BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Afwijking op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud Betreft: Afwijking op de artikelen 27, § 1, 7° en 10°, 68, § 1, 1°, 6° en 9° en 88, § 1, 1° van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hierna « de ordonnantie » genoemd) voor het vangen van vleermuizen voor de follow-up van de monitoring van deze soorten in het Zoniënwoud van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

AANHEF : Overwegende de aanvraag van 18 juli 2019, waarbij Natuurpunt Studie vzw, waarvan de hoofdzetel gelegen is in de Michiel Coxiestraat 11, 2800 Mechelen, rechtspersoonnummer 0408.032.874 en hier vertegenwoordigd door dhr. Marc Herremans, een afwijking vraagt om vleermuizen te vangen;

Gelet op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud, meer in het bijzonder haar artikelen 27, § 1, 7° en 10°, 38, 68, § 1, 1°, 6° en 9°, 83, § 1, 84, 85 en 88, § 1,1;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 april 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 14/04/2016 pub. 13/05/2016 numac 2016031309 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000001 : « Het Zoniënwoud met bosranden en aangrenzende beboste domeinen en de vallei van de Woluwe - complex Zoniënwoud - Vallei van de Woluwe » sluiten tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000001: "Het Zoniënwoud met bosranden en aangrenzende beboste domeinen en de vallei van de Woluwe - complex Zoniënwoud - Vallei van de Woluwe" Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 oktober 2018 betreffende een toezichtsschema voor de monitoring van de staat van de natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;

Gelet op het gunstig advies onder voorwaarden van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 26 juli 2019;

Overwegende dat er geen andere toereikende oplossing bestaat dan het vangen van vleermuizen in actie met behulp van netten voor de verplichte follow-up van de Natura 2000-soorten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aangezien de gebruikelijke opsporingsmiddelen (ultrasoondetector) onvoldoende of helemaal niet efficiënt zijn voor bepaalde soorten, waaronder bijvoorbeeld de Bechsteins vleermuis (Myotis bechsteinii) die een soort is van bijlage IV a) van de Habitatrichtlijn, bijlage II van de Conventie van Bern en bijlage II.2 van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud;

Overwegende dat deze vangsten zullen toelaten de follow-up voort te zetten van soorten van vleermuizen en zoveel mogelijk gegevens te verzamelen over de aanwezige soorten, hun verspreiding, schuilplaatsen en een betere kennis van de jacht- en transitzones, de plaats van voortplantingssites, de verschillende schuilplaatsen en de vliegroutes;

Overwegende dat het vangen van vleermuizen bovendien toelaat het geslacht, de leeftijd en de voortplantingsstatus te bepalen, en dat in het bijzonder voor de zeldzame soorten de plaatsing van een ultralichte zender vervolgens zal toelaten het specimen via telemetrie te volgen tot aan de schuilplaats;

Overwegende dat er geen andere toereikende oplossing bestaat dan het toelaten van het houden van dode specimens met het oog op een eventuele epidemiologische follow-up;

Overwegende dat de maatregel direct noch indirect nadelig is voor het behoud of herstel in een gunstige staat van instandhouding van de populaties van de betrokken soorten in hun natuurlijk verspreidingsgebied, dat de integriteit van de Natura 2000-gebieden niet dreigt te worden aangetast, aangezien de gevangen specimens ter plaatse zullen worden vrijgelaten en geen enkel individu opzettelijk zal worden gedood op om het even welke manier; dat bovendien de manipulatie exclusief zal worden uitgevoerd door deskundige personen die worden vermeld in deze beslissing en die een gepaste opleiding hebben gevolgd en gevaccineerd zijn tegen hondsdolheid;

Overwegende dat deze aanvraag voor afwijking op de verbodsbepalingen beoogd in artikel 27, § 1, 7° en 10°, 68, § 1, 1°, 6° en 9° en 88, § 1, 1° beantwoordt aan de motieven van de bescherming van wilde diersoorten en van de instandhouding van natuurlijke habitats en ten behoeve van onderzoek en onderwijs in de zin van artikel 83, § 1, 3° en 5° ;

BESLISSING: Leefmilieu Brussel-BIM keurt de volgende afwijkingen goed, mits de onderstaande voorwaarden in acht worden genomen: - Artikel 27, § 1, 7° : opzettelijk verstoren van de wilde diersoorten, meer bepaald in de voortplantingsperiode, de periode waarin de jongen afhankelijk zijn, de overwinterings- of trekperiode en ze vangen; - Artikel 27, § 1, 10° : afwijken van de wegen en paden geopend voor het publiek; - Artikel 68, § 1, 1° : specimens van de betrokken soorten vangen of proberen te vangen, ongeacht de methode die daarvoor gebruikt wordt; - Artikel 68, § 1, 6° : ze opzettelijk of doelbewust verstoren, vooral tijdens de voortplantingsperiode, de periode waarin de jongen afhankelijk zijn, de overwinterings- en trekperiode; - Artikel 88, § 1, 1° : het gebruik van de middelen voor het vangen en doden die in bijlage VI zijn opgesomd;

Deze beslissing is individueel, persoonlijk en niet-overdraagbaar.

Deze beslissing moet tijdens elke controle kunnen worden voorgelegd.

Voorwaarden: Betrokken dieren en/of planten: alle soorten van vleermuizen (Chiroptera sp.) Periode waarvoor de afwijking wordt toegestaan : van 20 september tot 20 oktober 2019 Plaats waar de afwijking kan worden uitgeoefend: heel het Brusselse Zoniënwoud, met inbegrip van de natuur- en bosreservaten.

Personen die bevoegd zijn om deze afwijking uit te voeren : - Daan Dekeukeleire ; - René Janssen ; - Kris Boers ; - Wout Willems ; - Hans Roosen ;

Deze personen mogen vergezeld zijn van personen die reeds beschikken over een afwijking voor hetzelfde voorwerp, nl.: - Alex Lefèvre ; - Ben Van der Wijden ; - Cécile Herr ; - Dido Gosse ; - Guy Rotsaert ; - Patrick Vanden Borre ; - Pierrette Nyssen ; - Sven Verkem ;

Middelen, installaties en methodes die kunnen worden gebruikt: netten aangepast aan handvleugeligen, harptrap, lokken met geluid.

De begunstigden van de afwijking moeten contact opnemen met de beheerder van de betrokken terreinen alvorens de netten te plaatsen.

We merken op dat het plaatsen van netten in parken en bossen die door Leefmilieu Brussel worden beheerd een bijzondere toestemming vereist voor het verkeer op de betrokken sites.

Bijzondere voorwaarden: - De dieren zullen worden gevangen met aangepaste netten en harptraps. - De dieren zullen onmiddellijk worden vrijgelaten na identificatie en andere protocollaire maatregelen. - Indien ondanks alle genomen voorzorgsmaatregelen een dier wordt gedood, moet Leefmilieu Brussel op de hoogte worden gebracht; anderzijds moet het dode dier snel naar Sciensano (het voormalige Pasteurinstituut), Engelandstraat 642 in Ukkel worden gebracht voor epidemiologische follow-up, conform de wetgeving betreffende de dierenkadavers en de verwijdering ervan. - Bij het afwijken van de wegen en paden geopend voor het publiek in natuur en bosreservaten zal er nauwlettend worden op toegezien elke vorm van schade aan de vegetatie tot een strikt minimum te beperken. - Deze afwijking is enkel geldig op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de betrokken personen wordt gevraagd zo snel mogelijk de nodige stappen te ondernemen om alle nodige toelatingen te bekomen voor het vangen en de eventuele follow-up in de delen van het Zoniënwoud die zich in de 2 andere Gewesten bevinden.

Bestemming van de gevangen dieren of hun eventueel stoffelijk overschot : - De gevangen specimens worden ter plaatse vrijgelaten. - De dieren die per ongeluk worden gedood in het kader van deze afwijking worden snel aan Sciensano (voormalig Pasteurinstituut) bezorgd conform de van kracht zijnde wetgeving betreffende de dierenkadavers en de verwijdering ervan.

Voorwaarden om een eventueel risico te beperken : nihil.

Instantie die bevoegd is om te verklaren dat aan de vereiste voorwaarden werd voldaan: Leefmilieu Brussel CONTROLE: Leefmilieu Brussel is bevoegd om de naleving van de voorwaarden van deze afwijking te controleren en te bepalen of aan alle vereiste voorwaarden voldaan is.

De begunstigde van de afwijking dient bij Leefmilieu Brussel een verslag in over de uitvoering van deze afwijking en dat binnen een termijn van 3 maanden, te tellen vanaf de volledige uitvoering van de toegestane afwijking. Dit verslag in Excel-bestand moet de getelde soorten, het exacte aantal of een raming van de hoeveelheid, de datum en de plaats van hun observatie zo nauwkeurig mogelijk vermelden (Lambertcoördinaten 1972).

Beroep: Bij betwisting van deze beslissing kan beroep worden aangetekend bij het Milieucollege, C.C.N. - Kunstberg 10-13, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 89, § 1 van de ordonnantie. U beschikt over een termijn van 30 dagen, te tellen vanaf deze kennisgeving, om via aangetekend schrijven beroep aan te tekenen.

Opgemaakt te Brussel op 20 augustus 2019.

B. DEWULF, F. FONTAINE, Adjunct-Directrice-generaal Directeur-generaal .