Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 18 december 2003
gepubliceerd op 14 januari 2004

Ordonnantie houdende de algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2004

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003031646
pub.
14/01/2004
prom.
18/12/2003
ELI
eli/ordonnantie/2003/12/18/2003031646/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 DECEMBER 2003. - Ordonnantie houdende de algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2004 (1)


De Verenigde Vergadering heeft aangenomen en Wij, Verenigd College, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een materie bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de uitgaven van de begroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2004 worden kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 3.In afwijking van artikel 15 van de organieke wet op het Rekenhof van 29 oktober 1846, mogen geldvoorschotten tot een maximumbedrag van 250.000 euro verleend worden aan de buitengewone rekenplichtigen, om onafhankelijk van de kleine uitgaven de schuldvorderingen te betalen die 5.000 euro niet te boven gaan.

Deze rekenplichtigen worden gemachtigd de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren en experten belast met een zending in het buitenland, zelfs indien deze voorschotten meer dan 5.000 euro bedragen.

De betaling van de erelonen van experten uit het buitenland en van de kosten voortvloeiend uit regelingen met vreemde landen mag eveneens per geldvoorschotten gebeuren, wat ook het bedrag ervan weze.

Art. 4.Ten belope van de kredieten uitgetrokken op de begroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, worden de reglementaire voorschotten op de betoelaging van de instellingen behorende tot de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betaald als volgt : - een eerste tranche van 75 % van het voorziene voorschot wordt uitgekeerd zonder voorafgaand visum van het Rekenhof; - een tweede tranche van 25 % wordt uitgekeerd na visum van het Rekenhof op de totale voorziene uitgaven.

Art. 5.Ten belope van de kredieten uitgetrokken op de basisallocatie 01.0.1.11.03 van de begroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie worden de reglementaire betalingen betaald zonder voorafgaand visum van het Rekenhof.

Art. 6.1n afwijking van artikel 40, § 1 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, gebeurt de betaling van de geboortetoelagen en van de vergoedingen voor begrafeniskosten overeenkomstig de regelen bepaald in artikel 41 van diezelfde wetten.

Art. 7.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 68, § 1 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, worden de kosten voortspruitend uit tekorten van rekenplichtigen ten laste genomen van basisallocatie 01.0.1.43.41.

Art. 8.Machtiging wordt verleend provisies toe te staan aan advokaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van de Commissie optreden.

Art. 9.In afwijking van artikel 5 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd op 17 juli 1991, mogen ten laste van de bij de onderhavige ordonnantie geopende kredieten schuldvorderingen van vorige jaren worden aangezuiverd op de basisallocatie 01.0.1.12.01 met betrekking tot : - erelonen van advokaten en geneesheren; - gerechtskosten inzake burgerlijke, administratieve en strafzaken; - presentiegelden, reis- en verblijfskosten van niet tot de Administratie behorende personen; - bezoldigingen van niet tot de Administratie behorende deskundigen en prestaties van derden (met inbegrip van de provisionele voorschotten); - allerhande schadevergoedingen aan derden voortvloeiend uit het opnemen door de Commissie van haar verantwoordelijkheid voor wat betreft van door haar organen en door haar beambten gepleegde handelingen.

Art. 10.Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend - aan het Secretariaat van het Raadgevend Comité voor bio-ethiek. basisallocatie 02.1.1.41.04 - voor bijdragen verbonden aan de coöperatieakkoorden of de protocolakkoorden tussen gefedereerde entiteiten of met de federale overheid. basisallocatie 02.1.1.43.01 - voor activiteiten verbonden met het gezondheidsbeleid. basisallocaties 02.1.2.33.01 02.1.2.43.01 - aan het Platform voor palliatieve zorgen. basisallocatie 02.1.2.43.02 - aan de v.z.w. Syndicale Premies. basisallocaties 02.1.3.33.01 03.1.3.3 3.01 - aan de v.z.w. lntersectorieel Fonds voor Gezondheidsen Welzijnsinstellingen. basisallocaties 02.1.3.33.08 03.1.2.33.08 - aan de coördinatiestructuren voor de Brusselse ziekenhuizen. basisallocaties 02.1.4.33.07 02.1.4.43.42 - voor activiteiten inzake preventie. basisallocatie 02.2.2.33.02 - aan de diensten voor thuiszorg. basisallocaties 02.3.1.33.03 02.3.1.43.03 - aan de v.z.w. Les amis du Rivage. basisallocatie 02.4.1.33.01 - voor activiteiten inzake geestelijke gezondheidszorg. basisallocatie 02.4.1.33.02 - aan de diensten voor geestelijke gezondheid. basisallocaties 02.4.1.33.04 02.4.1.43.40 - voor projecten van slachtoffer- en dadersbegeleiding. basisallocaties 02.4.1.33.06 02.4.1.43.41 - aan instellingen en verenigingen die werkzaam zijn in het domein van de geestelijke gezondheidszorg. basisallocatie 02.4.1.52.01 - aan de gezondheidsinstellingen in de sector van de persoonsgebonden materies voor de uitvoering van het investeringsprogramma. basisallocaties 02.5.1.51.01 02.5.1.63.01 - voor het Centrum voor Maatschappelijke Documentatie en Coördinatie. basisallocaties 03.1.1.33.01 03.1.1.74.03 - voor de diensten voor schuldbemiddeling. basisallocaties 03.1.1.33.02 03.6.4.43.01 - aan de organisaties waar de armen het woord voeren. basisallocatie 03.1.3.33.02 - aan de instellingen voor sociale initiatieven. basisallocaties 03.1.4.33.06 03.1.4.43.44 - voor vormingen. basisallocaties 01.0.1.41.06 03.1.5.33.09 03.1.5.41.05 - aan de Gewestelijke School voor Openbaar Bestuur voor de vorming aan de personeelsleden van de OCMW's. basisallocatie 03.1.5.41.04 - aan verenigingen en instellingen die zich bezig houden met herspreiding van informatie inzake bijstand aan personen. basisallocatie 03.2.1.33.01 - aan de diensten voor gezins- en bejaardenhulp. basisallocaties 03.2.2.33.01 03.2.2.43.41 - aan de dagverzorgingscentra. basisallocaties 03.2.3.33.01 03.2.3.43.01 - aan de centra voor maatschappelijk welzijn. basisallocatie 03.3.1.33.01 - aan de diensten voor justitieel welzijnswerk. basisallocatie 03.3.2.33.01 - aan de prematrimoniale, matrimoniale en familiale consultatiecentra. basisallocaties 03.3.3.33.01 03.3.3.43.01 - aan de privé-verenigingen die een nachtasiel aanbieden en aan de centra voor dringende opvang. basisallocatie 03.4.1.33.05 - aan de onthaaltehuizen. basisallocatie 03.4.2.33.01 - aan straathoekwerk. basisallocatie 03.4.3.33.01 - aan de diensten voor begeleid wonen basisallocaties 03.4.4.33.01 03.4.4.43.01 03.4.5.33.01 03.5.3.33.01 03.5.3.43.01 - aan de erkende inrichtingen in het kader van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische instellingen voor gehandicapten, gewijzigd door de ordonnantie van 16 mei 1991. basisallocaties 03.5.1.33.01 03.5.1.43.01 - aan de diensten voor hulpverlening bij activiteiten in het dagelijks leven. basisallocatie 03.5.2.33.01 - voor de tussenkomst in de aankoop van een minibus. basisallocatie 03.5.5.52.02 - voor de uitbetaling van het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn aan de openbare centra voor maatschappelijk werk. basisallocatie 03.6.1.43.01 - voor de sociale coördinatie binnen de O.C.M.W.'s. basisallocatie 03.6.2.43.01 - aan flats voor bejaarden, nachtasielen, onthaaltehuizen, rusthuizen en medisch-pedagogische instellingen voor de uitvoering van het investeringsprogramma. basisallocaties 03.7.1.51.01 03.7.1.61.01.

Art. 11.De provisionele kredieten die voorkomen in de basisallocaties 02.1.3.01.02 en 03.1.2.01.03 worden verdeeld tussen de verschillende basisallocaties van de uitgavenbegroting door middel van een in Verenigd College overlegd besluit na advies van de Inspectie van Financiën.

Art. 12.De kredieten die voorkomen in de basisallocaties 02.1.3.01.03 en 03.1.2.01.04 worden verdeeld tussen de verschillende basisallocaties van de uitgavenbegroting door middel van een in Verenigd College overlegd besluit na adviesvan de Inspectie van Financiën.

Art. 13.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2004.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 december 2003.

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid; Economie Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^