Etaamb.openjustice.be
Beschikking
gepubliceerd op 04 januari 2018

Reglement betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven De Raad van Bestuur, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende d Gelet op de ordonnantie van 18 mei 2017 houdende de oprichting van het Brussels Agentschap voor de (...)

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017041024
pub.
04/01/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Reglement betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven De Raad van Bestuur, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, artikel 11;

Gelet op de ordonnantie van 18 mei 2017 houdende de oprichting van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven;

Gelet op het protocol van Sectorcomité XV nr. 2017/25 van 14 december 2017;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personen bij de diensten van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven, het Agentschap genoemd, overeenkomstig de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Wanneer een verwijzing wordt gemaakt naar het statuut, dient hieronder te worden begrepen het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven.

Art. 2.Op grond van een beslissing van de Raad van Bestuur kunnen, bij arbeidsovereenkomst, personen in dienst worden genomen om uitsluitend : 1. aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen, hetzij voor in de tijd beperkte acties, hetzij voor een buitengewone toename van het werk;2. personeelsleden te vervangen bij gehele of gedeeltelijke afwezigheid, ongeacht of ze in dienstactiviteit zijn of niet, wanneer de duur van die afwezigheid tot vervanging noopt;3. bijkomende of specifieke taken te vervullen;4. te voorzien in de toekenning van mandaatfuncties in navolging van boek IV van het statuut;5. jonge werkzoekenden toe te staan om hun intrede te maken op de arbeidsmarkt, in het kader van federale of gewestelijke maatregelen die hun tewerkstelling beogen.

Art. 3.Elke arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan.

In de arbeidsovereenkomst wordt de plaats vermeld waar de werkzaamheden worden verricht.

Elke wijziging van de plaats van tewerkstelling geeft aanleiding tot een bijlage bij de arbeidsovereenkomst.

De arbeidsovereenkomsten worden ondertekend door de directeur-generaal.

Art. 4.De rechten en plichten bepaald in hoofdstuk II van titel II van Boek I van het statuut zijn op de contractuele personeelsleden van toepassing. HOOFDSTUK II. - Indienstneming Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 5.Om bij arbeidsovereenkomst in dienst te worden genomen is het vereist om aan volgende voorwaarden te voldoen : 1. de burgerlijke en politieke rechten niet ontnomen zijn;2. de medische geschiktheid bezitten om de functie uit te oefenen, indien de aard van de functie dit vereist;3. houder zijn van een diploma of getuigschrift dat overeenstemt met het niveau van de te verlenen graad onder dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn voor de ambtenaren krachtens het statuut;4. een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de vereisten aangaande de te verlenen betrekking;5. over een professionele ervaring beschikken van drie jaar voor een functie van rang 2 en zes jaar voor een functie van rang 3.Deze ervaring dient equivalent te zijn aan het niveau van de vacante functie; 6. te slagen in de selectie zoals bepaald in artikel 9. Het eerste lid, 6., is niet van toepassing op de personen die reeds aangeworven zijn aan de hand van een arbeidsovereenkomst of een contract voor beroepsaanpassing voor eenzelfde of een equivalente functie, bij verlenging van de arbeidsovereenkomst of wijziging van de arbeidsovereenkomst.

Het eerste lid, 3. en 6., is ook niet van toepassing op personeelsleden aangeworven in januari 2018 en die voorheen, in dezelfde graad, contractuele personeelsleden waren van de directie BIE van de GOB of van de vzw's Impulse en Atrium.

Art. 6.De in artikel 2, 2. en 5. bedoelde contractuele personeelsleden worden in dienst genomen in een graad van rang 1.

Art. 7.De contractuele personeelsleden die een vervangingsopdracht vervullen treden in dienst voor een periode die niet langer mag zijn dan de duur van de vervanging.

Art. 8.De bijkomende en specifieke taken stemmen overeen met de functies : 1. in verband met informaticaberoepen;2. van niveau A en B, die niet permanent zijn, en die een specifieke kwalificatie vereisen, zoals bepaald door de Raad van Bestuur;3. van economische en handelsattaché;4. in verband met het lokale personeel verbonden aan het netwerk van economische en handelsattachés;5. waarvoor de loonsom afhankelijk is van een specifieke toelage. Afdeling 2. - Indienstnemings-procedure

Art. 9.§ 1. De dienst die instaat voor het beheer van de menselijke middelen, afgekort HRM, maakt de algemene functiebeschrijvingen.

De contractuele werkaanbiedingen moeten ten minste worden gepubliceerd op de gewestelijke website waarop de werkaanbiedingen verspreid worden, op website van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling en op die van het Agentschap. § 2. Het HRM verifieert de overeenstemming van de kandidatuur met de voorwaarden voor deelname aan de selectie en de functiebeschrijving.

De in aanmerking genomen kandidaten worden uitgenodigd voor de selectie. § 3. De totale selectie wordt georganiseerd door het HRM en bestaat uit minstens een anonieme schriftelijke of gestandaardiseerde proef en een of meer andere schriftelijke of mondelinge proeven.

De anonieme proef is een eliminatieproef. Het HRM kan voor de afwikkeling ervan beslissen dat het slagen voor deze proef met 50% van de punten kan worden vervangen door de selectie van een door haar bepaald aantal best gerangschikte kandidaten voor de volgende proeven.

De kandidaten worden daarvan op de hoogte gebracht.

Een minimum van 50% van de punten behalen is vereist voor elke proef.

Worden geslaagd verklaard, de kandidaten die in totaal minstens 60% van de punten behaalden voor de proeven.

De jury voor de proeven is samengesteld uit een lid van de dienst van het HRM en twee bijzitters aangesteld door de Raad van Bestuur, waarvan de ene gekozen wordt uit het personeel van een verantwoordelijkheidsniveau dat minstens gelijkwaardig is aan dat van de in te vullen functie, en de andere een persoon is van buiten het Agentschap, die gekwalificeerd is om te oordelen over de vaardigheden en kennis van de kandidaten ten opzichte van degene vereist door de functiebeschrijving.

De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen.

De proeven dienen om de volgende vereisten te evalueren : 1. de motivatie om de functie te bekleden, 2.de technische vaardigheden, 3. de essentiële specifieke vaardigheden. Na de proeven worden de kandidaten gerangschikt en in dienst genomen in volgorde van hun rangschikking. De Raad van Bestuur kan beslissen tot de samenstelling van een wervingsreserve, waarvan hij de geldigheidsduur vaststelt. § 4. In afwijking van paragraaf 3 bestaat de eerste proef ambtshalve uit een beoordeling van de vaardigheden die wordt uitgevoerd door de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling voor de categorie van contractuelen bedoeld in het artikel 2, 5°. § 5. De bepalingen van het statuut betreffende de inschakeling van personen met een handicap worden mutatis mutandis van toepassing op de contractuele indienstneming. HOOFDSTUK III. - Arbeidsregeling en verloven Afdeling 1. - Arbeidsregeling

Art. 10.De arbeidstijd en de arbeidsregeling zijn dezelfde voor het contractueel personeel als voor het statutair personeel.

Art. 11.Het contractuele personeelslid met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of van een bepaalde duur van minstens twee jaar wordt geëvalueerd.

De evaluatie heeft tot doel het werk van het contractuele personeelslid in de functie die hij vervult, aan de hand van de functiebeschrijving ervan, doorlopend te beoordelen.

De evaluatie van het contractuele personeelslid vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in titel VI van het statuut.

In geval van bevestiging van de verklaring van definitieve beroepsongeschiktheid door de gewestelijke kamer van beroep, of indien het contractuele personeelslid tegen de verklaring van beroepsongeschiktheid niet in beroep is gegaan, wordt het contractuele personeelslid door de directeur-generaal ontslagen, volgens de gebruikelijke wijzen van het arbeidsrecht.

Art. 12.De statutaire bepalingen inzake onverenigbaarheden en cumulatie van activiteiten zijn op de contractuele personeelsleden van toepassing.

Art. 13.De statutaire bepalingen inzake vrijwillige mutatie zijn op de contractuele personeelsleden van toepassing. Afdeling 2. - Verloven

Art. 14.De contractuele personeelsleden genieten dezelfde verloven als degene bepaald in de hoofdstukken III, V en VIII van titel VII van Boek I van het statuut, uitgezonderd de halftijdse vervroegde uittreding, voor zover deze regeling gunstiger is dan die bepaald bij de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten en de bijzondere wetten.

De verloven vermeld in de voorgaande leden worden toegekend volgens de op het statutair personeel van toepassing zijnde regels.

Ze kunnen het voorwerp uitmaken van een beroep, overeenkomstig hoofdstuk IX van titel VII van Boek I van het statuut.

Art. 15.De contractuele personeelsleden mogen niet afwezig zijn indien zij geen verlof of dienstvrijstelling hebben gekregen volgens de voor de ambtenaren bestaande regeling.

Art. 16.Onverminderd de op hen van toepassing zijnde regels zoals deze gelden in de privésector, vallen wegens ziekte afwezige contractuele personeelsleden onder het medisch toezicht van de door de Raad van Bestuur daartoe aangestelde medische controledienst volgens de voor de ambtenaren bestaande regeling.

De regelgeving van het Bestuur van de medische expertise van de Staat is op hen van toepassing voor wat betreft de arbeidsongevallen en beroepsziekten. Afdeling 3. - Vorming

Art. 17.De statutaire bepalingen inzake vorming zijn op de contractuele personeelsleden van toepassing. Afdeling 4. - Telewerk

Art. 18.De statutaire bepalingen inzake telewerk zijn op de contractuele personeelsleden van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Bezoldigings-regeling

Art. 19.Bij hun aanwerving ontvangen de contractuele personeelsleden een bezoldiging die overeenstemt met de wedde die met de graad en de eerste schaal van een ambtenaar verbonden is voor dezelfde of een analoge functie alsmede de daarmee gepaard gaande tussentijdse verhogingen.

Art. 20.De contractuele personeelsleden genieten het voordeel van de bepalingen betreffende de functionele loopbaan zoals voorzien in hoofdstuk III van titel IV van Boek I van het statuut.

De vereiste anciënniteiten voor de toepassing van de in het eerste lid voorziene bepalingen beginnen slechts te lopen op de datum van inwerkingtreding van dit reglement, ook voor het personeel dat over een aan het Agentschap overgedragen arbeidsovereenkomst beschikt.

Art. 21.De contractuele personeelsleden genieten op dezelfde wijze als de ambtenaren van het Agentschap : a) een gewaarborgd minimuminkomen;b) een haard- of standplaatstoelage;c) vakantiegeld;d) een eindejaarstoelage;e) dezelfde toelagen en vergoedingen als degene voor dezelfde of een gelijkwaardige functie;f) een aanvullende vergoeding voor begrafeniskosten op voorwaarde dat het totaal van de ingevolge de van toepassing zijnde regeling uitgekeerde vergoedingen in de privésector niet meer bedraagt dan het bedrag dat verschuldigd is voor ambtenaren.

Art. 22.De geldelijke anciënniteit wordt berekend volgens de voor de ambtenaren bestaande regeling.

De periodes van niet gewaarborgd inkomen, met uitzondering van het moederschapsverlof en de periodes van moederschapsbescherming bedoeld in de artikelen 41bis, 42, § 1, 43, § 1 en 43bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten en met uitzondering van de periodes met verminderde prestaties om medische redenen, worden niet in aanmerking genomen voor de tussentijdse verhogingen of om een hogere weddenschaal te bekomen.

De periode tijdens dewelke het personeelslid een evaluatie met vermelding "onder voorbehoud" of "onvoldoende" heeft gekregen, wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de anciënniteit die nodig is om een hogere weddenschaal te bekomen in de functionele loopbaan.

Art. 23.De geldelijke anciënniteit van een personeelslid kan nooit meer bedragen dan de reële duur van de werkelijk gepresteerde diensten.

Art. 24.Bij deeltijdse arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden worden naar rata van de deeltijdse prestaties bezoldigd. HOOFDSTUK V. - De evolutie van de functie

Art. 25.Voor de toepassing van de artikelen 68 tot 91 van het statuut, is het de contractuele personeelsleden toegelaten hun kandidatuur in te dienen onder dezelfde voorwaarden als degene voorzien voor de ambtenaren.

Echter : - wordt de administratieve positie waarin de ambtenaar zijn bevorderingstitels kan laten gelden, voor het contractuele personeelslid, begrepen overeenkomstig artikel 22, tweede lid; - wordt de afwezigheid van een tuchtstraf, voor het contractuele personeelslid, begrepen als de afwezigheid van een verslag en een voorstel tot ontslag jegens hem, overeenkomstig artikel 26.

Het geselecteerde contractuele personeelslid ondertekent een aanhangsel bij zijn arbeidsovereenkomst en beschikt over aan zijn nieuwe functie verbonden prerogatieven. HOOFDSTUK VI. - Specifieke bepalingen voor economische en handelsattaches

Art. 26.§ 1. Er wordt een modelovereenkomst voor indienstneming van economische en handelsattachés opgesteld. Deze modelovereenkomst regelt de diverse aspecten van de functie van economisch en handelsattaché. § 2. Het artikel 3, tweede lid, is niet van toepassing op de arbeidsovereenkomst voor economische en handelsattachés. De wijziging van de plaats van uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de economische en handelsattaché wordt geregeld door specifieke clausules in de modelovereenkomst, voorzien in § 1. De wijziging van de plaats van uitvoering van de arbeidsovereenkomst geeft geen aanleiding tot de opmaak van een bijlage bij de overeenkomst.

Art. 27.In afwijking van het artikel 186 van het statuut hebben de economische en handelsattachés, alsook de invest-deskundige, eveneens recht op de Belgische en plaatselijke wettelijke feestdagen, naar rato van maximaal elf dagen per jaar.

Die dagen dienen tijdens het lopende jaar te worden genomen. Als de indienstneming of het einde van de arbeidsovereenkomst tijdens het jaar plaatsheeft, wordt het verlof ingekort naar verhouding met de gepresteerde maanden.

Art. 28.Aan de economische en handelsattachés wordt een postvergoeding toegekend ter compensatie van de kosten verbonden aan de uitoefening van hun opdracht in het land waar zij die vervullen.

De postvergoeding is als volgt samengesteld : - een basisvergoeding; - een verwijderingsvergoeding; - een hardship-vergoeding.

Elke vergoeding wordt berekend overeenkomstig de regels voor de vergoedingen opgenomen in de modelovereenkomst voor economische en handelsattachés. HOOFDSTUK VII. - De ontbinding van de arbeidsovereenkomst

Art. 29.Indien professionele tekortkomingen of diverse gebreken, buiten het geval van dringende redenen of een verklaring van definitieve beroepsongeschiktheid bedoeld in artikel 11, lid 4, worden vastgesteld die een ontslag verantwoorden, stelt de hiërarchische meerdere een omstandig verslag op waarin deze worden opgenomen.

De hiërarchische meerdere hoort en licht het contractueel personeelslid in omtrent het verslag en het voorstel tot ontslag. Het personeelslid kan zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.

Art. 30.Het verslag en het voorstel tot ontslag worden verzonden aan de directeur-generaal of zijn afgevaardigde en betekend aan het contractuele personeelslid per aangetekend schrijven.

Art. 31.Het contractuele personeelslid wordt gehoord door de directeur-generaal of zijn afgevaardigde, ten vroegste vijftien dagen na ontvangst van het verslag en het voorstel bedoeld in artikel 26.

Het personeelslid kan zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.

Art. 32.De directeur-generaal beslist over het eventuele ontslag.

Art. 33.De beslissing tot ontslag wordt per aangetekend schrijven betekend aan het contractuele personeelslid. HOOFDSTUK VIII. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 34.Dit reglement is van toepassing onverminderd de bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014392 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 augustus 2017 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/12/2017 pub. 01/02/2018 numac 2018010396 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende toevoeging van het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven in het toepassingsgebied van diverse reglementeringen die gelden voor het gewestelijk openbaar ambt sluiten houdende overdracht van personeel van de GOB naar het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven en van de collectieve arbeidsovereenkomsten tot organisatie van de overdracht van het personeel van de vzw's Atrium en Impulse naar het Agentschap in toepassing van de collectieve overeenkomst 32bis van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 35.Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2018.

De directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal worden belast met de uitvoering ervan.

Brussel, 21 december 2017.

^