4 JUNI 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Brusselse Hoofdstedelijk Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 8, eerste lid;

Gelet op de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 19 februari 1998;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 augustus 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 4 november 1997;

Gelet op de beraadslaging van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 5 maart 1998, betreffende de aanvraag om advies binnen één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 april 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Economie, Besluit :

Artikel 1.Worden uitgesloten van de toepassing van de tegemoetkomingen voorzien in de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ondernemingen waarvan de activiteiten, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgevoerd, behoren tot de volgende domeinen : 1° de productie en distributie van energie en water;2° het luchtvervoer;3° de financiële sector zoals de kredietinstellingen en de financiële instellingen, de sector van het verzekeringswezen, van onroerende goederen evenals de hulpbedrijven of bemiddelingsbedrijven van deze sectoren, met uitzondering van de aan een industriële, handels- of dienstenonderneming verbonden immobiliën- of patrimoniummaatschappij;4° de drankgelegenheden, de kantines en het logies, met uitzondering van hotels;5° het onderwijs, de opleiding en de vorming;6° de gezondheid en gezondheidszorg (met inbegrip van de laboratoria voor medische analyse en veterinaire diensten) en de maatschappelijke dienstverlening, met uitzondering van de industriële activiteiten uitgevoerd door beschermde werkplaatsen, ondernemingen met aangepast werk of sociale economie-ondernemingen, zoals bijvoorbeeld op het vlak van de recuperatie en het sorteren van recycleerbaar afval;7° de culturele, sportieve en recreatieve activiteiten, met uitzondering van de activiteiten met een hoofdzakelijk commerciële finaliteit;8° de vakbonden van werkgevers, arbeiders of bedienden, de professionele en interprofessionele verenigingen, groeperingen en organisaties;9° de vrije beroepen zoals geneesheren, apothekers, tandartsen, paramedische beroepen, veeartsen, advocaten, notarissen, boekhouders, accountants, bedrijfsrevisoren, architecten, landmeters, gerechtsdeurwaarders evenals de door deze personen gevormde verenigingen of vennootschappen ongeacht hun vorm;10° de particuliere huishoudens, de clubs, de parkings, de dierenverzorging of de dierentehuizen, de technische controlestations of de diagnosecentra voor auto's.

Art. 2.Worden uitgesloten van de toepassing van de tegemoetkomingen voorzien in artikel 6 van dezelfde ordonnantie, de ondernemingen waarvan de activiteiten, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgevoerd, behoren tot de volgende domeinen : 1° de bouw, met uitzondering van de installatie en de afwerking;2° de groothandel, de kleinhandel en de handelsbemiddeling;3° de hotels, de restaurants en cateringbedrijven;4° het stads- en wegverkeer;5° de verhuur van roerende goederen;6° het advies en de bijstand aan ondernemingen, inzonderheid bijstand, advies, beheer, managementsactiviteiten of diensten in het kader van : recht, fiscaliteit, accountancy, boekhouding, sociale aangelegenheden, handel, vertaling, secretariaat, selectie en terbeschikkingstelling van personeel, opsporing en beveiliging, reiniging; 7° de diensten aan personen zoals de wasserijen, de ververijen, de wasserettes, de car-wash-bedrijven, de kapsalons, de schoonheidsinstituten, de sauna's, het begrafeniswezen,...

Art. 3.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juli 1994 houdende uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.De Minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 juni 1998.

De Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Minister van Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister van Economie, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, J. CHABERT