Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 20 juli 2006
gepubliceerd op 29 september 2006

Ordonnantie ter wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2006031477
pub.
29/09/2006
prom.
20/07/2006
ELI
eli/ordonnantie/2006/07/20/2006031477/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JULI 2006. - Ordonnantie ter wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur (1)


Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen het geen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een materie bedoeld in de artikelen 39 en 134 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 2, 4° van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur wordt vervangen door de volgende tekst : « 4° Parlement : het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »

Art. 3.Artikel 4, § 2 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.

Art. 4.Artikel 7, § 2 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende tekst : « Tussen 1 januari en 31 maart van elk jaar moet elke exploitant aan de Administratie een bewijs van goed gedrag en zeden, model 1, dat minder dan drie maanden oud is, bezorgen, waarin vermeld staat dat hij nog steeds voldoet aan de voorwaarden inzake zedelijkheid in de zin van artikel 6. Bij ontstentenis wordt de exploitatievergunning geschorst of ingetrokken overeenkomstig artikel 12. »

Art. 5.Artikel 7, § 4, 4° van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende tekst : « 4° indien het voertuig niet genoeg ter beschikking van het publiek werd gesteld tijdens de gehele duur van de vergunning waarvoor de hernieuwing wordt gevraagd, behalve als de exploitant zich kan beroepen op uitzonderlijke economisch of sociaal verantwoorde redenen. »

Art. 6.Artikel 7, § 4, lid 1 van dezelfde ordonnantie wordt wordt aangevuld door de volgende tekst : « 8° indien de exploitant geen enkel gevolg geeft aan een oproeping of een verzoek om inlichtingen van de Administratie ondanks een ter post aangetekende herinnering met ontvangstbewijs ».

Art. 7.In artikel 8 van dezelfde ordonnantie : 1°) lid 1 wordt paragraaf 1; 2°) er wordt een nieuwe paragraaf 2 ingevoegd, die als volgt luidt : « § 2. De exploitanten van taxidiensten mogen ertoe gemachtigd worden om voor de exploitatie van hun diensten over reservevoertuigen te beschikken waarvan zij eigenaar zijn of waarover ze beschikken bij een contract van verkoop op afbetaling, een contract van huurfinanciering of een contract van huurkoop.

De reservevoertuigen mogen slechts gebruikt worden indien een voertuig geëxploiteerd in het kader van de vergunning tijdelijk niet beschikbaar is ten gevolge van een ongeval, een ernstig mechanisch defect, brand of diefstal en enkel gedurende de duur van deze onbeschikbaarheid. De exploitant mag slechts een reservevoertuig gebruiken nadat hij hiervan voorafgaandelijk de Administratie op de hoogte heeft gebracht met een schrijven met vaste datum dat melding maakt van de oorzaak van de onbeschikbaarheid van het geëxploiteerde voertuig, van de waarschijnlijke duur van deze onbeschikbaarheid alsook van de plaats waar het vervangen voertuig zich bevindt tijdens de duur van de onbeschikbaarheid. De wijze waarop en de termijnen waarbinnen deze kennisgeving moet gebeuren worden door de regering vastgelegd. » De reservevoertuigen moeten ten minste voldoen aan volgende voorwaarden : 1° uitgerust zijn om een taxidienst te verzekeren onder dezelfde voorwaarden als het voertuig dat tijdelijk niet beschikbaar is;2° bij het gebruik ervan, in de hoedanigheid van « reservevoertuig » ingeschreven zijn bij de Administratie;3° vooraan links uitgerust zijn met een speciale identificatieplaat waarop de vermelding « reserve » voorkomt;4° vooraan rechts uitgerust zijn met de identificatieplaat van het voertuig dat normaal ingezet wordt als taxidienst en waarvan het reservevoertuig de plaats inneemt. In de zin van artikel 9 mogen deze voertuigen niet verhuurd worden.

De exploitatievergunning vermeldt, in voorkomend geval, het aantal reservevoertuigen waarover de exploitant mag beschikken. Dit aantal mag echter niet hoger zijn dan 20 % van het aantal voertuigen dat normaal ingezet wordt voor de exploitatie van de dienst wanneer deze meer dan tien voertuigen exploiteert. » 3°) de leden 2 tot 6 vormen een nieuwe paragraaf 3 samengesteld uit deze vijf leden en : - in het eerste van deze leden worden de woorden : « in afwijking van lid 1 » vervangen door de woorden : « in afwijking van paragraaf 1 »; - in het vierde van deze leden worden aan de letter a) de volgende woorden toegevoegd : « onder dezelfde voorwaarden als het voertuig dat tijdelijk niet beschikbaar is.

Art. 8.Artikel 10bis van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende tekst : «

Art. 10bis.De vergunningen tot het exploiteren van een taxidienst zijn persoonlijk, ondeelbaar en onoverdraagbaar.

In geval van een vrijwillige stopzetting van de activiteiten of van een door de bevoegde rechtbank uitgesproken faillissement zijn de vergunningen tot het exploiteren van rechtswege nietig. In dat geval is de exploitant of zijn vertegenwoordiger gehouden en dit binnen tien werkdagen na de verklaring van vrijwillige stopzetting of na het vonnis van faillietverklaring aan de Administratie de documenten en het materiaal die toebehoren aan het Gewest terug te bezorgen. »

Art. 9.In dezelfde ordonnantie wordt een nieuw artikel 10ter ingevoegd, dat als volgt luidt : «

Art. 10ter.Op verzoek van meerdere rechtspersonen met dezelfde hoofdvennoten of -aandeelhouders en zaakvoerders of gedelegeerde bestuurders, die houder zijn van een vergunning tot het exploiteren van een taxidienst, kan de Regering een groepering van vergunningen toestaan in het kader van de fusie of de overname van deze rechtspersonen.

Wanneer het verzoek ingewilligd wordt, blijft de duur van de vergunning die van de vergunning die voordien werd toegestaan aan de rechtspersoon die verschillende vergunningen groepeerde, waarbij het aantal voertuigen dat op grond van deze vergunning geëxploiteerd mag worden tot het vereiste aantal gewijzigd werd. Bij een fusie wordt de duur van de gegroepeerde vergunning deze van die vergunning, uitgereikt aan de gefuseerde rechtspersonen, die eerst komt te vervallen. »

Art. 10.Artikel 11, § 1, van dezelfde ordonnantie wordt opnieuw ingevoerd met de volgende tekst : « § 1. De houder van een exploitatievergunning kan op ieder ogenblik aan de Regering vragen om het aantal voertuigen dat op grond van de vergunning waarover hij beschikt, mag geëxploiteerd worden, definitief te verlagen. In dat geval geeft de exploitant op het ogenblik dat hij zijn verzoek indient aan de Administratie de documenten en het materiaal terug die toebehoren aan het Gewest en die betrekking hebben op het voertuig of de voertuigen waarvan de exploitant definitief en onherroepelijk afziet ze verder te exploiteren. »

Art. 11.In artikel 11 van dezelfde ordonnantie wordt een nieuwe paragraaf 2bis toegevoegd, die als volgt luidt : « § 2bis. De Regering kan ambtshalve het aantal voertuigen waartoe de exploitant gemachtigd is te exploiteren verminderen indien de Administratie vaststelt dat het aantal chauffeurs die door de exploitant aan haar werden betekend niet toelaat om zijn voertuigen voldoende ter beschikking te stellen aan het publiek, en dit tot de exploitant het bewijs levert dat hij de nodige chauffeurs in dienst heeft voor het besturen van de geëxploiteerde voertuigen. In dat geval is de exploitant gehouden aan de Administratie de documenten en het materiaal terug te bezorgen die toebehoren aan het Gewest en die betrekking hebben op het voertuig of de voertuigen bedoeld bij de beslissing tot vermindering. ».

De Regering is gemachtigd om de maximale duur vast te stellen waarbinnen de exploitant het bewijs moet leveren dat hij de nodige chauffeurs in dienst heeft voor het besturen van de geëxploiteerde voertuigen. Bij het verstrijken van deze periode kan de Regering het aantal voertuigen dat door de desbetreffende exploitant mag geëxploiteerd worden, definitief verminderen. ».

Art. 12.In artikel 11, § 3, van dezelfde ordonnantie worden de woorden : « De beslissingen van de Regering, genomen met toepassing van dit artikel » vervangen door de woorden : « De beslissingen genomen met toepassing van dit artikel. ».

Art. 13.Artikel 14, lid 1, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende tekst : « De in artikel 13 vermelde taks is vastgelegd op 575 euro per jaar en per in de akte van de vergunning bedoeld voertuig. ».

Art. 14.Artikel 15, lid 2, van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met de volgende zin : « De Regering kan de minimumcriteria nader bepalen waaraan deze standplaatsen en deze plaatsen moeten beantwoorden. »

Art. 15.In artikel 16, lid 2, van dezelfde ordonnantie worden de woorden « voor de gebruiker » ingevoegd tussen de woorden « het vertrekpunt » en de woorden « gelegen is ».

Art. 16.In artikel 17, § 1, worden de leden 2, 3 en 4 opgeheven.

Art. 17.Artikel 17, § 2, lid 1 wordt vervangen door de volgende tekst : « § 2. De exploitatievergunning voor een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur wordt afgegeven door de Regering. »

Art. 18.In artikel 28, lid 3, 1°, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « vanaf 1 januari 2005 mogen de voertuigen die als taxi's worden geëxploiteerd » vervangen door de woorden « de voertuigen die als taxi worden geëxploiteerd mogen ».

Art. 19.Artikel 28, lid 3, 2°, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende tekst : « 2° de voertuigen die door een exploitant worden aangewend voor een taxidienst moeten de bij besluit van de Regering vastgestelde kleur hebben of moeten de bij besluit van de Regering vastgestelde kenmerken hebben opdat de als taxi's geëxploiteerde voertuigen makkelijk en vlug in het verkeer herkenbaar zouden zijn. »

Art. 20.In dezelfde ordonnantie wordt een nieuw artikel 28bis toegevoegd, dat als volgt luidt : « Er wordt een regionale tuchtraad opgericht die belast is om aan de bevoegde minister maatregelen voor te stellen tot opschorting of intrekking van de bekwaamheidsattesten van taxichauffeurs.

Deze raad wordt voorgezeten door een magistraat of eremagistraat die door de minister wordt aangesteld en wordt paritair samengesteld als volgt : - één of meerdere vertegenwoordiger(s) van de Administratie; - één of meerdere vertegenwoordiger(s) van de exploitanten, aangesteld door de minister na een openbare oproep onder de oud-exploitanten met minstens tien jaar ervaring; - één of meerdere vertegenwoordiger(s) van de taxichauffeurs aangesteld door de vakbonden.

De leden van deze raad worden benoemd voor een hernieuwbare periode van één jaar.

De tuchtraad stelt aan de minister een maatregel tot opschorting of intrekking van het bekwaamheidsattest van een taxibestuurder voor na aan deze laatste de gelegenheid gegeven te hebben zijn verhoor voor te bereiden, na hem gehoord te hebben en op basis van een gemotiveerd voorstel. De minister kan alleen van het voorstel afwijken bij een gemotiveerde beslissing.

De Regering bepaalt de samenstelling en de werking van de tuchtraad en de te volgen procedure. »

Art. 21.In artikel 30 van dezelfde ordonnantie wordt tussen de woorden : « de tarieven » en « uitgehangen worden » de woorden : « die van kracht zijn » ingevoegd.

Art. 22.Artikel 31 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.

Art. 23.Artikel 32, § 3, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende tekst : « Volgens de modaliteiten vastgesteld bij besluit van de Regering kan een exploitant gemachtigd worden reclame te maken in of op voertuigen die worden aangewend voor de exploitatie van een taxidienst of van een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur. »

Art. 24.In artikel 33, § 1, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 1 worden de bedragen « 18,60 euro » en « 37,50 euro » vervangen door de respectieve bedragen « 19 euro » en « 38 euro »;b) er wordt een punt 1bis toegevoegd, dat als volgt luidt : « 1bis.inschrijving voor de gedragstesten : 20 euro »; c) in punt 2, b), wordt het bedrag « 10 euro » vervangen door het bedrag « 30 euro »;d) in punt 3, b), wordt het bedrag c 10 euro » vervangen door het bedrag « 20 euro »;e) in punt 4, b), wordt de bedragen « 12,50 euro » vervangen door de bedragen « 37,50 euro »;f) in punt 4, c), worden de bedragen « 75 euro » en « 40 euro » vervangen door hetzelfde bedrag « 100 euro »;g) in punt 5 wordt het bedrag « 7,50 euro » vervangen door het bedrag « 0 euro »;h) de bepaling uit punt 6 wordt vervangen door de woorden « indiening van een exploitatieaanvraag »;i) deze bepaling wordt aangevuld met de punten 10 tot 13, die als volgt luiden « 10.afgifte van een duplicaat van de identificatiekaart van de chauffeur : 30 euro; 11. afgifte van een duplicaat van de vergunningskaart tot het exploiteren per voertuig : 30 euro;12. afgifte van een nieuw verklikkerlicht in geval van verlies, diefstal of vernieling : tegen kostprijs;13. afgifte van ritbladen : tegen kostprijs.». j) deze bepaling wordt aangevuld met een lid 2 dat luidt als volgt : « De Regering is gemachtigd om, maximaal om de twee jaar, de bedragen bedoeld in lid 1 aan te passen aan de evolutie van de kosten van het levensonderhoud. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanpassing wordt gedaan te delen door het indexcijfer van de maand december 2006. Na toepassing van de coëfficiënt, worden de bedragen afgerond naar het lagere veelvoud van 50 cent. »

Art. 25.Artikel 36, lid 5 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende tekst : « De Regering stelt het bedrag van de administratieve boeten vast die opgelegd kunnen worden door de in lid 1 bedoelde afgevaardigde ambtenaar in verband met vastgestelde administratieve overtredingen en dit onder volgende voorwaarden : - de boeten bedoeld in lid 1 mogen niet hoger zijn dan 500 euro en de grootte ervan moet in relatie staan tot de aard van de vastgestelde inbreuk; - de boeten bedoeld in lid 2 mogen niet lager dan 50 euro en niet hoger dan 100 euro zijn. »

Art. 26.Artikel 37 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met een nieuw lid 4, dat als volgt luidt : « De hiertoe bevoegde ambtenaren en beambten zijn gemachtigd om op ieder ogenblik de identificatieplaat van het voertuig en het document in verband met de exploitatievergunning in te trekken als vastgesteld wordt dat het voertuig niet reglementair verzekerd is of niet in orde is met de technische controle of wanneer de exploitant niet vrijwillig deze elementen teruggegeven heeft aan de Administratie, niettegenstaande een betekening van een beslissing tot opschorting of intrekking van de exploitatievergunning in de zin van de artikelen 12 of 25. »

Art. 27.Artikelen 38, 39, 41 en 42, lid 1 van dezelfde ordonnantie worden opgeheven.

Art. 28.Artikel 8 van deze ordonnantie is enkel van toepassing op de exploitatievergunningen voor een taxidienst die afgegeven worden vanaf het in werking treden van deze ordonnantie.

De houders van de exploitatievergunningen voor een taxidienst die werden afgegeven vóór het in werking treden van deze ordonnantie zijn gemachtigd om hun vergunningen over te dragen overeenkomstig artikel 10bis van de ordonnantie van 27 april 1995 vóór de wijziging ervan door artikel 8 van deze ordonnantie.

Art. 29.Wanneer in toepassing van artikel 10ter van de ordonnantie zoals ingevoegd bij artikel 9 van deze ordonnantie één of meerdere vergunningen tot exploiteren afgegeven vóór het in werking treden van deze ordonnantie en één of meerdere vergunningen tot exploiteren afgegeven na het in werking treden ervan, gegroepeerd worden, dan maakt het besluit dat de groepering van vergunningen toestaat er uitdrukkelijk melding van met opgave van het aantal en het type voertuigen die dientengevolge het voorwerp kunnen zijn van een eventuele overdracht van de vergunning toegekend op grond van artikel 28 van deze ordonnantie.

Art. 30.De exploitanten van een taxidienst die, op de dag van het in werking treden van deze ordonnantie, houder zijn van een vergunning tot het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur als nevenactiviteit kunnen deze doen gelden tot bij het verstrijken van de lopende vergunning. Tijdens deze periode blijven de artikelen 17, § 1, leden 2 tot 4 en 31 van de ordonnantie van 27 april 1995 gewijzigd bij deze ordonnantie, van toepassing.

Art. 31.Deze ordonnantie treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 20 juli 2006.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota (1) Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2005-2006. A-268/1 : Ontwerp van ordonnantie.

A-268/2 : Verslag.

A-268/3 : Amendementen na verslag.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 14 juli 2006.

^