Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 maart 1998
gepubliceerd op 20 mei 1998

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 25 juli 1991 tot toekenning van een premie voor tweetaligheid aan het personeel dat werkzaam is bij sommige instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1998031211
pub.
20/05/1998
prom.
19/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/19/1998031211/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 MAART 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 25 juli 1991 tot toekenning van een premie voor tweetaligheid aan het personeel dat werkzaam is bij sommige instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 4, eerste lid;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 25 juli 1991 tot toekenning van een premie voor tweetaligheid aan het personeel dat werkzaam is bij sommige instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 november 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister bevoegd voor begroting, gegeven op 18 december 1997;

Gelet op het protocol nr 97/31 van 12 januari 1998 van Sectorcomité XV;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de omstandigheid dat de Regering op 20 november 1997 heeft beslist eenzelfde premie toe te kennen voor eenzelfde kennis en gebruik van de tweede landstaal, zowel bij de plaatselijke besturen gevestigd in Brussel-Hoofdstad als bij de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; dat deze beslissing zo snel mogelijk moet kunnen worden uitgevoerd in het raam van het beleid van taalhoffelijkheid in het Brussels Gewest, alsmede in het belang van de goede werking van de Brusselse instellingen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 20 februari 1998, met toepassing van artikel 84, § 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, Besluit :

Artikel 1.Artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 25 juli 1991 tot toekenning van een premie voor tweetaligheid aan het personeel dat werkzaam is bij sommige instellingen van openbaar nut wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 2.Een premie voor tweetaligheid wordt toegekend aan de personeelsleden die voor een examencommissie samengesteld door de Vaste Wervingssecretaris het bewijs hebben geleverd dat zij : 1° hetzij een mondelinge kennis hebben van de tweede taal overeenstemmend met het niveau van hun graad; Deze mondelinge kennis wordt bepaald bij het artikel 9, § 1 van het koninklijk besluit van 30 november 1966 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966. 2° hetzij een schriftelijke en mondelinge kennis hebben van de tweede taal overeenstemmend met het niveau van hun graad, zoals bepaald voor de ambtenaren van de plaatselijke besturen gevestigd in Brussel-Hoofdstad.» Deze schriftelijke en mondelinge kennis wordt bepaald bij het koninklijk besluit van 30 november 1966 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid : a) de artikelen 8 en 9, § 1 voor de personeelsleden van de niveau's 2+, 2, 3 en 4 en de wervingsgraden van het niveau 1;b) de artikelen 11 en 9, § 1 voor de personeelsleden van de bevorderingsgraden van het niveau 1.

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art. 3, § 1. Het jaarbedrag van de tweetaligheidspremie bedoeld in artikel 2, 1° wordt vastgesteld op : 24.000 BF voor het personeel van niveau 1; 18.000 BF voor het personeel van niveau 2+ en 2; 12.000 BF voor het personeel van niveau 3 en 4. § 2. Het jaarbedrag van de tweetaligheidspremie bedoeld in artikel 2, 2° wordt vastgesteld op viermaal het jaarlijkse beloop der gemiddelde weddeverhoging van de schaal verbonden aan de graad van het personeelslid. Het jaarlijkse beloop der gemiddelde weddeverhoging van de weddeschaal verbonden aan de graad van het personeelslid wordt bepaald door het verschil tussen het maximum en het minimum van de basisweddeschaal, gedeeld door het aantal jaren dat vereist is voor de toekenning van de maximumwedde. »

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De tweetaligheidspremies worden maandelijks en samen met de wedde vereffend. Zij zijn gebonden aan de schommelingen van de spilindex 138,01. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking op 1 april 1998.

Art. 5.De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 maart 1998.

De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE De Minister van Ambtenarenzaken, Buitenlandse Handel, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP

^