Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 18 december 2015
gepubliceerd op 30 december 2015

Ordonantie tot wijziging van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en enkele procedurele bepalingen van andere ordonnanties

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2015031905
pub.
30/12/2015
prom.
18/12/2015
ELI
eli/ordonnantie/2015/12/18/2015031905/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 DECEMBER 2015. - Ordonantie tot wijziging van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en enkele procedurele bepalingen van andere ordonnanties


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet. HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Art. 2.In de Franse versie van artikel 12, § 1, tweede lid, van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt het woord « ouvrable » geschrapt.

Art. 3.Artikel 16 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 16.§ 1. Na de betekening bedoeld in artikel 15, § 1, kan de ambtenaar belast met de inning van de gewestbelasting, bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij aangetekende zending of elektronisch aangetekende zending, uitvoerend beslag onder derden leggen op de sommen en de goederen verschuldigd aan de belastingplichtige.

Het derdenbeslag wordt eveneens aan de belastingplichtige ter kennis gebracht bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij aangetekende zending of elektronisch aangetekende zending.

De regering bepaalt in welke gevallen met een gerechtsdeurwaardersexploot moet worden gewerkt. § 2. Het derdenbeslag heeft uitwerking vanaf de betekening van het gerechtsdeurwaardersexploot aan de derdebeslagene.

Indien het derdenbeslag ter kennis werd gebracht van deze derde door middel van een aangetekende zending of door middel van een elektronische aangetekende zending heeft dit beslag uitwerking vanaf de overhandiging van het stuk aan de geadresseerde. § 3. Het derdenbeslag geeft aanleiding tot het opmaken en het verzenden, door de ambtenaar belast met de inning van de gewestbelasting, van een bericht van beslag zoals voorzien in artikel 1390 van het Gerechtelijk Wetboek. § 4. Onder voorbehoud van het in dit artikel bepaalde, zijn op dit beslag de bepalingen toepasselijk van de artikelen 1539, 1540, 1542, eerste en tweede lid, en 1543 van het Gerechtelijk Wetboek.

Indien de kennisgeving van het beslag gebeurt per aangetekende zending of per elektronisch aangetekende zending geschiedt de afgifte van het bedrag van het beslag in handen van de ambtenaar belast met de inning van de gewestbelasting. § 5. De kosten voor de aangetekende zending, de elektronisch aangetekende zending of het gerechtsdeurwaardersexploot beoogd in dit artikel zijn ten laste van de belastingschuldige. ».

Art. 4.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 23/1 ingevoegd luidend als volgt : «

Art. 23/1.§ 1. De belastingplichtige kan tegen het bedrag van de gevestigde aanslag, verhogingen en intresten inbegrepen, schriftelijk bezwaar indienen bij de door de regering aangeduide ambtenaar. § 2. De bezwaarschriften moeten worden gemotiveerd en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van zes maanden te rekenen van de zevende dag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet van de betreffende belasting.

In geval het betrokken aanslagbiljet elektronisch werd verzonden of ter beschikking gesteld, begint de bezwaartermijn te lopen op de zevende dag volgend op de datum van de elektronische verzending of ter beschikkingstelling. § 3. Wanneer een aanvullende aanslag voor een bepaald aanslagjaar gevestigd wordt, kan de belastingschuldige, binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de zevende dag volgend op de verzending van het aanslagbiljet dat de aanvullende aanslag omvat, een bezwaarschrift tegen de bedoelde aanvullende aanslag indienen.

In geval het betrokken aanslagbiljet elektronisch werd verzonden of ter beschikking gesteld begint de bezwaartermijn te lopen op de zevende dag volgend op de datum van de elektronische verzending of ter beschikkingstelling. § 4. Aan de indieners van de bezwaarschriften wordt een ontvangstbewijs uitgereikt dat de datum van ontvangst van het administratief beroep vermeldt. § 5. Wanneer de indiener zulks in zijn bezwaarschrift heeft gevraagd, zal hij worden gehoord. Te dien einde zal hij worden uitgenodigd zich binnen een termijn van dertig dagen aan te melden. § 6. Zolang geen beslissing is gevallen mag de belastingschuldige zijn bezwaarschrift aanvullen met nieuwe, schriftelijk geformuleerde bezwaren, zelfs als deze buiten de in paragrafen 2 en 3 vernoemde termijnen worden ingediend. § 7. De in paragraaf 1 bedoelde ambtenaar doet, als administratieve overheid, uitspraak bij met redenen omklede beslissing nopens de bezwaren aangevoerd door de belastingschuldige.

De kennisgeving van de beslissing geschiedt bij ter post aangetekende brief of bij elektronische aangetekende zending.

Deze beslissing kan slechts betwist worden door een vordering op basis van artikel 1385decies van het Gerechtelijk Wetboek in te stellen bij de rechtbank van eerste aanleg binnen de in artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek vermelde termijn. ».

Art. 5.In artikel 25 van dezelfde ordonnantie worden de woorden « van de twintigste werkdag » vervangen door de woorden « van de twaalfde werkdag ».

Art. 6.Artikel 26 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 26.Wanneer de in artikel 24 bedoelde akte verleden is, geldt de in artikel 25 bedoelde kennisgeving als beslag onder derden in handen van de notaris op de bedragen en waarden die hij krachtens de akte onder zich houdt voor rekening of ten bate van de belastingschuldige.

De kennisgeving geldt als verzet tegen de prijs in de zin van artikel 1642 van het Gerechtelijk Wetboek in de gevallen waarin de notaris gehouden is de bedragen en waarden overeenkomstig de artikelen 1639 tot 1654 van het Gerechtelijk Wetboek te verdelen.

Onverminderd de rechten van derden, is de notaris ertoe gehouden, wanneer de in artikel 24 bedoelde akte verleden is, behoudens toepassing van de artikelen 1639 tot 1654 van het Gerechtelijk Wetboek, de bedragen en waarden die hij krachtens de akte onder zich houdt voor rekening of ten bate van de belastingschuldige, uiterlijk de achtste werkdag die volgt op het verlijden van de akte, aan de aan de in artikel 25 bedoelde ambtenaar over te maken tot beloop van het bedrag van de gewestbelastingen en bijbehoren waarvan hem overeenkomstig artikel 25 kennis werd gegeven.

Daarenboven, indien de aldus door beslag onder derden getroffen sommen en waarden minder bedragen dan het totaal der sommen verschuldigd aan de ingeschreven schuldeisers en aan de verzetdoende schuldeisers, moet de notaris, op straffe van persoonlijke aansprakelijkheid voor het overschot, daarover de daartoe door de regering gemachtigde ambtenaren inlichten uiterlijk de eerste werkdag die volgt op het verlijden van de akte.

Onverminderd de rechten van derden, kan de overschrijving of de inschrijving van de akte niet tegen het Gewest ingeroepen worden indien de inschrijving van de wettelijke hypotheek geschiedt binnen acht werkdagen na de versturing van de in het vorige lid bedoelde inlichting.

Zijn zonder uitwerking ten opzichte van de schuldvorderingen inzake gewestbelastingen en bijbehoren, welke in uitvoering van artikel 25 werden ter kennis gegeven, alle niet ingeschreven schuldvorderingen waarvoor slechts na het verstrijken van de in het vierde lid voorziene termijn wordt beslag gelegd of verzet aangetekend.

De regering bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel. De regering stelt ook de te gebruiken modellen vast. ».

Art. 7.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 29/1 toegevoegd, luidend als volgt : «

Art. 29/1.De fiscale administratie mag, in het kader van zijn innings- en invorderingsactiviteiten, gebruik maken van de domiciliering zoals omschreven in artikel I.9., 13° van boek I, titel 2, hoofdstuk 5 van het Wetboek van economisch recht.

De regering bepaalt de modaliteiten van dit gebruik. ».

Art. 8.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 30/1 toegevoegd, luidend als volgt : «

Art. 30/1.Elke ambtenaar van de fiscale administratie kan de verschijning in persoon in naam van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doen in het kader van : 1° betwistingen met betrekking tot de toepassing van een fiscale wet;2° betwistingen met betrekking tot de dwangbevelen uitgevaardigd door een ambtenaar van de fiscale administratie;3° betwistingen met betrekking tot de uitvoering van dwangbevelen uitgevaardigd door een ambtenaar van de fiscale administratie;4° betwistingen met betrekking tot fiscale normen.».

Art. 9.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 30/2 toegevoegd, luidend als volgt : «

Art. 30/2.§ 1. In het kader van de uitvoering van de internationale en de Europese rechtelijke verplichtingen tot hulp en bijstand in fiscale zaken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, beschikt de fiscale administratie over de in titel I van deze ordonnantie omschreven onderzoeksbevoegdheden.

Daarnaast kan de fiscale administratie in dit kader ook een beroep doen op de invorderingsmaatregelen vervat in de artikelen 15 tot en met 18 van deze ordonnantie. § 2. - De daartoe door de regering gemachtigde ambtenaar van de fiscale administratie mag, in het kader van de in paragraaf 1 omschreven omstandigheden, geschreven attesten inzamelen, derden horen, een onderzoek instellen, en binnen de door haar bepaalde termijn - welke wegens wettige redenen kan worden verlengd - van natuurlijke of rechtspersonen, alsook van verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid alle inlichtingen vorderen die hij nodig acht om aan de hulp en bijstandsverplichtingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te kunnen voldoen.

Een bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling wordt als een derde beschouwd waarop de bepalingen van het eerste lid onverminderd van toepassing zijn. § 3. De door de regering daartoe gemachtigde ambtenaar kan een administratieve geldboete van 125 euro tot 50.000 euro opleggen aan : 1° personen die weigeren mee te werken aan het in paragraaf 2 genoemde onderzoek;2° personen die de krachtens paragraaf 2 ingevorderde inlichtingen niet of niet tijdig verschaffen. De regering legt de schaal van voornoemde geldboetes vast en regelt hun toepassingsmodaliteiten.

Deze geldboetes worden gevestigd en ingevorderd volgens de regels die van toepassing zijn voor de gewestbelastingen. ». HOOFDSTUK II. - Wijziging van procedurele bepalingen van andere ordonnanties

Art. 10.In het vijfde lid van artikel 14 van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur worden de woorden « hoofd stukken IV, V en VI » vervangen door de woorden « hoofdstukken III, IV, V en VI ».

Art. 11.In het derde lid van artikel 26, § 2, van dezelfde ordonnantie, gewijzigd door de ordonnantie van 21 december 2012, worden de woorden « hoofdstukken IV, V en VI » vervangen door de woorden « hoofdstukken III, IV, V en VI ».

Art. 12.In paragraaf 6 van artikel 26 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd door de ordonnanties van 1 april 2004, 14 december 2006, 30 april 2009, 20 juli 2011 en 21 december 2012, worden de woorden « 22 en 23 » vervangen door de woorden « 22, 23 en 23/1 ».

Art. 13.In paragraaf 6 van artikel 20septiesdecies van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingevoegd bij ordonnantie van 20 juli 2011 en gewijzigd door de ordonnantie van 21 december 2012, worden de woorden « 22 en 23 » vervangen door de woorden « 22, 23 en 23/1 ».

Art. 14.In paragraaf 2 van artikel 44 van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen, gewijzigd door de ordonnantie van 21 december 2012, worden de woorden « 22 en 23 » vervangen door de woorden « 22, 23 en 23/1 ». HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding

Art. 15.De artikelen 4, 10, 11, 12, 13 en 14 treden in werking vanaf het belastingjaar 2016.

Art. 16.De regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van de artikelen 5 en 6.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 december 2015.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota (1) Gewone zitting 2015-2016. Documenten van het Parlement. - Ontwerp van ordonnantie, A-271/1. - Verslag (verwijzing), A-271/2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van vrijdag 18 december 2015.

^