20 APRIL 2006. - Ordonnantie houdende instemming met de Conventie inzake persistente organische polluenten, ondertekend in Stockholm op 22 mei 2001 (1)

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.De Conventie inzake persistente organische polluenten, ondertekend in Stockholm op 11 mei 2001, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.De wijzigingen van de bijlagen bij de Conventie of de aanvulling met biljlagen, die met toepassing van artikel 22 van de Conventie aangenomen worden, zonder dat België zich tegen de aanneming ervan verzet, zullen volkomen gevolg hebben.

Art. 4.Elke wijziging van een bijlage aangenomen overeenkomstig artikel 22 van het verdrag, wordt binnen drie maanden na de aanneming ervan aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement meegedeeld.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 20 april 2006.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2005-2006 : A-247/1 : Ontwerp van ordonnantie. A-247/2 : Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 31 maart 2006.