Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 28 oktober 2010
gepubliceerd op 25 november 2010

Ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die de milieu- en energiewetgeving in overeenstemming brengt met de regels van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2010031520
pub.
25/11/2010
prom.
28/10/2010
ELI
eli/ordonnantie/2010/10/28/2010031520/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


28 OKTOBER 2010. - Ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die de milieu- en energiewetgeving in overeenstemming brengt met de regels van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt


MEMORIE VAN TOELICHTING Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (hierna de dienstenrichtlijn genoemd) wil de toepassing garanderen van de bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) met betrekking tot de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten (artikel 49 en 56 VwEU).

De richtlijn verplicht de lidstaten om de geschikte wettelijke en reglementaire maatregelen voor de afschaffing van elke beperking op het vrij verrichten van diensten en op de vrijheid van vestiging van onderdanen van andere lidstaten tegen uiterlijk 28 december 2009 goed te keuren.

Ze legt de lidstaten ook op een aantal praktische maatregelen door te voeren, zoals één-loketten voor de dienstverleners, elektronische procedures en administratieve samenwerking.

Daarnaast voert ze vernieuwende instrumenten in, zoals het onderzoek van de nationale wetgeving en het proces van wederzijdse beoordeling.

In verband met de goedkeuring van de wettelijke en reglementaire maatregelen die nodig zijn voor de omzetting en toepassing van de dienstenrichtlijn in de rechtsorde van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden voornamelijk de twee volgende stappen gezet : - goedkeuring van een horizontale' ordonnantie met hoofdzakelijk de algemene en autonome bepalingen van de richtlijn; - goedkeuring van sectorale teksten die dienen om de bestaande Brusselse wetgeving in overeenstemming te brengen met de regels van de richtlijn; elke Minister werd ermee belast om in zijn bevoegdheidsdomein de voornoemde sectorale teksten op te stellen.

Dit ontwerp van ordonnantie wil de bestaande Brusselse milieu- en energiewetgeving dus in overeenstemming brengen met de regels van de dienstenrichtlijn.

Dat werk is in verscheidene stappen gebeurd. Bij de eerste stap werd bepaald welke teksten uit de Brusselse milieu- en energiewetgeving in de toepassingssfeer van de dienstenrichtlijn vielen.

Vervolgens werden de teksten die binnen de toepassingssfeer van die richtlijn bleken te vallen, geanalyseerd om te onderzoeken of hun bepalingen al dan niet in overeenstemming waren met de regels van die richtlijn.

Tot slot werden in de bepalingen die niet in overeenstemming met de regels van de dienstenrichtlijn bleken te zijn de nodige aanpassingen doorgevoerd.

Dit ontwerp van ordonnantie werd tegelijkertijd met een ontwerp van besluit opgesteld dat hetzelfde doel heeft maar dat dient om de bepalingen van reglementaire aard aan te passen.

Er werd ook gebruik gemaakt van het transversale karakter van dit ontwerp van ordonnantie, enerzijds om louter vormwijzigingen door te voeren en anderzijds om maatregelen van administratieve vereenvoudiging te treffen, ingegeven door bepalingen van de dienstenrichtlijn, ten aanzien van bepalingen die niet in de toepassingssfeer van die richtlijn vallen.

Tot slot moet deze ontwerpordonnantie dringend goedgekeurd worden. Op 24 juni 2010 heeft de Europese Commissie immers een met redenen omkleed advies aan de Belgische overheid bezorgd wegens het niet-meedelen van nationale maatregelen ter omzetting van de bovengenoemde richtlijn binnen de opgelegde termijn en een aanhangigmaking van het Hof van Justitie van de Europese unie - met de zware financiële sancties die uit een veroordeling door het Hof zouden kunnen voortvloeien - zou vrij spoedig moeten volgen indien alle bepalingen voor de omzetting van de richtlijn niet snel van kracht zijn.

Ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die de milieu- en energiewetgeving in overeenstemming brengt met de regels van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.

TOELICHTING BIJ DE ARTIKELEN Artikel 1.

Die vermelding is verplicht geworden door artikel 8, tweede lid, van de wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen.

Artikel 2.

Sinds 8 november 1991 houden alle richtlijnen die in het interne recht van de lidstaten moeten worden omgezet, de verplichting in om in de omzettingsteksten een verwijzing op te nemen naar de omgezette richtlijn. Artikel 44, § 1, lid 3 van de dienstenrichtlijn voorziet in een dergelijke verplichting.

Om aan dit vereiste te voldoen, raadt de afdeling Wetgeving van de Raad van State als beste methode aan om de verwijzing naar de omgezette richtlijn in een artikel van intern recht op te nemen dat tot de omzetting overgaat.

Er wordt ook aangegeven dat de omzetting niet volledig is. Naast dit ontwerpbesluit is het immers ook nodig om andere Brusselse teksten goed te keuren opdat de omzetting van de dienstenrichtlijn in de rechtsorde van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volledig zou zijn.

Artikelen 3 tot 9.

De artikelen 3 tot 9 voeren, ingegeven door artikel 8, § 1, van de dienstenrichtlijn, de mogelijkheid in om verschillende instrumenten waarin de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems voorziet via elektronische weg mee te delen.

Artikel 10.

Dit artikel verbetert enkele vormfouten in artikel 22, § 1, van de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van de gebouwen gewijzigd door de ordonnantie van 14 mei 2009 betreffende de erkenning van EPB-adviseurs.

Die verbeteringen zullen voor een beter begrip van de teksten zorgen, vooral dan de verbetering van de afwijkingen tussen de Nederlandse en de Franse tekst.

Artikel 11.

De ordonnantie van 16 mei 2002 betreffende de sterilisatie van zwerfkatten is momenteel niet in overeenstemming met de regels van de dienstenrichtlijn.

Immers : - de inschrijving op de lijst van de « Conseil régional d'expression française de l'Ordre des médecins vétérinaires » of van de « Nederlandstalige Gewestelijke Raad der Dierenartsen« is een bovenmatige vereiste, aangezien iedere dierenarts die bij een orde is ingeschreven, kan garanderen de beoogde doelstellingen bij die handeling te verwezenlijken; - enkel de dierenartsen die « hun beroepsactiviteiten uitoefenen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » en die voldoen aan de voorwaarde ingeschreven te zijn op de lijst van de « Conseil régional d'expression française de l'Ordre des médecins vétérinaires » of van de « Nederlandstalige Gewestelijke Raad der Dierenartsen » mogen de zwerfkatten castreren; dat is een bovenmatige vereiste, aangezien iedere dierenarts die bij een orde is ingeschreven, kan garanderen de beoogde doelstellingen bij die handeling te verwezenlijken.

De bepaling wil de voornoemde ordonnantie van 16 mei 2002 dus in overeenstemming brengen met de regels van de dienstenrichtlijn.

Artikel 12 tot 23.

De artikelen 12 tot 23 wijzigen de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen (hierna OMV), hoofdzakelijk met de bedoeling om : - erop toe te zien dat elke aanvraag voor een vergunning zo spoedig mogelijk het voorwerp uitmaakt van een ontvangstbewijs dat de behandelingstermijn en de rechtsmiddelen weergeeft (cf. art. 13, § 5 van de dienstenrichtlijn); - in de mogelijkheid voorzien om daar waar de OMV alleen het gebruik van een « aangetekende brief » toestond, de wijze van kennisgeving « per drager » te gebruiken; - een duidelijk verschil te maken tussen de begrippen « indieningsbewijs » en « ontvangstbewijs ». In tegenstelling tot het ontvangstbewijs geeft het indieningsbewijs niet aan of de ingediende stukken of documenten volledig zijn of niet.

Artikelen 24 en 25.

Deze artikelen hebben in hoofdzaak de bedoeling om de OMV te wijzigen om erop toe te zien dat de bevoegde instantie, inzake vergunningen, rekening houdt met de gelijkwaardige of in wezen vergelijkbare eisen waaraan een dienstverrichter reeds in een ander gewest of een andere lidstaat van de Europese Unie heeft voldaan (cf. art. 10, § 3 van de dienstenrichtlijn).

Artikel 24, 7° zet overigens een formele afwijking in de ordonnantie « milieuvergunningen » recht.

Artikel 26.

Artikel 26 strekt tot een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van deze ordonnantie om de Brussels Hoofdstedelijk Gewest toe te laten zich conform te stellen met de Europese voorschriften. Bovendien zal het ontwerpbesluit dat hetzelfde onderwerp heeft (maar tot de aanpassing van de bepalingen van reglementaire aard strekt) tegelijkertijd met deze ordonnantie in werking treden omdat de wijzigingen die in sommige bepalingen van reglementaire aard werden doorgevoerd, nauw samenhangen met de wijzigingen die aan de bepalingen van wetgevende aard zijn aangebracht.

28 OKTOBER 2010. - Ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die de milieu- en energiewetgeving in overeenstemming brengt met de regels van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Op voorstel van de minister van Leefmilieu en Energie, Na beraadslaging, Besluit : De minister van Leefmilieu en Energie wordt ermee belast het ontwerp van ordonnantie voor te stellen aan het Parlement. Het luidt als volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Artikel 1.

De ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Artikel 2.

De ordonnantie zet Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt gedeeltelijk om.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems Artikel 3.

In de artikelen 7, § 2, 2de streepje, 12, § 3, 15, § 2, 15, § 3, 15, § 4, 17, § 2, 23, § 3, 26, § 3, 27, § 1, 27, § 2, 30, § 3, 31, § 1, 31, § 2, 34, § 3, eerste lid, 35, § 1, 35, § 3, 38, § 3, 38, § 4, 39, § 1, 40, § 1, 42, § 3, 43, § 1, 43, § 3, 46, § 3, 46, § 4, 47, § 1, 48, § 1, 49, § 1, 49, § 4, 58, § 1, 60, § 1, 60, § 2, 60, § 3, 60, § 4, 60, § 7, 61, § 1, 63, § 2, 63, § 3, 63, § 5, 65, § 4, 70, § 1, 71, § 1 van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems worden de woorden « of via elektronische weg » ingevoegd na de woorden « per aangetekend schrijven ».

Artikel 4.

In de artikelen 7, § 2, eerste lid 1, 26, § 2, 30, § 2, 34, § 2, 38, § 2, 42, § 2, 46, § 2 van diezelfde ordonnantie worden de woorden « , via elektronische weg » ingevoegd na de woorden « per aangetekend schrijven ».

Artikel 5.

In artikel 7, § 1 van diezelfde ordonnantie worden de woorden « of via elektronische weg » ingevoegd na de woorden « per aangetekend schrijven ».

Artikel 6.

In de artikelen 34, § 3, lid 2 en 42, § 3 van diezelfde ordonnantie worden de woorden « , via elektronische weg » ingevoegd na de woorden « per aangetekend schrijven ».

Artikel 7.

In artikel 50 van diezelfde ordonnantie worden de woorden « of via elektronische weg » ingevoegd na de woorden « per aangetekend schrijven ».

Artikel 8.

In artikel 51 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan paragraaf 1 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidend als volgt : « Het risicobeheersvoorstel of saneringsvoorstel kan via elektronische weg aan het college van burgemeester en schepenen bezorgd worden.»; 2° aan paragraaf 2 worden drie nieuwe leden toegevoegd, luidend als volgt : « Het advies van het college van burgemeester en schepenen kan via elektronische weg worden betekend. Het risicobeheersvoorstel of saneringsvoorstel kan via elektronische weg aan de afgevaardigd ambtenaar bezorgd worden.

Het advies van de afgevaardigd ambtenaar kan via elektronische weg worden betekend. »; 3° in paragraaf 3 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidend als volgt : « Het advies van het college van burgemeester en schepenen en de synthese van het openbaar onderzoek kunnen via elektronische weg worden betekend.»; 4° in paragraaf 4 wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid toegevoegd, luidend als volgt : « Die inkennisstelling kan via elektronische weg gebeuren.» Artikel 9.

In artikel 65, § 3 van diezelfde ordonnantie wordt een nieuw lid toegevoegd, luidend als volgt : « De eindbeoordeling kan via elektronische weg worden betekend. » HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van de gebouwen Artikel 10.

In artikel 22, § 1, van de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van de gebouwen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « natuurlijk » wordt ingevoegd vóór de woorden « persoon tewerkstelt die houder is van ofwel een diploma van architect »;2° in het eerste deel van de zin van de Nederlandse tekst worden de woorden « ofwel een gelijkwaardig diploma » vervangen door de woorden « , ofwel van bio-ingenieur of gelijkgesteld, ofwel een in een andere staat afgeleverd gelijkwaardig diploma ». HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de ordonnantie van 16 mei 2002 betreffende de sterilisatie van zwerfkatten Artikel 11.

In artikel 2, § 5, van de ordonnantie van 16 mei 2002 betreffende de sterilisatie van zwerfkatten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « en die zijn beroepsactiviteit uitoefent in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » worden opgeheven;2° de woorden « of op de lijst van de orde van dierenartsen van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte » worden ingevoegd na de woorden « Nederlandstalige Gewestelijke Raad der Dierenartsen ». HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen Artikel 12.

In artikel 7bis van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden « of per drager » toegevoegd na de woorden « per aangetekende brief »;2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Zodra de bevoegde overheid de aanvraag van de wijziging van de vergunning ontvangt per aangetekende brief of per drager geeft zij een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing vermeld staan.».

Artikel 13.

In artikel 7ter van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden « of per drager » ingelast tussen de woorden « per aangetekende brief » en « aan de bevoegde overheid »;2° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidend als volgt : « Zodra de bevoegde overheid de splitsingsaanvraag ontvangt per aangetekende brief of per drager geeft zij een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing vermeld staan.» rtikel 14.

Artikel 9, paragraaf 1, tweede lid van diezelfde ordonnantie wordt als volgt aangevuld : « In geval van indiening via elektronische weg van een aanvraag krachtens deze ordonnantie bezorgt de bevoegde overheid zodra ze die aanvraag ontvangen heeft via elektronische weg een afgiftebewijs waarop de behandelingstermijnen en de rechtsmiddelen tegen de beslissing vermeld staan. » Artikel 15.

In artikel 14 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden « waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing van het Instituut vermeld staan » ingevoegd tussen de woorden « afgegeven » en « De aanvraag »;2° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidend als volgt : « Indien de aanvraag via elektronische weg wordt ingediend, geeft het Instituut zodra het die aanvraag ontvangen heeft een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing vermeld staan.».

Artikel 16.

In artikel 19 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid worden de woorden « , waarop de behandelingstermijnen van de aanvraag en de rechtsmiddelen tegen de beslissing van het Instituut vermeld staan » ingevoegd tussen de woorden « indieningsbewijs » en « en bezorgt »;2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Indien de aanvraag via elektronische weg wordt ingediend, geeft het college van burgemeester en schepenen zodra het die aanvraag ontvangen heeft een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing vermeld staan.».

Artikel 17.

In artikel 33 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden «, waarop de behandelingstermijnen van de aanvraag en de rechtsmiddelen tegen de beslissing van het Instituut vermeld staan » ingevoegd tussen de woorden « indieningsbewijs » en « en stuurt »;2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een nieuw lid, luidend als volgt : « Indien de aanvraag per aangetekende brief wordt ingediend, geeft het college van burgemeester en schepenen zodra het die brief ontvangen heeft een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing vermeld staan.».

Artikel 18.

In artikel 38 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden « waarop de behandelingstermijnen van de aanvraag en de rechtsmiddelen tegen de beslissing van het Instituut vermeld staan » ingevoegd tussen de woorden « indieningsbewijs » en « en stuurt »;2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Indien de aanvraag per aangetekende brief wordt ingediend, geeft het college van burgemeester en schepenen zodra het die brief ontvangen heeft een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing van het Instituut vermeld staan.» Artikel 19.

In artikel 44 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden « waarop de behandelingstermijnen van de aanvraag en de rechtsmiddelen tegen de beslissing van het Instituut vermeld staan » ingevoegd tussen de woorden « indieningsbewijs af » en « en stuurt »;2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Indien de aanvraag per aangetekende brief wordt ingediend, geeft het college van burgemeester en schepenen zodra het die brief ontvangen heeft een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing van het Instituut vermeld staan« . Artikel 20.

In artikel 48 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden « waarop de behandelingstermijnen van de aanvraag en de rechtsmiddelen tegen zijn beslissing » ingevoegd na de woorden « een indieningsbewijs »;2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Indien de aanvraag per aangetekende brief wordt ingediend, geeft het college van burgemeester en schepenen zodra het die brief ontvangen heeft een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen zijn beslissing.» Artikel 21.

In artikel 52 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden « waarop de behandelingstermijnen van de aanvraag en de rechtsmiddelen tegen haar beslissing » ingevoegd na de woorden « aan de aanvrager »;2° in paragraaf 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidend als volgt : « Indien de aanvraag per aangetekende brief wordt ingediend, geeft de bevoegde overheid zodra zij die brief ontvangt een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen haar beslissing vermeld staan.» Artikel 22.

In artikel 62 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, worden de woorden « of per drager » ingevoegd tussen de woorden « ter post aangetekende brief » en « aan de (in eerste instantie) »;2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « De bevoegde overheid geeft zodra ze de aanvraag per aangetekende brief of per drager ontvangen heeft een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing vermeld staan.» Artikel 23.

In artikel 66 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden « of per drager » ingevoegd tussen de woorden « ter post aangetekende brief » en « opgestuurd aan »;2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « De bevoegde overheid geeft zodra ze de aangifte per aangetekende brief of per drager ontvangen heeft een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing vermeld staan.».

Artikel 24.

In artikel 71 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt : « 3° indien het gaat om een persoon die houder is van een gelijkwaardig document dat is uitgereikt in een ander Gewest of een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte : a) een kopie van het document dat is uitgereikt door de bevoegde overheid van het Gewest of van de lidstaat van de Europese Economische Ruimte;b) indien het document in een andere taal werd uitgereikt, een vertaling daarvan in het Nederlands of het Frans, naar gelang van de taal die is gekozen voor de indiening van de erkenningsaanvraag;c) elk element op basis waarvan de aanvrager kan aantonen dat de voorwaarden voor de verwerving van het document dat hij bezit gelijk zijn aan de voorwaarden die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest oplegt. ». 2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden « de in 1° en 2° bedoelde » vervangen door de woorden « de in 1°, 2° en 3° bedoelde »;3° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden « c) de erkenning die eventueel is verleend door de bevoegde overheden van een ander Gewest of in het buitenland » opgeheven;4° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, worden de woorden « f) de erkenning die eventueel is verleend door de bevoegde overheden van een ander Gewest of in het buitenland » opgeheven;5° in paragraaf 2, worden de woorden « of per drager » ingevoerd na de woorden « ter post aangetekende brief »;6° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Het Instituut geeft zodra het de aanvraag per aangetekende brief of per drager ontvangen heeft een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing van de Regering vermeld staan.». 7° In paragraaf 4, tweede lid, wordt « § 2 » vervangen door « paragraaf 3 ». Artikel 25.

In artikel 78/2 van diezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. in paragraaf 1 worden de woorden « of per drager » ingevoegd na de woorden « een ter post aangetekende zending »;2. paragraaf 1 wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt : « Het Instituut geeft zodra het het formulier per aangetekende brief of per drager ontvangt een afgiftebewijs af waarop de behandelingstermijnen van het dossier en de rechtsmiddelen tegen de beslissing vermeld staan. Indien de registratieaanvraag wordt ingediend door een persoon die in het bezit is van een gelijkwaardig document dat is uitgereikt in een ander Gewest of een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte, moet die aanvraag de volgende stukken bevatten : a) een kopie van het document dat is uitgereikt door de bevoegde overheid van het Gewest of van de lidstaat van de Europese Economische Ruimte;b) indien het document in een andere taal werd uitgereikt, een vertaling daarvan in het Nederlands of het Frans, naar gelang van de taal die is gekozen voor de indiening van de registratieaanvraag;c) onverminderd punt d), elk element op basis waarvan de aanvrager kan aantonen dat de voorwaarden voor de verwerving van het document dat hij bezit gelijk zijn aan de voorwaarden die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest oplegt;d) het bewijs van de naleving van de bijkomende voorwaarden die de Regering vastlegt.» HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen Artikel 26.

Deze ordonnantie treedt in werking de dag van zijn publicatie in Belgisch Staatsblad.

Brussel, 28 oktober 2010.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van Leefmilieu en Energie, Mevr. E. HUYTEBROECK

^