Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 29 oktober 2020
gepubliceerd op 23 november 2020

Ordonnantie tot toepassing van de uitzonderingen voorzien door artikel 23 van de verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2020043466
pub.
23/11/2020
prom.
29/10/2020
ELI
eli/ordonnantie/2020/10/29/2020043466/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 OKTOBER 2020. - Ordonnantie tot toepassing van de uitzonderingen voorzien door artikel 23 van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Deze ordonnantie voorziet in de gedeeltelijke uitvoering van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG, hierna « algemene verordening gegevensbescherming ».

Art. 3.Voor zover zij ernaar verwijzen, zijn de bepalingen van deze ordonnantie die voorzien in beperkingen van de draagwijdte van de verplichtingen en rechten waarin de artikelen 12 tot en met 22 van de algemene verordening gegevensbescherming voorzien, van toepassing op de wetgeving waarvan de toepassing is opgedragen aande bevoegde diensten van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel op het gebied van Economie, Werkgelegenheid, Toerisme en Landbouwbeleid. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijke bepalingen Afdeling 1. - Beperkingen van de verplichtingen en rechten waarin de

algemene verordening gegevensbescherming voorziet Onderafdeling 1. - Het recht op informatie bij de verzameling van persoonsgegevens en op mededeling van persoonsgegevens

Art. 4.§ 1. In afwijking van de artikelen 13 en 14 van de algemene verordening gegevensbescherming kan, om de in artikel 23, lid 1, e) en h), van diezelfde verordening genoemde doelstellingen te waarborgen, het recht op informatie worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in geval van verwerking van persoonsgegevens van natuurlijke personen door de per ordonnantie aangewezen diensten of ambtenaren.

De in het eerste lid bedoelde verwerkingen zijn zij die tot doel hebben de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de opvolging van controle-, inspectie- of regelgevingsopdrachten die door de in het eerste lid bedoelde diensten of ambtenaren worden uitgevoerd, zelfs occasioneel bij de uitoefening van het openbaar gezag, met inbegrip van procedures voor de eventuele toepassing van een administratieve geldboete of sanctie door de bevoegde diensten om doelstellingen van algemeen belang van de Unie of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te waarborgen, namelijk een aanzienlijk economisch of financieel belang, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale aangelegenheden, op het vlak van volksgezondheid en sociale zekerheid of met betrekking tot elk doel dat per ordonnantie wordt bepaald.

De betrokken persoonsgegevens zijn die van de personen die bij de uitvoering van de in het tweede lid genoemde opdrachten direct of indirect beoogd worden, ongeacht de titel en hoedanigheid van deze personen. Categorieën van persoonsgegevens zijn alle persoonsgegevens die nuttig zijn voor de uitvoering van deze opdrachten, met uitzondering van genetische, biometrische en gezondheidsgegevens in de zin van artikel 4 van de algemene verordening gegevensbescherming.

Onverminderd de bewaring die nodig is voor de verwerking voor archiefdoeleinden in het algemeen belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden als bedoeld in artikel 89 van de algemene verordening gegevensbescherming, worden persoonsgegevens die voortvloeien uit de in het eerste lid bedoelde afwijking niet langer bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, met een maximale bewaringstermijn van één jaar na de definitieve beëindiging van gerechtelijke, administratieve en buitengerechtelijke procedures en rechtsmiddelen die voortvloeien uit de beperking van de rechten van de in het derde lid bedoelde betrokkene.

In geval van veroordeling, wordt de in het vierde lid bedoelde maximumtermijn desgevallend verlengd tot één jaar na het verstrijken van de wettelijke herhalingsperiode voorzien door de wetgeving die de vervolgde gedraging strafbaar stelt. § 2. Deze afwijkingen zijn van toepassing gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp uitmaakt van een controle of onderzoek of van voorbereidende handelingen voor dergelijke controles of onderzoeken uitgevoerd door de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde diensten in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdrachten evenals gedurende de periode waarin zij stukken van de bevoegde inspectiediensten verwerken met het oog op de vervolgingen ter zake.

Deze afwijkingen zijn van kracht voor zover de toepassing van dit recht afbreuk zou doen aan de behoeften van de controle, het onderzoek of de voorbereidende handelingen, of het geheim van het onderzoek of de veiligheid van personen in gevaar zou kunnen brengen.

De duur van de in het tweede lid bedoelde voorbereidende handelingen, gedurende welke de artikelen 13 en 14 van de algemene verordening gegevensbescherming mogen worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten, mag niet meer bedragen dan één jaar te rekenen vanaf de ontvangst van een verzoek om informatie die overeenkomstig de artikelen 13 of 14 van genoemde verordening moet worden verstrekt.

De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde beperking is niet van toepassing op gegevens die vreemd zijn aan het voorwerp van het onderzoek of de controle die de weigering of beperking van informatie rechtvaardigen. § 3. Bij ontvangst van een verzoek om verstrekking van de in paragraaf 2, derde lid, bedoelde informatie bevestigt de functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke de ontvangst ervan.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene zo spoedig mogelijk - en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek - schriftelijk in kennis van elke weigering of beperking van informatie en van de redenen voor de weigering of beperking.

Deze informatie over de weigering of beperking kan achterwege worden gelaten indien de mededeling ervan een van de in paragraaf 1, tweede lid, genoemde doeleinden in gevaar zou kunnen brengen. Indien nodig kan deze termijn met twee maanden worden verlengd, rekening houdend met de complexiteit en het aantal verzoeken. De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen één maand na ontvangst van het verzoek in kennis van een dergelijke verlenging en van de motieven hiervoor.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene in kennis van de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit en om een voorziening in rechte in te stellen.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke registreert de feitelijke en juridische gronden waarop het besluit is gebaseerd. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld van de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit.

Wanneer een van de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde diensten gebruik heeft gemaakt van de uitzondering zoals bepaald in paragraaf 1, eerste lid, en met uitzondering van de in paragraaf 3, zevende en achtste lid, bedoelde situaties, wordt de uitzonderingsregeling onmiddellijk na de afsluiting van de controle of het onderzoek opgeheven. De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer een dossier aan de rechterlijke autoriteit wordt toegezonden, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld na toestemming van de gerechtelijke autoriteit of nadat de gerechtelijke fase is voltooid en, in voorkomend geval, nadat de bevoegde dienst voor administratieve geldboetes een beslissing heeft genomen. De gegevens die in het kader van de uitoefening van de door de rechterlijke autoriteit voorgeschreven taken worden verzameld, mogen echter alleen met uitdrukkelijke toestemming van de rechterlijke autoriteit worden bekendgemaakt.

Wanneer een dossier aan de administratie of de bevoegde instantie wordt overgemaakt om een besluit te nemen over de conclusies van het onderzoek, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld nadat de administratie of de bevoegde instantie zich heeft uitgesproken over de uitkomst van het onderzoek.

Onderafdeling 2. - Het recht op toegang tot de persoonsgegevens

Art. 5.§ 1. In afwijking van artikel 15 van de algemene verordening gegevensbescherming kan, om de in artikel 23, lid 1, e) en h), van diezelfde verordening genoemde doelstellingen te waarborgen, het recht op toegang tot de persoonsgegevens uitgesteld, geheel of gedeeltelijk beperkt of uitgesloten worden in geval van verwerking van de persoonsgegevens van natuurlijke personen door de per ordonnantie aangewezen diensten of ambtenaren.

De in het eerste lid bedoelde verwerkingen zijn zij die tot doel hebben de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de opvolging van controle-, inspectie- of regelgevingsopdrachten die door de in het eerste lid bedoelde diensten of ambtenaren worden uitgevoerd, zelfs occasioneel bij de uitoefening van het openbaar gezag, met inbegrip van procedures voor de eventuele toepassing van een administratieve geldboete of sanctie door de bevoegde diensten om doelstellingen van algemeen belang van de Unie of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te waarborgen, namelijk een aanzienlijk economisch of financieel belang, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale aangelegenheden, op het vlak van volksgezondheid en sociale zekerheid of met betrekking tot elk doel dat door de ordonnantie wordt bepaald.

De betrokken persoonsgegevens zijn die van de personen die bij de uitvoering van de in het tweede lid genoemde opdrachten direct of indirect beoogd worden, ongeacht de titel en hoedanigheid van deze personen. Categorieën van persoonsgegevens zijn alle persoonsgegevens die nuttig zijn voor de uitvoering van deze opdrachten, met uitzondering van genetische, biometrische en gezondheidsgegevens in de zin van artikel 4 van de algemene verordening gegevensbescherming.

Onverminderd de bewaring die nodig is voor de verwerking voor archiefdoeleinden in het algemeen belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden als bedoeld in artikel 89 van de algemene verordening gegevensbescherming, worden persoonsgegevens die voortvloeien uit de in het eerste lid bedoelde afwijking niet langer bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, met een maximale bewaringstermijn van één jaar na de definitieve beëindiging van gerechtelijke, administratieve en buitengerechtelijke procedures en rechtsmiddelen die voortvloeien uit de beperking van de rechten van de in het derde lid bedoelde betrokkene.

In geval van veroordeling, wordt de in het vierde lid bedoelde maximumtermijn desgevallend verlengd tot één jaar na het verstrijken van de wettelijke herhalingsperiode voorzien door de wetgeving die de vervolgde gedraging strafbaar stelt. § 2. Deze afwijkingen zijn van toepassing gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp uitmaakt van een controle of onderzoek of van voorbereidende handelingen voor dergelijke controles of onderzoeken uitgevoerd door de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde diensten in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdrachten evenals gedurende de periode waarin zij stukken van de bevoegde inspectiediensten verwerken met het oog op de vervolgingen ter zake.

Deze afwijkingen zijn van toepassing voor zover de toepassing van dit recht afbreuk zou doen aan de behoeften van de controle, het onderzoek of de voorbereidende handelingen, of het geheim van het onderzoek of de veiligheid van personen in gevaar zou kunnen brengen.

De duur van de in het tweede lid bedoelde voorbereidende handelingen, gedurende welke artikel 15 van de algemene verordening gegevensbescherming mag worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten, mag niet meer bedragen dan één jaar te rekenen vanaf de ontvangst van een verzoek ingediend krachtens artikel 15.

De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde beperking is niet van toepassing op gegevens die vreemd zijn aan het voorwerp van het onderzoek of de controle die de weigering of beperking van de toegang rechtvaardigen. § 3. Bij ontvangst van een verzoek om toegang bevestigt de functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke de ontvangst ervan.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene zo spoedig mogelijk - en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek - schriftelijk in kennis van elke weigering of beperking van diens recht op toegang tot zijn informatie en van de redenen voor de weigering of beperking.

Deze informatie over de weigering of beperking kan achterwege worden gelaten indien de mededeling ervan een van de in paragraaf 1, tweede lid, genoemde doeleinden in gevaar zou kunnen brengen. Indien nodig kan deze termijn met twee maanden worden verlengd, rekening houdend met de complexiteit en het aantal verzoeken. De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen één maand na ontvangst van het verzoek in kennis van een dergelijke verlenging en van de motieven hiervoor.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene in kennis van de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit en om een voorziening in rechte in te stellen.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke registreert de feitelijke en juridische gronden waarop het besluit is gebaseerd. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld van de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit.

Wanneer een van de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde diensten gebruik heeft gemaakt van de uitzondering zoals bepaald in paragraaf 1, eerste lid, en met uitzondering van de in paragraaf 3, zevende en achtste lid, bedoelde situaties, wordt de uitzonderingsregeling onmiddellijk na de afsluiting van de controle of het onderzoek opgeheven. De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer een dossier aan de rechterlijke autoriteit wordt toegezonden, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld na toestemming van de gerechtelijke autoriteit of nadat de gerechtelijke fase is voltooid en, in voorkomend geval, nadat de bevoegde dienst voor administratieve geldboetes een beslissing heeft genomen. De gegevens die in het kader van de uitoefening van de door de rechterlijke autoriteit voorgeschreven taken worden verzameld, mogen echter alleen met uitdrukkelijke toestemming van de rechterlijke autoriteit worden bekendgemaakt.

Wanneer een dossier aan de administratie of de bevoegde instantie wordt overgemaakt om een besluit te nemen over de conclusies van het onderzoek, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld nadat de administratie of de bevoegde instantie zich heeft uitgesproken over de uitkomst van het onderzoek.

Onderafdeling 3. - Het recht op rectificatie

Art. 6.§ 1. In afwijking van artikel 16 van de algemene verordening gegevensbescherming kan, om de in artikel 23, lid 1, e) en h), van diezelfde verordening genoemde doelstellingen te waarborgen, het recht op rectificatie worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in geval van verwerking van persoonsgegevens van natuurlijke personen door de per ordonnantie aangewezen diensten of ambtenaren.

De in het eerste lid bedoelde verwerkingen zijn zij die tot doel hebben de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de opvolging van controle-, inspectie- of regelgevingsopdrachten die door de in het eerste lid bedoelde diensten of ambtenaren worden uitgevoerd, zelfs occasioneel bij de uitoefening van het openbaar gezag, met inbegrip van procedures voor de eventuele toepassing van een administratieve geldboete of sanctie door de bevoegde diensten om doelstellingen van algemeen belang van de Unie of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te waarborgen, namelijk een aanzienlijk economisch of financieel belang, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale aangelegenheden, op het vlak van volksgezondheid en sociale zekerheid of met betrekking tot elk doel dat door de ordonnantie wordt bepaald.

De betrokken persoonsgegevens zijn die van de personen die bij de uitvoering van de in het tweede lid genoemde opdrachten direct of indirect beoogd worden, ongeacht de titel en hoedanigheid van deze personen. Categorieën van persoonsgegevens zijn alle persoonsgegevens die nuttig zijn voor de uitvoering van deze opdrachten, met uitzondering van genetische, biometrische en gezondheidsgegevens in de zin van artikel 4 van de algemene verordening gegevensbescherming.

Onverminderd de bewaring die nodig is voor de verwerking voor archiefdoeleinden in het algemeen belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden als bedoeld in artikel 89 van de algemene verordening gegevensbescherming, worden persoonsgegevens die voortvloeien uit de in het eerste lid bedoelde afwijking niet langer bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, met een maximale bewaringstermijn van één jaar na de definitieve beëindiging van gerechtelijke, administratieve en buitengerechtelijke procedures en rechtsmiddelen die voortvloeien uit de beperking van de rechten van de in het derde lid bedoelde betrokkene.

In geval van veroordeling wordt de in het vierde lid bedoelde maximumtermijn desgevallend verlengd tot één jaar na het verstrijken van de wettelijke herhalingsperiode voorzien door de wetgeving die de vervolgde gedraging strafbaar stelt. § 2. Deze afwijkingen zijn van toepassing gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp uitmaakt van een controle of onderzoek of van voorbereidende handelingen voor dergelijke controles of onderzoeken uitgevoerd door de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde diensten in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdrachten evenals gedurende de periode waarin zij stukken van de bevoegde inspectiediensten verwerken met het oog op de vervolgingen ter zake.

Deze afwijkingen zijn van toepassing voor zover de toepassing van dit recht afbreuk zou doen aan de behoeften van de controle, het onderzoek of de voorbereidende handelingen, of het geheim van het onderzoek of de veiligheid van personen in gevaar zou kunnen brengen.

De duur van de in het tweede lid bedoelde voorbereidende handelingen, gedurende welke artikel 16 van de algemene verordening gegevensbescherming niet van toepassing is, mag niet meer bedragen dan één jaar te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek ingediend krachtens artikel 16.

De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde beperking is niet van toepassing op gegevens die vreemd zijn aan het voorwerp van het onderzoek of de controle die de weigering of beperking van rectificatie rechtvaardigen. § 3. Bij ontvangst van een verzoek bevestigt de functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke de ontvangst ervan.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene zo spoedig mogelijk - en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek - schriftelijk in kennis van elke weigering of beperking van diens recht op rectificatie en van de redenen voor de weigering of beperking.

Deze informatie over de weigering of beperking kan achterwege worden gelaten indien de mededeling ervan een van de in paragraaf 1, tweede lid, genoemde doeleinden in gevaar zou kunnen brengen. Indien nodig kan deze termijn met twee maanden worden verlengd, rekening houdend met de complexiteit en het aantal verzoeken. De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen één maand na ontvangst van het verzoek in kennis van een dergelijke verlenging en van de motieven hiervoor.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene in kennis van de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit en om een voorziening in rechte in te stellen.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke registreert de feitelijke en juridische gronden waarop het besluit is gebaseerd. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld van de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit.

Wanneer een van de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde diensten gebruik heeft gemaakt van de uitzondering zoals bepaald in paragraaf 1, eerste lid, en met uitzondering van de in paragraaf 3, zevende en achtste lid, bedoelde situaties, wordt de uitzonderingsregeling onmiddellijk na de afsluiting van de controle of het onderzoek opgeheven. De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer een dossier aan de rechterlijke autoriteit wordt toegezonden, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld na toestemming van de gerechtelijke autoriteit of nadat de gerechtelijke fase is voltooid en, in voorkomend geval, nadat de bevoegde dienst voor administratieve geldboetes een beslissing heeft genomen. De gegevens die in het kader van de uitoefening van de door de rechterlijke autoriteit voorgeschreven taken worden verzameld, mogen echter alleen met uitdrukkelijke toestemming van de rechterlijke autoriteit worden bekendgemaakt.

Wanneer een dossier aan de administratie of de bevoegde instantie wordt overgemaakt om een besluit te nemen over de conclusies van het onderzoek, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld nadat de administratie of de bevoegde instantie zich heeft uitgesproken over de uitkomst van het onderzoek.

Onderafdeling 4. - Het recht op gegevenswissing

Art. 7.§ 1. In afwijking van artikel 17 van de algemene verordening gegevensbescherming kan, om de in artikel 23, lid 1, e) en h), van diezelfde verordening genoemde doelstellingen te waarborgen, het recht op gegevenswissing worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in geval van verwerking van persoonsgegevens van natuurlijke personen door de per ordonnantie aangewezen diensten of ambtenaren.

De in het eerste lid bedoelde verwerkingen zijn zij die tot doel hebben de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de opvolging van controle-, inspectie- of regelgevingsopdrachten die door de in het eerste lid bedoelde diensten of ambtenaren worden uitgevoerd, zelfs occasioneel bij de uitoefening van het openbaar gezag, met inbegrip van procedures voor de eventuele toepassing van een administratieve geldboete of sanctie door de bevoegde diensten om doelstellingen van algemeen belang van de Unie of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te waarborgen, namelijk een aanzienlijk economisch of financieel belang, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale aangelegenheden, op het vlak van volksgezondheid en sociale zekerheid of met betrekking tot elk doel dat door de ordonnantie wordt bepaald.

De betrokken persoonsgegevens zijn die van de personen die bij de uitvoering van de in het tweede lid genoemde opdrachten direct of indirect beoogd worden, ongeacht de titel en hoedanigheid van deze personen. Categorieën van persoonsgegevens zijn alle persoonsgegevens die relevant zijn voor de uitvoering van deze opdrachten, met uitzondering van genetische, biometrische en gezondheidsgegevens in de zin van artikel 4 van de algemene verordening gegevensbescherming.

Onverminderd de uitzonderingen voorzien bij artikel 17, 3. van de algemene verordening gegevensbescherming, worden persoonsgegevens die voortvloeien uit de in § 1, eerste lid, bedoelde afwijking niet langer bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, met een maximale bewaringstermijn van één jaar na de definitieve beëindiging van gerechtelijke, administratieve en buitengerechtelijke procedures en rechtsmiddelen die voortvloeien uit de beperking van de rechten van de in het derde lid bedoelde betrokkene.

In geval van veroordeling wordt de in het vierde lid bedoelde maximumtermijn desgevallend verlengd tot één jaar na het verstrijken van de wettelijke herhalingsperiode voorzien door de wetgeving die de vervolgde gedraging strafbaar stelt. § 2. Deze afwijkingen zijn van toepassing gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp uitmaakt van een controle of onderzoek of van voorbereidende handelingen voor dergelijke controles of onderzoeken uitgevoerd door de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde diensten in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdrachten evenals gedurende de periode waarin zij stukken van de bevoegde inspectiediensten verwerken met het oog op de vervolgingen ter zake.

Deze afwijkingen zijn van toepassing voor zover de toepassing van dit recht afbreuk zou doen aan de behoeften van de controle, het onderzoek of de voorbereidende handelingen, of het geheim van het onderzoek of de veiligheid van personen in gevaar zou kunnen brengen.

De duur van de in het tweede lid, bedoelde voorbereidende handelingen, gedurende welke artikel 17 van de algemene verordening gegevensbescherming mag worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten, mag niet meer bedragen dan één jaar te rekenen vanaf de ontvangst van een verzoek tot wissing van gegevens overeenkomstig artikel 17 van voormelde verordening.

De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde beperking is niet van toepassing op gegevens die vreemd zijn aan het voorwerp van het onderzoek of de controle die de weigering of beperking van het recht op gegevenswissing rechtvaardigen. § 3. Bij ontvangst van een verzoek betreffende het recht op gegevenswissing bevestigt de functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke de ontvangst ervan.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene zo spoedig mogelijk - en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek - schriftelijk in kennis van elke weigering of beperking van het recht en van de redenen voor de weigering of beperking.

Deze informatie over de weigering of beperking kan achterwege worden gelaten indien de mededeling ervan een van de in paragraaf 1, tweede lid, genoemde doeleinden in gevaar zou kunnen brengen. Indien nodig kan deze termijn met twee maanden worden verlengd, rekening houdend met de complexiteit en het aantal verzoeken. De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen één maand na ontvangst van het verzoek in kennis van een dergelijke verlenging en van de motieven hiervoor.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene in kennis van de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit en om een voorziening in rechte in te stellen.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke registreert de feitelijke en juridische gronden waarop het besluit is gebaseerd. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld van de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit.

Wanneer een van de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde diensten gebruik heeft gemaakt van de uitzondering zoals bepaald in paragraaf 1, eerste lid, en met uitzondering van de in paragraaf 3, zevende en achtste lid, bedoelde situaties, wordt de uitzonderingsregeling onmiddellijk na de afsluiting van de controle of het onderzoek opgeheven. De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer een dossier aan de rechterlijke autoriteit wordt toegezonden, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld na toestemming van de gerechtelijke autoriteit of nadat de gerechtelijke fase is voltooid en, in voorkomend geval, nadat de bevoegde dienst voor administratieve geldboetes een beslissing heeft genomen. De gegevens die in het kader van de uitoefening van de door de rechterlijke autoriteit voorgeschreven taken worden verzameld, mogen echter alleen met uitdrukkelijke toestemming van de rechterlijke autoriteit worden bekendgemaakt.

Wanneer een dossier aan de administratie of de bevoegde instantie wordt overgemaakt om een besluit te nemen over de conclusies van het onderzoek, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld nadat de administratie of de bevoegde instantie zich heeft uitgesproken over de uitkomst van het onderzoek.

Onderafdeling 5. - Het recht op beperking van de verwerking

Art. 8.§ 1. In afwijking van artikel 18 van de algemene verordening gegevensbescherming kan, om de in artikel 23, lid 1, e) en h), van diezelfde verordening genoemde doelstellingen te waarborgen, het recht op beperking van de verwerking worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in geval van verwerking van persoonsgegevens van natuurlijke personen door de per ordonnantie aangewezen diensten of ambtenaren.

De in het eerste lid bedoelde verwerkingen zijn zij die tot doel hebben de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de opvolging van controle-, inspectie- of regelgevingsopdrachten die door de in het eerste lid bedoelde diensten of ambtenaren worden uitgevoerd, zelfs occasioneel bij de uitoefening van het openbaar gezag, met inbegrip van procedures voor de eventuele toepassing van een administratieve geldboete of sanctie door de bevoegde diensten om doelstellingen van algemeen belang van de Unie of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te waarborgen, namelijk een aanzienlijk economisch of financieel belang, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale aangelegenheden, op het vlak van volksgezondheid en sociale zekerheid of met betrekking tot elk doel dat door de ordonnantie wordt bepaald.

De betrokken persoonsgegevens zijn die van de personen die bij de uitvoering van de in het tweede lid genoemde opdrachten direct of indirect beoogd worden, ongeacht de titel en hoedanigheid van deze personen. Categorieën van persoonsgegevens zijn alle persoonsgegevens die relevant zijn voor de uitvoering van deze opdrachten, met uitzondering van genetische, biometrische en gezondheidsgegevens in de zin van artikel 4 van de algemene verordening gegevensbescherming.

Onverminderd de bewaring die nodig is voor de verwerking voor archiefdoeleinden in het algemeen belang, voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of voor statistische doeleinden als bedoeld in artikel 89 van de algemene verordening gegevensbescherming, worden persoonsgegevens die voortvloeien uit de in het eerste lid bedoelde afwijking niet langer bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, met een maximale bewaringstermijn van één jaar na de definitieve beëindiging van gerechtelijke, administratieve en buitengerechtelijke procedures en rechtsmiddelen die voortvloeien uit de beperking van de rechten van de in het derde lid bedoelde betrokkene.

In geval van veroordeling wordt de in het vierde lid bedoelde maximumtermijn desgevallend verlengd tot één jaar na het verstrijken van de wettelijke herhalingsperiode voorzien door de wetgeving die de vervolgde gedraging strafbaar stelt. § 2. Deze afwijkingen zijn van toepassing gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp uitmaakt van een controle of onderzoek of van voorbereidende handelingen voor dergelijke controles of onderzoeken uitgevoerd door de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde diensten in het kader van de uitoefening van hun wettelijke opdrachten evenals gedurende de periode waarin zij stukken van de bevoegde inspectiediensten verwerken met het oog op de respectieve vervolgingen ter zake.

Deze afwijkingen zijn van toepassing voor zover de toepassing van dit recht afbreuk zou doen aan de behoeften van de controle, het onderzoek of de voorbereidende handelingen, of het geheim van het onderzoek of de veiligheid van personen in gevaar zou kunnen brengen.

De duur van de in het tweede lid bedoelde voorbereidende handelingen, gedurende welke de rechten voorzien bij artikel 18 van de algemene verordening gegevensbescherming mogen worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten, mag niet meer bedragen dan één jaar te rekenen vanaf de ontvangst van een verzoek ingediend krachtens dit artikel 18.

De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde beperking is niet van toepassing op gegevens die vreemd zijn aan het voorwerp van het onderzoek of de controle die de weigering van de beperking van de verwerking rechtvaardigen. § 3. Bij ontvangst van een verzoek tot beperking van de verwerking bevestigt de functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke de ontvangst ervan.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene zo spoedig mogelijk - en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek - schriftelijk in kennis van elke weigering of beperking van diens recht op beperking van de verwerking van hem/haar betreffende persoonsgegevens en van de redenen voor de weigering of beperking.

Deze informatie over de weigering of beperking kan achterwege worden gelaten indien de mededeling ervan een van de in paragraaf 1, tweede lid, genoemde doeleinden in gevaar zou kunnen brengen. Indien nodig kan deze termijn met twee maanden worden verlengd, rekening houdend met de complexiteit en het aantal verzoeken. De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen één maand na ontvangst van het verzoek in kennis van een dergelijke verlenging en van de motieven hiervoor.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene in kennis van de mogelijkheden om een klacht in te dienen bij de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit en om een voorziening in rechte in te stellen.

De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke registreert de feitelijke en juridische gronden waarop het besluit is gebaseerd. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld van de bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit.

Wanneer een van de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde diensten gebruik heeft gemaakt van de uitzondering zoals bepaald in paragraaf 1, eerste lid, en met uitzondering van de in paragraaf 3, zevende en achtste lid, bedoelde situaties, wordt de uitzonderingsregeling onmiddellijk na de afsluiting van de controle of het onderzoek opgeheven. De functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer een dossier aan de rechterlijke autoriteit wordt toegezonden, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld na toestemming van de gerechtelijke autoriteit of nadat de gerechtelijke fase is voltooid en, in voorkomend geval, nadat de bevoegde dienst voor administratieve geldboetes een beslissing heeft genomen. De gegevens die in het kader van de uitoefening van de door de rechterlijke autoriteit voorgeschreven taken worden verzameld, mogen echter alleen met uitdrukkelijke toestemming van de rechterlijke autoriteit worden bekendgemaakt.

Wanneer een dossier aan de administratie of de bevoegde instantie wordt overgemaakt om een besluit te nemen over de conclusies van het onderzoek, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld nadat de administratie of de bevoegde instantie zich heeft uitgesproken over de uitkomst van het onderzoek. Afdeling 2. - Bevoegde instanties

Art. 9.In het kader van deze ordonnantie, onverminderd de bevoegdheden toegewezen aan de Brusselse Controlecommissie opgericht bij de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstintegrator, wordt onder « bevoegde gegevensbeschermingsautoriteit » verstaan de Gegevensbeschermingsautoriteit opgericht bij de wet van van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit.

Art. 10.In het kader van deze ordonnantie wordt onder « functionaris voor gegevensbescherming van de verwerkingsverantwoordelijke » verstaan de functionaris voor gegevensbescherming die is aangesteld binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel waarvan het bestuur van Brussel Economie en Werkgelegenheid afhangt. HOOFDSTUK III. - Specifieke bepalingen Afdeling 1. - Bepalingen op het vlak van economie

Onderafdeling 1. - Toepassing van de beperkingen op de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen

Art. 11.§ 1. Voor de toepassing van de beperkingen voorzien bij de artikelen 4 tot 8 van deze ordonnantie op de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen, wordt onder « per ordonnantie aangewezen diensten en ambtenaren » verstaan de in artikel 6 van diezelfde wet bedoelde ambtenaren en beambten.

De rechten en vrijheden van de betrokkenen kunnen slechts worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in het kader van het onderzoek naar en de vervolging van inbreuken op de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen en de uitvoeringsbesluiten daarvan en binnen de grenzen voorzien door deze ordonnantie. De beperkingen zijn bedoeld om doelstellingen van groot economisch belang, volksgezondheid en controle te waarborgen, zoals uiteengezet in artikel 23, lid 1, e) en h), van de algemene verordening gegevensbescherming en op voorwaarde dat de toepassing van de in de artikelen 12 tot 22 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen nadelig is of kan zijn voor het onderzoek. § 2. Voor zover nodig kunnen de in artikel 6 van de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen bedoelde ambtenaren en beambten in de uitoefening van hun functie persoonsgegevens doorgeven aan de volgende instanties : 1° de hoven en rechtbanken ;2° de arbeidsauditoraten en de parketten ;3° de politiediensten ;4° de economische inspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ;5° de ondernemingsloketten erkend op grond van Hoofdstuk 3 van Titel 2 van Boek III van het Wetboek van economisch recht ; 6° de Algemene Directie Economische Inspectie van de federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie ; 7° de dienst binnen de federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie belast met het beheer van de Kruispuntbank van Ondernemingen ; 8° het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen ;9° de curator aangeduid in geval van een faillissement. Onderafdeling 2. - Toepassing van de beperkingen op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

Art. 12.§ 1. Voor de toepassing van de beperkingen voorzien bij de artikelen 4 tot 8 van deze ordonnantie op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, wordt onder « per ordonnantie aangewezen diensten en ambtenaren » verstaan de in artikel 11 van diezelfde wet bedoelde ambtenaren.

De rechten en vrijheden van de betrokkenen kunnen slechts worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in het kader van het onderzoek naar en de vervolging van inbreuken op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten en de uitvoeringsbesluiten daarvan en binnen de grenzen voorzien door deze ordonnantie. De beperkingen zijn bedoeld om doelstellingen van groot economisch belang en controle te waarborgen, zoals uiteengezet in artikel 23, lid 1, e) en h), van de algemene verordening gegevensbescherming en op voorwaarde dat de toepassing van de in de artikelen 12 tot 22 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen nadelig is of kan zijn voor het onderzoek. § 2. Voor zover nodig kunnen de in artikel 11 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten bedoelde ambtenaren in de uitoefening van hun functie persoonsgegevens doorgeven aan de volgende instanties : 1° de hoven en rechtbanken ;2° de arbeidsauditoraten en de parketten ;3° de politiediensten ;4° de economische inspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ;5° de ondernemingsloketten erkend op grond van Hoofdstuk 3 van Titel 2 van Boek III van het Wetboek van economisch recht ; 6° de Algemene Directie Economische Inspectie van de federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie ; 7° de dienst binnen de federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie belast met het beheer van de Kruispuntbank van Ondernemingen ; 8° de curator aangeduid in geval van een faillissement. Onderafdeling 3. - Toepassing van de beperkingen op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap

Art. 13.§ 1. Voor de toepassing van de beperkingen voorzien bij de artikelen 4 tot 8 van deze verordening op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, wordt onder « per ordonnantie aangewezen diensten en ambtenaren » verstaan de in artikel 15 van diezelfde programmawet bedoelde ambtenaren.

De rechten en vrijheden van de betrokkenen kunnen slechts worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in het kader van het onderzoek naar en de vervolging van inbreuken op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap en de uitvoeringsbesluiten daarvan en binnen de grenzen voorzien door deze ordonnantie. De beperkingen zijn bedoeld om doelstellingen van groot economisch belang en controle te waarborgen, zoals uiteengezet in artikel 23, lid 1, e) en h), van de algemene verordening gegevensbescherming en op voorwaarde dat de toepassing van de in de artikelen 12 tot 22 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen nadelig is of kan zijn voor het onderzoek. § 2. Voor zover nodig kunnen de in artikel 15 van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap bedoelde ambtenaren in de uitoefening van hun functie persoonsgegevens doorgeven aan de volgende instanties : 1° de hoven en rechtbanken ;2° de arbeidsauditoraten en de parketten ;3° de politiediensten ;4° de economische inspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ;5° de ondernemingsloketten erkend op grond van Hoofdstuk 3 van Titel 2 van Boek III van het Wetboek van economisch recht ; 6° de Algemene Directie Economische Inspectie van de federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie ; 7° de dienst binnen de federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie belast met het beheer van de Kruispuntbank van Ondernemingen ; 8° de curator aangeduid in geval van een faillissement. Afdeling 2. - Bepalingen op het vlak van werkgelegenheid

Onderafdeling 1. - Toepassing van de beperkingen op de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen

Art. 14.§ 1. Voor de toepassing van de beperkingen voorzien in de artikelen 4 tot 8 van deze ordonnantie op de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen, wordt onder « per ordonnantie aangewezen diensten en ambtenaren » verstaan de ambtenaren bedoeld in artikel 2 van diezelfde ordonnantie.

De rechten en vrijheden van de betrokkenen kunnen slechts worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in het kader van de opdrachten en bevoegdheden van de in het eerste lid bedoelde ambtenaren die bij bovengenoemde ordonnantie van 30 april 2009 en de uitvoeringsbesluiten daarvan zijn toegekend, binnen de grenzen van huidige ordonnantie. De beperkingen zijn bedoeld om de controle-, inspectie- of reglementeringsopdracht verbonden aan de uitoefening van het openbaar gezag te waarborgen, zoals uiteengezet in artikel 23, lid 1, h), van de algemene verordening gegevensbescherming en op voorwaarde dat de toepassing van de in de artikelen 12 tot 22 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen nadelig is of kan zijn voor het onderzoek. § 2. Voor zover nodig kunnen de in artikel 2 van voormelde ordonnantie van 30 april 2009 bedoelde ambtenaren in de uitoefening van hun functie persoonsgegevens doorgeven aan de volgende instanties : 1° de hoven en rechtbanken ;2° de arbeidsauditoraten en de parketten ;3° de politiediensten ;4° de inspectiediensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn inzake werkgelegenheid ;5° de inspectiediensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn inzake werkgelegenheid ;6° de inspectiediensten van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd zijn inzake werkgelegenheid ;7° de inspectiediensten van de socialezekerheidsinstellingen ;8° de inspectiediensten van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ;9° de dienst van de administratieve geldboetes van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ;10° de diensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake werkgelegenheid ;11° de diensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake werkgelegenheid ;12° de diensten van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake werkgelegenheid ;13° de Algemene Directie Vreemdelingenzaken van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken ;14° de federale overheidsdienst Financiën.15° de ambtenaren die bij of krachtens andere wetgeving belast werden met de controle, voor zover deze gegevens voor hen van belang kunnen zijn bij de uitoefening van het toezicht waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Onderafdeling 2. - Wijzigingen aan de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen

Art. 15.In artikel 4, 2°, b) van de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen, gewijzigd bij de ordonnantie van 9 juli 2015, worden de woorden « en van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluiten » vervangen door de woorden « en van de geldende wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens ».

Art. 16.In artikel 4/2, § 2, 2° van dezelfde ordonnantie, ingevoegd bij de ordonnantie van 9 juli 2015, worden de woorden « Onverminderd de bepalingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluiten » vervangen door de woorden « Onverminderd de geldende wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens ».

Art. 17.In artikel 9/1, tweede lid, van dezelfde ordonnantie, ingevoegd bij de ordonnantie van 9 juli 2015, worden de woorden « en van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluiten » vervangen door de woorden « en van de geldende wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens ».

Art. 18.In artikel 18 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « en van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluiten » vervangen door de woorden « en van de geldende wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens ».

Onderafdeling 3. - Wijzigingen aan de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de ondersteuning van de « missions locales pour l'emploi « en de lokale werkwinkels

Art. 19.In artikel 7, § 3, van de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de ondersteuning van de « missions locales pour l'emploi » en de lokale werkwinkels, worden de woorden « Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluiten » vervangen door de woorden « Onverminderd de geldende wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens ».

Art. 20.In artikel 9 § 3, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluiten » vervangen door de woorden « Onverminderd de geldende wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens ».

Onderafdeling 4. - Wijzigingen aan de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Art. 21.In artikel 6 van de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt : « 4° de geldende wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens te eerbiedigen ; ». Afdeling 3. - Bepalingen op het vlak van toerisme

Onderafdeling 1. - Toepassing van de beperkingen op de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies

Art. 22.§ 1. Voor de toepassing van de in de artikelen 4 tot 8 van deze ordonnantie bedoelde beperkingen op de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies worden onder « per ordonnantie aangewezen diensten en ambtenaren » verstaan de in artikel 23, § 1, en 24 van diezelfde ordonnantie bedoelde ambtenaren.

De rechten en vrijheden van de betrokkenen kunnen slechts worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in het kader van het onderzoek naar en de vervolging van inbreuken op de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies en de uitvoeringsbesluiten daarvan en binnen de grenzen voorzien door deze ordonnantie. De beperkingen zijn bedoeld om belangrijke doelstellingen van economisch belang, bescherming van de consument en openbare veiligheid te waarborgen, zoals uiteengezet in artikel 23, lid 1, onder e) en h), van de algemene verordening gegevensbescherming en op voorwaarde dat de toepassing van de in de artikelen 12 tot 22 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen nadelig is of kan zijn voor het onderzoek. § 2. Voor zover nodig kunnen de personeelsleden die respectievelijk vermeld worden in artikel 23, § 1, en 24 van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies, in de uitoefening van hun functie persoonsgegevens doorgeven aan de volgende instanties : 1° de hoven en rechtbanken ;2° de arbeidsauditoraten en de parketten ;3° de economische inspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ;4° de inspectiediensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn inzake economie ;5° de inspectiediensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn inzake economie ;6° de gemeentelijke diensten bevoegd voor de stedenbouwkundige politie ;7° de curator aangeduid in geval van een faillissement ;8° de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ;9° de cel voor financiële informatieverwerking van de Federale overheidsdienst Financiën ;10° de federale overheidsdienst Financiën. Onderafdeling 2. - Toepassing van de beperkingen op de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de classificatie van de toeristische logiesvertrekkende inrichtingen per comfortniveau

Art. 23.§ 1. Voor de toepassing van de in de artikelen 4 tot 8 van deze ordonnantie bedoelde beperkingen op de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de classificatie van de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen per comfortniveau, worden onder « per ordonnantie aangewezen diensten en ambtenaren » verstaan de bij artikel 20, § 1, van diezelfde ordonnantie bedoelde ambtenaar.

De rechten en vrijheden van de betrokkenen kunnen slechts worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in het kader van het onderzoek naar en de vervolging van inbreuken op de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de classificatie van de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen per comfortniveau en de uitvoeringsbesluiten daarvan en binnen de grenzen voorzien door deze ordonnantie. De beperkingen zijn bedoeld om belangrijke doelstellingen van economisch belang en bescherming van de consument te waarborgen, zoals uiteengezet in artikel 23, lid 1, e) en h), van de algemene verordening gegevensbescherming en op voorwaarde dat de toepassing van de in de artikelen 12 tot 22 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen nadelig is of kan zijn voor het onderzoek. § 2. Voor zover nodig kan de ambtenaar beoogd bij artikel 20, § 1, van de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de classificatie van de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen per comfortniveau, in de uitoefening van zijn functie persoonsgegevens doorgeven aan de volgende instanties : 1° de hoven en rechtbanken ;2° de arbeidsauditoraten en de parketten ;3° de inspectiediensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn inzake economie ;4° de inspectiediensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn inzake economie ;5° de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ;6° de federale overheidsdienst Financiën. Afdeling 4. - Toepassing van de beperkingen op de ordonnantie van 8

oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie

Art. 24.§ 1. Voor de toepassing van de in de artikelen 4 tot 8 van deze ordonnantie bedoelde beperkingen op de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie, wordt onder « per ordonnantie aangewezen diensten en ambtenaren » verstaan de in artikel 5 van diezelfde ordonnantie bedoelde ambtenaar.

De rechten en vrijheden van de betrokkenen kunnen slechts worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in het kader van het onderzoek naar en de uitvoering van de opdrachten voorzien bij de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie en de uitvoeringsbesluiten daarvan en binnen de grenzen voorzien door deze ordonnantie. De beperkingen zijn bedoeld om doelstellingen van groot economisch, budgettair en fiscaal belang en controle te waarborgen, zoals uiteengezet in artikel 23, lid 1, e) en h), van de algemene verordening gegevensbescherming en op voorwaarde dat de toepassing van de in de artikelen 12 tot 22 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen nadelig is of kan zijn voor de bedoelde opdrachten. § 2. Voor zover nodig kan de ambtenaar bedoeld in artikel 5 van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie bij de uitoefening van zijn functie persoonsgegevens aan de volgende autoriteiten doorgeven : 1° de hoven en rechtbanken ;2° de arbeidsauditoraten en de parketten ;3° de inspectiediensten die het proces-verbaal hebben opgesteld dat heeft geleid tot een beslissing inzake een administratieve geldboete, te weten : a) de economische inspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ;b) de gewestelijke werkgelegenheidsinspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ;c) de inspectiediensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn inzake economie of werkgelegenheid ;d) de inspectiediensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn inzake economie of werkgelegenheid ;e) de inspectiediensten van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd zijn inzake economie of werkgelegenheid ;f) de inspectiediensten van de socialezekerheidsinstellingen ;g) de inspectiediensten van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ;h) de politiediensten ;4° de dienst van de administratieve geldboetes van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ;5° de diensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake economie en werkgelegenheid ;6° de diensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake economie en werkgelegenheid ;7° de diensten van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake economie en werkgelegenheid ;8° de Algemene Directie Vreemdelingenzaken van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken ;9° de curator aangeduid in geval van een faillissement ;10° de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ;11° de cel voor financiële informatieverwerking van de Federale overheidsdienst Financiën ;12° de federale overheidsdienst Financiën. Afdeling 5. - Toepassing van de beperkingen op de ordonnantie van 9

juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie

Art. 25.§ 1. Voor de toepassing van de in de artikelen 4 tot 8 van deze ordonnantie bedoelde beperkingen op de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie, worden onder « per ordonnantie aangewezen diensten en ambtenaren » verstaan de in artikel 10, § 3, van diezelfde ordonnantie bedoelde ambtenaren.

De rechten en vrijheden van de betrokkenen kunnen slechts worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten binnen de grenzen voorzien door de huidige ordonnantie en in het kader van de uitvoering van de volgende opdrachten van de ambtenaren beoogd bij het eerste lid : 1° de vervolging van inbreuken op de wetten en voorschriften zoals voorzien door de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie ;2° de invordering zoals voorzien in afdeling 5 van hoofdstuk 3 van diezelfde ordonnantie. De beperkingen zijn bedoeld om belangrijke doelstellingen van economisch, budgettair en fiscaal belang, sociale zekerheid en openbare veiligheid alsook controle te waarborgen, zoals uiteengezet in artikel 23, lid 1, c), e) en h), van de algemene verordening gegevensbescherming en op voorwaarde dat de toepassing van de in de artikelen 12 tot 22 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen nadelig is of kan zijn voor het algemeen belang. § 2. Voor zover nodig kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel 10, § 3, van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie, bij de uitoefening van hun functie persoonsgegevens aan de volgende autoriteiten doorgeven : 1° de hoven en rechtbanken ;2° de arbeidsauditoraten en de parketten ;3° de inspectiediensten die het proces-verbaal hebben opgesteld dat heeft geleid tot een beslissing inzake een administratieve geldboete, te weten : a) de economische inspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ;b) de gewestelijke werkgelegenheidsinspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ;c) de inspectiediensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn inzake economie of werkgelegenheid ;d) de inspectiediensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn inzake economie of werkgelegenheid ;e) de inspectiediensten van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd zijn inzake economie of werkgelegenheid ;f) de inspectiediensten van de socialezekerheidsinstellingen ;g) de inspectiediensten van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ;h) de politiediensten ;4° de dienst van de administratieve geldboetes van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ;5° de diensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake economie en werkgelegenheid ;6° de diensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake economie en werkgelegenheid ;7° de diensten van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake economie en werkgelegenheid ;8° de Algemene Directie Vreemdelingenzaken van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken ;9° de curator aangeduid in geval van een faillissement ;10° de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ;11° de cel voor financiële informatieverwerking van de Federale overheidsdienst Financiën ;12° de federale overheidsdienst Financiën. Afdeling 6. - Bepalingen op het vlak van landbouwbeleid

Onderafdeling 1. - Toepassing van de beperkingen op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten

Art. 26.§ 1. Voor de toepassing van de beperkingen bedoeld in de artikelen 4 tot 8 van deze verordening op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten, wordt onder « per ordonnantie aangewezen diensten en ambtenaren » verstaan « de verbaliserende ambtenaar » en « de door de Koning aangewezen ambtenaar », bedoeld in artikel 8 van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten.

De rechten en vrijheden van de betrokkenen kunnen slechts worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in het kader van het onderzoek naar en de vervolging van inbreuken op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten en de uitvoeringsbesluiten daarvan en binnen de door de huidige ordonnantie bepaalde grenzen, in toepassing van de vrijwaring van de belangen op fiscaal en volksgezondheidsvlak zoals voorzien bij artikel 23, lid 1, e) en h), van de algemene verordening gegevensbescherming en op voorwaarde dat de toepassing van de in de artikelen 12 tot 22 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen het onderzoek schaadt of kan schaden. § 2. Voor zover nodig kunnen de verbaliserende ambtenaar en de door de Koning aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 8 van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten in de uitoefening van hun functie persoonsgegevens doorgeven aan de volgende instanties : 1° de hoven en rechtbanken ;2° de arbeidsauditoraten en de parketten ;3° de inspectiediensten die het proces-verbaal hebben opgesteld dat heeft geleid tot een beslissing inzake een administratieve geldboete, te weten : a) de economische inspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ;b) de politiediensten ;4° de diensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake Landbouw ;5° de diensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake Landbouw ;6° de curator aangeduid in geval van een faillissement ;7° de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ;8° de cel voor financiële informatieverwerking van de Federale overheidsdienst Financiën ;9° de federale overheidsdienst Financiën. Onderafdeling 2. - Toepassing van de beperkingen op de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de co-existentie van genetisch gemodificeerde teelten met gangbare en biologische teelten

Art. 27.§ 1. Voor de toepassing van de beperkingen als bedoeld in de artikelen 4 tot 8 van deze verordening op de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de co-existentie van genetisch gemodificeerde teelten met gangbare en biologische teelten, wordt verstaan onder « per ordonnantie aangewezen diensten en ambtenaren », « de door de Regering aangestelde, en door haar gemachtigde ambtenaren om toezicht en controle uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen » als bedoeld in artikel 6 en « de daartoe door de Regering aangewezen ambtenaar » als bedoeld in artikel 9, § 4, eerste lid, van de ordonnantie van 3 april 2014 van 3 april 2014 betreffende de co-existentie van genetisch gemodificeerde teelten met gangbare en biologische teelten.

De rechten en vrijheden van de betrokkenen kunnen slechts worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten in het kader van het onderzoek naar en de vervolging van inbreuken op de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de co-existentie van genetisch gemodificeerde teelten met gangbare en biologische teelten en de uitvoeringsbesluiten daarvan en binnen de door de huidige ordonnantie bepaalde grenzen, in toepassing van de vrijwaring van de belangen op fiscaal en volksgezondheidsvlak zoals voorzien bij artikel 23, lid 1, e) en h), van de algemene verordening gegevensbescherming en op voorwaarde dat de toepassing van de in de artikelen 12 tot 22 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen het onderzoek schaadt of kan schaden. § 2. Voor zover nodig kunnen de bij paragraaf 1 aangewezen diensten en ambtenaren in de uitoefening van hun functie persoonsgegevens doorgeven aan de volgende instanties : 1° de hoven en rechtbanken ;2° de arbeidsauditoraten en de parketten ;3° de inspectiediensten die het proces-verbaal hebben opgesteld dat heeft geleid tot een beslissing inzake een administratieve geldboete, te weten : a) de economische inspectie van het Gewestelijke overheidsdienst Brussel ;b) de politiediensten ;4° de diensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake Landbouw ;5° de diensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake Landbouw ;6° de curator aangeduid in geval van een faillissement ;7° de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit ;8° de cel voor financiële informatieverwerking van de Federale overheidsdienst Financiën ;9° de federale overheidsdienst Financiën. HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van Actiris

Art. 28.Artikel 4 van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van Actiris, laatst gewijzigd bij de ordonnantie van 8 december 2016, wordt aangevuld met een lid, luidende : « Actiris ziet erop toe dat de verwerking van persoonsgegevens verbonden met haar opdrachten conform is met de geldende wetgeving betreffende de bescherming van de persoonlijke levensfeer. ».

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 29 oktober 2020.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2019-2020 A-193/1 Ontwerp van ordonnantie Gewone zitting 2020-2021 A-193/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 16 oktober 2020.

^