersonen mag slechts gebeuren in naleving van de bepalingen van het plan of van het ontwerpplan.» 3° in het vierde lid vervallen de woorden "Met uitzondering van de in het eerste lid bedoelde bepalingen betreffende de bodembestemming".

Art. 12.De artikelen 24 en 27 van dezelfde ordonnantie worden opgeheven.

Art. 13.In artikel 28, vierde lid, van dezelfde ordonnantie vervallen de woorden "bij uittreksel".

Art. 14.In artikel 29, tweede lid, van dezelfde ordonnantie vervallen de woorden "bij uittreksel".

Art. 15.Artikel 30, eerste lid, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling : « Wanneer het gewestelijk ontwikkelingsplan aanduidt dat het aangewezen is om het gewestelijk bestemmingsplan te wijzigen, wordt het ontwerp tot wijziging van dit plan aangenomen binnen twaalf maanden na de aanneming van het gewestelijk ontwikkelingsplan. »

Art. 16.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 37 van dezelfde ordonnantie : 1° in het eerste lid vervallen de woorden "van het gewestelijk ontwikkelingsplan en"; 2° het eerste lid, 1°, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° er mag geen afbreuk worden gedaan aan de wezenlijke elementen van het gewestelijk bestemmingsplan of aan de krachtens de artikelen 17, eerste lid, 4°, en 26, tweede lid, 6°, vastgestelde bepalingen;" 3° in het tweede lid worden de woorden "van de gewestelijke ontwikkelings- en bestemmingsplannen" vervangen door de woorden "van het gewestelijk bestemmingsplan".

Art. 17.In artikel 49, eerste lid, van dezelfde ordonnantie vervallen de woorden "het gewestelijk ontwikkelingsplan".

Art. 18.In artikel 50, eerste lid, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "van het gewestelijk ontwikkelingsplan" vervallen;2° 1° wordt vervangen door de volgende bepaling; « 1° er mag geen afbreuk worden gedaan aan de wezenlijke elementen van het gewestelijk bestemmingsplan en van het gemeentelijk ontwikkelingsplan noch aan de krachtens de artikelen 17, eerste lid, 4°, 26, tweede lid, 6°, en 36, eerste lid, 6° vastgestelde bepalingen;".

Art. 19.Er wordt in hoofdstuk IV van titel II van dezelfde ordonnantie een afdeling Vbis ingevoegd luidende : "Opheffingsprocedure" bestaande uit de artikelen 65bis tot 65quinquies luidend : "Afdeling Vbis. - Opheffingsprocedure

Artikel 65bis.De gemeenteraad kan op eigen initiatief of op verzoek gedaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 55 een bijzonder bestemmingsplan opheffen.

Artikel 65ter.De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan een ontwerp-beslissing om een bijzonder bestemmingsplan op te heffen, vergezeld van een verslag waarin de opheffing van het bijzonder bestemmingsplan wordt verantwoord in plaats van de wijziging ervan, en onderwerpt de beslissing aan een openbaar onderzoek.

Dit onderzoek wordt aangekondigd door middel van aanplakbiljetten en via een bericht in het Belgisch Staatsblad en in ten minste drie Franstalige en drie Nederlandstalige kranten die in het Gewest worden verspreid, alsmede via een mededeling die via de radio en de televisie wordt uitgezonden volgens de regels te stellen door de Regering.

Het openbaar onderzoek duurt dertig dagen. De bezwaren en opmerkingen worden aan het college van burgemeester en schepenen gezonden binnen deze termijn en worden gevoegd bij het proces-verbaal van sluiting van het onderzoek. Dit proces-verbaal wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen binnen vijftien dagen na het verstrijken van de termijn voor het openbaar onderzoek.

Artikel 65quater.De ontwerp-beslissing tot opheffing van het bijzonder bestemmingsplan, vergezeld van het verslag bedoeld in artikel 65ter, eerste lid, wordt samen met de bezwaren, de opmerkingen en het proces-verbaal van sluiting van het onderzoek, binnen twintig dagen na de afsluiting van het onderzoek voorgelegd aan de overlegcommissie.

Deze commissie brengt binnen zestig dagen na de afsluiting van het onderzoek advies uit. Bij gebreke van advies binnen deze termijn, wordt de overlegcommissie geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

Binnen zestig dagen nadat de overlegcommissie advies heeft uitgebracht, kan de gemeenteraad, na kennis te hebben genomen van de resultaten van het onderzoek, de beslissing tot opheffing definitief goedkeuren of ze wijzigen.

In het eerste geval motiveert hij zijn beslissing ten aanzien van de bezwaren en opmerkingen die gedurende het onderzoek zijn geformuleerd.

In het tweede geval wordt een nieuw onderzoek gehouden zoals bepaald in artikel 65ter.

Artikel 65quinquies.De beslissing tot opheffing van een bijzonder bestemmingsplan wordt door de Regering goedgekeurd.

De Regering verleent haar goedkeuring binnen drie maanden na de ontvangst van het volledige dossier. Bij gebreke van kennisgeving van de beslissing van de Regering binnen deze termijn, wordt de goedkeuring geacht te zijn geweigerd.

Het besluit tot goedkeuring of tot weigering van goedkeuring wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Het treedt in werking 15 dagen na deze bekendmaking. »

Art. 20.In titel II van dezelfde ordonnantie wordt een hoofdstuk IVbis ingevoegd, getiteld "Prioritair actieprogramma", bestaande uit de artikelen 67ter tot 67nonies, luidend : "HOOFDSTUK IVbis. - Prioritair actieprogramma

Artikel 67ter.De Regering kan, bij een met redenen omkleed besluit, beslissen over "prioritaire actieprogramma's" waardoor projecten van openbaar nut, zoals bedoeld in artikel 139, eerste lid, die voornamelijk van belang zijn voor de sociale en economische vooruitgang, de kwaliteit van het leven, waarbij de inwoners van het Gewest de zorg voor een harmonische ordening wordt gegarandeerd, in bepaalde wijken tot stand kunnen komen.

De Regering bepaalt de wijken die in aanmerking komen voor een prioritair actieprogramma.

De wijken die de Regering vastlegt, moeten gekenmerkt zijn door : 1° een achteruitgang van de stedebouwkundige situatie die zich onder meer uit door : a) een aanzienlijke achteruitgang van het bebouwd erfgoed;b) de aanwezigheid van niet-bebouwde of leegstaande onroerende goederen;c) openbare ruimten in slechte staat;d) de aanwezigheid van onbewoonde onroerende goederen;2° een achteruitgang van de sociale eenheid die zich uit door : a) een hoog werkloosheidspercentage;b) een lage scholingsgraad. Het prioritair actieprogramma kan slechts worden opgesteld op een perimeter waarin de Regering vaststelt dat de onrendabelheid van de niet-bebouwde goederen of van de bebouwde onroerende goederen, die in het programma opgenomen zijn, het gevolg is van omstandigheden onafhankelijk van de wil van de houders van zakelijke rechten op deze goederen of onroerende goederen.

De Regering bepaalt, zodra het prioritair actieprogramma is goedgekeurd, het (de) project(en) van openbaar nut bedoeld in artikel 139, eerste lid, die er toegelaten kunnen worden.

Artikel 67quater.Het prioritair actieprogramma vermeldt onder meer voor het gedeelte van de perimeter die het bepaalt : - de gedetailleerde bestemming van de bodem en de voorschriften die erop betrekking hebben; - de voorschriften inzake de aanleg van de openbare ruimte en de voorschriften die erop betrekking hebben.

Daarbij gaat een memorie van toelichting bij de maatregelen ter bevordering van enerzijds, de economische en sociale ontwikkeling van de wijk met inbegrip van de tewerkstelling van werkzoekenden, en anderzijds, de bewoonbaarheid en het leefklimaat van de wijk met inbegrip van de maatregelen die een harmonische ordening garanderen.

Daarbij gaan als bijlage indien nodig de bepalingen die krachtens artikel 67quinquies afwijken van de bepalingen betreffende de bodembestemming van de vigerende plannen.

Artikel 67quinquies.Het prioritair actieprogramma mag de bepalingen met betrekking tot de bodembestemming van de vigerende plannen aanvullen, verduidelijken en mag er in voorkomend geval van afwijken, mits behoorlijk met redenen omkleed en onder de volgende voorwaarden : - de afwijking moet gestoeld zijn op dringende en bestaande en/of nieuwe behoeften van sociale, economische, culturele en milieu-aard; - er moet worden aangetoond dat de nieuwe bestemming tegemoetkomt aan de bestaande feitelijke mogelijkheden van aanleg.

In dergelijk geval houden de bepalingen van de plannen waarvan wordt afgeweken, op te gelden gedurende de geldigheidsduur van het prioritair actieprogramma.

Het prioritair actieprogramma kan de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsvergunning en om stedenbouwkundig attest vrijstellen van de speciale regelen van openbaarmaking die de plannen opleggen.

Artikel 67sexies.De Regering neemt het ontwerp van prioritair actieprogramma aan en onderwerpt dit, in voorkomend geval samen met een effectenverslag of effectenstudie, aan een openbaar onderzoek.

Dit wordt aangekondigd door middel van aanplakbiljetten en via een bericht in het Belgisch Staatsblad en in ten minste drie Franstalige en drie Nederlandstalige dagbladen die verspreid worden in het Gewest alsmede na een mededeling op radio en televisie, volgens de nadere regelen zoals vastgesteld door de Regering. Het bericht vermeldt de begin- en einddatum van het onderzoek.

Het ontwerp-programma wordt desgevallend samen met een effectenverslag of een effectenstudie gedurende dertig dagen ter inzage gelegd van de bevolking op het gemeentehuis van de betrokken gemeente(n).

De bezwaren en opmerkingen worden gezonden aan het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeente waar het prioritair actieprogramma wordt opgezet. Indien het programma wordt opgezet op het grondgebied van meer dan één gemeente, worden ze volgens de keuze van de persoon die aan het openbaar onderzoek deelneemt, gezonden aan het college van burgemeester en schepenen van één van de gemeenten waar het programma wordt opgezet. Binnen vijf dagen na het einde van het openbaar onderzoek bezorgt het college van burgemeester en schepenen de bezwaren en opmerkingen aan de Regering.

Het ontwerp van prioritair actieprogramma wordt samen met de bezwaren en opmerkingen voorgelegd aan de Overlegcommissie binnen vijftien dagen na de sluiting van het onderzoek.

De Overlegcommissie brengt haar advies uit binnen dertig dagen na ontvangst van het ontwerp van prioritair actieprogramma dat desgevallend vergezeld is van een effectenverslag of een effectenstudie en bezorgt dit onverwijld aan de Regering.

Wanneer binnen deze termijn geen advies is uitgebracht, wordt de Overlegcommissie geacht een gunstig advies te hebben gegeven.

Het ontwerp van prioritair actieprogramma wordt samen met de bezwaren en opmerkingen, het advies van de Overlegcommissie en desgevallend een effectenverslag of effectenstudie door de Regering om advies voorgelegd aan de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie, de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en aan de gemeenteraad van de gemeente of gemeenten het grondgebied waarvan het prioritair actieprogramma uitgevoerd wordt.

De Gewestelijke Ontwikkelingscommissie, de Economische en Sociale Raad en de gemeenteraad van de betrokken gemeente(n) brengen hun advies uit en bezorgen het aan de Regering binnen 30 dagen na de vraag om advies; bij ontstentenis van advies wordt dit geacht gunstig te zijn.

De Regering legt het prioritair actieprogramma definitief vast.

Wanneer de gemeenteraad een ongunstig advies uitbrengt binnen de termijn van 30 dagen bedoeld in het derde lid, kan de Regering het prioritair actieprogramma wat betreft de aspecten van het ontwerp van prioritair actieprogramma waarvoor de gemeenteraad een ongunstig advies heeft uitgebracht, niet definitief vastleggen.

Wanneer de Regering afwijkt van het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie of van de Economische en Sociale Raad. moet zij haar beslissing met redenen omkleden.

Artikel 67septies.§ 1. De ontwerpen van prioritair actieprogramma die de verwezenlijking mogelijk maken van projecten vermeld in bijlage A, 1° van deze ordonnantie of van projecten van klasse 1A vermeld in de bijlage bij de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, worden onderworpen aan een effectenstudie. De ontwerpen van prioritair actieprogramma die de verwezenlijking mogelijk maken van projecten vermeld in bijlage B, 1° van deze ordonnantie of van inrichtingen van klasse 1B, in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, worden onderworpen aan een effectenverslag. § 2. Wanneer een effectenstudie dient te worden uitgevoerd : 1° belast de Regering het Bestuur met de uitwerking van het ontwerp van bestek van de effectenstudie binnen zestig dagen;2° bepaalt de Regering, naast de leden die zijn aangeduid in het derde lid, de samenstelling van het Begeleidingscomité en brengt zij het Bestuur hiervan op de hoogte. Het Begeleidingscomité is belast met de opvolging van de procedure voor de uitvoering van de effectenstudie.

Het bestaat uit minstens één vertegenwoordiger van elke gemeente op het grondgebied waarvan het project moet worden uitgevoerd, één vertegenwoordiger van het Brussels Instituut voor Milieubeheer en één vertegenwoordiger van het Bestuur.

Het Bestuur neemt het secretariaat van het Begeleidingscomité waar.

Binnen tien dagen na de ontvangst van de samenstelling, roept het Bestuur het Begeleidingscomité bijeen. Het Bestuur houdt het Begeleidingscomité regelmatig op de hoogte van het verloop van de uitwerking van het ontwerp van bestek van de effectenstudie.

De Regering bepaalt de regels voor de samenstelling en de werking van het Begeleidingscomité alsook de onverenigbaarheidsregels. § 3. Binnen tien dagen na de verzending van het ontwerp van bestek naar het Begeleidingscomité : 1° legt het laatstgenoemde het bestek van de effectenstudie definitief vast;2° bepaalt het de termijn waarbinnen de effectenstudie moet worden verricht;3° geeft het kennis van zijn beslissing aan de Regering. Overeenkomstig de artikelen 70 en volgende van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen erkent de Regering de natuurlijke dan wel publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen die kunnen worden aangeduid als opdrachthouder voor de uitwerking van een prioritair actieprogramma. § 4. De Regering belast de opdrachthouder met de uitwerking van de effectenstudie.

De kostprijs van de effectenstudie valt ten laste van het Gewest. § 5. De effectenstudie moet de volgende gegevens bevatten : 1° de gegevens betreffende de verantwoording van de geplande aanleg, de omschrijving van de doelstellingen ervan en het tijdsschema voor de uitvoering;2° de opgave van de voltooide prestaties, de vermelding van de gebruikte analysemethodes en de omschrijving van de ondervonden moeilijkheden;3° een uitvoerige en nauwkeurige omschrijving en beoordeling van de elementen waarop de geplande aanleg gevolgen kan hebben binnen het geografisch gebied dat is afgebakend in het bestek;4° de inventaris en de uitvoerige en nauwkeurige beoordeling van de effecten van de geplande aanleg en van het bouwterrein;5° de gegevens betreffende de maatregelen die zijn genomen om de negatieve effecten van de geplande aanleg en van het bouwterrein te vermijden, weg te werken of af te remmen;6° de beoordeling van de doelmatigheid van de maatregelen bedoeld in 5°, meer bepaald ten aanzien van de bestaande normen;7° de vergelijking met de vervangingsoplossingen die redelijkerwijs in aanmerking kunnen komen met inbegrip, in voorkomend geval, van het verzaken aan de geplande aanleg en de beoordeling van de effecten ervan;8° een niet-technische samenvatting van voornoemde elementen. De Regering kan de elementen bedoeld in het eerste lid, nader omschrijven en aanvullen; zij kan eveneens de voorstellingsmodaliteiten van de effectenstudie bepalen. § 6. De opdrachthouder houdt het begeleidingscomité regelmatig op de hoogte van het verloop van de effectenstudie.

Hij beantwoordt de vragen en bemerkingen van het begeleidingscomité.

De Regering bepaalt de nadere regelen voor de toepassing van deze paragraaf. § 7. Wanneer de opdrachthouder van oordeel is dat de effectenstudie volledig is, bezorgt de Regering een exemplaar hiervan aan het begeleidingscomité. § 8. Wanneer het begeleidingscomité van oordeel is dat het volledig is, moet het binnen dertig na de ontvangst van de effectenstudie : 1° de effectenstudie afsluiten;2° de lijst vaststellen van de bij de effecten van het project van de geplande aanleg betrokken gemeenten van het Gewest waar het in artikel 67sexies, eerste lid, bedoeld openbaar onderzoek moet plaatshebben;3° zijn beslissing meedelen aan de Regering. Indien het begeleidingscomité beslist dat de effectenstudie niet conform het bestek is, deelt het de Regering binnen dezelfde termijn mee welke aanvullende elementen nog moeten worden bestudeerd of welke wijzigingen aan de studie moeten worden aangebracht en geeft het een omschrijving van de elementen die zijn beslissing rechtvaardigen. § 9. Binnen vijftien dagen na de kennisgeving van de beslissing, bedoeld in § 8, waarbij het begeleidingscomité de effectenstudie afsluit, beslist de Regering : 1° hetzij de uitwerking van haar ontwerp van prioritair actieprogramma niet voort te zetten;2° hetzij het ontwerp van prioritair actieprogramma in dezelfde staat te handhaven;3° hetzij dit te wijzigen zodat het verenigbaar is met de conclusies van de effectenstudie.

Artikel 67octies.Het effectenverslag bedoeld in § 1, tweede lid, bevat minstens de volgende elementen : 1° een omschrijving van de elementen en van het geografisch gebied die gevolgen kunnen ondervinden van de geplande aanleg;2° de beoordeling van de verwachte effecten van de geplande aanleg op de bestaande toestand;3° de omschrijving van de maatregelen die de negatieve effecten van de geplande aanleg moeten vermijden, wegwerken of afremmen;4° de vergelijking met de vervangingsoplossingen die redelijkerwijs in aanmerking kunnen komen alsook de beoordeling van de effecten ervan;5° een niet-technische samenvatting van voornoemde elementen. De Regering kan de elementen bedoeld in het eerste lid nader omschrijven en aanvullen; zij kan eveneens de voorstellingsmodaliteiten van het effectenverslag bepalen.

Artikel 67nonies.Het prioritair actieprogramma heeft bindende kracht en verordenende waarde wat betrek de bepalingen die in het prioritair actieprogramma deze bindende kracht en verordenende waarde hebben.

Het prioritair actieprogramma houdt op te bestaan wanneer de termijn die de Regering vastlegt, verstreken is; deze termijn mag niet meer dan 5 jaar bedragen.

Deze termijn kan door de Regering eenmaal worden verlengd voor de duur van maximum 5 jaar.

De verlengingspocedure is onderworpen aan de bepalingen van artikel 67sexies.

Het besluit van de Regering waarbij het prioritair actieprogramma wordt goedgekeurd, wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad; daarin worden tegelijk de adviezen van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie en de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bekendgemaakt Het besluit van de Regering treedt in werking binnen de door de Regering vastgestelde termijn of, bij ontstentenis, vijftien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 21.In artikel 72 van dezelfde ordonnantie vervallen de woorden "van het gewestelijk ontwikkelingsplan".

Art. 22.In artikel 84, § 1, 5°, b van dezelfde ordonnantie worden de woorden "prioritaire actieprogramma's en" ingevoegd tussen de woorden "in artikel 2 bedoelde" en "plannen".

Art. 23.In artikel 85, eerste lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden "en prioritaire actieprogramma's" ingevoegd tussen de woorden "de gewestelijke en gemeentelijke plannen" en "op het ogenblik dat".

Art. 24.Artikel 111, B, § 2, tweede lid, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het bijzonder bestemmingsplan, het prioritair actieprogramma of de niet-vervallen verkavelingsvergunning die voorafgegaan is door een effectenstudie overeenkomstig deze ordonnantie, stellen de aanvragen om stedenbouwkundig attest, om stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning voor een onroerend goed gelegen binnen de perimeter van het bijzonder bestemmingsplan, het prioritair actieprogramma of de verkavelingsvergunning, vrij van de effectenstudie en van het effectenverslag en voor zover deze aanvragen met deze laatste in overeenstemming zijn. »

Art. 25.Artikel 111, P, § 2, tweede lid van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het bijzonder bestemmingsplan, het prioritair actieprogramma of de niet-vervallen verkavelingsvergunning die voorafgegaan is door een effectenverslag, stellen de aanvragen om stedenbouwkundig attest, om stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning voor een onroerend goed dat gelegen is binnen de perimeter van het bijzonder bestemmingsplan, het prioritair actieprogramma of de verkavelingsvergunning, vrij van het effectenverslag en voor zover deze aanvragen conform deze laatste zijn. »

Art. 26.Artikel 112 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling : « In het gewestelijk bestemmingsplan, een gewestelijke stedebouwkundige verordening, een gemeentelijk ontwikkelingsplan, een bijzonder bestemmingsplan, een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening en een prioritair actieprogramma kan de behandeling van sommige aanvragen om een vergunning of een attest afhankelijk worden gesteld van speciale regelen van openbaarmaking. »

Art. 27.De volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 116, § 4, van dezelfde ordonnantie : 1° in het eerste lid, 2°, vervallen de woorden "van gewestelijk ontwikkelingsplan of";2° in het tweede lid vervallen de woorden "een gewestelijk ontwikkelingsplan".

Art. 28.In het eerste lid van artikel 139 van dezelfde ordonnantie, na de woorden "publiekrechtelijke rechtspersoon wordt aangevraagd" worden de woorden "voor handelingen of werken op voorwaarde dat ze rechtstreeks verband houden met zijn hoofdopdrachten" ingevoegd.

Art. 29.In de artikelen 118, § 3, eerste lid, en 125, § 2, eerste lid, van dezelfde ordonnantie vervallen de woorden "van gewestelijk ontwikkelingsplan of".

Art. 30.§ 1. Artikel 139, eerste lid, van dezelfde ordonnantie, gewijzigd door de ordonnanties van 30 juli 1992 en 23 november 1993, wordt aangevuld met de volgende woorden : « of wanneer ze betrekking heeft op de uitvoering van een project van openbaar nut bedoeld in artikel 67ter. » § 2. Tussen het eerste en het tweede lid van artikel 139 van dezelfde ordonnantie wordt het volgende lid ingevoegd : « Wanneer het gaat om een project zoals bedoeld in artikel 67ter, mag de gemachtigde ambtenaar de vergunning eerst afgeven na eensluidend advies van het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeente. »

Art. 31.In artikel 142 van dezelfde ordonnantie wordt een paragraaf 4bis ingevoegd luidende : « De gemachtigde ambtenaar spreekt zich over de vergunningsaanvraag uit binnen 45 dagen na de ontvangst van het advies van het college van burgemeester en schepenen bedoeld in artikel 141 of indien er geen advies is uitgebracht, binnen 45 dagen na het verstrijken van de termijn die het college van burgemeester en schepenen is toegemeten om dit advies uit te brengen. Indien de beslissing niet binnen die termijn ter kennis is gebracht, kan de aanvrager de gemachtigde ambtenaar bij aangetekende brief een aanmaning zenden. Indien de aanvrager na het verstrijken van een nieuwe termijn van 30 dagen die ingaat op de datum van afgifte van de aangetekende zending met de aanmaning ter post geen beslissing heeft ontvangen, kan hij de Regering vragen een beslissing te nemen over zijn vergunningsaanvraag.

Hij voegt bij zijn brief, waarvan hij een afschrift zendt aan de gemachtigde ambtenaar, een eensluidend afschrift van de aanvraag die hij de laatstgenoemde oorspronkelijk heeft gezonden".

Art. 32.In artikel 163 van dezelfde ordonnantie worden de woorden ", in een prioritair actieprogramma" ingevoegd tussen de woorden "in een plan" en "of in een stedenbouwkundige verordening".

Art. 33.In artikel 176 van dezelfde ordonnantie worden de woorden "prioritaire actieprogramma's," ingevoegd tussen de woorden "van de in titel II bedoelde" en "plannen".

Art. 34.In artikel 180 van dezelfde ordonnantie worden de worden "in de prioritaire actieprogramma's en" ingevoegd tussen de woorden "voorzien" en "in de verschillende plannen".

Art. 35.Artikel 203 van dezelfde ordonnantie aangevuld met de volgende paragraaf : « § 3. De woordelijke stedenbouwkundige voorschriften van de verordenende kaart van de bodembestemming en de verordenende kaart van de bodembestemming van het eerste gewestelijk ontwikkelingsplan dat op 3 maart 1995 is goedgekeurd, welke bindende kracht en verordenende waarde hebben, worden opgeheven. »

Art. 36.In artikel 6, § 2, eerste lid, van de ordonnantie van 8 september 1994 tot oprichting van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden "evenals op de prioritaire actieprogramma's bedoeld in artikel 67ter van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw" ingevoegd na de woorden "aangelegenheden bedoeld in § 1".

Art. 37.De Regering stelt de datum vast waarop de artikelen 9 tot 12; 15 tot 18; 27, 29 en 35 in werking treden.

Brussel, 16 juli 1998.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister belast met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 1997-1998 : Documenten van de Raad.- Ontwerp van ordonnantie : A-263/1. - Verslag : A-263/2. - Amendementen na verslag : A-263/3. - Aanvullend verslag : A-263/4.

Volledig verslag. - Bespreking en aanneming : vergaderingen van 10 juli 1998.

^