Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998
gepubliceerd op 19 augustus 1998

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1998031353
pub.
19/08/1998
prom.
16/07/1998
ELI
eli/besluit/1998/07/16/1998031353/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JULI 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid op de artikelen 25, 26, 27, 28 en 3, 5 en 204;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 julli 1998 betreffende de algemene voorstelling van het ontwerpplan en van het gewestelijk bestemmingsplan;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995 tot vastlegging van het gewestelijk ontwikkelingsplan;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1979 tot vaststelling van het gewestplan van de Brusselse agglomeratie;

Gelet op artikel 203 § 3 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw tot schorsing van de geschreven stedenbouwkundige voorschriften van de verordenende kaart van de bodembestemming en de verordenende kaart van de bodembestemming van het gewestelijk ontwikkelingsplan, vastgelegd op 3 maart 1995;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 waarbij de datum van inwerkingtreding van artikel 203 § 3 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw vastgesteld wordt op 16 juli 1998;

Overwegende dat op enkele uitzonderingen na, het gewestelijk ontwikkelingsplan, vastgesteld op 3 maart 1995, de bestemmingsgebieden van het gewestplan van de Brusselse agglomeratie behoudt, met een andere verdeling van het grondgebied, gebaseerd op verschillende perimeters; met name de perimeters voor verhoogde bescherming van de huisvesting, voor bescherming van de huisvesting, voor herontplooiing van de huisvesting en de bedrijven, voor stedelijke nijverheid, haven- en vervoeractiviteiten;

Overwegende dat het gewestelijk ontwikkelingsplan stelt dat het gewestelijk bestemmingsplan de grenzen van de gebieden van het gewestplan moet wijzigen met name om deze aan de bestaande toestand aan te passen;

Overwegende dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, in overeenstemming met het Gewestelijk ontwikkelingsplan, de grenzen van de gebieden van het gewestplan heeft aangepast op grond van de bestaande feitelijke toestand;

Dat met het oog op de economische evolutie en de diversiteit van de functies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan de terminologie van de gebieden van het gewestplan van 1979 als zodanig niet overneemt;

Dat het met het oog op de bestuurlijke helderheid en duidelijkheid noodzakelijk was een eenvoudige en onderscheiden terminologie te hanteren en bestemmingsgebieden te creëren in samenhang met de inhoud van de voorschriften die daarmee verband houden;

Dat het gewestelijk bestemmingsplan aldus de volgende bestemmingsgebieden onderscheidt die vijf grote categorieën zijn onderverdeeld : - woongebieden : woongebieden met residentieel karakter en typische woongebieden; - gebieden met gemengd karakter : gemengde gebieden, sterk gemengde gebieden; - industriegebieden : stedelijke-industrie gebieden, gebieden voor haven- en vervoeractiviteiten; - andere activiteitengebieden : administratie-gebieden, gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, spoorweggebieden; - groengebieden en landbouwgebieden : groengebieden, gebieden met hoogbiologische waarde, parkgebieden, gebieden voor sport- en vrijetijdsactiviteiten in de open lucht, begraafplaatsgebieden, bosgebieden, landbouwgebieden;

Overwegende dat het gewestelijk ontwikkelingsplan, vastgesteld op 3 maart 1995, een stadsproject heeft gecreëerd, steunend op tien principes : - versterkte bescherming van de huisvesting; - modernisering van het economisch weefsel door de bescherming van het gemengd weefsel, omschreven op het gewestplan en door een herstructurering van de nijverheids-, haven- en vervoergebieden; - ondersteuning van de veranderingen van het industrieel weefsel; - versterking van het grootstedelijk centraal karakter en van de oude centra met plaatselijke identiteit; - stopzetting van de verspreiding van de kantoren over de hele stad door het aanwijzen van voorkeurcentra voor de vestiging van kantoren; - structurering van de ruimte van het gewest door de as van het kanaal als katalysator aan te wenden voor grootschalige stedelijke operaties; - opwaardering van de uitrustingen met een rechtstreekse weerslag op de economie; - beheer van de mobiliteit op gewestelijk niveau; - versterking van de stadsidentiteit door de opwaardering van elementen van het stedelijk landschap die bijdragen tot de schoonheid van de stad (structurerende ruimten, groen netwerk, bescherming van het erfgoed);

Overwegende dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan deze verschillende principes vertaalt en verrijkt met nieuwe concepten;

Dat de versterking van de bescherming van de huisvesting en de stopzetting van de verspreiding van de kantoren zich aldus concretiseren : - aan de hand van de grafische voorschriften van de kaart van de bodembestemmingen, door de erkenning van woongebieden met residentieel karakter en van typische woongebieden; - door de bescherming van de binnenterreinen van huizenblokken; - door een kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten;

Overwegende dat door de analyse van de bestaande feitelijke toestand, uitgevoerd in het raam van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, het mogelijk is meerdere categorieën van binnenterreinen van huizenblokken te omschrijven in functie van hun bebouwing en ingroening;

Overwegende dat bepaalde waardevolle huizenblokken, dat wil zeggen met voldoende groen of middelmatige bebouwing, moeten worden behouden terwijl andere, met mindere ingroening of met een grotere bebouwing, moeten worden opgewaardeerd;

Dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan op basis daarvan in de typische woongebieden en de gemengde gebieden een onderscheid maakt tussen twee soorten binnenterreinen van huizenblokken : de te behouden binnenterreinen van huizenblokken en de op te waarderen binnenterreinen van huizenblokken;

Dat de handelingen en werken die de binnenterreinen van huizenblokken aantasten in ieder geval moeten gepaard gaan met een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken;

Dat de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van huizenblokken aantasten vanaf een diepte van meer dan 20 meter gemeten vanaf de bouwlijn, de omvang van het groen moeten vrijwaren behalve wanneer het gaat om uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten of voorzieningen voor de versiering van tuinen;

Dat de handelingen en werken die de op te waarderen binnenterreinen van huizenblokken aantasten vanaf een diepte van meer dan 20 meter gemeten vanaf de bouwlijn, onderworpen zijn aan de speciale regelen van openbaarmaking;

Dat voorts in de woongebieden met residentieel karakter met een monofunctioneel karakter en open of halfopen bebouwing, er meestal zeer waardevolle binnenterreinen van huizenblokken gelegen zijn en er daar dan ook geen opwaardering vereist is, maar wel een bescherming van de huidige kwaliteit;

Dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan om die redenen handelingen en werken verbiedt die binnenterreinen van huizenblokken in die gebieden aantasten, behalve indien zij verband houden met een bestemming als huisvesting;

Overwegende dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingplan een kaart van de toelaatbare kantooroppervlakte bevat, die per huizenblok een omschrijving geeft van het aantal vierkante meter toegelaten kantooroppervlakte in de woongebieden met residentieel karakter, in de typische woongebieden, in de gemengde gebieden en in de sterk gemengde gebieden;

Dat deze kaart in de plaats komt van de vroegere berekening van de verhouding tussen de vloeroppervlakte en de terreinoppervlakte (V/T- verhouding) waarnaar het gewestplan en het gewestelijk ontwikkelingsplan verwezen;

Dat het gebruik van deze kaart de taak van de stedenbouwkundige overheden vergemakkelijkt;

Dat het aantal vierkante meter toegelaten kantooroppervlakte bepaald is, rekening houdend met de geraamde dichtheid per huizenblok, welke de fysieke realiteit van het huizenblok vertaalt;

Dat de verhouding van de vloeroppervlakte die kan worden ingenomen door kantoren, voor elk gebied bepaald werd als volgt : - 2,5 % in woongebieden met residentieel karakter; - 5 % in typische woongebieden; - 10 % in gemengde gebieden; - 15 % in sterk gemengde gebieden;

Dat deze percentages een uiting zijn van het streven naar grotere vermenging, van het woongebied met residentieel karakter tot het sterk gemengd gebied;

Dat, met het oog op de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten, met name geen rekening is gehouden met kantooroppervlakten kleiner dan of gelijk aan 75 m2 en met kantooroppervlakten groter dan 75 m2 en kleiner dan 200 m2 inzoverre deze vloeroppevlakte beperkt is tot 45 % van de bestaande woonoppervlakte;

Dat immers niet alle kantoren als een bedreiging van de huisvesting moeten worden beschouwd;

Dat bepaalde activiteiten harmonieus samengaan met het woonkarakter en bijdragen tot de aantrekkelijkheid van de stad door het scheppen van banen in de buurt;

Dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan aldus bijdraagt tot de opvoering van het gemengd karakter van de stad, waarbij het de verspreiding van de kantoren in de stad controleert;

Overwegende dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan voorziet in linten voor handelskernen van gewestelijk belang in overdruk op andere bestemmingen met het oog op de versterking en de bescherming van de handelsactiviteiten;

Dat binnen deze linten voor handelskernen van gewestelijk belang, de vestiging van de handelszaken op het gelijkvloers prioritair is en eveneens kan worden toegelaten op de bovenverdiepingen of tot 1.500 m2 per onroerend goed, indien de plaatselijke omstandigheden dit toelaten en mits speciale regelen van openbaarmaking;

Overwegende dat naar aanleiding van de vaststelling van bepaalde problemen die de leefbaarheid van meerdere handelskernen aantasten, studies werden verricht om de redenen van deze toestand te achterhalen;

Dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering naar aanleiding van die studies een aantal maatregelen heeft genomen om de handelskernen een nieuwe dynamiek te bezorgen (handelskernencontracten, verbetering van de parkeergelegenheid en mobiliteit, passende aanleg van de openbare ruimte, enz.);

Dat in aanvulling op deze reeks maatregelen, de linten voor handelskernen van het ontwerp van gewestelijk betemmingsplan de vestiging van nieuwe handelszaken moeten bevorderen die de drijvende kracht zijn achter de heropleving van een wijk, of de uitbreiding van bestaande handelszaken mogelijk maken, waarbij de huisvesting, die eveneens bijdraagt tot de dynamiek van de handelskernen, wordt beschermd;

Dat de handelskernen werden omschreven aan de hand van verschillende criteria, aantal en aard van de handelszaken, bereikbaarheid,... die borg kunnen staan voor aanleg- of uitbreidingsmogelijkheden van handelszaken en de economsiche leefbaarheid van de betrokken kernen;

Overwegende dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan de definities uit het gewestplan en het gewestelijk ontwikkelingsplan vernieuwt;

Overwegende dat in het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan de omschrijving van « Kantoor » niet de activiteiten van alle dienstenbedrijven opneemt maar enkel de activiteiten van bedrijven van intellectuele dienstverlening;

Dat immers is gebleken dat binnen de dienstenactiviteiten een onderscheid moet worden gemaakt in de diensten van intellectuele aard (conceptie, advies,...) en de andere diensten (bijvoorbeeld activiteiten zoals een kapperszaak, een schoonheidssalon, banken,..);

Dat er vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen verwarring mag ontstaan tussen beide soorten diensten waarbij de tweede niet mag worden uitgeoefend in lokalen van hetzelfde type als de dienstenactiviteiten van intellectuele aard;

Dat het onderscheid tussen de intellectuele diensten, die vallen onder het begrip kantoren, en de andere diensten aangepast blijkt aan de economische realiteit;

Overwegende dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan de medische of paramedische beroepen uitsluit uit het begrip kantoor;

Overwegende dat uit het onderzoek van de bestaande feitelijke toestand, is gebleken dat de lokalen waarin een medisch of paramedisch beroep wordt uitgeoefend niet vergelijkbaar zijn met de lokalen voor beheer- of administratiewerkzaamheden van de bedrijven, openbare diensten, zelfstandigen of handelaars noch met de lokalen voor activiteiten van de bedrijven die intellectuele diensten verlenen;

Dat de uitoefening van die beroepen veronderstelt dat deze nabij de bewoning gebeurt opdat de geneeskundige diensten gemakkelijk bereikbaar zouden zijn voor de bevolking;

Dat voor de ligging ervan in de stad derhalve niet dezelfde planning moet worden gehanteerd als voor de kantoren;

Overwegende dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in de definitie van `handelszaak' de bijbehorende kantoren en bijhorende lokalen opneemt;

Overwegende dat, rekening houdend met het feit dat een commerciële vestiging een geheel vormt, het noodzakelijk bleek om in plaats van een strikte aanpak een globale aanpak te hanteren voor de kantoren of andere lokalen die horen bij de handelszaken;

Dat er vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen onderscheid moet worden gemaakt tussen het gedeelte van de handelszaak dat voor het publiek toegankelijk is en de lokalen die er de aanvulling van zijn (kantoor voor de boekhouding, lokaal voor het personeel,...);

Overwegende daarenboven dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan de begrippen werkplaats, nijverheidsbedrijf, ambachtelijk bedrijf vervangt door het begrip « productie-activiteit », dat zowel de ambachtelijke, nijverheids- en hoogtechnologische activiteiten omvat als de activiteiten van materiële dienstverlening;

Dat immers gebleken is dat al deze activiteiten ten aanzien van de ruimtelijke ordening tot één enkel concept kunnen worden teruggebracht, namelijk dat van de productie-activiteiten, te onderscheiden van de activiteiten die normaliter in de kantoren worden uitgeoefend;

Dat het concept van productie-activiteit eveneens het beheer of de administratie van deze activiteiten, het opslaan en de bijbehorende handelszaken omvat en dit ook weer omdat er vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen opsplitsing moet worden gemaakt van wat feitelijk economisch gezien een geheel vormt;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 28 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie regelmatig op de hoogte werd gehouden van de stand van zaken van de studies aangaande het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;

Gelet op beraadslaging van de Ministerraad van 20 mei 1998 over het verzoek om advies binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 22 juni 1998, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten van de Raad van State;

Gelet op de hoogdringendheid ingegeven door de noodzaak om het gewestplan van 28 november 1979 te vervangen door een gewestelijk bestemmingsplan aangepast aan de economische en sociale ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en door de schorsing van de verordenende bepalingen van het gewestelijk ontwikkelingsplan krachtens artikel 203 § 3 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Op voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw, Besluit :

Artikel 1.Het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt vastgesteld. Het bestaat uit de volgende stukken : 1) de bundel van de geschreven steden-bouwkundige voorschriften met inbegrip van de verklarende woordenlijst;2) de kaart van de bestaande feitelijke toestand;3) de kaart van de bestaande rechtstoestand;4) de kaart van de bodembestemmingen;5) de kaart van de wegen;6) de kaart van het openbaar vervoer;7) de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten;8) de kaart van de bestaande feitelijke toestand van de kantoren.

Art. 2.De in artikel 28, tweede lid van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw bedoelde lijst van gewestelijke besturen en instellingen van openbaar nut is gevoegd bij het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan.

Art. 3.De volgende geschreven stedenbouwkundige voorschriften van het bestemmingsplan van het gewestplan van de Brusselse agglomeratie, vastgelegd bij koninklijk besluit van 28 november 1979, worden opgeheven omdat ze niet in overeenstemming zijn met het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1. VOOR ALLE GEBIEDEN WAAROP DE VOORSCHRIFTEN VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN VAN TOEPASSING ZIJN : 1) alle voorschriften van het gewestplan inzoverre : 1° ze geen wijziging van bestemming mogelijk maken van een gebouw dat gedeeltelijk of volledig op de bewaarlijst is ingeschreven of beschermd is onder de voorwaarden vastgesteld door voorschrift A.0.6. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 2° ze geen handelskernen van gewestelijk belang hebben vastgesteld die voorrang van bestemming verlenen aan de handelszaken op het gelijkvloers van de gebouwen onder de voorwaarden vastgesteld door voorschrift A.0.7. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 3° zij verbouwingswerken toelaten aan bestaande handelszaken niettegenstaande de voorwaarden van voorschrift A.0.9. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 4° zij verbouwingswerken toelaten aan bestaande hotelinrichtingen niettegenstaande de voorwaarden van voorschrift A.0.10 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 5° zij de volledige wijziging van het gebruik of van de bestemming van een woning toelaten evenals de volledige afbraak van een woning niettegenstaande de voorwaarden van voorschrift A.0.12. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 6° zij infrastructuurwerken toelaten buiten de voorwaarde van voorschrift A.0.13 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 2) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 2.b, dat speciale regelen van openbaarmaking oplegt voor alle handelingen en werken in de groene ruimten, niettegenstaande de gevallen van eensluidendheid bedoeld in voorschrift A.0.2. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 3) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 2.c dat werken toelaat die bronnen, beken en waterplassen kunnen aantasten, niettegenstaande de verbodsbepalingen van voorschrift A.0.3. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 4) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 4, dat verwijst naar artikel 21 § 1 van het K.B. van 28 december 1972 en verbouwingswerken toelaat aan bestaande gebouwen (waarvan de bestemming niet overeenkomt met de voorschriften van het plan) niettegenstaande de voorwaarden vastgesteld door voorschrift A.0.8 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 5) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 4, dat verwijst naar artikel 22 van het K.B. van 28 december 1972 en een verlenging toelaat van de termijn die is vastgesteld in het 1ste lid niettegenstaande de uitzondering bedoeld in voorschrift A.0.11 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 6) de voorschriften van het Gewestplan A.1.0.1 De typische woongebieden, § 3.d en A.1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3.c die kantooroppervlakten toelaten in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok onder voorwaarden die verschillen van deze vastgesteld door voorschrift A.0.14 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 7) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 6, dat voor de handelingen en werken die vrijgesteld zijn van het advies van de gemachtigde ambtenaar een vrijstelling voorziet van de speciale regelen van openbaarmaking volgens een verordening die verschilt van deze die vastgesteld werd door voorschrift A.0.15 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 2. VOOR DE WOONGEBIEDEN MET RESIDENTIEEL KARAKTER VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN 1) het voorschrift 1.0.1. de typische woongebieden, § 2.1 : - inzoverre het : - een oppervlakte voor school-, culturele, sport- en sociale voorzieningen van 1.000 m2 per onroerend goed toelaat; - een kantooroppervlakte van 200 m2 per onroerend goed toelaat zonder deze te beperken tot 45 % van de vloeroppervlakte van de woning indien dit kantoor gevestigd is in een bestaande woning; - de bestemming als handelszaak op de bovenverdiepingen van gebouwen toelaat zonder voorwaarden noch speciale regelen van openbaarmaking bedoeld in voorschrift B.1.3. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - inzoverre het : - geen bestemming toelaat voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten noch als productie-activiteiten tot 300 m2; - geen bestemming toelaat voor hotelinrichtingen met een capaciteit van niet meer dan 20 kamers; - geen handelszaak toelaat van 200 m2 die toegevoegd kan worden aan alle andere bestemmingen; - voor zover het de oppervlakte van een handelszaak niet beperkt tot 200 m2 per project maar enkel per onroerend goed; 2) voorschrift 1.0.1. de typische woongebieden § 2.1 voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren in het huizenblok of een gedeelte van het huizenblok, beperkt wordt tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan, deze toelaatbare kantoorvloeroppervlakten gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakte voor kantoren, dat door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten toegelaten is voor het geheel van de huizenblokken in een woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat er met het oog op de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 3) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden, § 2.2 voor zover het de vergroting toelaat van deze oppervlakten mits behoorlijk gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking; 4) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 3 c) inzoverre het de aantasting van de binnenterreinen van huizenblokken toelaat mits speciale regelen van openbaarmaking voor andere bestemmingen dan de huisvesting; 5) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden, § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 6) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden, § 3 voor zover het geen continuïteit van het wonen voorziet; 7) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden, § 3 d) voor zover het bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg toelaat dat de verhouding tussen de voor kantoren bestemde vloeroppervlakte en de oppervlakte van het huizenblok 0,1 mag bedragen in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen dat gebied en voor zover het toelaat deze drempel van 0,1 wordt overschreden mits een gemeentelijk plan van aanleg; 8) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 1 b) voor zover het handelszaken en werkplaatsen als hoofdbestemming toelaat zonder beperking van oppervlakte; 9) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 2.1 : - voor zover het : - een oppervlakte voor school-, culturele, sport- en sociale voorzieningen van 1.000 m2 per onroerend goed toelaat; - een kantooroppervlakte van 200 m2 toelaat zonder deze te beperken tot 45 % van de vloeroppervlakte van de woning indien dit kantoor gevestigd is in een bestaande woning, evenals de vergroting van deze oppervlakte tot 300 m2 voor kantoren die horen bij handelszaken of werkplaatsen; - voor zover het : - geen bestemming toelaat als productie-activiteit, met uitzondering van de werkplaatsen, tot 300 m2 noch als uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten tot 300 m2 zonder speciale regelen van openbaarmaking; - geen bestemming toelaat als hotelinrichting met een capaciteit van niet meer dan 20 kamers; - voor zover het de oppervlakte voor handelszaken niet beperkt tot 200 m2 per project en per onroerend goed; 10) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 2.1 voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan, deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren kunnen gewijzigd worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren toegelaten door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten voor alle huizenblokken die bestemd zijn tot woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd, - dat er voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze kantoren horen bij de woning en dat de vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de totale oppervlakte; 11) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 2.2 voor zover het de vergroting van deze oppervlakten toelaat mits behoorlijk gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking; 12) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 voor zover het de aantasting van de binnenterreinen van de huizenblokken voor alle bestemmingen van het gebied toelaat; 13) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 14) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 c) voor zover het bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg verbiedt : - dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte bestemd voor huisvesting en de terreinoppervlakte kleiner is dan 0,5 in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen dat gebied; - dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren en de terreinoppervlakte groter is dan 0,2 in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen dat gebied en voor zover het een afwijking ervan toelaat mits een gemeentelijk plan van aanleg; 15) voorschrift B.16. Gebied 3. (Ukkel) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift B.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 16) voorschrift B.18. Gebied 1. (Sint-Lambrechts-Woluwe) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift B.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 17) voorschrift B.19. Gebied 1. (Sint-Pieters-Woluwe) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift B.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 3. VOOR DE TYPISCHE WOONGEBIEDEN VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN : 1) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 2.1 voor zover het : - een kantooroppervlakte van 200 m2 per onroerend goed toelaat zonder deze te beperken tot 45 % van de vloeroppervlakte van de woning indien dit kantoor gevestigd is in een bestaande woning, - de bestemming als handelszaak op de bovenverdiepingen van gebouwen toelaat zonder voorwaarden noch speciale regelen van openbaarmaking bedoeld in voorschrift B.2.3. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het : - geen bestemming voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en als productie-activiteit tot een oppervlakte van 300 m2 toelaat; - geen handelsoppervlakte van 200 m2 toelaat die kan toegevoegd worden aan alle andere bestemmingen; - geen bestemming als hotelinrichting met een capaciteit van niet meer dan 50 kamers toelaat; - voor zover het de oppervlakte van handelszaken van 200 m2 niet beperkt per project maar enkel per onroerend goed; 2) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 2.1 voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok tot het aantal m2 dat aangeduid staat op kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare kantooroppervlakten kunnen gewijzigd worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren toegelaten door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten voor alle huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat er voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte voor kantoren beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 3) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 2.2 voor zover het de vergroting van deze oppervlakten toelaat zonder beperking, mits behoorlijk gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking en dat het in het bijzonder voor de oppervlakten voor productie-activiteiten, kantoren en handelszaken een vergroting van boven de 500 m2 toelaat; 4) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 3 c) voor zover het : - een aantasting van de binnenterreinen van de huizenblokken toelaat mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de omvang van het groen dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 5) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 6) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 3 voor zover het geen continuïteit van het wonen voorziet; 7) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 3 d) voor zover het bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg toelaat dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren en de oppervlakte van het huizenblok 0,1 is in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen dat gebied en dat het toelaat deze drempel van 0,1 te overschrijden mits een gemeentelijk plan van aanleg; 8) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 1b) voor zover het handelszaken en werkplaatsen als hoofdbestemming toelaat zonder beperking van oppervlakte; 9) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 2.1 voor zover het een kantooroppervlakte van 200 m2 per onroerend goed toelaat zonder deze te beperken tot 45 % van de vloeroppervlakte van de woning indien dit kantoor gevestigd is in een bestaande woning, evenals de vergroting van deze oppervlakte tot 300 m2 voor de kantoren die behoren bij handelszaken of werkplaatsen; - voor zover : - het geen bestemming toelaat als uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten noch als productie-activiteiten waarvan het totaal van deze functies niet meer dan 300 m2 per onroerend goed bedraagt; - het geen bestemming toelaat voor hotelinrichtingen met een capaciteit van niet meer dan 50 kamers; - voor zover het de oppervlakte voor handelszaken niet beperkt tot 200 m2 per project en per onroerend goed 10) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 2.1 voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare kantoorvloeroppervlakten kunnen gewijzigd worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren toegelaten door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten voor alle huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten er geen rekening wordt gehouden met de kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of meer dan 75 m2 en minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 11) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 2.2 voor zover het de vergroting van deze oppervlakten toelaat zonder beperking, mits behoorlijk gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking en dat in het bijzonder voor de oppervlakten voor productie-activiteiten, kantoren en handelszaken het een vergroting toelaat boven de 500 m2; 12) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 voor zover het : - een aantasting van de binnenterreinen van de huizenblokken toelaat mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 13) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 14) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 c) voor zover het algemene beperkingen vermeldt bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg, namelijk. : - dat de verhouding tussen vloeroppervlakte voor huisvesting en de terreinoppervlakte niet kleiner mag zijn 0,5 in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen het gebied; - dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte voor kantoren en de terreinoppervlakte niet groter mag zijn dan 0,2 in het blok of het gedeelte van het huizenblok binnen het gebied en voor zover het toelaat dat hiervan kan afgeweken worden mits een gemeentelijk plan van aanleg; 15) voorschrift 1.0.3. De administratiegebieden § 1 voor zover een hoofdbestemming als kantoor toelaat, dat de bestemming voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, handelsondernemingen en werkplaatsen enkel afhangt van de verenigbaarheid met de hoofdbestemming zonder beperking inzake oppervlakte noch speciale regelen van openbaarmaking voor zover het de bestemming als hotelinrichting met minder dan 50 kamers niet toelaat; 16) voorschrift 1.0.3. De administratiegebieden § 1 voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten er geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 17) het voorschrift 1.0.3. De administratiegebieden § 2 b) voor zover het : - een aantasting toelaat van de binnenterreinen van huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 18) voorschrift 1.0.3. De administratiegebieden § 2 voor zover het geen continuïteit van het wonen voorziet; 19) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 1 voor zover het als hoofdbestemming de nijverheids-, ambachtelijke en handelsondernemingen toelaat en voor zover het niet alle activiteiten toelaat vervat in de definitie van productie-activiteiten, tot 300 m2 per onroerend goed; - voor zover het de bestemming als hotelinrichting met minder dan 50 kamers niet toelaat; 20) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 a) voor zover het ook toelaat dat deze gebieden worden bestemd voor opslagplaatsen van de bedrijven die in het gebied gevestigd zijn en dat andere opslagplaatsen worden onderworpen aan speciale regelen van openbaarmaking; 21) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 b) voor zover het ook toelaat dat deze gebieden worden bestemd voor kantoren waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 200 m2 per onroerend goed of die horen bij een bedrijf gevestigd in het gebied zonder te verduidelijken dat de kantooroppervlakte van 200 m2 beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de woning indien dit kantoor gevestigd is in een bestaande woning; 22) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 c) voor zover het geen uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten tot 300 m2 toelaat en deze oppervlakte niet verhoogt tot 1.000 m2 voor de school, culturele, sport- en sociale en gezondheidsvoorzieningen; 23) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1. d) voor zover het enkel de bestemming als woning als bijbehorend toelaat en mits speciale regelen van openbaarmaking; 24) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte van kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 dat aangeduid staat op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare kantooroppervlakten kunnen gewijzigd worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat er voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 25) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.2 voor zover het de vergroting van de kantooroppervlakten toelaat bedoeld in punt b) van het voorschrift 1.0.4. § 2.1 van het Gewestplan tot meer dan 500 m2 en voor zover het niet de vergroting toelaat van de oppervlakten voor productie-activiteiten, kantoren en handelszaken onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift B2.2 3e lid van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 26) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 a) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 27) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 b) voor zover het bedrijven toelaat in niet-afgesloten gebouwen mits speciale regelen van openbaarmaking; 28) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 c) voor zover het verplicht dat het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en inrichtingen moeten passen in het stedelijk kader en verenigbaar moeten zijn met de buurtomgeving; 29) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 voor zover het : - een aantasting toelaat van de binnenterreinen van huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 30) het voorschrift 6.2 De gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten § 1 voor zover het alleen uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten toelaat als hoofdbestemming, dat het zonder beperking inzake oppervlakte per onroerend goed iedere andere bestemming toelaat mits behoorlijk gerechtvaardigde redenen; 31) voorschrift 6.2 De gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten § 1 voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat er voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 32) voorschrift 6.2 De gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten § 2 b) voor zover het : - een aantasting toelaat van de binnenterreinen van huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 33) voorschrift B.1. Gebied 1 (Anderlecht) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift B.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 34) voorschrift B.1. Gebied 4 (Anderlecht) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift B.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 35) voorschrift B.2. Gebied 2 (Oudergem) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift B.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 36) voorschrift B.2. Gebied 4 (Oudergem) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift B.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 37) voorschrift B.4. Gebied 1 (Brussel) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift B.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 38) voorschrift B.4. Gebied 2 (Brussel) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift B.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 39) voorschrift B.9. Gebied 1 (Elsene) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift B.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 40) voorschrift B.12. Gebied 1 (Sint-Jans-Molenbeek) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift B.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 41) voorschrift B.15. Gebied 1 (Schaarbeek) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift B.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 42) voorschrift B.18. Gebied 1 (Sint-Lambrechts-Woluwe) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift B.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 4. VOOR DE GEMENGDE GEBIEDEN VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN 1) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 2.1 voor zover het : - de bestemming voor handelszaken toelaat op de bovenverdiepingen van de gebouwen zonder voorwaarden noch speciale regelen van openbaarmaking bedoeld in voorschrift B.3.3. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het : - geen bestemming toelaat als uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten tot 1.000 m2 noch kantoor en productie-activiteit tot 500 m2 zonder dat de vloeroppervlakte van deze functies 1.000 m2 per onroerend goed overschrijdt; - geen oppervlakte voor handelszaken van 200 m2 toelaat, samen alle andere bestemmingen; - geen bestemming als hotelinrichting met niet meer dan 80 kamers toelaat na speciale regelen van openbaarmaking; - voor zover het de oppervlakte voor handelszaken van 200 m2 niet per project beperkt maar enkel per onroerend goed; 2) het voorschrift 1.0.1. de woongebieden § 2.1 voor zover het niet voorziet : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten er geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 3) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 2. 2 voor zover het de vergroting toelaat van deze oppervlakten zonder enige beperking, mits behoorlijke gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking en het, per onroerend goed een vergroting boven de 1.500 m2 toestaat van de oppervlakte voor productie-activiteiten, boven 1.000 m2 van de kantooroppervlakte en boven de 500 m2 van de handelsoppervlakte; 4) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 3, c), voor zover het : - een aantasting toelaat van de binnenterreinen van huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 5) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de actviteiten wordt besloten; 6) voorschrift 1.0.1. de woongebieden § 3 voor zover het geen continuïteit van het wonen voorziet; 7) voorschrift 1.0.1. de woongebieden § 3 d) voor zover het bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg toelaat dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren en de oppervlakte van het huizenblok 0,1 is in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen dat gebied en dat het toelaat deze drempel van 0,1 te overschrijden mits een gemeentelijk plan van aanleg; 8) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 1 b) voor zover het handelszaken en werkplaatsen toelaat als hoofdbestemmingen zonder beperking van oppervlakte; 9) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 2.1 voor zover het : - geen bestemming toelaat als uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten tot 1.000 m2 noch kantoren en productie-activiteiten tot 500 m2 zonder dat de vloeroppervlakte van deze functies, per onroerend goed, 1.000 m2 overschrijdt; - geen bestemming toelaat voor hotelinrichtingen met niet meer dan 80 kamers na speciale regelen van openbaarmaking; - voor zover het de oppervlakte van een handelszaak niet beperkt tot 200 m2 per project en per onroerend goed; 10) voorschrift 1.0.2. de gemengde woon- en bedrijfsgebieden § 2.1 voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten er geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 12) voorschrift 1.0.2. de gemengde woon- en bedrijfsgebieden § 2.2 voor zover het de vergroting toelaat van deze oppervlakten zonder enige beperking, mits behoorlijke gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking en het per onroerend goed een vergroting toestaat boven de 1.500 m2 van de oppervlakte van productie-activiteiten, boven 1.000 m2 van de kantooroppervlakte en boven de 500 m2 van de handelsoppervlakte; 13) voorschrift 1.0.2. de gemengde woon- en bedrijfsgebieden § 3 voor zover het : - een aantasting toelaat van de binnenterreinen van huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 14) voorschrift 1.0.2. de gemengde woon- en bedrijfsgebieden § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 15) voorschrift 1.0.2. de gemengde woon- en bedrijfsgebieden § 3 c) : - voor zover het algemene beperkingen vermeldt bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg namelijk : - dat de verhouding tussen vloeroppervlakte voor huisvesting en de terreinoppervlakte niet kleiner mag zijn 0,5 in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen het gebied; - dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte voor kantoren en de terreinoppervlakte niet groter mag zijn dan 0,2 in het blok of het gedeelte van het huizenblok binnen het gebied; - en voor zover het toelaat dat hiervan kan afgeweken worden mits een gemeentelijk plan van aanleg; 16) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 1 voor zover het als hoofdbestemming de nijverheids-, ambachtelijke en handelsondernemingen toelaat en voor zover het niet alle activiteiten toelaat vervat in de definitie van productie-activiteiten tot 500 m2 per onroerend goed; - voor zover het geen bestemming als hotelinrichting met niet meer dan 80 kamers toelaat; 17) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 a) voor zover het ook toelaat dat deze gebieden een bestemming krijgen als opslagplaats van de bedrijven gevestigd in het gebied en dat de andere opslagplaatsen zouden onderworpen worden aan speciale regelen van openbaarmaking; 18) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 b) voor zover het de bestemming als kantoor beperkt tot 200 m2, per onroerend goed, en enkel een oppervlakte van 500 m2 toelaat indien deze behoort bij een bedrijf gevestigd in het gebied; 19) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 c) voor zover het geen uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten tot 1.000 m2 toelaat; 20) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 d) voor zover het enkel de bestemming als huisvesting toelaat als bijbehorend en mits speciale regelen van openbaarmaking; 21) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het niet voorziet : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten er geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 22) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.2 voor zover het de vergroting toelaat van de kantooroppervlakten bedoeld in punt b) van het voorschrift 1.0.4. § 2.1 van het Gewestplan tot meer dan 1.000 m2 en voor zover het geen vergroting toelaat van de oppervlakte voor productie-activiteiten, kantoren en handelszaken onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C 3.2.2e lid en C 3.3 3e lid van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 23) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 a) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 24) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 b) voor zover het bedrijven toelaat in niet-afgesloten gebouwen mits speciale regelen van openbaarmaking; 25) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 c) voor zover het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en inrichtingen past in het stedelijk kader en verenigbaar is met de omgeving; 26) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 voor zover het : - een aantasting toelaat van de binnenterreinen van huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 27) voorschrift B.1. Gebied 1 (Anderlecht) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.3 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 28) voorschrift B.1. Gebied 2 (Anderlecht) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.3 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 29) voorschrift B.2. Gebied 1 (Oudergem) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.3 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 30) voorschrift B.2. Gebied 1 (Oudergem) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.3 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 31) voorschrift B.12. Gebied 1 (Sint-Jans-Molenbeek) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.3 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 32) voorschrift B.12. Gebied 2 (Sint-Jans-Molenbeek) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.3 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 33) voorschrift B.15. Gebied 2 (Schaarbeek) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.3 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 5. VOOR DE STERK GEMENGDE GEBIEDEN VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN 1) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 1 voor zover het als hoofdbestemming enkel huisvesting toelaat zonder de andere bestemmingen toe te laten bedoeld in voorschrift C.4.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 2) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 2.1 voor zover het : - de bestemming toelaat als handelszaak op de bovenverdiepingen van onroerende goederen zonder voorwaarden noch speciale regelen van openbaarmaking bedoeld in voorschrift C.4.3 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het : - geen bestemming toelaat als uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten noch als kantoor tot 1.000 m2 en als productie-activiteit tot 1.500 m2 zonder dat de vloeroppervlakte van deze functies, afgezien van de huisvesting, per onroerend goed 1.500 m2 overschrijdt; - geen handelsoppervlakte toelaat van 200 m2 die kan worden gevoegd bij andere bestemmingen; - geen bestemming als hotelinrichting met niet meer dan 80 kamers toelaat onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C.4.4. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het de oppervlakte voor handelszaken tot 200 m2 niet per project beperkt maar enkel per onroerend goed; 3) voorschrift 1.0.1. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden § 2.1 voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten er geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; - de mogelijkheid tot uitvoering van een gemengd project onder de voorwaarden voorzien door voorschrift C.4.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 4) voorschrift 1.0.1. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden § 2.2 voor zover het de vergroting van deze oppervlakten toelaat zonder beperking, mits gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking en dat het, per onroerend goed, een vergroting toelaat boven de 3.000 m2 van de kantooroppervlakte en boven de 500 m2 van de handelsoppervlakte; 5) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 3 c) voor zover het : - een aantasting toelaat van de binnenterreinen van huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 6) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 7) voorschrift 1.0.1 De typische woongebieden § 3 d) voor zover het bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg toelaat dat de verhouding tussen vloeroppervlakte voor kantoren en de oppervlakte van het huizenblok 0,1 is in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen het gebied en het toelaat dat deze drempel van 0,1 wordt overschreden mits een gemeentelijk plan van aanleg; 8) voorschrift 1.0.2 De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 1.0.2 voor zover het handelszaken en werkplaatsen toelaat als hoofdbestemming, zonder beperking van oppervlakte maar zonder de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, de kantoren en de productie-activiteiten als hoofdbestemming toe te laten; 9) voorschrift 1.0.2 De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 2.1 voor zover het : - de bestemming als handelszaak toelaat op de bovenverdiepingen zonder voorwaarden noch speciale regelen van openbaarmaking bedoeld in voorschrift C.4.3. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het : - geen bestemming toelaat als uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten noch als kantoor tot 1.000 m2 en als productie-activiteit tot 1.500 m2 zonder dat de vloeroppervlakte van deze functies, afgezien van de huisvesting, per onroerend goed, 1.500 m2 overschrijdt; - geen bestemming als hotelinrichting met niet meer dan 80 kamers toelaat onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C.4.4. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het de oppervlakte voor handelszaken tot 200 m2 niet per project beperkt maar enkel per onroerend goed; 10) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden § 2.1 voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat er voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; - de uitvoering van een gemengd project onder de voorwaarden voorzien door voorschrift C.4.2. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 11) voorschrift 1.0.2. de gemengde woon- en bedrijfsgebieden § 2.2 voor zover het de vergroting van deze oppervlakten toelaat zonder beperking, mits gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking en dat het, per onroerend goed, een vergroting toelaat boven de 3.000 m2 van de kantooroppervlakte en een vergroting boven de 500 m2 van de handelsoppervlakte; 12) voorschrift 1.0.2. de gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3c) voor zover het : - een aantasting toelaat van de binnenterreinen van huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken, - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 13) voorschrift 1.0.2. de gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 14) voorschrift 1.0.2. de gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 c) : - voor zover het algemene beperkingen vermeldt bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg namelijk : - dat de verhouding tussen vloeroppervlakte voor huisvesting en de terreinoppervlakte niet kleiner mag zijn 0,5 in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen het gebied; - dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte voor kantoren en de terreinoppervlakte niet groter mag zijn dan 0,2 in het blok of het gedeelte van het huizenblok binnen het gebied; - en voor zover het toelaat dat hiervan kan afgeweken worden mits een gemeentelijk plan van aanleg; 15) voorschrift 1.0.3. De administratiegebieden § 1 voor zover het enkel kantoren toelaat als hoofdbestemming, dat de bestemming als uitrusting van collectief belang of van openbare diensten, als handelszaak en als werkplaats enkel wordt toegelaten indien deze verenigbaar is met de hoofdbestemming, zonder beperking van oppervlakte noch speciale regelen van openbaarmaking en dat het niet de andere bestemmingen toelaat bedoeld in voorschrift C.4.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het de bestemming als handelszaak toelaat op de bovenverdiepingen van de onroerende goederen zonder voorwaarden noch speciale regelen van openbaarmaking bedoeld in voorschrift C.4.3. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het geen bestemming als hotelinrichting met niet meer dan 80 kamers toelaat onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C.4.4. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 16) voorschrift 1.0.3. de administratiegebieden § 1 voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat er voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; - de mogelijkheid tot uitvoering van een gemengd project onder de voorwaarden voorzien door voorschrift C.4.2. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 17) voorschrift 1.0.3. De administratiegebieden § 2 b) voor zover het : - een aantasting toelaat van de binnenterreinen van huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 18) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 1 voor zover het als hoofdbestemming de nijverheids-, ambachtelijke- en handelszaken toelaat en voor zover het niet alle activiteiten die zijn vervat in de definitie van productie-activiteiten, toelaat tot 1.500 m2 per onroerend goed, kantoren en uitrustingen voor collectief belang of van openbare diensten tot 1.000 m2, zonder dat de vloeroppervlakte, afgezien van de huisvesting, van de functies per onroerend goed niet meer bedraagt dan 1.500 m2; - voor zover het geen bestemming als hotelinrichting met niet meer dan 80 kamers toelaat onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C.4.4 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 19) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 a) voor zover het ook toelaat dat deze gebieden worden bestemd als opslagplaats van de bedrijven gevestigd in het gebied en dat de andere opslagplaatsen worden onderworpen aan speciale regelen van openbaarmaking; 20) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 a) voor zover het ook toelaat dat deze gebieden worden bestemd als opslagplaats van de bedrijven gevestigd in het gebied en dat de andere opslagplaatsen worden onderworpen aan speciale regelen van openbaarmaking; 21) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 b) voor zover dat het de bestemming als kantoor beperkt tot 200 m2 per onroerend goed en slechts een oppervlakte van 500 m2 toelaat indien ze behoren bij een onderneming die in dat gebied is gevestigd; 22) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 d) voor zover het enkel de bestemming als huisvesting als bijbehorende functie toelaat en mits speciale regelen van openbaarmaking; 23) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten er geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; - de mogelijkheid tot uitvoering van een gemengd project onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C.4.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 24) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.2 voor zover het de vergroting boven 3.000 m2 toelaat van de kantooroppervlakten bedoeld in punt b) van het voorschrift 1.0.4. § 2.1 van het Gewestplan en voor zover het geen vergroting toelaat van de oppervlakten voor productie-activiteiten, kantoren en handelszaken onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C 3.2.2e lid en C 3.3 3e lid van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 25) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 a) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 26) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 b) voor zover het bedrijven toelaat in niet-afgesloten gebouwen mits speciale regelen van openbaarmaking; 27) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 c) voor zover het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en inrichtingen past in het stedelijk kader en verenigbaar is met de omgeving; 28) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 voor zover het : - een aantasting toelaat van de binnenterreinen van huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen; - geen voorwaarden stelt voor deze aantasting door een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - niet verduidelijkt dat de speciale regelen van openbaarmaking enkel van toepassing zijn voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn wat betreft de op te waarderen binnenterreinen van de huizenblokken; - niet verduidelijkt dat met uitzondering van de handelingen en werken betreffende de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en betreffende de uitrustingen voor de versiering van tuinen, de handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van de huizenblokken aantasten de groene ruimte dienen te vrijwaren voorbij een diepte van 20 m vanaf de bouwlijn, en dat wanneer het huizenblok in open bebouwing is enkel de handelingen en werken betreffende de bestemming tot huisvesting toegelaten zijn op het binnenterrein van het huizenblok; 29) voorschrift 2.0. De industriegebieden § 1 : - voor zover het als hoofdbestemming enkel nijverheids- of ambachtelijke bedrijven toelaat zonder de bestemmingen toe te laten bedoeld in voorschrift C.4.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het een aard van activiteiten oplegt die het leefmilieu niet hindert en dat het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken past in de goede aanleg van de plaatsen; 30) voorschrift 2.0 De industriegebieden § 2 voor zover het aan de rand van het gebied en langs de openbare wegen een bufferzone oplegt die bestaat uit beplantingen of gebouwen met stedelijk karakter; 31) voorschrift 2.0 De industriegebieden § 3 voor zover het de huisvesting enkel bij wijze van uitzondering en onder voorwaarden toelaat; 32) voorschrift 2.0 De industriegebieden § 4 voor zover het enkel complementaire dienstverlenende bedrijven toelaat op voorwaarde dat ze de gebruikelijke aanvulling op de andere nijverheidsbedrijven zijn; 33) voorschrift 2.0. De industriegebieden § 5 a) : - voor zover het de bestemming als kantoor beperkt tot 200 m2 per onroerend goed indien deze niet behoren bij een bedrijf gevestigd in het gebied; - het geen kantooroppervlakte van 1.000 m2 per onroerend goed toelaat; - het de vergroting van deze oppervlakte enkel toelaat mits behoorlijk gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking zonder evenwel de vloeroppervlakte van de kantoren te beperken tot 3.000 m2 per onroerend goed of overeenkomstig de voorwaarden bedoeld in voorschrift C.4.2. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 34) voorschrift 2.0 De industriegebieden § 5 b) : - voor zover het de bestemming voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten beperkt tot 200 m2 per onroerend goed; - geen oppervlakte van 1.000 m2 per onroerend goed toelaat voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - enkel een vergroting van deze oppervlakte toelaat mits behoorlijk gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking; 35) voorschrift 2.0 De industriegebieden § 5 voor zover het : - geen vergroting toelaat van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C.4.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - geen handelszaken toelaat onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C.4.3 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - geen hotelinrichtingen toelaat onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C.4.4 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het niet bepaalt : - dat de vloeroppervlakte voor kantoren beperkt wordt, in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok, tot het aantal m2 aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten en dat mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan deze toelaatbare vloeroppervlakten voor kantoren gewijzigd kunnen worden onder de volgende voorwaarden : - het totaal van de vloeroppervlakten voor kantoren die door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten zijn toegelaten voor het geheel van de huizenblokken bestemd tot woongebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan wordt niet overschreden; - de beperkingen van de vloeroppervlakten voor kantoren uit de bijzondere voorschriften van het bestemmingsgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan worden nageleefd; - dat voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten er geen rekening wordt gehouden met kantooroppervlakten van minder dan 75 m2 of van meer dan 75 m2 en van minder dan of gelijk aan 200 m2 voor zover deze vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; - de mogelijkheid tot uitvoering van een gemengd project onder de voorwaarden bedoeld in voorschrift C.4.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 36) voorschrift B.1. Gebied 2 (Anderlecht) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.4 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 37) voorschrift B.1. Gebied 4 (Anderlecht) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.4 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 38) voorschrift B.2. Gebied 2 (Oudergem) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.4 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 39) voorschrift B.5. Gebied 1 (Etterbeek) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.4 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 40) voorschrift B.12. Gebied 1 (Sint-Jans-Molenbeek) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift C.4 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 6. VOOR DE STEDELIJKE-INDUSTRIE GEBIEDEN VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN 1) voorschrift A.1.0.1. § 1 De woongebieden voor zover het : - ook andere woningen toelaat dan deze voor het bewakingspersoneel bedoeld in voorschrift D.5.4. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - niet alle bedrijven of activiteiten toelaat bedoeld in voorschrift D.5.1. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - geen hotelinrichtingen toelaat met niet meer dan 100 kamers; 2) voorschrift A.1.0.1. § 2.1. De typische woongebieden voor zover het : - de vloeroppervlakte van de werkplaatsen beperkt tot 200 m2 per onroerend goed; - de kantoren toelaat die niet horen bij de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift evenals de handelszaken die niet horen bij of de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift; - geen opslag toelaat die hoort bij de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift evenmin als de activiteiten bedoeld in voorschrift D.5.2, 3° van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de vloeroppervlakte van de kantoren en de handelszaken die behoren bij of de gebruikelijke aanvulling vormen beperkt tot 200 m2 per onroerend goed en de vloeroppervlakte van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten beperkt tot 1.000 m2; - de vloeroppervlakte van de handelszaken die deel uitmaken van de twee hierboven vermelde categorieën niet beperkt tot 500 m2 of 300 m2 per onroerend goed; - de vloeroppervlakte van de bijbehorende kantoren niet beperkt tot 500 m2 en die van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet tot 300 m2; 3) voorschrift A.1.0.1. § 2.2. De typische woongebieden voor zover het : - enkel een vergroting van de vloeroppervlakte van de werkplaatsen toelaat onder voorwaarden; - een vergroting van de vloeroppervlakten van kantoren en handelszaken toelaat boven 1.500 m2 per onroerend goed; 4) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 4 § 2. van het K.B. van 28 december 1972 gewijzigd door het Regeerbesluit van 18 december 1997 voor zover het enkel de verbouwings- of uitbreidingswerken van bestaande gebouwen toelaat waarvan de bestemming niet overeenkomt met de voorschriften van het plan, met uitsluiting van de werken voor heropbouw bedoeld in voorschrift D.5.3 3° van het ontwerp van het gewestelijk bestemmingsplan; 5) voorschrift A.1.0.1. § 2.3. a) De typische woongebieden voor zover het voor het stedenbouwkundige karakter van bouwwerken en inrichtingen voorwaarden bepaalt die verschillen van deze bedoeld in voorschrift D.5.6 2° van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 6) voorschrift A.1.0.1. § 2.3. b) De typische woongebieden voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de huisvesting met de aard van de activiteiten wordt besloten; 7) voorschrift A.1.0.1. § 2.3. c) De typische woongebieden voor zover het speciale regelen van openbaarmaking oplegt voor handelingen en werken die het binnenterrein van het huizenblok aantasten; 8) voorschrift A.1.0.1 § 2.3.d) De typische woongebieden inzoverre het een verhouding bepaalt tussen de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren en de terreinoppvlakte in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok in het gebied; 9) voorschrift A.1.0.2. § 1. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het : - andere woningen toelaat dan deze voor het bewakingspersoneel bedoeld in voorschrift D.5.4. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - niet alle bedrijven of activiteiten toelaat bedoeld in voorschrift D.5.1. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de handelszaken toelaat die niet behoren bij of de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift; - de vloeroppervlakte van handelszaken die deel uitmaken van de twee hierboven vermelde categorieën niet beperkt tot 500 m2 of 300 m2; - geen hotelinrichtingen toelaat met niet meer dan 100 kamers; 10) voorschrift A.1.0.2. § 2.1. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het : - kantoren toelaat die niet horen bij de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift; - geen opslag toelaat die hoort bij de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift evenmin als de activiteiten bedoeld in voorschrift D. 5.2 3° van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de vloeroppervlakte van de bijbehorende kantoren per onroerend goed beperkt tot 300 m2 en de vloeroppervlakte van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten beperkt tot 1.000 m2; - geen vloeroppervlakte toelaat van 500 m2 per onroerend goed voor de bijbehorende kantoren en van 300 m2 voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; 11) voorschrift A.1.0.2. § 2.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het een vergroting van de vloeroppervlakten van kantoren en van handelszaken boven 1.500 m2 per onroerend goed toelaat; 12) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 4 § 2. van het K.B. van 28 december 1972 gewijzigd door het Regeerbesluit van 18 december 1997 voor zover het enkel de verbouwings- of uitbreidingswerken van bestaande onroerende goederen toelaat waarvan de bestemming niet overeenkomt met de voorschriften van het plan, met uitsluiting van de werken voor heropbouw bedoeld in voorschrift D.5.3 3° van het gewestelijk bestemmingsplan; 13) voorschrift A.1.0.2. § 2.3. a) De gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het voor de stedenbouwkundige karakter van bouwwerken en inrichtingen voorwaarden bepaalt die verschillen van deze die bepaald in voorschrift D.5.6 2° van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 14) voorschrift A.1.0.2. § 2.3. b) De gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de huisvesting met de aard van de activiteiten wordt besloten; 15) voorschrift A;1.0.2. § 2.3. c) De gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het : - een continuïteit van het wonen oplegt in het gebied; - een verhouding bepaalt tussen de vloeroppervlakte bestemd voor huisvesting en de terreinoppervlakte in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok in het gebied; - een verhouding bepaalt tussen de vloeroppervlakte voor kantoren en de terreinoppervlakte in het huizenblok of het gedeelte het huizenblok in het gebied; 16) voorschrift A.1.0.4. § 1 De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het : - aan nijverheids- of ambachtelijke bedrijven geen productie of de bewerking van roerende goederen ter plaatse oplegt; - de handelsbedrjiven toelaat die niet horen bij of de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld in voorschrift D.5.1. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - niet alle activiteiten toelaat bedoeld in bovenvermeld voorschrift; 17) voorschrift A.1.0.4. § 2.1. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het : - de vloeroppervlakte van de handelszaken die respectievelijk behoren bij of de aanvulling vormen op de activiteiten beoogd in bovenvermeld voorschrift niet beperkt tot 500 m2 of 300 m2 per onroerend goed; - de activiteiten bedoeld in voorschrift D.5.2 3° van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet toelaat; 18) voorschrift A.1.0.4. § 2.1. a) de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het de vloeroppervlakte voor de opslagplaatsen van de bedrijven gevestigd in het gebied niet beperkt tot 500 m2 per onroerend goed; 19) voorschrift A.1.0.4. § 2.1. b) de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het : - de vloeroppervlakte van de kantoren die behoren bij de bedrijven gevestigd in het gebied beperkt tot 200 m2 per onroerend goed; - voor deze laatste geen vloeroppervlakte toelaat van 500 m2 per onroerend goed; 20) voorschrift A.1.0.4. § 2.1. c) De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het : - de vloeroppervlakte van de uitrustingen van openbaar belang of van openbare diensten beperkt tot 200 m2 per onroerend goed; - voor deze laatste geen vloeroppervlakte toelaat van 300 m2 per onroerend goed; 21) voorschrift A.1.0.4. § 2.1. d) De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het bijkomend andere woningen toelaat dan die voor het bewakingsspersoneel mits speciale regelen van openbaarmaking; 22) voorschrift A.1.0.4. § 2.2 De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het een verhoging toelaat van de vloeroppervlakten van kantoren en handelszaken boven 1.500 m2 per onroerend goed; 23) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 4, § 2 van het K.B. van 28 december 1972 gewijzigd door het Regeerbesluit van 18 december 1997 voor zover het enkel verbouwings- of uitbreidingswerken toelaat aan bestaande onroerende goederen waarvan de bestemming niet overeenkomt met de voorschriften van het plan met uitsluiting van de werken voor heropbouw bedoeld in voorschrift D.5.3 3° van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 24) voorschrift A.1.0.4. § 3. a) De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten met de aangrenzende woning wordt besloten; 25) voorschrift A.1.0.4 § 3. b) De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter, inzoverre het speciale regelen van openbaarmaking oplegt voor de bedrijven die niet in gesloten onroerende goederen ondergebracht zijn; 26) voorschrift A.1.0.4. § 3. c) De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het geen specifieke inrichtingen oplegt, zoals beplante ruimten of afsluitingen, in de omgeving van de inrichtingen; 27) voorschrift A.2.0.§ 1. De industriegebieden voor zover het : - aan nijverheids- of ambachtelijke bedrijven geen productie of bewerking van roerende goederen ter plaatse oplegt; - niet alle activiteiten toelaat bedoeld in voorschrift D.5.1. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan noch de opslagplaatsen of de handelszaken die behoren bij de activiteiten beoogd in bovenvermeld voorschrift; - de vergroting van de vloeroppervlakte van de handelszaken die behoren bij of de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift niet beperkt tot 1.500 m2 per onroerend goed; - niet de activiteiten toelaat bedoeld in voorschrift D.5.2 3° van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - een aard van activiteiten oplegt die niet hinderlijk is voor het leefmilieu en op voorwaarde dat het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken past in de goede aanleg der plaatsen; 28) voorschrift A.2.0. § 2 De industriegebieden voor zover het onroerende goederen met stedelijk karakter voorziet in de omgeving van de inrichtingen; 29) voorschrift A.2.0. § 3 De industriegebieden voor zover het bij uitzondering andere woningen kan voorzien dan die voor het bewakingspersoneel mits speciale regelen van openbaarmaking; 30) voorschrift A.2.0. § 5. a) De industriegebieden voor zover het : - de vloeroppervlakte van kantoren welke bij een in het gebied gevestigd bedrijf behoren evenals de oppervlakte voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten beperkt tot 200 m2 per onroerend goed; - voor deze laatste geen vloeroppervlakte toelaat van respectievelijk 500 m2 en 300 m2 per onroerend goed; 31) voorschrift A2.0 § 5. b) De industriegebieden, inzoverre het de vergroting van de vloeroppervlakte voor kantoren boven de 1.500 m2 per onroerend goed toelaat; 32) voorschrift A.6.2. De gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten voor zover het : - uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten toelaat zonder de vloeroppervlakte ervan te beperken tot 300 m2 per onroerend goed en onder voorwaarden die verschillend zijn van deze van voorschrift D.5.6. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - iedere andere bestemming toelaat zonder enkel deze te preciseren bedoeld door de voorschriften D.5.1, 5.2, 5.4, en 5.5. en onder voorwaarden verschillend van deze van voorschrift D.5.6. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 33) voorschrift A.6.4.2. De gebieden voor openluchtsport voor zover het : - enkel een bestemming toelaat voor spel en sport die in hoofdzaak in de open lucht gebeuren; - niet de bestemmingen toelaat bedoeld door voorschriften D.5.1, 5.2, 5.4. en 5.5. en onder voorwaarden verschillend van deze van voorschrift D.5.6. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 34) voorschrift B.9. Gebied met minimumprogramma nr. 3 (station Etterbeek) te Elsene voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in voorschrift D.5. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 7. VOOR DE GEBIEDEN VOOR HAVEN- EN VERVOERACTIVITEITEN UIT DE VOORSCHRIFTEN VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN 1) voorschrift A.1.0.2. § 1. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, voor zover het : - andere woningen toelaat dan die voor het bewakingspersoneel bedoeld in voorschrift D.6.3. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - niet alle activiteiten of bedrijven toelaat bedoeld in voorschrift D.6.1. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - handelszaken toelaat die geen groothandelsondernemingen zijn; - de vloeroppervlakte van de handelszaken die behoren bij of de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift niet beperkt tot 500 m2 of 300 m2; 2) voorschrift A.1.0.2. § 2.1. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het : - kantoren toelaat die niet behoren bij de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift; - de vloeroppervlakte van de bijbehorende kantoren beperkt tot 300 m2 per onroerend goed en de vloeroppervlakte van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten beperkt tot 1.000 m2; - de vloeroppervlakte van de bijbehorende kantoren niet beperkt tot 500 m2 per onroerend goed en die van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet tot 300 m2; 3) voorschrift A.1.0.2. § 2.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het een vergroting boven 1.000 m2 per onroerend goed toelaat van de vloeroppervlakte van de handelszaken die de gebruikelijke aanvulling vormen; 4) voorschrift A.1.0.2. § 2.3. a) De gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het voor het stedenbouwkundige karakter van de bouwwerken en inrichtingen voorwaarden bepaalt die verschillend zijn van deze in voorschrift D.6.5, 2° van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 5) voorschrift A.1.0.2 § 2.3. b) De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, inzoverre pas na het advies van de bevoegde overlegcommissie tot de verenigbaarheid van het wonen met de aard van de activiteiten wordt besloten; 6) voorschrift A.1.0.2. § 2.3. c) De gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het : - een continuïteit vna het wonen oplegt doorheen het gebied; - een verhouding bepaalt tussen de vloeroppervlakte bestemd voor de huisvesting en de terreinoppervlakte in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok in het gebied; - een verhouding bepaalt tussen de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren en de terreinoppervlakte in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok in het gebied; 7) voorschrift A.1.0.4. § 1. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het : - aan de nijverheids- of ambachtelijke bedrijven geen productie of bewerking van roerende goederen ter plaatse oplegt; - de handelsondernemingen toelaat die niet behoren bij of de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld in voorschrift D.6.1. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - niet alle activiteiten toelaat bedoeld in bovenvermeld voorschrift; 8) voorschrift A.1.0.4. § 2.1. de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het de vloeroppervlakte van de handelszaken die respectievelijk horen bij of de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift niet beperkt tot 500 m2 of 300 m2 per onroerend goed; 9) voorschrift A.1.0.4. § 2.1. b) de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het : - de vloeroppervlakte van de kantoren die behoren bij bedrijven die gevestigd zijn in het gebied beperkt tot 200 m2 per onroerend goed; - voor deze laatste geen vloeroppervlakte toelaat die hoger is dan 500 m2 per onroerend goed; 10) voorschrift A.1.0.4. § 2.1. c) de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het : - de vloeroppervlakte van de uitrustingen van openbaar belang of van openbare diensten beperkt tot 200 m2 per onroerend goed; - voor deze laatste geen vloeroppervlakte toelaat van 300 m2 per onroerend goed; 11) voorschrift A.1.0.4. § 2.1. d) de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het bijkomstig andere woningen toelaat dan die voor het bewakingspersoneel mits speciale regelen van openbaarmaking; 12) voorschrift A.1.0.4. § 2.2. de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het een vergroting van de vloeroppervlakte boven de 1.000 m2 toelaat voor handelszaken die als gebruikelijke aanvulling dienst doen; 13) voorschrift A.1.0.4. §.3. a) de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten met de aanpalende woningen wordt besloten; 14) voorschrift A.1.0.4. § 3. b) de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het speciale regelen van openbaarmaking oplegt voor bedrijven die niet in afgesloten gebouwen zijn ondergebracht; 15) voorschrift A.1.0.4. § 3. c) de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het in de omgeving van de inrichtingen geen specifieke inrichtingen oplegt zoals beplante ruimten of omheiningen; 16) voorschrift A.2.0. § 1. De industriegebieden voor zover het : - nijverheids- of ambachtelijke bedrijven geen productie of bewerking van roerende goederen ter plaatse oplegt; - niet alle activiteiten toelaat die zijn bedoeld in voorschrift D.6.1. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan noch de handelszaken of opslagplaatsen die behoren bij de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift; - de vergroting van de vloeroppervlakte van de handelszaken 2 die de gebruikelijke aanvulling zijn op de activiteiten bedoeld in bovenvermeld voorschrift niet beperkt tot 1.000 m2 per onroerend goed; - een aard van activiteiten oplegt die niet hinderlijk is voor het leefmilieu en op voorwaarde dat het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken past in de goede aanleg der plaatsen; 17) voorschrift A.2.0. § 2. De industriegebieden voor zover het bouwwerken met een stedenbouwkundig karakter voorziet in de omgeving van de inrichtingen; 18) voorschrift A.2.0. § 3. De industriegebieden voor zover het bij wijze van uitzondering andere woningen toelaat dan die van het bewakingspersoneel mits speciale regelen van openbaarmaking; 19) voorschrift A.2.0. § 5. a) De industriegebieden voor zover het : - de vloeroppervlakte van kantoren die bij een in het gebied gevestigd bedrijf behoren evenals de oppervlakte van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten beperkt tot 200 m2 per onroerend goed; - voor deze laatste geen vloeroppervlakte toelaat van respectievelijk 500 m2 en 300 m2 per onroerend goed; 8. VOOR DE ADMINISTRATIEGEBIEDEN VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN 1) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 1 voor zover het geen kantoren, hotelinrichtingen en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten als hoofdbestemming toelaat; 2) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 2.1 voor zover het de vloeroppervlakten van de bestemmingen van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en als kantoor beperkt : - voor zover het werkplaatsen toelaat tot 200 m2 en handelszaken die niet de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld in de voorschriften E.7.1 en E.7.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het geen bestemming voor productie-activiteiten toelaat inzoverre deze verenigbaar zijn met de bestemmingen bedoeld in voorschrift E.7.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 3) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden, § 2.2 voor zover het de vergroting toelaat van de oppervlakten voor werkplaatsen en handelszaken zonder beperking mits behoorlijk gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking; 4) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 3 c) voor zover het de aantasting toelaat van de binnenterreinen van de huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen en zonder als voorwaarde voor deze aantasting de opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van de huizenblokken voorop te stellen; 5) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 6) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 3 d) voor zover het niet toelaat, bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg, dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren en de oppervlakte van het huizenblok 0,1 overschrijdt in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen dat gebied; 7) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 1 voor zover het geen kantoren, hotelinrichtingen en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten toelaat als hoofdbestemming; 8) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 2.1 voor zover het de vloeroppervlakten van de bestemmingen voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en kantoren beperkt; - voor zover het, zonder beperking van oppervlakte, werkplaatsen toelaat zonder een verenigbaarheid op te leggen met de bestemmingen bedoeld in voorschrift E.7.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan en handelszaken die niet de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld in de voorschriften E.7.1 en E.7.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het geen bestemming toelaat als productie-activiteit, afgezien van de werkplaatsen, voor zover deze verenigbaar zijn met de bestemmingen bedoeld in voorschrift E.7.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 9) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 2.2 voor zover het de vergroting toelaat van de oppervlakten voor werkplaatsen en handelszaken zonder enige beperking, mits behoorlijk gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking; 10) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 voor zover het een aantasting toelaat van de binnenterreinen van de huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen zonder als voorwaarde voor deze aantasting de opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van de huizenblokken voorop te stellen; 11) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 12) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 c) voor zover het de algemene beperkingen vemeldt bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg, namelijk; - dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte bestemd voor huisvesting en de terreinoppervlakte niet kleiner mag zijn dan 0,5 in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen dat gebied; - dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren en de terreinoppervlakte niet groter mag zijn dan 0,2 in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen dat gebied; - en voor zover het enkel toelaat hiervan af te wijken mits een gemeentelijk plan van aanleg; 13) voorschrift 1.0.3. De administratiegebieden § 1 : - voor zover het geen hotelinrichtingen en productie-activiteiten toelaat zelfs indien deze verenigbaar zijn met de bestemmingen bedoeld in voorschrift E.7.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het handelszaken toelaat zonder dat deze de gebruikelijke aanvulling vormen op activiteiten bedoeld in de voorschriften E.7.1 en E.7.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, en de werkplaatsen; - voor zover het als voorwaarde stelt dat andere bestemmingen, afgezien van de bestemming als kantoor, verenigbaar moeten zijn met de hoofdbestemming; 14) voorschrift 1.0.3. De administratiegebieden § 2 b) voor zover het een aantasting toelaat van de binnenterreinen van de huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen zonder als voorwaarde voor deze aantasting de opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van de huizenblokken voorop te stellen; 15) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 1 voor zover het geen kantoren, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en hotelinrichtingen toelaat, dat het niet alle productie-activiteiten toelaat vervat in de definitie van de productie-activiteit in het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, zelfs indien deze verenigbaar zijn met de bestemmingen bedoeld in voorschrift E.7.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het de handelszaken toelaat zonder dat deze de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld in de voorschriften E.7.1 en E.7.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - voor zover het als hoofdbestemming de nijverheids-, ambachts- en handelsondernemingen toelaat en voor zover het niet alle activiteiten toelaat die zijn vervat in de definitie van productie-activiteit, voor zover deze verenigbaar zijn met de bestemmingen bedoeld door voorschrift E.7.1; 16) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 a) voor zover het ook toelaat dat deze gebieden zouden bestemd worden als opslagplaats van de bedrijven gevestigd in het gebied en dat andere opslagplaatsen onderworpen worden aan speciale regelen van openbaarmaking; 17) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 a) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 18) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 b) voor zover het bedrijven toelaat in niet-afgesloten gebouwen mits speciale regelen van openbaarmaking; 19) voorschrift 6.2 De gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten § 1 voor zover het enkel als hoofdbestemming de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten toelaat, dat het zonder beperking van oppervlakte per onroerend goed iedere andere bestemming toelaat mits behoorlijke gerechtvaardigde redenen, in de mate dat de plaatselijke omstandigheden dit toelaten en na speciale regelen van openbaarmaking; 20) voorschrift 6.2 De gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten § 2 b) voor zover het een aantasting toelaat van de binnenterreinen van de huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen zonder als voorwaarde voor deze aantasting de opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van de huizenblokken voorop te stellen; 21) voorschrift B.2. Gebied 2 (Oudergem) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.7 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 22) voorschrift B.2. Gebied 3 (Oudergem) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.7 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 23) voorschrift B.4. Gebied 1 (Brussel) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.7 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 24) voorschrift B.15. Gebied 1 (Schaarbeek) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.7 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 25) voorschrift B.17. Gebied 1 (Watermaal-Bosvoorde) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.7 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 26) voorschrift B.18. Gebied 1 (Sint-Lambrechts-Woluwe) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.7 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 9. VOOR DE GEBIEDEN VOOR UITRUSTINGEN VAN COLLECTIEF BELANG OF VAN OPENBARE DIENSTEN VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN 1) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 1 voor zover het niet de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten als hoofdbestemming toelaat en voor zover het de bestemming als huisvesting toelaat zonder speciale regelen van openbaarmaking; 2) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 2.1 voor zover het bij gebrek aan een bijzonder bestemmingsplan elke bestemming, met uitzondering van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, toestaat om behoorlijk gerechtvaardigde sociale of economische redenen, en het de vloeroppervlakten van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten beperkt, zonder evenwel op te leggen dat de naaste omgeving van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten bijdragen tot de verwezenlijking van het groen netwerk; 3) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 2.2 voor zover het de vergroting van de oppervlakten van werkplaatsen, handelszaken en kantoren toelaat zonder beperking, enkel mits behoorlijk gerechtvaardigde redenen en speciale regelen van openbaarmaking zonder dat een bijzonder bestemmingsplan wordt opgelegd; 4) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 3 c) voor zover het een aantasting toelaat van de binnenterreinen van de huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen zonder als voorwaarde voor deze aantasting de opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van de huizenblokken voorop te stellen; 5) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 3 b) voor zover het oplegt dat de aard van de activiteiten verenigbaar moet zijn met de huisvesting en dat tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten pas wordt besloten na advies van de bevoegde overlegcommissie; 6) voorschrift 1.0.1. De typische woongebieden § 3 d) voor zover het bij gemeentelijk plan van aanleg toelaat dat de verhouding tussen de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren en de terreinoppervlakte 0,1 overschrijdt in het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok binnen dat gebied; 7) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 1 : - voor zover het niet de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten toelaat als hoofdbestemming en voor zover het de bestemming toelaat als huisvesting zonder speciale regelen van openbaarmaking; 8) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon-en bedrijfsgebieden, § 2.1 voor zover het bij gebrek aan een bijzonder bestemmingsplan elke bestemming, met uitzondering van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, toestaat om behoorlijk gerechtvaardigde sociale of economische redenen, en het de vloeroppervlakten van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten beperkt, zonder evenwel op te leggen dat de naaste omgeving van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten bijdragen tot de verwezenlijking van het groen netwerk; 9) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 voor zover het een aantasting toelaat van de binnenterreinen van de huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen zonder als voorwaarde voor deze aantasting de opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van de huizenblokken voorop te stellen; 10) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 b) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten; 11) voorschrift 1.0.2. De gemengde woon- en bedrijfsgebieden, § 3 c) voor zover het bij gebrek aan een gemeentelijk plan van aanleg algemene beperkingen vermeldt, die indruisen tegen voorschrift E.8.1. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 12) voorschrift 1.0.3. De administratiegebieden § 1 voor zover het : - bij gebrek aan een bijzonder bestemmingsplan, andere bestemmingen toelaat dan de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten om behoorlijk gerechtvaardigde sociale of economische redenen; - de bestemming als huisvesting toelaat zonder speciale regelen van openbaarmaking; - de vloeroppervlakten van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten beperkt zonder evenwel op te leggen dat de naaste omgeving van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten moet bijdragen tot de verwezenlijking van het groene netwerk; 13) voorschrift 1.0.3. De administratiegebieden § 2 b) voor zover het een aantasting toelaat van de binnenterreinen van de huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen zonder als voorwaarde voor deze aantasting de opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van de huizenblokken voorop te stellen; 14) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 1 voor zover het geen uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten als hoofdbestemming toelaat : - voor zover het bij gebrek aan een bijzonder bestemmingsplan andere bestemmingen toelaat dan de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, om behoorlijk gerechtvaardigde sociale of economische redenen en het de vloeroppervlakten van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten beperkt, zonder evenwel op te leggen dat de naaste omgeving van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten moeten bijdragen tot de verwezenlijking van het groen netwerk; 15) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1. a) voor zover het ook toelaat dat deze gebieden bestemd worden voor opslagplaats van de bedrijven gevestigd in het gebied en dat de andere opslagplaatsen zouden onderworpen worden aan speciale regelen van openbaarmaking bij gebrek aan een bijzonder bestemmingsplan, om behoorlijk gerechtvaardigde sociale of economische redenen; 16) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 2.1 b) voor zover het ook toelaat dat deze gebieden zouden bestemd worden als kantoren zonder bijzonder bestemmingsplan, om behoorlijk gerechtvaardigde sociale of economische redenen; 17) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 a) voor zover pas na advies van de bevoegde overlegcommissie tot de onverenigbaarheid van de aard van de activiteiten wordt besloten 18) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 b), voor zover het ook bedrijven toelaat in andere dan afgesloten gebouwen mits speciale regelen van openbaarmaking zonder bijzonder bestemmingsplan, om behoorlijk gerechtvaardigde sociale of economische redenen; 19) voorschrift 1.0.4. De bedrijfsgebieden met stedelijk karakter § 3 voor zover het een aantasting toelaat van de binnenterreinen van de huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen zonder als voorwaarde voor deze aantasting de opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van de huizenblokken voorop te stellen; 20) voorschrift 6.2. De gebieden voor uitrustingen van collectief belang of voor openbare diensten § 1, inzoverre het geen andere bestemming toelaat dan uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten zonder bijzonder bestemmingsplan; 21) voorschrift 6.2 De gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten § 2 b), voor zover het de aantasting toelaat van de binnenterreinen van de huizenblokken mits speciale regelen van openbaarmaking voor alle bestemmingen zonder als voorwaarde voor deze aantasting de opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van de huizenblokken voorop te stellen; 22) voorschrift B.1. Gebied 1 (Anderlecht) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.8 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 23) voorschrift B.1. Gebied 4 (Anderlecht) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.8 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 24) voorschrift B.2. Gebied 1 (Oudergem) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.8 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 25) voorschrift B.4. Gebied 1 (Brussel) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.8 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 26) voorschrift B.9. Gebied 1 (Elsene) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.8 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 27) voorschrift B.15. Gebied 2 (Schaarbeek) voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift E.8 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 10. VOOR DE SPOORWEGGEBIEDEN VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN 1) voorschrift 9.De spoorwegen § 1.1 voor zover het de bestemming niet beperkt tot de bijhorende nijverheids- en ambachtelijke bedrijven; 2) voorschrift 9.De spoorwegen § 1.2 voor zover het bij gebrek aan een bijzonder bestemmingsplan andere bestemmingen toelaat, hetzij op ongebruikte terreinen, hetzij door de overdekking van de installaties; 3) voorschrift 9.De spoorwegen § 2 voor zover het niet het voorstedelijk openbaar vervoersnet beoogt; 4) voorschrift 9.De spoorwegen § 3 voor zover het de bescherming tegen geluidsoverlast niet opneemt in het begrip `stedelijke integratie en leefmilieu', vermeld bij het derde streepje; 5) voorschrift 6.2. De gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten § 1 voor zover het geen bestemming toelaat als spoorweginstallaties en bijbehorende nijverheids- en ambachtelijke bedrijven bedoeld in voorschrift E.9.1 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 6) voorschrift 6.2. De gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten § 2 voor zover het algemene beperkingen vermeldt voor alle bestemmingen; 11. VOOR DE GROENGEBIEDEN EN DE LANDBOUWGEBIEDEN VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK ONTWIKKELINGSPLAN : - Voor de groengebieden van de voorschriften van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1) voorschrift A.1.0.1. de typische woongebieden voor zover het huisvesting, handelszaken, werkplaatsen en kantoren toelaat en dat het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 2) voorschrift A.1.0.2. gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het huisvesting, handelszaken, werkplaatsen evenals kantoren toelaat en dat het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 3) voorschrift A.1.0.4. bedrijfsgebieden met stedelijk karakter voor zover het nijverheids-, ambachelijke bedrjiven, handelszaken evenals opslagplaatsen, kantoren en woningen toelaat en het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 4) voorschrift A.2.0. de industriegebieden voor zover het nijverheids- of ambachtelijke bedrijven evenals huisvesting, complementaire dienstverlenende bedrijven als gebruikelijke aanvulling van andere nijverheids- bedrijven en kantoren toelaat en dat het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 5) voorschrift A.4.3.§ 1de groengebieden voor zover het de aanleg van openluchtsportterreinen niet ondergeschikt maakt aan het behoud van de bestaande beplanting en geen bepaalde plantengroei oplegt; 6) voorschrift A.4.3. de groengebieden voor zover het de herbestemming van de bovenvermelde gebieden in andere groengebieden bij middel van een bijzonder bestemmingsplan niet toelaat; 7) voorschrift A.4.6.2.de landelijke gebieden met toeristische waarde, voor zover het de aanleg van recreatieve en toeristische uitrustingen toelaat; 8) voorschrift A.6.2. de gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten voor zover het eender welke andere bestemming toelaat voor zover deze op behoorlijke wijze is gemotiveerd om sociale of economische redenen, in de mate dat de plaatselijke omstandigheden dit toelaten en nadat de handelingen en werken werden onderworpen aan speciale regelen van openbaarmaking, en dat het de herbestemming van het gebied in andere groengebieden niet ondergeschikt maakt aan de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan; 9) voorschrift A.6.4.1. § 1. De begraafplaatsgebieden voor zover het bij gebrek aan een bijzonder bestemmingsplan een bestemming geeft aan begraafplaatsen; 10) voorschrift A.6.4.1. § 2. De begraafplaatsgebieden, voor zover het de herbestemming van het gebied in groengebied of een gebied voor openluchtsport niet ondergeschikt maakt aan de uitwerking van een bijzonder bestemmingsplan en dat het de herbestemming van het gebied in andere gebieden door een bijzonder bestemmingsplan mogelijk maakt; 11) voorschrift A.6.4.2. de gebieden voor openluchtsport, voor zover het geen uitdrukkelijke aanduiding voorziet op het plan van de openluchtsportterreinen; 12) voorschrift A.6.4.4. de reservegebieden, voor zover het het behoud van de bestaande feitelijke toestand oplegt zolang de noodzaak van de herbestemming van het gebied en de uitwerking van een bijzonder bestemmingsplan voor de inrichting ervan niet zijn aangetoond; 13) voorschrift A.9.§ 1. de spoorwegen, voor zover het een bestemming toelaat als spoorweginstallaties en bijbehorende bedrijven evenals andere bestemmingen toelaat nadat de handelingen en werken werden onderworpen aan speciale regelen van openbaarmaking; 14) voorschrift A.9.§ 2. de spoorwegen, voor zover het de uitrusting of de aanpassing van het gebied oplegt ter aanvulling van het stedelijk openbaar vervoersnet; 15) het voorschrift B.19. gebied met minimumprogramma Nr. 1 te Sint-Lambrechts-Woluwe voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door voorschrift F.10 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 16) voorschrift A.1.0.2 de gemengde woon- en bedrijfsgebieden voor zover het huisvesting, handelszaken en werkplaatsen toelaat evenals kantoren en het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 17) voorschrift A.1.0.4. de bedrijfsgebieden met stedelijke karakter voor zover het de nijverheids- en ambachtelijke bedrijven en handelszaken toelaat evenals de opslagplaatsen, kantoren en woningen en dat het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 18) voorschrift A.2.0. de industriegebieden, voor zover het nijverheids- of ambachtelijke bedrijven toelaat, evenals huisvesting, de bedrijven voor bijbehorende diensten en de kantoren en dat het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 19) voorschrift A.4.3. § 1. de groengebieden, voor zover het een onderhoud en de inrichting oplegt van het gebied die borg staan voor het esthetische belang of de sociale of pedagogische rol en dat zij de aanleg van openluchtsportterreinen toelaat; 20) voorschrift A.4.3. § 2. de groengebieden, voor zover het de handelingen en werken toelaat die een aanvulling vormen op hun sociale functie; 21) voorschrift A.6.4.2 § 1 de gebieden voor sport in de open lucht, voor zover het spel en sport toelaat die voornamelijk plaatsvinden in de open lucht; 22) voorschrift A.6.4.2. § 2 de gebieden voor openluchtsport, voor zover het de handelingen en werken toelaat die een aanvulling vormen van hun sociale functie; 23) voorschrift A.6.4.4. de reservegebieden, voor zover het het behoud van de bestaande feitelijke toestand oplegt zolang de noodzaak van de herbestemming van het en de uitwerking van een bijzonder bestemmingsplan voor de aanleg ervan gebied niet zijn aangetoond; 24) voorschrift A.9. § 1. de spoorwegen, voor zover het een bestemming toelaat als spoorweginstallaties en als bijbehorende bedrijven evenals andere bestemmingen nadat de handelingen en werken werden onderworpen aan speciale regelen van openbaarmaking; 25) voorschrift A.9. § 2. de spoorwegen, voor zover het de uitrusting of de aanpassing van het gebied oplegt ter aanvulling van het stedelijk openbaar vervoersnet; 26) voorschrift B.2. gebied voor minimumprogramma Nr. 2 te Oudergem voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift F.11. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 27) voorschrift B.16. gebied voor minimumprogramma Nr. 1 te Ukkel voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift F.11 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - Voor de parkgebieden van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1) voorschrift A.1.0.1. de typische woongebieden, voor zover het huisvesting, handelszaken, werkplaatsen en kantoren toelaat en het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 2) voorschrift A.1.0.2. de gemengde woon- en bedrijfsgebieden, voor zover het huisvesting, handelszaken, werkplaatsen evenals kantoren toelaat en het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 3) voorschrift A.1.0.3. de administratiegebieden, voor zover het kantoren evenals huisvesting, handelsondernemingen en werkplaatsen toelaat en het de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten toelaat zonder de verenigbaarheid op te leggen met de algemene bestemming van het gebied; 4) voorschrift A.1.0.4. de bedrijfsgebieden met stedelijk karakter, voor zover het de nijverheids- en ambachtelijke bedrijven en handelszaken toelaat, evenals opslagplaatsen, kantoren en huisvesting en het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 5) voorschrift A.2.0. de industriegebieden, voor zover het de nijverheids- of ambachtelijke bedrijven toelaat evenals huisvesting, bedrijven die bijbehorende diensten verlenen en kantoren en het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; 6) voorschrift A.4.3. § 1. de groengebieden, voor zover het de aanleg toelaat van openluchtsportterreinen; 7) voorschrift A.4.6.2. de landelijke gebieden met toeristische waarde, voor zover het de recreatieve en toeristische uitrustingen toelaat; 8) voorschrift A.6.2. de gebieden van collectief belang of van openbare diensten, voor zover het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied en dat het iedere andere bestemming toelaat die behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale of economische redenen inzoverre de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken zonder de hoofdfunctie in het gedrang te brengen en nadat de handelingen en werken aan speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen; 9) voorschrift A.6.4.1. § 1 de begraafplaatsgebieden, voor zover het een bestemming als begraafplaats toestaat; 10) voorschrift A.6.4.1. § 2. De begraafplaatsgebieden, voor zover het een herbestemming toelaat van het gebied in gebieden voor openluchtsport of in andere gebieden bij bijzonder bestemmingsplan; 11) voorschrift A.6.4.2. § 1. de gebieden voor openluchtsport, voor zover het de spelen en sporten toelaat die in hoofdzaak in de openlucht gebeuren; 12) voorschrift A.6.4.4. de reservegebieden, voor zover het het behoud van de bestaande feitelijke toestand oplegt zolang de noodzaak van de herbestemmings van het en de uitwerking van een bijzonder bestemmingsplan voor de aanleg ervan gebied niet zijn aangetoond; 13) voorschrift B.1. gebied met minimumprogramma Nr. 1 te Anderlecht voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift F.12 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 14) voorschrift B.2. gebied met minimumprogramma Nr. 2 te Oudergem voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift F.12 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 15) voorschrift B.12. gebied met minimumprogramma Nr. 2 te Sint-Jans-Molenbeek voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift F.12 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 16) voorschrift B.15. gebied met minimumprogramma Nr. 1 te Schaarbeek voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift F.12 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 17) voorschrift B.16. gebied met minimumprogramma Nr. 3 te Ukkel voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift F.12 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 18) voorschrift B.17. gebied met minimumprogramma Nr. 1 te Watermaal-Bosvoorde voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift F.12 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 19) voorschrift B.18. gebied met minimumprogramma Nr. 1 te Sint-Lambrechts-Woluwe voor zover het programma ervan niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door voorschrift F.12 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - Voor de gebieden voor sport- of vrijetijdsactiviteiten in de open lucht van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1) voorschrift A.6.2. de gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, voor zover het de bouw van uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten niet ondergeschikt maakt aan de verenigbaarheid van deze laatste met de algemene bestemming van het gebied; - dat het bij gebrek aan een bijzonder bestemmingsplan handelszaken toelaat die de gebruikelijke aanvulling vormen van de activiteiten bedoeld in voorschrift F.13 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - dat het iedere andere bestemming toelaat die behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale of economische redenen inzoverre de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken zonder de hoofdfunctie in het gedrang te brengen en nadat de handelingen en werken aan speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen; 2) voorschrift A.6.4.2. de gebieden voor openluchtsport, voor zover het mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan geen handelszaken toelaat die de gebruikelijke aanvulling vormen van de activiteiten, bedoeld in het 1ste lid van voorschrift F.13 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, in zoverre dit strikt verenigbaar is met de algemene bestemming van het desbetreffende gebied en de kenmerken van het omringende stedelijk kader; 3) voorschrift A.6.4.2. § 2. de gebieden voor openluchtsport, voor zover het de terreinoppervlakte van infrastructuren en bouwwerken met uitzondering van de voorlopige installaties met seizoensgebonden karakter en de open tribunes, niet beperkt tot 20 % van het huizenblok of van het deel van het huizenblok; 4) voorschrift A.6.4.3. de groengebieden, voor zover het geen voorlopige installaties met seizoengebonden karakter, open tribunes en andere constructies toelaat noch de handelszaken die de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten opgenomen binnen het gebied F.13 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan mits de inwerkingstreding van een bijzonder bestemmingsplan; 5) voorschrift A.6.4.4. de reservegebieden, voor zover het het behoud van de bestaande feitelijke toestand oplegt zolang de noodzaak van de herbestemming van het gebied en de uirtwerking van een bijzonder bestemmingsplan voor de aanleg ervan niet zijn aangetoond; - Voor de begraafplaatsgebieden van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1) voorschrift A.6.4.1. § 2. De begraafplaatsgebieden, voor zover het de herbestemming van het gebied toelaat in geval het niet wordt uitgevoerd; dat het de herbestemming van deze gebieden in groengebied niet ondergeschikt maakt aan de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan en dat het de herbestemming van deze gebieden in andere gebieden dan woongebied of gemengd gebied toelaat door een gemeentelijk plan van aanleg; - Voor de bosgebieden van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1) voorschrift A.4.3. § 1. de groengebieden, voor zover het de aanleg van openluchtsport-terreinen toelaat; 2) voorschrift A.4.3. § 2. De groengebieden, voor zover het de handelingen en werken toelaat die een rechtstreekse aanvulling vormen op hun sociale functie; 3) voorschrift 7.6.2. de erfdienstbaarheidsgebieden rondom bossen; - voor zover het een bouwverbod oplegt, het bodemverhardingsverbod inbegrepen over een diepte van 60 meter vanaf de bosrand; - het een bouwverbod oplegt, het bodemverhardingsverbod inbegrepen wanneer het bosgebied omgeven is door een openbare weg waarop autoverkeer is toegelaten; - het toelaat de afstand van het bouwverbod te wijzigen in functie van de plaatselijke omstandigheden en mits speciale regelen van openbaarmaking; - Voor de landbouwgebieden van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1) voorschrift A.4.3. § 1. de groengebieden, voor zover het de aanleg van openluchtsportterreinen toelaat; 2) voorschrift A.4.6.2. de landelijke gebieden met toeristische waarde, voor zover het de recreatieve en toeristische uitrustingen toelaat maar geen bouwwerken die noodzakelijk zijn voor de uitbating en huisvesting van de uitbaters; 3) voorschrift A.6.4.4. de reservegebieden, voor zover het het behoud van de bestaande feitelijke wordt toestand oplegt zolang de noodzaak van de herbestemming van het gebied en de uitwerking van een bijzonder bestemmingsplan voor de aanleg ervan niet zijn aangetoond; 12. VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE BEPAALDE DELEN VAN HET GRONDGEBIED - Voor de grondreservegebieden van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1) voorschrift A.6.4.4. de reservegebieden, voor zover het de bestemming van de sites met hoogbiologische waarde binnen deze perimeters, niet ondergeschikt maakt aan het leveren van het bewijs dat men nergens anders terreinen voor de geplande bestemmingen vindt; - Voor de structurerende ruimten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1) voorschrift 8.De wegen, voor zover het : - niet voorziet dat de handelingen en werken die een wijziging inhouden van de bestaande feitelijke toestand van deze ruimten en de omgeving zichtbaar vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimte, de kwaliteit van het stedelijke landschap moeten behouden en opwaarderen; - het planten van bomen op een regelmatige rij in de boomrijke structurende ruimten niet oplegt; 13. VOOR DE BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE WEGEN EN HET OPENBAAR VERVOER VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN : 1) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 5.b, voor zover het voorrang geeft aan de opgelegde planologische maatregelen voor het openbaar vervoer boven deze voor het particulier vervoer; 2) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 5.c, voor zover het oplegt dat men bij de aanleg van verkeerswegen eerbied moet hebben voor het gebouwd erfgoed; 3) voorschrift A.0. Algemene voorschriften, § 5.d, voor zover een bijdrage tot de progressieve aanleg van een fietswegennet oplegt; 4) voorschrift A.7.3.1. De reservatiegebieden voor de transitparkeerplaatsen, voor zover het enkel instandhoudingshandelingen en -werken toelaat zolang de overheid tot wier bevoegdheid de aanleg van de parkeerterreinen behoort zich niet uitspreekt over de transitparkeerterreinen bedoeld in voorschrift H.25. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 5) voorschrift A.8.2. De hoofdswegen, voor zover het : - niet oplegt dat de handelingen en werken in geval van een aantasting van het bestaand bebouwd weefsel gepaard moeten gaan met maatregelen voor een herstructurering van het stadsweefsel bedoeld in voorschrift H.22.2. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - op de bestemmingskaart, ter informatie, niet het traject aanduidt van de minerale en groene aanleg op en langs de wegen, zoals bedoeld in voorschrift H.22.3 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorziet; - geen hiërarchisering van de wegen bevat zoals bedoeld in voorschrift H.23.2. van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - oplegt dat de handelingen en werken gepaard moeten gaan met maatregelen voor het gecoördineerd aanbrengen van de kabels en leidingen; 6) voorschrift A.14. § 2.1, voor zover het een uitdrukkelijke aanduiding van de trajecten en stations van het stedelijk openbaar vervoer op het plan oplegt waarbij enkel plaatselijke aanpassingen toegelaten zijn; 7) voorschrift A.14. § 2.3, voor zover het een aanduiding van bepaalde reservaties voor alternatieve trajecten van het stedelijk openbaar vervoer oplegt op het plan; 8) voorschrift A.14. § 3, voor zover het de uitvoering oplegt van een oost-westas bis voor het stedelijk openbaar vervoer; 9) voorschrift A.14. § 5.1. voor zover het een verkeersvoorrang voorziet voor het openbaar vervoer; 14. VOOR DE VERKLARENDE WOORDENLIJST VAN HET ONTWERP VAN GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN De definities van de volgende termen uit de verklarende woordenlijst van de belangrijkste termen gebruikt in de geschreven stedenbouwkundige voorschriften van het bestemmingsplan van het gewestplan van de Brusselse agglomeratie vastgesteld bij koninklijk besluit van 28 november 1979 worden opgeheven daar zij niet meer in overeenstemming zijn met het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1) bijbehorend omdat het een oppervlakte bepaalt zonder plaatseenheid ten aanzien van de hoofdactiviteit;2) ambachtsbedrijf omdat het ten aanzien van de definitie ambachtelijke activiteit niet het onderhoud van roerende goederen omvat;3) bedrijf voor zover het ten aanzien van de definitie productie-activiteit de distributie omvat van goederen of de organisatie van immateriële diensten evenals het handelsbedrijf en voor zover het niet de hoogtechnologische activiteit omvat evenals de beheers- of bestuurswerkzaamheden van de productie-activiteit, de opslag en de handelszaken die horen bij deze activiteit;4) kantoor voor zover het de lokalen omvat bestemd voor de activiteit van medische en paramedische beroepen en voor zover het niet de lokalen omvat bestemd voor de activiteiten van bedrijven die intellectuele diensten aanbieden waarbij de bedrijven van dienstenbedrijven en de productie van immateriële goederen zoals software of multimedia horen;5) stedenbouwkundig karakter van een onroerend goed voor zover het de bewoning omvat van het binnenterrein van een huizenblok;6) stedenbouwkundig karakter van een huizenblok voor zover het niet de stedenbouwkundige kenmerken omvat van niet-bebouwde terreinen waaruit het eveneens kan bestaan evenals de kenemerken van de bewoning van het binnenterrein van het huizenblok;7) stedenbouwkundig karakter van een gebied voor zover het niet, ten aanzien van de definitie kenmerken van de stedelijke omgeving, het stedenbouwkundige karakter omvat van de aanpalende huizenblokken;8) handelszaak voor zover het de bijbehorende kantoren noch de verwante lokalen omvat;9) opslagplaats voor zover het, ten aanzien van de definitie opslag, het opslaan van onroerende goederen omvat;10) huizenblok voor zover het geen begrenzing omvat door gewestelijke grenzen;11) onroerend goed voor zover het geen architecturale precisie omvat in identificatie van het huisadres;12) binnenterrein van een huizenblok voor zover het alle ruimten omvat achter de normale diepte voor de gebouwen die aan de straat grenzen zonder te specifiëren dat deze diepte bepaald is door de achterste lijn van het bouwwerk of, voor de niet-bebouwde terreinen, door de bouwdiepte bepaald door een bijzonder bestemmingsplan of, bij gebrek hieraan, door de gewestelijke of gemeentelijke stedenbouwkundige verordening;13) woning voor zover dit het gebruik omvat als woning van het geheel van de lokalen zonder er de specifieke opvatting van het geheel van de lokalen voor dit gebruik in op te nemen en het de wettelijke vestiging van een andere bestemming niet in aanmerking neemt;14) beplante (eigendom) voor zover dit het maximale begrip omvat van de bedekking van het terrein met planten;15) eigen baan voor zover het ten aanzien van de definitie eigen bedding niet de toegangekelijkeheid omvat voor andere voertuigen dan die van het openbaar vervoer op de georganiseerde oversteekplaatsen;16) verkeerswegen voor zover het niet hun eventuele aanduiding voorziet op de kaart met de verkeerswegen;17) gebied voor zover het de bodembestemming bepaalt per afgebakend gedeelte op het plan en aangeduid door een kleur of grafisch symbool zonder te verduidelijken dat de begrenzing van dit gedeelte van het grondgebied bestaat uit huizenblokken of naast elkaar liggende gedeelten van huizenblokken;

Art. 4.De volgende grafische voorschriften van het bestemmingsplan van het gewestplan van de Brusselse agglomeratie, vastgesteld bij koninklijk besluit van 28 november 1979, zijn opgeheven omdat zij niet meer in overeenkomst zijn met het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1° Alle gebieden met uitzondering van het spoorweggebied begrepen in de gebieden van gewestelijk belang genummerd van 4 tot 7;2° Alle gebieden, met uitzondering van het administratiegebied begrepen in de administratiegebieden van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° Alle gebieden, met uitzondering van het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, begrepen in de gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;4° Alle gebieden, met uitzondering van het industriegebied, begrepen in de industriegebieden van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;5° Alle gebieden, met uitzondering van de landelijke gebieden begrepen in de groengebieden en landbouwgebieden van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;6° Alle gebieden met minimumprogramma;7° Alle gebieden, met uitzondering van de gebieden van culturele, historische en/of esthetische waarde, begrepen in de perimeters van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan en enkel inzoverre deze geen landschap van culturele, historische en/of esthetische waarde in superpositie bevatten; 8° Alle gebieden, met uitzondering van het reservatiegebied voor de transitparkeerplaatsen, begrepen in de parkingterreinen bedoeld door voorschrift H.25 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan en enkel inzoverre deze geen parkeerterreinen, bedoeld in voorschrift H.25 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, bevatten; 9° Alle wegen begrepen in de structurerende ruimten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, enkel inzoverre deze op het gewestplan niet opgenomen zijn als structurerende ruimte;10° Het reservegebied « Trassersweg » gelegen op het grondgebied van de Stad Brussel;11° Het reservegebied « Scheutbos » gelegen op het grondgebied van Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek;12° Het reservegebied « Wilderpark » gelegen op het grondgebied van Sint-Agatha-Berchem;13° Het noordelijk en zuidelijk gedeelte van het reservegebied « Vorsterie », ingenomen door het gebied voor groene ruimten en door het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het grondgebied van Watermaal-Bosvoorde;14° Het oostelijk en zuidoostelijk gedeelte van het reservegebied « Engeland », ingenomen door het gebied voor groene ruimten en door het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het grondgebied van Ukkel;15° Het traject van de aan te leggen metro (lijn 1A), inzoverre het geen verlenging voorziet vanaf « Amandelbomen » naar het AZ-VUB noch vanaf « Hermann-Debroux » naar het BLOSO;16° Het traject van de aan te leggen metro (lijn 1) inzoverre het geen verlenging voorziet vanaf « Osseghem » naar de Mettewielaan;17° Het traject van de aan te leggen metro (lijn 2) inzoverre het geen verlenging voorziet vanaf « Simonis » tot de Eeuwfeestsquare;18° De grafische voorschriften inzoverre deze geen traject voorzien voor de aan te leggen ondergrondse tram op de Fonsnylaan;19° De grafische voorschriften inzoverre deze niet voorzien in het station HST-Noord Schaarbeek - Rangeerstation;20° De drie transitparkeerterreinen van het HST-station Noord.

Art. 5.De volgende bepalingen van de bijzondere bestemmingsplannen of de volgende bijzondere bestemmingsplannen worden opgeheven wegens gebrek aan overeenstemming met het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : ANDERLECHT In het op 10 januari 1950 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK SCHEUTVELD » : - artikel 1. « Gebied voor woningen - aaneensluitende woningen met zijgevels », enkel inzoverre het handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het gebied voor woningen van het Bijzonder Bestemmingsplan gelegen binnen het gebied voor sport of vrijetijdsactiviteiten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;

In het op 7 juli 1951 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK MEIR - UITBREIDING »; - de grafische voorschriften betreffende » het gebied voor openbare gebouwen (legende) », van het oorspronkelijk plan en van het op 27 juli 1961 gewijzigd plan, gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, inzoverre zij handelingen en werken toelaten die het groengebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - artikel IV.1 » Gebied voor woningen, aaneensluitende woningen », van het oorspronkelijk plan en van het op 27 juli 1961 gewijzigd plan, enkel inzoverre dit, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 27 april 1955 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK VAN DE OUDE KAARSFABRIEK » : - de grafische voorschriften betreffende het « Bouwgebied, gebied voor koeren en tuinen, gebied met een openbare bestemming, gebied voor halfopen bebouwing », van het op 27 juli 1961 en 23 augustus 1979 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het bouwgebied, gebied voor koeren en tuinen, gebied met openbare bestemming, gebied voor halfopen bebouwing van het plan, gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - titel IX a) » bouwgebied », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en productie-activiteiten; - titel IX b) « Bouwgebied », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, opslagplaatsen toelaat; - titel III, artikel 1 « Gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, groothandelszaken toelaat;2° het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, handelszaken en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor woningen in gesloten bebouwing, voor koeren en tuinen, voor achtergebouwen (legende) » gelegen in het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - titel I, artikel 1 « Gebied voor achtergebouwen van maximum 10 meter hoog », enkel inzoverre : 1° het groothandelszaken toelaat;2° het, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en de productie-activiteiten; - artikel VI, artikel 1 « Gebied voor koeren tuinen », enkel inzoverre het, per onroerend goed geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten;

In het op 10 januari 1950 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK SCHEUTVELD » : - artikel II.1 « Gebied voor woningen - aaneensluitende woningen met zijgevels », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 24 juli 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK VAN DE LINKEROEVER VAN HET KANAAL VAN CHARLEROI » : - de grafische voorschriften betreffende de « Gebieden voor gesloten bebouwing, voor achtergebouwen, voor koeren en tuinen, opslagplaatsen, openbare gebouwen, wegen » (gebied ten oosten van de Dokter Zamenhof- en V. Olivierlaan), inzoverre deze afbreuk doen aan de wezenlijke bepalingen van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften betreffende de « Gebieden voor gesloten bebouwing, voor achtergebouwen, voor koeren en tuinen, wegen » (gebied ten oosten van de Walcourtstraat en ten zuiden van de H. Delensstraat), inzoverre deze afbreuk doen aan de wezenlijke bepalingen van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - titel II, artikel 1 « Gebied voor gesloten bebouwing », inzoverre het, in een typisch woongebied, een gemengd gebied en een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vermelde bestemmingen; - titel II, artikel 1 « Gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied, een gemengd gebied en een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, groothandelszaken toelaat; - titel III, artikel 1 « Gebied voor achtergebouwen van maximum 7,50m hoog », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en voor productie-activiteiten;2° het, in een typisch woongebied en een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, groothandelszaken toelaat; - titel IV, artikel 1 « Gebied voor koeren en tuinen », inzoverre het, in een typisch woongebied, een gemengd gebied en een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - titel VI « Gebied voor opslagplaatsen », - In het op 6 november 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « 20= RING EN OMGEVING 38 = BROECKDALWIJK LENNIK » : - de grafische voorschriften betreffende de « Terreinen voor herverkoop of met een openbare bestemming », enkel inzoverre deze, in een stedelijk-industriegebied, een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, een groengebied, een typisch woongebied, een woongebied met residentieel karakter, een gemengd gebied, een gebied met sterk gemengd karakter, een parkgebied en een sportgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen enkele bestemming vermelden; - alle grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 9 mei 1959 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK VOGELENZANG » : - titel II, artikel 1 « Gebied voor woningen in halfopen bebouwing, versie A », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en productie-activiteiten; - titel II, artikel 9 « Gebied voor woningen in halfopen bebouwing », van het op 7 april 1969 en 24 juli 1973 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - titel III « Gebied voor de gegroepeerde bouw van sociale woningen », van het op 7 april 1969 en 24 juli 1973 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - titel IV » Gebied voor uitrustingen », van het op 7 april 1969 en 24 juli 1973 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° deze handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen;2° deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - de grafische voorschriften van het gebied voor uitrustingen van het Bijzonder Bestemmingsplan, gelegen in het groengebied en het parkgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - titel V « gebied met openbare en/of half-openbare bestemming », van het op 7 april 1969 en 24 juli 1973 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het gebied met openbare en/of halfopenbare bestemming van het bijzonder bestemmingsplan, gelegen in het groengebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften betreffende de « Wegen, (legende) », van het op 7 april 1969 en 24 juli 1973 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het parkeergebied van het plan gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 18 januari 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « DWARSLAAN EN OMLIGGENDE » : - de grafische voorschriften van het plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied en in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen enkele bestemming vemelden;2° deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen enkele bestemming vermelden; - titel I « Gebied voor sociale woningen », enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het gebied voor sociale woningen van het plan, gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - titel II « Openbaar en half-openbaar gebied », enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het openbaar en half-openbaar gebied van het Bijzonder Bestemmingsplan, gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - titel II « openbaar en half-openbaar gebied », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - In het op 18 december 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 252 TUSSEN DE BUFFON-, A. WILLEMIJNS-, M. VAN LIER- EN BROECKSTRAAT » : - titel II « gebied voor gesloten bebouwing », inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, groothandelszaken toelaat;2° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - titel IV, artikel 1 « Gebied voor achtergebouwen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, groothandelszaken toelaat;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - artikel VI, artikel 1 « Gebied met openbare bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - In het op 15 maart 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOKKEN 231 EN 235 TUSSEN DE INSTITUUT-, DE ERASMUS-, DE KAPELAAN- EN DE E. DELCOURTSTRAAT » : - titel I « Gebied met openbare bestemming », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - titel II « Gebied voor halfopen bebouwing », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; -In het op 29 november 1963 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK KLEINMOLEN » : - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor halfopen bebouwing », enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - In het op 22 oktober 1964 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « MINNEZANGERSWIJK » : - de grafische voorschriften « woongebied », van het op 19 juni 1973 en 23 januari 1975 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaten die het groengebied en het groengebied met hoogbiologische waarde op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - titel II, artikelen 1 en 2 « Gebied voor gesloten en halfopen bebouwing », enkel inzovere deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (herbestemmingen) niet verduidelijken; - titel IV « Gebied met openbare bestemming », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor achtergebouwen », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (herbestemmingen) niet verduidelijken; - In het op 22 oktober 1964 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK SCHEUT NOORD » : - titel II, artikel 1 « Gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, groothandelszaken toelaat; - titel II, artikel 1 « Gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, de productie-activiteiten en de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - titel III, artikel 1 « Gebied voor achtergebouwen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, groothandelszaken toelaat; - titel V, artikel 2 « Gebied met openbare bestemming », enkel inzoverre het handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het gebied met openbare bestemming van het plan, gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.2.1 « Gemengd gebied : kantoren en handelszaken », van het op 24 oktober 1991 en 14 september 1995 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de activiteiten bedoeld in artikelen 7.1 en 7.2 van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.3.1 « Gemengd gebied : kantoren, hotels, woningen, handelszaken en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten. Bestemming », enkel inzoverre het in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;

In het op 16 februari 1965 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « ITTERBEEKSEWIJK ZUID » : - titel I « Gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (herbestemmingen) niet verduidelijkt; - de grafische voorschriften van het plan, enkel inzoverre het plan, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een weg voorziet; - titel IV en het bestemmingsplan « Gebied met openbare bestemming », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;2° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, het binnenterrein van het huizenblok aantasten zonder de voorwaarden van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan na te leven; In het op 12 maart 1965 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « ITTERBEEKSEWIJK » : - titel II. « Gebied voor gesloten en halfopen bebouwing », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (herbestemmingen) niet verduidelijkt; - titel V « Gebied voor de gegroepeerde bouw van sociale woningen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of voor openbare diensten; - het bestemmingsplan (legende) « Gebied voor de gegroepeerde bouw van sociale woningen, gebied met openbare bestemming, wegen », enkel inzoverre het handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het gebied voor de gegroepeerde bouw van sociale woningen, van het gebied met openbare bestemming en wegen van het bijzonder bestemmingsplan, gelegen in het parkgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - het bestemmingsplan (legende) « Gebied voor achtergebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (herbestemmingen) niet verduidelijkt; - titels V en II en het bestemmingplan « Gebied voor de gegroepeerde bouw van sociale woningen en gebied voor gesloten en halfopen bebouwing », enkel inzoverre deze niet overeenstemmen met het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten voorzien op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het gebied voor de gegroepeerde bouw van sociale woningen en het gebied voor gesloten en halfopen bebouwing van het plan, gelegen in het gebied voor uitrustingen van collectief belang of voor openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - het bestemmingsplan (legende) « Gebied voor de gegroepeerde bouw van sociale woningen en het gebied voor gesloten en halfopen bebouwing », enkel inzoverre het handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het gebied voor de gegroepeerde bouw van sociale woningen en het gebied voor gesloten en halfopen bebouwing van het bijzonder bestemmingsplan, gelegen in het sportgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - het bestemmingsplan « Gebied voor gesloten en halfopen bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;

In het op 19 februari 1965 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « KRUISPUNT VAN DE VEEWEIDESTRAAT EN DE LUITENANT LIEDELSTRAAT » : - titels I en II « Bouwgebied (I) en gebied voor koeren en tuinen (II) », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het bouwgebied en het gebied voor koeren en tuinen op het bijzonder plan niet verduidelijken; - In het op 28 april 1970 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « KRUISPUNT VAN DE ARISTIDE BRIANDLAAN MET DE BERGENSESTEENWEG » : - de grafische voorschriften betreffende het « Bouwgebied (legende) », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het bouwgebied op het bijzonder plan niet verduidelijken; - In het op 17 februari 1971 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « GRONDELWIJK » : - de grafische voorschriften van het wegengebied van het Bijzonder Bestemmingsplan, gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - titel III « Gebied voor groene ruimten », enkel inzoverre deze niet verduidelijkt dat de toegelaten handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie van het parkgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - titel II « Gebied voor woningen en kantoren », enkel inzoverre : 1° deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - titel II « Gebied voor woningen en kantoren », enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaat die het groengebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het « Gebied voor woningen en kantoren » van het Bijzonder Bestemmingsplan, gelegen in het parkgebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - titel III « Gebied voor groene ruimten », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - In het op 24 januari 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « LANDELIJKE ZONE » : - artikel 3 « Gebied van openbaar nut », van het op 6 september 1991 en 12 juni 1997 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - artikel 4 « Horecagebied », van het op 6 september 1991 en 12 juni 1997 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 5 « Handelsgebied », van het op 6 september 1991 en 12 juni 1997 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikelen 1 tot 10, enkel inzoverre : 1° deze, in een landbouwgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de toegelaten bouwwerken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de uitbating en/of de huisvesting van de uitbaters;2° deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - artikelen 1 tot 13, enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het landbouw- en moestuingebied en van het gebied voor groene ruimten van het Bijzonder Bestemmingsplan, gelegen in het gebied met hoogbiologische waarde op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikelen 11 tot 13 « Gedeelte voor groene ruimten », enkel inzoverre : 1° deze, in een gebied voor sport- en vrijetijdsactiviteiten in de openlucht op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20 % van het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok;2° deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het landbouw- en tuinbouwgebied en van het gebied voor groene ruimten van het plan, gelegen in het sportgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het gebied (met een gedeelte voor groene ruimten) van het plan, gelegen binnen het landbouwgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - alle geschreven en grafische voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 14 augustus 1974 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « OPENBARE ZONE VAN DE MEYLEMEERSCH » : - artikel II, « Industriecomplex voor research. Bestemming », van het op 23 maart 1990 en 10 januari 1991 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren die behoren bij het bedrijf; - de grafische voorschriften betreffende het « Landbouwgebied met toeristische waarde (legende) », van het op 23 maart 1990 en 10 januari 1991 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (herbestemmingen), niet verduidelijken; - artikel 1 « Gebied voor alleenstaande villa's », enkel inzoverre het afbreuk doet aan de wezenlijke bepalingen van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;

In het op 23 mei 1977 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « MISSIEHUIS VAN SCHEUT » : - artikel 1.1° « Woongebied - 1° ) functie », van het op 8 januari 1985 en 20 januari 1990 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2 « Handelsgebied », van het op 8 januari 1985 en 20 januari 1990 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied (lint voor handelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, « tertiaire en quartiaire openbare of particuliere activiteiten » en productie-activiteiten; - artikel 8 « Bouwwerken in gebieden met veranderlijke massa », van het op 8 januari 1985 en 20 januari 1990 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied (lint voor handelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten (missiehuis van de Paters van Scheut) en handelszaken; - titel « Bouwwerken in een gebied met veranderlijke massa », van het op 8 januari 1985 en 20 januari 1990 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 9, « Gebied voor kantoren », van het op 8 januari 1985 en 20 januari 1990 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; In het op 9 juli 1980 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « BARA, BROGNIEZ, CLEMENCEAU » : - Artikel 2.1.1 « Woongebied » van het op 15 april 1988, 27 juli 1988 en 6 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - artikel 2.1.2 « Gebied voor bijgebouwen voor huisvesting », van het op 15 april 1988, 27 juli 1988 en 6 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - artikel 2.1.3, « Gemengde gebieden voor woningen, handelszaken en werkplaatsen », van het op 15 april 1988, 27 juli 1988 en 6 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;2° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied (lint voor handelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en de productie-activiteiten;3° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied (lint voor handelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 2.1.3 « Gemengde gebieden voor woningen, handelszaken en werkplaatsen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten (zonder de aard van deze uitrustingen te verduidelijken); - artikel 2.1.5 « Kantoorgebieden », van het op 15 april 1988, 27 juli 1988 en 6 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.4 « Gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten », en de hierop betrekking hebbende grafische voorschriften, van het op 15 april 1988, 27 juli 1988 en 6 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre de op het bijzonder bestemmingsplan voorziene bestemming niet overeenstemt met het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.6 a) « Gebieden met meerdere bestemmingen », van het op 15 april 1988, 27 juli 1988 en 6 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en de handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.6 b) « Gebied met meerdere bestemmingen », en de hierop betrekking hebbende voorschriften van het op 15 april 1988, 27 juli 1988 en 6 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre het handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - Titel 2.1.7 « Gebieden voor koeren, werkplaatsen en garages », van het op 15 april 1988, 27 juli 1988 en 6 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en handelszaken;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor koeren, werkplaatsen en garages, gemengd gebied : woningen, handelszaken en werkplaatsen (legende) », van het op 15 april 1988, 27 juli 1988 en 6 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre de op het bijzonder plan voorziene bestemming (gebied voor koeren, werkplaatsen en garage, gemengd gebied : woningen, handelszaken en werkplaats) niet overeenstemt met het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.8 « Woongebieden en/of uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten », van het op 15 april 1988, 27 juli 1988 en 6 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;

In het op 14 februari 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « INDUSTRIEGEBIED VAN ANDERLECHT » : - de grafische voorschriften betreffende het « Industiegebied », enkel inzoverre deze, in een spoorweggebied, vervoergebied, stedelijk-industriegebied en groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het industriegebied op het bijzonder plan niet verduidelijken; - alle grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 7 februari 1991 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « SINT-HELENA EILAND » : - de grafische voorschriften betreffende het « Industriegebied (legende) », enkel inzoverre deze, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het industriegebied op het bijzonder plan niet verduidelijken;

OUDERGEM - In het op 10 december 1958 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 11 TUSSEN DE CH. LECHATSTRAAT, HET HERTOGENDAL, DE KOUTERLAAN EN DE PAUWENSTRAAT » : - artikel 1 « Gebied voor woningen in gesloten en halfopen bebouwing.

Bestemming », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten; - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 16 november 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 21 TUSSEN DE HERDERSTAFLAAN, LAMMERENDRIES, G. POELSLAAN EN G. DEMEYLAAN » : - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op vrijdag 25 mei 1951 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 43 TUSSEN DE J. VAN HORENBEEKLAAN EN DE CH. SCHALLERLAAN » : - De grafische voorschriften betreffende het « gebied voor woningen in halfopen bebouwing. Bestemming », van het op 26 maart 1959 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting;2° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handels-activiteiten; - de grafische voorschriften betreffende het ambachtsgebied.

Bestemming, enkel inzoverre : 1° deze, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten, kantoren en productie-activiteiten;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften betreffende het « ambachtsgebied.

Bestemming (2) », van het op 17 april 1962 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° deze een of meerdere verboden bestemmingen voor opslagplaatsen toelaten in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan 2° deze geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, bepaald door het voorschrift betreffende het typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan - In het op 7 november 1950 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR.14 TUSSEN HERTOGENDAL EN DE WAVERSESTEENWEG » : - de grafische voorschriften betreffende het « gebied voor woningen in gesloten bebouwing. Bestemming », van het op 13 augustus 1955 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten; - de grafische voorschriften van het ambachtsgebied. Bestemming van het op 13 augustus 1955 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kantoren en productie-activiteiten;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een of meerdere verboden bestemmingen (opslagplaatsen) toelaten; - de grafische voorschriften betreffende het gemengd gebied, Bestemming (1) », van het op 13 augustus 1955 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° deze, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten, kantoren en productie-activiteiten;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het « gemengd gebied, Bestemming (2) », enkel inzoverre deze een of meerdere verboden bestemmingen, opslagplaatsen, groothandelszaken toelaten in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 20 mei 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 17 TUSSEN DE ZWARTKEELTJESLAAN, KOUTERLAAN, J. GEYSKENSLAAN, L.CHAUDOIRDREEF EN HET WOLUWEPARK » : - De grafische voorschriften betreffende het « gebied voor woningen in halfopen bebouwing, bestemming » van het oorspronkelijk plan en van het op 10 november en op 27 oktober 1980 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten; - De grafische voorschriften betreffende het gebied voor woningen in halfopen bebouwing (legende) van het oorspronkelijk plan en het op 10 november 1978 en 27 oktober 1980 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - In het op 16 november 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 21 TUSSEN DE HERDERSTAFLAAN, LAMMERENDRIES, G. POELS EN G. DEMEYLAAN » : - de grafische voorschriften betreffende het « gebied voor woningen in gesloten bebouwing. Bestemming », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten; - De grafische voorschriften betreffende het « ambachtsgebied (1), Bestemming », enkel inzoverre : 1° deze, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten, kantoren en productie-activiteiten;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - De grafische voorschriften betreffende het « ambachtsgebied (2).

Bestemming », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een of meerdere verboden bestemmingen (opslagplaatsen) toelaten; - In het op 14 februari 1959 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR 1A TUSSEN DE VERMINKTENLAAN, DE DROUARTLAAN, DE J.J. GOSSIAUXLAAN EN DE M. CHARLENTSTRAAT » : - de grafische voorschriften betreffende het « gebied voor gesloten en halfopen woonbebouwing. Bestemming », van het op 24 februari 1966 en 11 april 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor handelsactiviteiten; - de voorschriften betreffende het « gebied met openbaar karakter, bestemming », van het op 24 februari 1966 en 11 april 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - In het op 8 maart 1988 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 20-21 DEMEYLAAN, HERDERSTAFLAAN, DE SNELWEG NAAR NAMEN, DE G. POELSLAAN EN STORMBEKKEN » : - de grafische voorschriften betreffende de algemene bepalingen, enkel inzoverre deze niet verduidelijken dat de verbouwingswerken aan de bestaande onroerende goederen, waarvan het wettelijk gebruik niet overeenstemt met de bestemmingen van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, zijn beperkt. - artikel A.1 « Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel C.1, « Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel F 1 « Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en de productie-activiteiten; - artikel D. 1. « Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een of meerdere bestemmingen (opslagplaatsen) toelaat die door het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet zijn toegelaten;2° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en de productie-activiteiten; - artikel E.1 « Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor kantoren, de handelszaken en de productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikelen F.1, B.1.1 en E.1 « Bestemming », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - In het op 22 september 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR 22 TUSSEN DE LAMMERENDRIES, ED. PINOYPLAATS, TH. VANPELAAN, ARONKELKENLAAN EN DE VORSTLAAN » : - artikel 2.A « Bestemming », van het op 21 oktober 1980 en 22 juni 1982 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - de grafische voorschriften betreffende de openbare bestemming (legende), van het op 21 oktober 1980 en 22 juni 1982 plan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor uitrustingen; - In het op 13 september 196 1goedgekerud bijzonder bestemmingsplan « NR. 25 (GEMEENTEHUIS) » : - artikel 3 betreffende het gebied voor kantoren en kleinhandelszaken, van het op 10 december 1975 en 29 september 1977 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - de grafische en geschreven voorschriften van het op 10 december 1975 en 29 september 1977 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 17 april 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 26 HERTOGINNEDAL PRIORIJ » : - de grafische voorschriften van het op 6 juni 1979 en 2 oktober 1981 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze niet voldoende de bescherming bieden die vereist is in het gebied van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften betreffende de bouwgebieden van het op 6 juni 1979 en 2 oktober 1981 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze bouwwerken toelaten die het groengebied voorzien op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - In het op 29 januari 1964 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 1B TUSSEN DE DROUARTLAAN, DE VERMINKTENLAAN EN DE GEPLANDE SPLITSING VAN DE WAVERSESTEENWEG » : - de grafische voorschriften betreffende het gebied voor woningen, bijgebouwen, kleine industrie, ambacht (legende), van het op 10 februari 1978 en 9 april 1981 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze bouwwerken toelaten die het groengebied, voorzien op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, in het gedrang brengen; - artikel 3.1 « Bestemming » van het op 11 april 1991 en 21 mei 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten en handelszaken; - artikel 4.1 « Bestemming », van het op 11 april 1991 en 21 mei 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, productie- en handelsactiviteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1 « Bestemming » van het op 11 april 1991 en 21 mei 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor kantoren; - In het op 10 september 1974 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 12 BEAULIEUWIJK » : - artikel 2.A « Bestemming », van het op 30 maart 1987 en op 26 januari 1988 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de activiteiten voorzien in het bijzonder bestemmingsplan; - artikelen 3.1.A, 3.2.A en 3.3.A « Bestemming », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de bestemmingen die zij voorzien;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmings-plan; - In het op 28 december 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 40 TUSSEN DE STEVENSLAAN, WOUDMEESTERLAAN, PAPIERMOLENSTRAAT, J. VAN HORENBEEKLAAN EN HET KERKHOF » : - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van he uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 3 april 1974 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « BPA NR. 41A WOUDMEESTER » : - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 8 februari 1985 goedgekeurd bijzonder bestemmmingplan « NR. 6 WIJK KONINKLIJKE JACHT » : - artikel II.1 « Bestemming », enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.1 « Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, productie-activiteiten en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel IV.1 « bestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte, per onroerend goed, voor de handelszaken en productie-activiteiten; - artikel V. 1 « bestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - de grafische voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een spoorweggebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen definitie geven van de in dit gebied toegelaten bestemmingen; - de grafische voorschriften, enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - In het op 16 maart 1984 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 28 TUSSEN PUTDAAL, KOLONEL DAUMERIELAAN, TERVURENLAAN, TERVURENSESTEENWEG, VOSSENDREEF EN KARDINAAL MICARALAAN »; - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - de grafische voorschriften betreffende het « gebied voor uitrustingen van collectief belang (legende) », enkel inzoverre deze, in een bosgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen niet verduidelijken; - In het op 28 juli 1988 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 8 PARADIJSVOGELWIJK »; - artikel A.1 « bestemming », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor sport in de open lucht (legende) », enkel inzoverre deze, in een groengebied voorzien op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, bouwwerken toelaten die dit in het gedrang brengen; - In het op 10 maart 1987 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 42 HUIZENBLOK TUSSEN DE WAVERSESTEENWEG, HUGO VAN DER GOESLAAN, CH. SCHALLERLAAN EN DE RAND VAN HET ZONI|$$|AdENWOUD » : - artikel II.a) « bestemming (woongebied) », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel II en artikel III « Garages », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - de grafische voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een bosgebied, de drempel van het gebied met bouwverbod tot 40m voorbij dit gebied, niet naleven; - In het op 25 mei 1951 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 43 TUSSEN DE J VAN HORENBEEKLAAN EN CH. SCHALLERLAAN » : - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 22 september 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 22 TUSSEN DE LAMMERENDRIES, ED. PINOYPLAATS, TH. VANPELAAN, ARONSKELKENLAAN EN VORSTLAAN »; - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen;

SINT-AGATHA-BERCHEM - In het op 9 augustus 1955 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 78-80B3 - WIJK G. REMYSTRAAT EN OMGEVING » : - artikelen II A en 3 van de geschreven voorschriften « woongebied met gesloten bebouwingen, aaneensluitende gebouwen, bestemming », enkel inzovere deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempels voorzien van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke activiteiten; - Het op op 6 november 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 71-72-94-98 GELEGEN TUSSEN DE J. GOFFINSTRAAT, STRIJDERSSTRAAT, OPENVELDSTRAAT, BEHEERSTRAAT EN ONTWIKKELINGSSTRAAT » : - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 4 - WIJK TUSSEN DE MARICOLLENDREEF, AUGUSTE DENIESTRAAT, DILBEEKSTRAAT, ERSEBOOMSTRAAT EN DE GRENSSCHEIDING VAN DE GEMEENTE DILBEEK » : - de geschreven en grafische voorschriften van het op 18 april 1956 goedgekeurd oorspronkelijk plan, inzoverre zij onbeperkt alle bestemmingen toelaten in een woongebied met residentieel karakter en in een gebied voor begraafplaatsen op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 1 van de geschreven voorschriften van het op 17 augustus 1966 goedgekeurd plan, « Algemeen », enkel inzoverre : 1° het, in het groengebied en in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die niet door het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan zijn toegelaten;2° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kunstwerken en gebouwen van openbaar nut; - artikel 2 van de geschreven voorschriften van het op 17 augustus 1966 goedgekeurd plan, « gebied voor bouwwerken in gesloten en halfopen bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke activiteiten, 2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat; - artikel 4 van de geschreven voorschriften van het op 17 augustus 1966 goedgekeurd plan, « Koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 7 van de geschreven voorschriften van het op 17 augustus 1966 goedgekeurd plan « gebied voor de gegroepeerde bouw van sociale woningen », enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat; - artikel 8 van de geschreven voorschriften van het op 17 augustus 1966 goedgekeurd plan, « gebied van openbaar nut », enkel inzoverre : 1° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat;2° het, in een woongebied met residentieel karakter, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de bouw van een wijkkapel en alle aanhorigheden ervan; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 71 - DORPVLAK » : - de grafische voorschriften van het op 29 april 1957 goedgekeurd oorspronkelijk plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, voorzien in een hotelbestemming;2° deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten;3° deze, in een perimeter van culturele, historische of estherische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 4, II, van het op 29 april 1957 goedgekeurd oorspronkelijk plan, « Woongebied met gesloten bebouwingen », enkel inzoverre het in een typisch woongebied op het gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempels voorziet van de vloeroppervlakte voor de inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep; - artikel 25, II, van het op 29 april 1957 goedgekeurd oorspronkelijk plan, « Reclame », enkel inzoverre het in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - afdeling III van het op 29 april 1957 goedgekeurd oorspronkelijk plan, « gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre zij in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het te behouden binnenterrein van een huizenblok, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn; - afdeling V « Gebied voor bijgebouwen in gemengde gebieden en gebieden voor handelslinten » van het op 29 april 1957 goedgekeurd oorspronkelijk plan, enkel inzoverre zij, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep en voor de handelszaken; - afdeling A « Park- en groengebieden » van het op 29 april 1957 goedgekeurd oorspronkelijk plan, enkel inzoverre zij in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - artikel 45, B « Villagebied » van het op 29 april 1957 goedgekeurd oorspronkelijk plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn; - de grafische voorschriften van het op 5 oktober 1962 goedgekeurd plan, enkel inzoverre er, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel is voorzien van de vloeroppervlakte in een « gebied van openbaar nut » van het plan; - de op 25 februari 1965 goedgekeurde voorschriften van het plan; - artikel 1 « Algemeen » van de geschreven voorschriften van het plan, goedgekeurd op 24 februari 1966, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kunstwerken en de gebouwen van openbaar nut; - artikel A 1,1 van de geschreven voorschriften van het plan, goedgekeurd op 22 juni 1982, « bebouwde gebieden, typisch woongebied, bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, handelszaken en werkplaatsen;2° het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of voor openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, vrije beroepen, handelsactiviteiten en werkplaatsen toelaat zonder dat deze behoorlijk gerechtvaardigd zijn om economische en sociale redenen;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan is toegelaten op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel A 2, 1 van de geschreven voorschriften van het plan, goedgekeurd op 22 juni 1982, « Woon- en handelsgebied, bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, kleinhandelszaken en activiteiten met winstgevende en niet-winstgevende doeleinden;2° het, per onroerend goed, grotere kantooroppervlakten toelaat dan toegelaten is op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakte van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel A 4, 1 van de geschreven voorschriften van het plan, goedgekeurd op 22 juni 1982, « Gebieden voor bijgebouwen, bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, kleinhandelszaken en activiteiten met winstgevende en niet-winstgevende doeleinden;2° het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de vestiging van vrije beroepen, handelszaken en werkplaatsen toelaat zonder dat deze behoorlijk gerechtvaardigde zijn om economische en sociale reden;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan is toegelaten op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel A 5 van de geschreven voorschriften van het plan, goedgekeurd op 22 juni 1982, « gebied voor uitrusting van collectief belang of van openbare diensten, bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;2° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat;3° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat; - artikel A 8 van de geschreven voorschriften van het plan, goedgekeurd op 22 juni 1982, « gebied met uitgestelde aanleg », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, kleinhandelszaken en kleine werkplaatsen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan is toegelaten op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op te behouden binnenterreinen van huizenblokken, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn; - artikel B 3 van het op 22 juni 1982 goedgekeurd plan, « Parkgebied », enkel inzoverre het in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 5 - MOLENBEEKVALLEI POTAARDEVLAK) » : - het « onteigeningsgebied » van het op 2 juli 1957 goedgekeurd oorspronkelijk plan; - artikel 1 « Algemeen » van het op 16 september 1959 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kunstwerken en de openbare gebouwen;2° het, in een groen- en parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - artikel 2 « Gebied voor bouwwerken in open en halfopen bebouwing » van het op 16 september 1959 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - artikel 3 « Gebied voor gesloten bebouwingen » van het op 16 september 1959 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een woon- en gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handels- en ambachtelijke zaken, 2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - artikel 5 « Gebied voor koeren en tuinen » van het op 16 september 1959 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden werken toelaat; - artikel 6 « Gebied voor hoogbouw » van het op 16 september 1959 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het bestemmingen en handelingen en werken toelaat die verboden zijn in een typisch woongebied en in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 7 « Gebied voor hoogbouw met handelscentrum en openbaar plein » van het op 16 september 1959 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, 1° verboden bestemmingen toelaat, 2° per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor het winkelcentrum; - artikel 9 « Gebied van openbaar nut » van het op 16 september 1959 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor kunstwerken en overheidsgebouwen of gebouwen van openbaar nut; - artikel 10 « Gebied voor kleine ambachtelijke zaken » van het op 16 september 1959 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de ambachtelijke activiteiten;2° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn;3° het, in een parkgebied, verboden werken toelaat; - de grafische voorschriften van het op 16 september 1959 goedgekeurd plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 1 « Algemeen » van het op 22 oktober 1964 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - artikel 2 « Gebied voor bouwwerken in gesloten en halfopen bebouwing » van het op 22 oktober 1964 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - artikel 4 « Koeren en tuinen » van het op 22 oktober 1964 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - de op 27 augustus 1965 goedgekeurde voorschriften, inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de kunstwerken en gebouwen van openbaar nut; - Het bijzonder bestemmingsplan « NR. 74 - WIJK VAN DE OUDE KERK », goedgekeurd op 23 januari 1958; - In het op 16 april 1973 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK TUSSEN DE J. GOFFINLAAN, LAURALAAN, BASILIEKLAAN EN KLEINE BERCHEMSTRAAT, KATTEPUT, HET VLAK VAN PARUCK » : - artikel 1, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke zaken;2° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - artikel 2 « Gebied voor bouwwerken in gesloten en halfopen bebouwing », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke zaken; - artikel 3 « Gebieden voor bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke zaken; - artikel 4 « Gebied voor commercieel gebruik », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor het benzinestation; - artikel 6 « Gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op de binnenterreinen van huizenblokken die geen verband houden met huisvesting;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op te behouden binnenterreinen van huizenblokken, werken en handelingen toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn; - artikel 8 « Gebied voor garageboxen », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die geen verband houden met de huisvesting; - In het op 30 september 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « ELBERS - GELEGEN TUSSEN DE GEMEENTEGRENS EN DE HEYLENSSTRAAT, DE KASTERLINDENSTRAAT EN DE ELBERSSTRAAT » : - artikel 3.1.1. « Woongebied », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, horecazaken en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4 « Gemengd woon- en bedrijfsgebied », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelsondernemingen en werkplaatsen;

BRUSSEL - In het op 14 november 1952 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 50-01bis VAN PRAETWIJK » : - artikel 13 van het oorspronkelijk plan « Handel - reclameboodschappen », enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 1 september 1953 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « LAENNECLAAN (AANLEG) - WIJK HOUBAZIEKENHUIS » : - de voorschriften betreffende de « Stedenbouwkundige erfdienstbaarheden », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 20 oktober 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 48-05- PRINS KARELSQUAREWIJK » : - artikel 1 « Gebied voor woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de semi-nijverheidsactiviteiten; - artikel 2 « Gebied voor bijgebouwen en koeren », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20 m vanaf de bouwlijn;2° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor bijgebouwen en koeren op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt; - In het op maandag 8 juli 1957 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 31/1-2 HEEMBEEKSTRAAT » : - artikel 1 « Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en bouwwerken met een openbare bestemming;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen (grafische schorsing van het kantoorgebied van het bijzonder bestemmingsplan gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan);4° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 9 « Handelszaken en reclameboodschappen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, de beroepen of vakken die in gesloten huizen uitgeoefend worden;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - de grafische voorschriften van het plan die geheel of gedeeltelijk vervat zitten in het gebied van gewestelijk belang van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 27 februari 1958 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « Nr. 50/05-06 HUIZENBLOKKEN TUSSEN DE WANNEKOUTERLAAN, ARAUCARIA-LAAN, PAGODENLAAN, BEIZEGEM-STRAAT, LASKOUTER EN SCHAPENSTRAAT, VERSAILLESWIJK » : - artikel 1 van Titel I, « Gebied voor alleenstaande of halfopen bebouwde villa's », van het op 5 mei 1967 en 7 april 1969 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 7, titel II « Gebied voor gesloten bebouwing. Bestemming », van het op 5 mei 1967 en 7 april 1969 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de ambachtelijke en handelszaken; - artikel 14, Titel III « Gegroepeerde bouwwerken. Bestemming » van het op 5 mei 1967 en 7 april 1969 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine beroepen, ambachtelijke zaken en handelszaken; - In het op 24 februari 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 31R/2/3/4 - WIJK KONINGINNELAAN » : - de grafische voorschriften van het oorspronkelijk plan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor het handels- en ambachtelijk gebied, de school en het kinderdagverblijf; - deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor bijgebouwen op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijken; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op maandag 28 maart 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 49-02/03 - MUTSAARDWIJK » : - het oorspronkelijk plan en de grafische voorschriften van het op 27 september 1962 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het « gebied alleen voor bijgebouwen » op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijken; - artikel 2.1 « Handel en ambacht », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor kleinhandelszaken en handelszaken voor de eerste behoeften (benzinestations en garages), werkplaatsen, bergplaatsen, opslagplaatsen, laboratoria en drankwinkels; - artikel 9, titel II, « Gebied voor gesloten of aaneensluitende bouwwerken. Bestemming. », van het op 27 september 1962 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor kleine beroepen, ambachtelijke zaken, openbare kunstwerken en gebouwen en kleine ambachtelijke zakenelijke bedrijven; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 15 juni 1964 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 51-11/12 - OORLOGSKRUISENLAANWIJK » : - de grafische voorschriften, enkel inzoverre : 1° deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimters te vrijwaren of de verfraaiing ervan aan te moedigen;2° deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en ambachtelijke zaken;3° deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;4° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en vrije scholen;5° deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een handels- een woonbestemming voorzien (Grafische schorsing van het huisvestings- en handelsgebied van het bijzonder bestemmingsplan gelegen in het gebied voor uitrustingen op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan);6° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op meer dan 20m vanaf de bouwlijn;7° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor bijgebouwen op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijken; - artikel 8 « Handelszaken », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de beroepen en vakken die uitgeoefend worden in een gesloten huis;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 12 september 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 50-20/21 - VERLENGDE VERSAILLESLAAN WIJK TUSSEN DE BEIZEGEMSTRAAT, F. VEKEMANSSTRAAT EN RANBEEKSTRAAT, KORTE GROENWEG, BRUYNSTRAAT, KRAATVELDSTRAAT EN MARIENDAAL » : - artikel 2 « Bestemming van de gebieden voor bouwwerken », van het op 16 januari 1973 en 6 oktober 1975 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter, in een typisch woongebied en in een lint voor handelskernen op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, productie-activiteiten, kantoren (beroepen of vakken die in een gesloten woning uitgeoefend worden);2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 10 september 1968 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 48-02 HUIZENBLOKKEN TUSSEN HOUBA DE STROOPERLAAN, CITROEN-BOMENLAAN, GENERAAL DE CEUNINCKLAAN, DIKKEBEUKLAAN, ROMEINSESTEENWEG EN ROMEINSE OPRIT » : - artikel 2 « Bestemming », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en ambachtelijke zaken; - artikel 2 « Bestemming », enkel inzoverre, het in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, ambachtelijke zaken en openbare of particuliere uitrustingen; - artikel 4, « Inplanting », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 16 « Reclame », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor beroepen en vakken die in gesloten woningen uitgeoefend worden;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 6 oktober 1970 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 50-24/25 - PERCELEN TUSSEN KORTE GROENWEG, GROENWEG, RANSBEEKSTRAAT EN TWEEBEEK » : - het « Gebied voor de aanleg van sportterreinen en de voorzieningen ervan (legende) » van het bestemmingsplan, enkel inzoverre het, in een groengebied met hoogbiologische waarde op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor de aanleg van sportterreinen en de uitrusting ervan (legende) », enkel inzoverre deze, in een gebied voor sport- en vrijetijdsactiviteiten in de open lucht op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20 % van het huizenblok of het gedeelte van het huizenblok; - de grafische voorschriften van het « Bouwgebied. Bestemming », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 30 oktober 1975 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 48/15-16bis - HUIZENBLOK TUSSEN REPER-VREVENSTRAAT, F. STERCKXSTRAAT EN HOUBA DE STROOPERLAAN » : - artikel 2 a) « Bouwgebied voor de huisvesting », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de commerciële uitrustingen; - In het op 14 oktober 1986 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 50-70- TRASSERSWEGWIJK » : - artikel 2 « Bestemming van de gebouwen en de niet-bebouwde gebieden », enkel inzoverre : 1° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen (Grafische schorsing van het gebied voor sociale uitrusting en huisvesting, landbouwgronden van het bijzonder bestemmingsplan gelegen in het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan);2° het, in een woongebied met residentieel karakter en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de sociale voorzieningen; - In het bijzonder bestemmingsplan « WIJK NR. 3 MAROLLEN-KAPPELE (URSULINENSTRAAT, HEILIGE GEESTSTRAAT, KAPELLEPLEIN, BLAESSTRAAT, ST-HISLEINSSTRAAT, HUIDEVETTERSSTRAAT EN VAN DER WEYDENSTRAAT) » : - artikel 2.2.1 « Gebouwen met monofunctionele bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de ambachtelijke en/of handelsondernemingen;2° de verdeling van de bestemmingen vermeld wordt per perceel of in percentage en niet aan de hand van de oppervlaktegrens per onroerend goed; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 97-03 BLOEMENWIJK »; - artikelen 2.1.1. en 2.1.2 « Gebouwen met monofunctionele bestemming », Huizenblok 3, enkel inzoverre : 1° deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de kantoren en handelszaken;2° de verdeling van de bestemmingen wordt vermeld per perceel of in percentage en niet aan de hand van de oppervlaktedrempel per onroerend goed; - artikel 2.1.2 en artikel 2.2 « Gebouwen met monofunctionele bestemming », huizenblok 18, enkel inzoverre : 1° deze, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;2° de verdeling van de bestemmingen vermeld wordt per perceel en niet aan de hand van de oppervlaktedrempel per onroerend goed; - artikel 2.2 en artikel 2.3 « Gebouwen met gemengde bestemming », huizenblok 19, enkel inzoverre : 1° deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;2° de verdeling van de bestemmingen aangeduid wordt per perceel en niet per oppervlaktedrempel per onroerend goed; - artikel 2.1.2, artikel 2.2 en artikel 2.3 « Gebouwen met monofuntionele bestemming », huizenblok 16, enkel inzoverre : 1° deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en administratieve activiteiten;2° de verdeling van de bestemmingen aangeduid wordt per perceel of in percentage en niet per oppervlaktedrempel per onroerend goed; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 60-35 WIJK NR. 2 « MAROLLEN-NIEUWLAND » (NOORD-ZUIDVERBINDING, VAN DER WEYDENSTRAAT, HUIDEVETTERS-STRAAT EN ZUIDLAAN) » : - artikelen 2.1.3 en 2.1.4 « Gebouwen voor ambachtelijke en/of handelsonderneming - voor animatie en handel », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de ambachts- en/of handelsondernemingen;2° de verdeling van de bestemmingen aangeduid wordt per perceel of in percentage en niet per oppervlaktedrempel per onroerend goed. - In het op 13 maart 1959 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 45J/3/5 MINIEMENWIJK » : - alle voorschriften van het plan, inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van he uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 17 februari 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 46/21- WIJK NOORDSTATION » : - artikel 10 « Bijzondere bepalingen voor de bouwgebieden », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - alle grafische voorschriften die geheel of gedeeltelijk vervat zitten in een gebied van gewestelijk belang op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 2.1.1 « Woongebied, gebieden A en A' » van het op 21 februari 1989 en 7 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en animatiefuncties; - artikel 2.1.2 « Woongebied, gebieden B en C », van het op 21 februari 1989 en 7 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken en diensten; - artikel 2.2 « Gemengd woon- en bedrijfsgebied », van het op 21 februari 1989 en 7 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor werkplaatsen;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden opslagplaatsen toelaat; - artikel 2.4.2 « Gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, gebied F », van het op 21 februari 1989 en 7 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de sociale en culturele uitrustingen; - artikel 2.5 « Gebied voor uitrustingen van collectief belang en/of van openbare diensten en/of voor kantoren », van het op 21 februari 1989 en 7 juni 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, kantoren en handelszaken voorziet; - artikel 2, « Bestemmingen van de gebouwen », van het op 10 november 1983 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de openbare uitrustingen en handelsactiviteiten;2° het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bestemmingen toelaat;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden kleine opslagplaatsen toelaat;4° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5 « Gebied voor koeren en tuinen met bouw van bijgebouwen », van het op 10 november 1983 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor koeren en tuinen met de met beperkte bijgebouwen op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt; - In het op 7 juli 1970 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 40/30/31BIS LOUIZAWIJK » : - artikel I.2.a) « Bouwgebied. Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en productie-activiteiten;2° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4 « Gebieden voor koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (herbestemmingen) niet verduidelijkt : - artikel 6 « Afwijkingsgebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 8 april 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 60-07bis WIJK ANTWERPEN-IJZER (ZONE 7) LEOPOLD II-LAAN TUSSEN SAINCTELETTEPLEIN EN ANTWERPSEPOORT » : - artikel 2.1.1 « Gebouwen voor de huisvesting », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, het behoud van activiteiten (groothandel, opslagplaatsen) die niet met de voorziene activiteiten overeenstemmen, toelaat;2° het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kantoren, ambachtelijke activiteiten, werkplaatsen en uitrustingen;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;4° het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden (bestaande) groothandelsactiviteiten en opslagplaatsen toelaat; - In het op 23 januari 1968 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 41/25 - 26 - GEBOUWEN IN DE WETSTRAAT NRS 209 TOT 213, OUDERGEMLAAN NRS 1 TOT 11 EN BREYDELSTRAAT NRS 50 TOT 54 » : - artikel 2.2 « Algemene voorschriften, gordels voor animatie en handel », van het op 5 juli 1989 en 29 oktober 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine handelszaken, uitrustingen van collectief belang en kleine ambachtelijke zakenelijke werkplaatsen;2° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - artikel 6, « Algemene voorschriften, gebied voor koeren en tuinen met beperkte bouw van bijgebouwen », van het op 5 juli 1989 en 29 oktober 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen van het gebied voor koeren en tuinen op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt; - artikel 2.1.2 « Algemene voorschriften, gebouwen voor administratieve activiteiten », van het op 5 juli 1989 en 29 oktober 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een adminstratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, allerlei verboden (niet bepaalde) activiteiten toelaat;2° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - In het op 5 juli 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 60-01 en 60-02 LEOPOLDSWIJK GEVORMD DOOR DE HUIZENBLOKKEN : BELLIARD - MONTOYER - AARLEN - TRIER - ANDENNE - WIERTZ EN VAUTIERSTRAAT » : - artikel 4 van het oorspronkelijk plan « Voorschriften betreffende de het gebied voor bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen van het gebied voor bijgebouwen op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt; - In het op 22 april 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 60-04BIS - HAMERWIJK » - artikel 2.1.1 « Algemene voorschriften, woongebouwen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken, handelsactiviteiten, werkplaatsen en vrije beroepen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.2 « Gebouwen voor administratie-activiteiten », enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, uitrustingen van collectief belang, handelszaken en werkplaatsen;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting;4° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 6 « Gebied voor koeren en tuinen met de met beperkte bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen van het gebied voor koeren en tuinen met met beperkte bijgebouwen op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt; - In het op 24 juni 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 60-13 WIJK RESIDENCE PALACE » : - artikel 2.1.2 « Gebouwen bestemd voor administratieve activiteiten », enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;2° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor gebouwen bestemd voor administratieve activiteiten op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt; - artikel 2.1.4 « Algemene voorschriften « Gebouwen voor uitrustingen van collectief belang of voor sport », enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten;2° het, in een administratiegbied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 2.2.1 Algemene voorschriften « Gordel voor animatie en handel », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine handelszaken van eerste behoeften, kleine uitrustingen van collectief belang of voor sport en kleine ambachtelijke zaken;2° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken (kleine handelszaken van eerste behoeften) de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - artikel 6 Algemene voorschriften « Gebied voor koeren en tuinen met met beperkte bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor koeren en tuinen met beperkte bijgebouwen op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt; - artikel 7, Algemene voorschriften « Gebied voor bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (de herbestemmingen) van het gebied voor bijgebouwen op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt; - In het op 23 januari 1968 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 41/25-26 - GEBOUWEN IN WETSTRAAT NRS 209 TOT 213, OUDERGEMLAAN NRS 1 TOT 11 EN BREYDELLAAN NRS 50 TOT 54 » : - artikel 2.3.2 « Gebouw voor woningen en uitrustingen van collectief belang » van het op 5 juli 1989 en 29 oktober 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - artikel 2.3.4 « Gebouw bestemd voor woningen en hotelactiviteiten », van het op 5 juli 1989 en 29 oktober 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 2.1.4 « Gebouwen voor uitrustingen van collectief belang » van het op 5 juli 1989 en 29 oktober 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelszaken en kantoren toelaat; - In het op 5 juli 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 60-01 EN 60-02 LEOPOLDSWIJK GEVORMD DOOR DE HUIZENBLOKKEN : BELLIARD - MONTOYER - AARLEN - TRIER - ANDENNE - WIERTZ - VAUTIERSTRAAT » : - artikel 2.2 « Voorschriften betreffende de bestemmingen van de bouwwerken », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activteiten; - In het op 9 december 1968 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 40-20- `S HEERENHUISLAANWIJK » : - artikel 2 Bestemming (15/10/92), enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 2. Bestemming (9/12/68), enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een woonbestemming voorziet (Grafische schorsing van het woongebied van het bijzonder bestemmingsplan gelegen in het gebied voor uitrustingen op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan); - In het op 7 juli 1970 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 40/30/31BIS LOUIZA-WIJK » : - artikel I.2 a) « Bouwgebied. Bestemming », enkel inzoverre, het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimters te vrijwaren of de verfraaiing ervan aan te moedigen; - de grafische voorschriften van de « Gebieden voor koeren en tuinen (legende) », enkel inzoverre deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een gebied voor koeren en tuinen voorzien; - de grafische voorschriften van de « Bouwgebieden en de gebieden voor koeren en tuinen (legende) », enkel inzoverre deze, in een gebied voor uitrusting van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, bouwgebieden en gebieden voor koeren en tuinen voorzien; - In het op 14 november 1952 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 50-01BIS VAN PRAETWIJK » : - de grafische voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het reservegebied op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijken; - artikel 13 « Handel : reclameboodschappen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, beroepen of vakken die in zogeheten gesloten woningen uitgeoefend worden;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 20 oktober 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 48-05- PRINS KARELSQUAREWIJK » : - artikel 2 « Bestemmingen van de gebouwen », van het op 15 december 1981 en 31 mei 1990 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kleine ambachtelijke zaken, bedrijven, werkplaatsen, opslagplaatsen en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 8 « Gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten » gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie van het gebied; - artikel 9 « Groengebied », van het op 15 december 1981 en 31 mei 1990 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie van het gebied; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimters te vrijwaren of de verfraaiing ervan aan te moedigen; - In het op 31 januari 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 52-04/05/06 - WIJK VAN HET OUDE KASTEEL VAN DE MARKIES D'ASSCHE » : - artikel 6 « Groengebied », enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie van het gebied; - In het op dinsdag 12 september 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 50-20/21-VERLENGDE VERSAILLESLAAN TUSSEN BEIZEGEMSTRAAT, F. VEKEMANS-STRAAT, RANBEEKSTRAAT, GROENWEG, DE KORTE GROENWEG, BRUYNSTRAAT, KRAATVELDSTRAAT EN MARIENDAAL » : - artikel 2, « Bestemming van de bouwgebieden (b) », van het op 16 januari 1973 en 6 oktober 1975 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - de grafische voorschriften betreffende de « Bouwgebieden, gebied voor koeren en tuinen, gebied voor tuintjes, wegenisgebied, openbaar groengebied », van het op 16 januari 1973 en 6 oktober 1975 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een groengebied met hoogbiologische waarde op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen (schorsing van het bouwgebied, het gebied voor koeren en tuinen, gebied voor tuintjes, het wegengebied, het gebied voor groene openbare ruimten van het bijzonder bestemmingsplan); - de grafische voorschriften betreffende het « gebied voor sociale woningen en de uitrustingen ervan » van het op 16 januari 1973 en 6 oktober 1975 gewijzgd plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen;2° deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 18 « gebieden voor scholen van de Stad Brussel en de vrije scholen », van het op 16 januari 1973 en 6 oktober 1975 gewijzigd plan, enkel inzoverre : - het, in een woongebied met residentieel karakter en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 19 « Gebied bestemd voor een politie-brandweerpost », van het op 16 januari 1973 en 6 oktober 1975 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - artikel 21 « Gebied bestemd voor een cultureel en sociaal centrum », van het op 16 januari 1973 en 6 oktober 1975 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrusting; - In het op 30 oktober 1975 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR 45/15-16BIS - HUIZENBLOK TUSSEN REPER-VREVENSTRAAT, F. STERCKXSTRAAT EN HOUBA DE STROOPERLAAN » : - artikel 3 a) « Gebied voor de scholen van de Stad Brussel en voor de vrije scholen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije scholen; - artikel 5 « Gebied voor bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handels- of ambachtelijke zaken; - In het op 20 oktober 1975 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR 48/17-18BIS HUIZENBLOK TUSSEN STEYLS-, THYS VANHAM-, JACOBS-FONTAINE- EN E. DELVASTRAAT » : - artikel 2 a) « Bouwgebied voor woningen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de commerciële uitrustingen en de ambachtelijke inrichtingen; - artikel 3 a) « Gebied voor de scholen van de Stad Brussel », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de school van de Stad Brussel; - artikel 4 « Gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke zaken;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor koeren en tuinen op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt. - In het op 8 juni 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR 46-41- HARMONIESTRAAT - ANTWERPSE-STEENWEG, BOUDEWIJNLAAN EN HELIHAVENLAAN »; - de grafische voorschriften gelegen tussen de Helihavenlaan, Boudewijnlaan en Fontisspiesstraat en gelegen in een gebied van gewestelijk belang op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2 « Bestemming van de gebouwen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden kleine opslagplaatsen toelaat;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de openbare en particuliere uitrustingen, handelsactiviteiten en/of openbare dienstenactiviteiten, handelsinrichtingen en/of kleine werkplaatsen, kantoren - handelszaken - kleine ambachtelijke zaken - kleine werkplaatsen; - artikel 4 « Gebied voor bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor bijgebouwen op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt; - artikel 5 « Gebied voor koeren en tuinen met beperkte bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor koeren en tuinen met met beperkte bijgebouwen op het bijzonder bestemmingsplan, niet verduidelijkt; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 14 oktober 1986 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 50-70- WIJK TRASSERSWEG » : - artikel 2 « Bestemming van de gebouwen en van de niet-bebouwde gebieden », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden landbouwterreinen toelaat : - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen. - In het op 26 februari 1947 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « MATHIEU DESMARESTRAAT (VERBREDING) » : - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 27 maart 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 30/0102 - CELLEBROERSSTRAAT EN BOGAARDENSTRAAT » : - artikel 1 « bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en openbare gebouwen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten;3° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 27 maart 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 24/00-01 - ZESPENNINGENSTRAAT, GROOT EILAND EN FONTAINASPLEIN » : - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 27 maart 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 24/00-01 - ZESPENNINGENSTRAAT, GROOT EILAND EN FONTAINASPLEIN » : - artikel 2.2, gebied 1, « Bestemming van de gebouwen », van het op 17 juli 1991 en 12 november 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten;2° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20m vanaf de bouwlijn;3° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 27 maart 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 24/00-01 - ZESPENNINGENSTRAAT, GROOT EILAND EN FONTAINASPLEIN »; - artikel 2.2, gebied 2 « Bestemming van de gebouwen », van het op 17 juli 1991 en 12 november 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten;2° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20m vanaf de bouwlijn;3° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;4° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 2.2, gebied 3, « Bestemming van de gebouwen », van het op 17 juli 1991 en 12 november 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20m vanaf de bouwlijn;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;4° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 2.2, gebied 4 « Bestemming van de gebouwen », van het op 17 juli 1991 en 12 november 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 2.2, gebied 5 « Bestemming van de gebouwen », van het op 17 juli 1991 en 12 november 1992 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 20 januari 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 14A//3/4/5 - POTTENBAKKERSWIJK » : - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 5 juni 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 45-13/14 - PAPENVESTWIJK » : - artikel 2.1.1 « Woongebouwen (huisvesting) » van het op 06 mei 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kleine werkplaatsen en ambachtelijke activiteiten, kleine uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - het bestemmingsplan « Openbare gebouwen (legende) », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - het gebied voor huisvesting, handel en ambacht, « Bouwwerken in gesloten bebouwing met toepassing van de bouwverordening », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke zaken;2° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan (opgenomen in een sterk gemengd gebied), handelingen en werken (gebied voor huisvesting, handel en ambacht) toelaat die dit in het gedrang brengen;3° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen. - In het op 24 augustus 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR 30-10/11 - HUIZENBLOK GEVORMD DOOR DE GROTE MARKT EN DE OMGEVING ERVAN » : - artikel 2.2 « Bestemming van de gebouwen », van het op 15 december 1981 en 13 september 1984 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten; - artikel 2.4 « Bestemming van de gebouwen », van het op 15 december 1981 en 13 september 1984 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied (handelslint) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelszaken (benzinestation); - In het op 27 juli 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 22/03-04 en 22/17 (125) - HUIZENBLOKKEN GEVORMD DOOR BLOEMISTENSTRAAT, HECTOLITER-STRAAT, PLUIMSTRAAT, PIEREMANS-STRAAT, GIETERSTRAAT EN LACAILLESTRAAT » : - de voorschriften van het bestemmingsplan aangaande het « Gebied voor de tuinbouwschool (legende) », van het op 3 juni 1996 en 24 juli 1968 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor uitrustingen;2° deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een verboden bestemming toelaten; - de voorschriften van het bestemmingsplan aangaande het « Gebied voor de religieuze gemeenschap (legende) », van het op 3 juni 1966 en 24 juli 1968 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor de religieuze gemeenschap op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijken; - de voorschriften van het bestemmingsplan aangaande het « Gebied voor sociale woningen » van het op 3 juni 1996 en 24 juli 1968 gewijzigd plan, enkel inzoverre dit, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - de voorschriften van het bestemmingsplan aangaande het « Gebied voor handel en ambacht », van het op 3 juni 1996 en 24 juli 1968 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - de voorschriften van het bestemmingsplan aangaande het « Gebied voor sociale woningen en hun uitrustingen (legende) », van het op 03 juni 1996 en 24 juli 1968 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor uitrustingen; - de voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 18 juli 1963 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 44-24/25/26 - HUIZENBLOK TUSSEN DAMBORDSTRAAT, BLEKERIJSTRAAT, KANONSTRAAT EN KOOLSTRAAT »; - de voorschriften van het plan aangaande het « Gebied voor handelszaken, kantoren en opslagplaatsen (legende), van het op 19 maart 1968 en 13 februari 1969 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een sterk gemengd gebied (handelslint) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor kantoren en handelszaken;2° deze, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten;3° deze, in een sterk gemengd gebied (handelslint) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden opslagplaatsen toelaten; - In het op 23 oktober 1963 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 23-01/02 - HUIZENBLOKKEN 53J-54J-55J-56J - GELEGEN TUSSEN HUIDEVETTERS-STRAAT, VANDERHAEGENSTRAAT, NIEUWLAND EN WASSERIJSTRAAT » : - de voorschriften van het bestemmingsplan aangaande het « Gebied voor huisvesting, handel en ambacht (legende) », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - de voorschriften van het bestemmingsplan aangaande het « Gebied voor de uitbreiding van het St-Thomasinstituut (legende) », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de openbare uitrustingen; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 25 februari 1964 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 30-20/21 WIJK 30-31 HUIZENBLOKKEN NRS 18E-19E-22E- 23E-24E-25E-35E-36E-37E-38E WIJK « GASTHUIS DINANT » : - artikel 2.1 en artikel 2.3 « Bestemming van de gebouwen », van het op 18 januari 1973 en 8 februari 1985 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of voor openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een bestemming voorzien voor opslagplaatsen, huisvesting, uitrustingen, handelszaken, kantoren en productieactiviteiten; - artikel 2.1, artikel 2.3, artikel 2.4 en artikel 2.5 « Bestemming van de gebouwen », van het op 23 januari 1973 en 8 februari 1985 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° dezer in een typisch woongebied (lint voor handelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrusting, productie-activiteiten, handelszaken en kantoren;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° deze activiteiten toelaten die niet in overeenstemming zijn met de in het typisch woongebied (handelslint) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan voorziene bestemmingen; - In het op 13 april 1965 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 44-30/31 - HUIZENBLOK GROTE POST » : - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan, enkel inzoverre : 1° deze, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (herbestemmingen) van het bouwgebied op het bijzonder bestemmingsplan, niet verduidelijken;2° deze, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 24 oktober 1966 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 44/40-41 - Huizenblokken 5T-6T-7T - MANDENMAKERSSTRAAT » : - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 26 juni 1974 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 44-17/18 - WIJK TUSSEN STORMSTRAAT EN WARMOESBERG » : - artikel 2.1 « Bestemming van de gebouwen, gebied langs de Stormstraat », van het op 15 december 1981 en 6 juli 1984 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, woongelegenheid, handelszaken en kantoren voorziet (schorsing van de grafische voorschriften van het gebied langs de Stormstraat van het bijzonder bestemmingsplan dat is gelegen in een gebied voor uitrusting op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan); - artikel 2.2 « Bouwgebied, gebied langs het gebied voor tuinen », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 24 februari 1969 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 42/10-11 - HUIZENBLOK TUSSEN VALKSTRAAT, HOOGSTRAAT, MONTSERRATSTRAAT EN ABRIKOZEBOOMSTRAAT » : - de grafische voorschriften betreffende « Gasthuis voor ouderlingen en bijgebouwen (legende) », gelegen in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor huisvesting, handel en ambacht (legende) », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied (lint voor handelskern)op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 20 mei 1970 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 32/10 - HUIZENBLOK TUSSEN NIEUWLANDSTRAAT, RADSTRAAT EN URSULINENSTRAAT » : - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor kantoorgebouwen, woningen, handelszaken en ambachtelijke zaken (legende) », enkel inzoverre : 1° deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kantoren en productie-activiteiten;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiingop het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 10 oktober 1974 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 20-10/12 - DE MAROLLENWIJK » : - artikel 2.A « Gebied voor hoofdgebouwen. Bestemming », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, handelszaken en productie-activiteiten; - artikel 7 « Gebied voor openbare tuin », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 6 « Gebied voor bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiingop het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 7 februari 1978 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 42-21 - SAMARITANESSEWIJK » : - artikel 2 A). « Gebieden voor hoofdgebouwen. Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de openbare uitrustingen; - artikel 9.1 (huizenblok 1) « Bijzondere voorschriften - huizenblok 1 », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied (lint voor handelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, ambachtelijke zaken en uitrustingen; - artikel 9.2 « Bijzondere voorschriften - huizenblok 2 », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied (lint voor handelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de voorziene besternmingen; - In het op 10 december 1975 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 35-10/11 - HUIZENBOKKEN TUSSEN NAAMSESTRAAT, KARMELIETENSTRAAT, KLEINE ZAVEL, REGENTSCHAPSTRAAT EN HET KONINGSPLEIN », - artikel 2 5 + artikel 2 4 « Bestemming van de bouwgebieden », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied (lint voor handelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemrningsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en openbare uitrustingen; - artikel 2.4 « Bestemming van de bouwgebieden » en de grafische voorschriften in het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemrningsplan, enkel inzoverre deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, openbare of particuliere uitrustingen, handelszaken, woningen en kantoren voorzien; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 4 maart 1981 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 33/02 - HUIZENBLOK TUSSEN HOOGSTRAAT, HEILIGE GEESTSTRAAT, KAPELLESTRAAT EN DE CELLEBROERSSTRAAT » : - artikel 2 1 « Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, ambachtelijke zaken en sociale, culturele en gezondheidsvoorzieningen; - In het op 9 april 1981 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr 44/43 - HUIZENBLOK ZATERDAGPLEIN BEGRENSD DOOR LAKENSTRAAT, ZATERDAGPLEIN EN SINT-KATELIJNEPLEIN » : - artikel 2 « Bestemming van de gebouwen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en de openbare en particuliere bijgebouwen;2° het activiteiten toelaat die niet overeenstemmen met de bestemmingen voorzien in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, - In het op 27 augustus 1982 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR.34/10 en 11 - WIJK TUSSEN LOLLEPOTSTRAAT, ZUIDSTRAAT, LOMBARDSTRAAT EN PLATTESTEENSTRAAT » : - artikel 2.1 en artikel 2.2 « Bestemrning van de gebouwen », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied (handelslint) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en productieactiviteiten;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1 « Bestemming van de gebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden activiteiten toelaat; - In het op 2 oktober 1981 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 24/20 - WIJK VAN DE NAVETSTRAAT, DEEL VAN HET HUIZENBLOK TUSSEN VAN ARTEVELDESTRAAT, ANDERLECHTSTRAAT EN ZESPENNINGENSTRAAT » : - artikel 2.1. « Bestemmingen van de gebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kleine ambachtelijke zaken en openbare en particuliere bijgebouwen; - artikel 2.2, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de bedrijven, werkplaatsen en opslagplaatsen;2° het activiteiten toelaat die niet overeenstemmen met de in het typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan voorziene bestemmingen; - In het op 27 oktober 1981 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 42-30 - WIJK SAMARITANISSE - KANDELAARSSTRAAT TUSSEN HOOGSTRAAT, TEMPELSTRAAT, SAMARITANISSESTRAAT, MINIEMENSTRAAT, DUIVENSTRAAT EN KANDELAARSSTRAAT » : - artikel 2.3 « Bestemming van de gebouwen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, uitrustingen en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1 « Bestemming van de gebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied (handelslint) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, handels- en ambachtelijke zaken; - In het op 9 april 1981 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 48-30- HUIZENBLOKKEN TUSSEN VOSSENSTRAAT, BLAESSTRAAT, KAPUCCIJNENSTRAAT EN HOOGSTRAAT » : - artikel 2.1 « Bestemming van de gebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor openbare en particuliere uitrustingen, handels- en ambachtelijke; - artikel 2.2 « Bestemming van de gebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, activiteiten toelaat die niet overeenstemmen met de voorziene bestemmingen; - artikel 8 « Openbaar groengebied met met beperkte bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie van het gebied; - In het op 9 april 1981 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 25-10- HUIZENBLOK TUSSEN GROOT EILAND, RIJKE KLARENSTRAAT, SINT-CHRISTOFFELSTRAAT- EN PLETINCKXSTRAAT » : - artikel 2.1.A « Bestemming van de gebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kleine ambachtelijke zaken en openbare en particuliere uitrustingen; - artikel 2.2, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de sociaal-culturele activiteiten; - artikel 2.4, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de bedrijven, werkplaatsen en opslagplaatsen;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, activiteiten toelaat die niet overeenstemmen met de voorziene bestemmingen; - artikel 2.5, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, activiteiten toelaat die niet overeenstemmen met de voorziene bestemmingen;3° het, per huizenblok, grotere kantoor-oppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 12 november 1992 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr 60-08-LEOPOLD II-LAAN TUSSEN ANTWERPSEPOORT, ADOLF MAXLAAN EN DE BROUCKEREPLEIN » : - artikel 2.1.1 « Woongebouwen (huisvesting) », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied, in een woongebied met residentieel karakter en in een sterk gemengd gebied (lint voor handelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de voorziene activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.2 « Gebouwen voor administratieve activiteiten », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, productie-activiteiten en handelszaken;2° het, in een sterk gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 2.1.4 « Gebouwen voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten », enkel inzoverre : 1° het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, kantoren, handelszaken en productie-activiteiten voorziet (schorsing van de grafische voorschriften vervat in het gebied voor uitrustingen van collectief belang en van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan);2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen, handelszaken, kantoren en productie-activiteiten;3° het, per huizenblok, grotere kantoor-oppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.5 « Gebouwen voor hotelactiviteiten en bijgebouwen », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, handelszaken, kantoren en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 2.2.1 « Gordels voor handel en animatie », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied en in een typisch woongebied (lint voor kandelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, uitrustingen, kantoren en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.2.1 « Gordels voor animatie en handel », enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelszaken, kantoren en productie-activiteiten voorziet; - artikel 2.3.1 « Gebouwen voor woningen en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - artikel 2.3.2 « Gebouwen voor woningen en administratieve activiteiten, bijzondere voorschriften », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 2.3.3 « Gebouwen voor woningen en administratieve activiteiten, bijzondere voorschriften », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied, een gemengd gebied en een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de voorziene activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.3.4 « Gebouwen voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en hotelactiviteiten », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 8 december 1983 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 21-08- HOEK VAN AANAARDINGS- EN MENSLIEVENDHEIDSSTRAAT » : - artikel 2 « Bestemmingen van de gebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de openbare en particuliere uitrustingen en handelsactiviteiten; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 8 april 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr 60-07bis WIJK ANTWERPEN-YZER (zone 7) LEOPOLD II-LAAN TUSSEN SAINCTELETTESQUARE EN ANTWERPSEPOORT » : - artikel 2.2 « Gordel voor animatie en handel », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en productie-activiteiten; - artikel 2.3.1 « Gebouwen voor woningen en bedrijven met stedelijk karakter, bijzondere voorschriften », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de bedrijven en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.3.2 « Gebouwen voor woningen, bedrijven met stedelijk karakter en ambachtelijke activiteiten », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de bedrijven en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 2.3.3 « Gebouwen zowel voor woningen, als voor bedrijven met stedelijk karakter en hotelactiviteiten », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de bedrijven en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.3.2, huizenblokken 5 en 6 « Gebouwen voor de huisvesting en voor bedrijven met stedelijk karakter », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de administratieve en hotelactiviteiten;2° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - In het op 17 juni 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « KRUIDTUIN » : - artikel 2.1.1 « Gebouwen voor bewoning (huisvesting), enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten;2° het een gordel voor animatie en handel, kantoren en productie-activiteiten voorziet die niet overeenstemmen met het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten voorzien op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan (schorsing van de grafische voorschriften vervat in het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan); - artikel 2.1.2 « Gebouwen voor administratieve activiteiten (kantoren) », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - artikel 2.2 « Gordels voor animatie en handel », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - artikel 2.3.2 « Gebouwen zowel voor bewoning als voor handelsactiviteiten, met bijzondere voorschriften », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 2.3.3 « Gebouwen zowel voor bewoning als voor administratieve activiteiten, met bijzondere voorschriften », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 2.3.4 « Gebouwen voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - artikel 2.2, huizenblok 2 « Gordel voor animatie en handel », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - In het op 29 oktober 1992 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 60-10 MARTELARENPLEIN » : - artikel 2.1.3 « Gebouwen bestemd voor handelsactiviteiten », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied (lint voor handelskern) op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, uitrustingen en handelszaken; - artikel 2.1.4 « Gebouwen voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen; - artikel 2.2.1 « Gordel voor animatie en handel. Definitie », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gebied met sterk gemend karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, handelszaken, kantoren en prodcutie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikelen 2.1.2 en 2.1.4 « Gebouwen bestemd voor administratieve activiteiten (kantoren) », enkel inzoverre deze, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - artikel 2.2.1 « Gordel voor animatie en handel. Definitie », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - artikel 2.3.2 « Gebouwen voor bewoning en administratieve activiteiten met bijzondere voorschriften, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 31 jauari 1992 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr 60-19 WASHUIS » : - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen;

ETTERBEEK - In het bijzonder bestemmingsplan « BLOKKEN 539 EN 591 BEGRENSD DOOR WAVERSESTEENWEG, VELDSTRAAT, VELDLAAN, GENERAAL MOLITORSTRAAT EN GENERAAL FIVESTRAAT »; - het geschreven voorschrift A « Zonering » van het op 26 september 1969 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bestemmingen toelaat; - het geschreven voorschrift B « Hoogteprofiel » van het op 26 september 1969 goedgekeurde plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de nijverheden, handelszaken en ambachtelijke activiteiten; - de grafische voorschriften van het op 26 september 1969 goedgekeurd plan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor het openbaar gebouw; - In het bijzonder bestemmingsplan « BLOK 537 BEGRENSD DOOR WAVERSESTEENWEG, PETER BENOITSTRAAT, MALOULAAN EN PHILIPPE BAUCQSTRAAT » : - artikel 1 « Woongebouw » van de op 18 januari 1973 goedgekeurde versie, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen en kleinhandelszaken;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan deze op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 3 « Bouwwerken aan de straatkant » van de op 18 januari 1973 goedgekeurde versie, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, vrije beroepen en ambachtelijke zaken;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen melding maakt van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en de hotelinrichtingen;3° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen;4° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan deze op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het bijzonder bestemmingsplan « BLOK 533 - BEGRENSD DOOR JOURDANPLEIN, FROISSARTSTRAAT, BELLIARDSTRAAT EN ETTERBEEKSESTEENWEG » : - artikel A van het op 14 februari 1962 gewijzigd plan « Zonering », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine ambachtelijke zaken; - artikel II « Achtergebouwen », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de werkplaatsen en loodsen; - artikel 1 van het op 24 januari 1979 en 3 december 1981 gewijzigd plan, « Bestemming, gebouw A », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 1 van het op 24 januari 1979 en 3 december 1981 gewijzigd plan, « Bestemming, gebouw B », en het grafisch voorschrift betreffende het administratiegebied van het plan, enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden activiteiten voorziet; - artikel 1 van het op 24 januari 1979 en 3 december 1981 gewijzigd plan, « Bestemming, gebouw B », en het grafisch voorschrift betreffende het administratiegebied van het plan, enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang en van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden activiteiten voorziet; - In het op 6 februari 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « BLOK 562 - BEGRENSD DOOR OUDERGEMLAAN, FETISSTRAAT, WAVERSESTEENWEG, L. HAPSTRAAT » : - artikel 11, 1) « Bepalingen voor de gebouwen, bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en collectieve uitrustingen; - de grafische voorschriften, enkel inzoverre deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden werken toelaten; - In het bijzonder bestemmingsplan « BLOK 543 (DEEL) - GELEGEN TUSSEN KOMMANDANT PONTHIERSTRAAT, GENERAAL HENRYSTRAAT, GENERAAL FIVESTRAAT EN BARON D'HANISSTRAAT »; - artikel 5 « Parking » van de op 21 september 1982 goedgekeurde versie, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toestaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting;2° het, in perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het bijzonder bestemmingsplan « BLOK 600 - BBA VOOR HET GEDEELTE VAN HUIZENBLOK 600 LANGS WAVERSESTEENWEG, EMILE PIRMEZLAAN, CHAMBERYSTRAAT EN BAUCQSTRAAT » : - artikel B, 1, II « Bepalingen voor de gebouwen, Bestemmingen, gebieden voor bijgebouwen », van het op 12 november 1992 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bestemmingen toelaat; - het voorschrift betreffende het gebouw dat is afgebakend door de letters ABCDEF, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken, bedrijven en sociaal-culturele activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het bijzonder bestemmingsplan « BLOK 535 - BEGRENSD DOOR TERVURENLAAN, PATER DE DEKENSTRAAT, 4 AUGUSTUSBRUG, GROTE HAAGSTRAAT, STATIESSTRAAT EN CUYPERSSTRAAT » : - artikel XII van Hoofdstuk IV van het op 4 februari 1975 goedgekeurd plan « Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de andere voorziene activiteiten;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat;3° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, tentoonstellingszalen en activiteiten met een educatief en cultureel karakter;4° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen melding maakt van de productie-activiteiten en hotel-inrichtingen;5° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 23 januari 1975 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « BLOK 521 A - BEGRENSD DOOR LOUIS SCHMIDTLAN, SPOORLIJN SCHAARBEEK-HALLE, VRIJWILLIGERSLAAN EN MAJOOR PETILLONSTRAAT » : - artikel A « Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, handelszaken en kantoren;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan is toegelaten op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 2 mei 1984 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « BLOK 619 GEDEELTELIJK, 618, 625, 623 - GRAYSTRAAT, THEUXSTRAAT, SNOEKSTRAAT, MORGENLANDSTRAAT, VIJVERSTRAAT, WAVERSESTEENWEG EN SINT-PIETERSSTEENWEG, JOURDANPLEIN »; - artikel B, 1, a) « Bepalingen betrefende de bouwwerken, bestemming op benedenverdieping en eerste verdieping », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied, een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan toegelaten is op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmings-plan;3° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 6 « Gebied voor gemeenschappelijke voorzieningen », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor een kapel; - In het op 16 september 1975 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « BLOKKEN 664 EN 665 - TONGERENSTRAAT, OUTRELMONTSTRAAT, TERVURENLAAN EN IJZERLAAN » : - artikel 9 « Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken, kleine ambachtelijke zaken en kantoren;2° het, in het typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen melding maakt van de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en hotelinrichtingen; - In het op 26 juli 1983 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « BLOKKEN 532 EN 534 - BEGRENSD DOOR JOURDANPLEIN, GRAYSTRAAT, VIJVERSTRAAT, WAVERSESTEENWEG EN MAALBEEKSTRAAT » : - artikel 4, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bestemmingen toelaat;2° het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bestemmingen toelaat; - artikel 5 « Bepalingen aangaande de gebouwen. Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke activiteiten;2° het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handels- en ambachtelijke activiteiten toelaat zonder hun vestiging om sociale en economische redenen behoorlijk te rechtvaardigen; - de grafische voorschriften, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn; - In het op 8 april 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « BLOK 702 - ROLINKAZERNE » : - artikel 6.1, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor vrije beroepen;2° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen melding maakt van de productie-activiteiten, kantoren, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en hotelinrichtingen;4° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan is toegelaten op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;5° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; EVERE - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 2 - LEUVENSESTEENWEG - IEDER ZIJN HUIS » : - de op 21 maart 1955 goedgekeurde voorschriften (Bijzonder Bestemmingsplan nr. 2bis) « Bestemming van het plan », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - de op 20 juni 1957 goedgekeurde voorschriften (Bijzonder Bestemmingsplan nr. 2 ter), « Bestemming van het plan », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - Artikel 7 « Gebied voor openbare gebouwen » van de op 21 september 1982 goedgekeurde versie (Bijzonder Bestemmingsplan nr. 200), enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de openbare gebouwen; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 1 - WIJK OUD EVERE » : - artikel 1 « Na nivellering te verkavelen zone », van het op 6 juli 1948 goedgekeurd oorspronkelijk plan, enkel inzoverre : 1° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden werken toelaat : 2° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen melding maakt van de handelszaken en hotelinrichtingen;3° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 2 « Strook der gesloten woonhuizen » van het op 6 juli 1948 goedgekeurd oorspronkelijk plan, enkel inzoverre het in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kleine ambachtelijke zaken; - artikel 9 « Gebied voor openbare gebouwen » van het op 20 september 1972 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat;2° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de openbare gebouwen; - artikel 10 « Gebied voor woningen in gesloten bebouwing » van het op 20 september 1972 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en kleine handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 11 « Gebied voor ambachtelijke zaken en kantoren » van het op 20 september 1972 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de kantoren en opslagplaatsen moeten behoren bij de andere toegelaten activiteiten;2° het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en opslaglaatsen; - het grafisch voorschrift « Gebied voor met bomen beplante parking » van het op 20 september 1972 goedgekeurd plan, voor zover het het groengebied en het groengebied met hoogbiologische waarde op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengt; - artikel 8 « Bedrijfsgebied met stedelijk karakter » van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de kantoren en opslagplaatsen behoren bij de andere voorziene activiteiten;2° het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en opslagplaatsen; - artikel 12 « Gebied voor woningen in gesloten bebouwing » van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en kleine werkplaatsen;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden opslagplaatsen toelaat;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 17 « Gebied voor woningen met veranderlijke massa » van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 3 - WIJK TUSSEN HAACHTSESTEENWEG, RUSTPLAATSLAAN, FR. VAN CUTSEMSTRAAT EN SINT-VINCENTIUSSTRAAT » : - artikel 8 « Gebied voor woningen in gesloten bebouwing » van het op 30 oktober 1951 goedgekeurd oorspronkelijk plan (Bijzonder Bestemmingsplan nr. 3), enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en de kleine industrie met ambachtelijk karakter; - artikel 12 « Ambachtsgebied » van het op 30 oktober 1951 godgekeurd oorspronkelijk plan (Bijzonder Bestemmingsplan nr. 3), enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine industrie met ambachtelijk karakter;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 4 WIJK GELEGEN TUSSEN SINT-JOZEFSTRAAT, H. VERRIESTSTRAAT, MAQUISSTRAAT EN L. GROSJEANSTRAAT » : - artikel 7 « Gebied voor bouwwerken in gesloten bebouwing » van het oorspronkelijk plan van 30 oktober 1951 (Bijzonder Bestemmingsplan nr. 4), enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kleine bedrijven met ambachtelijk karakter;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 11 « Ambachtszone » van het oorspronkelijk plan van 30 oktober 1951, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen melding maakt van de handelszaken, kantoren, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en hotelinrichtingen; - artikel 9bis « Autobergplaatsen » van het op 9 februari 1955 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, in een te behouden huizenblok, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn; - In het op 20 juni 1953 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 5 WIJK J. BALLINGSTRAAT » : - artikel 7c « Gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 8b en de grafische voorschriften betreffende het huizenblok 4 « Gebied voor halfopen bebouwing », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en ambachtelijke zaken; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 7 A-B WIJK GELEGEN TUSSEN KERKHOF VAN BRUSSELLAAN, LEUVENSESTEENWEG, GEN|$$|AGEVESTRAAT, VERLENGDE FR. COURTENSLAAN EN OUDSTRIJDERSLAAN » : - artikel 14 « Gebied voor gesloten bebouwing met kleine nijverheid of ambachtelijke zaken » van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kleine ambachtelijke zaken en kleine nijverheid; - artikel 15 « Gebied voor woningen in halfopen bebouwing » van het op 5 juli 1990 goegekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 17 « Gebied voor privé-garages » van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op de binnenterreinen van huizenblokken die geen verband houden met de huisvesting;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn en dit in te behouden binnenterreinen van huizenblokken; - artikelen 20, 21 en 22 « Ambachtelijke zone 1-2-3 » van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, ambachtelijke zaken en kleine nijverheid; - artikel 27 « Gebied voor handel of ambacht » van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en ambachtelijke zaken;2° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op de binnenterreinen van huizenblokken die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 30 « Gebied voor woningen met veranderlijke massa nr. 3 » van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - In het op 18 januari 1954 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR.13 WIJK CONSCIENCELAAN » : - artikel 8c « Gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 9 « Strook voorbehouden voor bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 16 WIJK GELEGEN TUSSEN J. BORDETSTRAAT, ZAVENTEMSTRAAT, HOUTWEG EN GEMEENTEGRENS VAN SINT-STEVENS-WOLUWE » : - artikel 3.1.1 « Woning » van het op 9 juli 1992 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte de voor uitrustingen van collectief belang, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 3.1.2 « Bijgebouwen » van het op 9 juli 1992 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, kantoren en werkplaatsen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 3.1.3 « Gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten » van het op 9 juli 1992 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - artikel 3.1.4 « Woning en bedrijf » van het op 9 juli 1992 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, werkplaatsen en de administratieve functie;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 3.1.5 « Bedrijven met stedelijk karakter » van het op 9 juli 1992 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de ambachtsbedrijven; - artikel 11 « Gebied voor halfopen bebouwing » van het op 15 februari 1974 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken; - artikel 12 « Ambachtelijke zone » van het op 15 februari 1974 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine werkplaatsen;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, opslagplaatsen toelaat die losstaan van de werkplaatsen; - In het op 4 juli 1955 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK ED. KNOOPSTRAAT » : - artikel 9a « Aaneengesloten woning zone - bestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handel en de ambacht; - artikel 9l enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een typisch gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bestemmingen toelaat; - artikel 9n enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine bedrijven; - artikel 9m enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, ambachtelijke zaken en kleine bedrijven met ambachtelijk karakter; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 21 WIJK TUSSEN G. DE LOMBAERDESTRAAT, MAQUISSTRAAT, L. GROSJEANSTRAAT EN GEMEENTEGRENS VAN SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE »; - artikel 12 van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn en dit op te behouden binnenterreinen van huizenblokken; - artikel 13 van het op 5 juli 1990 goedgekeurde plan, enkel inzoverre het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelsondernemingen en kantoren toelaat; - artikel 17 van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - het artikel 22 van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - artikel 10 van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet in uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, productie-activiteiten en hotelinrichtingen; - artikel 11 van het op 5 juli 1990 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelszaken; - In het bijzonder bestemmingsplan « NR. 6 WIJK GELEGEN TUSSEN DE SPOORWEG VAN SCHAARBEEK, HOEDEMAECKERSSQUARE, J.B.DESMETHSTRAAT EN HAACHTSESTEENWEG « PIERARD » » : - artikel 12 a van het op 8 februari 1957 goedgekeurd oorspronkelijk plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kleine ambachtelijke zakenbedrijven; - artikel 10 van het op 26 april 1967 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaak; - artikel 11 van het op 26 april 1967 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en lokalen van openbaar nut;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 14 van het op 26 april 1967 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en overheidsgebouwen; - artikel 8 van het op 8 december 1961 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 9 van het op 8 december 1961 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor ambachten;2° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn en dit in een te behouden huizenblok; - artikel 12 van het op 8 december 1961 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden werken toelaat; - artikel 12k van het op 8 december 1957 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine nijverheid en de ambachtelijke zaken; - artikel 13a van het op 8 februari 1957 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de winkels en handelshuizen; - artikel 14a van het op 8 februari 1957 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de winkels en handelshuizen; - artikel 15a van het op 8 februari 1957 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de winkels en handelshuizen; - artikel 10 van het op 16 maart 1964 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de winkels en handelshuizen; - artikel 15 van het op 16 maart 1964 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat; - artikel 9 van het op 26 april 1967 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een groengebied en in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toestaat; - het grafisch voorschrift « openbare parking » van het op 26 april 1967 goedgekeurd plan, inzoverre het het in het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan voorziene groengebied niet in het gedrang brengt; - In het op 18 juni 1992 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 720 SPORTPLEIN » : - artikel 3.4.1 enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de andere activiteiten; - artikel 3.2 enkel inzoverre : 1° het, in een gebied voor sport- of vrijetijdsactiviteiten in de open lucht op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, gemeenschapsuitrustingen en kinderdag-verblijven toelaat;2° het, in een gebied door sport- of vrijetijdsactiviteiten in de open lucht op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, meer grondinname mogelijk maakt dan toegelaten; - artikel 3.1.1, enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, hotels en kantoren toelaat zonder dat hun vestiging om economische en sociale redenen behoorlijk is gerechtvaardigd; - artikel 3.1.1, enkel inzoverre : 1° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de gemeenschapsuitrustingen; - In het op 3 mei 1957 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 11A WIJK TUSSEN ONZE-LIEVE-VROUWLAAN, J.B. MOSSELMANSSTRAAT, WEERSTANDSSTRAAT, LINDESTRAAT EN ED. DE KNOOPSTRAAT »; - artikel 9j enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bestemmingen toelaat; - artikel 9, enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, ambachtelijke zaken en de kleine nijverheid; - artikel 9k enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de ambacht en kleine nijverheid; - In het op 14 september 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 7G Wijk tussen P. Dupontstraat, de spoorweg Halle-Muizen, JB Desmethstraat en Leopold III-laan » : - artikel 9a enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de winkels en handelshuizen; - In het op 5 juni 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 23 WIJK TUSSEN LEUVENSESTEENWEG, TWEEHUIZENSTRAAT, FR. GUILLAUMESTRAAT EN CICEROLAAN » : - artikel 10, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de administratiediensten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 28 februari 1963 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 14 WIJK GELEGEN TUSSEN HAACHTSESTEENWEG, PEPERMANSSTRAAT, VAN BOECKELSTRAAT EN DE PARIJSSTRAAT » : - artikel 9, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 10, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet bijbehorende opslagplaatsen toelaat; - In het op 27 september 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 7C1WIJK GELEGEN TUSSEN OUDSTRIJDERSLAAN, H. DUNANTLAAN, KERHOF VAN BRUSSELLAAN EN FR. GUILLAUMELAAN » : - artikel 13, enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de ambacht; - artikel 14, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn in te behouden huizenblokken; - het grafisch voorschrift « openbare parking » gelegen in het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 9, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handel; - artikel 10, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handel; - artikel 12, enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en tentoonstellingszalen; - In het op 18 april 1963 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 7H WIJK TUSSEN JB DESMETHSTRAAT, DE SPOORWEG HALLE-MUIZEN, IMPRESSIONISMELAAN EN LEOPOLD III-LAAN » : - artikel 8a, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handel; - In het op 4 december 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 10 WIJK TUSSEN ED. DE KOSTERSTRAAT, FONSONSTRAAT, SINT-VINCENTIUSSTRAAT, G. VAN LEEUWSTRAAT, VLIEGPLEINSTRAAT EN PARIJSSTRAAT » : - artikel 10, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine werkplaatsen;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden opslagplaatsen toelaat;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn en dit op te behouden binnenterreinen van huizenblokken; - artikel 14, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn en dit op een te behouden binnenterrein van een huizenblok; - artikel 5, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de openbare bouwwerken; - artikel 6, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en handelszaken; - artikel 8, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelshuizen; - In het op 10 april 1997 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 201 WIJK TUSSEN LEUVENSESTEENWEG, KERKHOF VAN BRUSSELLAAN EN TWEEHUIZENSTRAAT » : - artikel 2.1.2, enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kantoren, werkplaatsen en uitrustingen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 8 oktober 1968 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 15 WIJK TUSSEN W. VAN PERCKSTRAAT, P. MATHEUSSENSSTRAAT, P. VAN OBBERGHENSTRAAT EN WINDMOLENSTRAAT (VERLENGD) » : - artikel 5, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine werkplaatsen;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de vestiging van niet bijbehorende opslagplaatsen toelaat; - artikel 4, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte de voor handelszaken; - In het op 6 september 1990 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 9 WIJK TUSSEN EENBOOMSTRAAT, H. DUNANTLAAN, OUDSTRIJDERSLAAN EN DE GRENS VAN HET GEMEENTELIJK PARK « PLAATSELIJKE ZONERING EVERE » : - artikelen 10i en 11i, enkel inzovere deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 11a, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen beperking voorziet van het aantal hotelkamers per hotelinrichting;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 7, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de telefooncentrale RTT; - artikel 8, enkel inzoverre : 1° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat;2° het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de bijbehorende kantoren : 3° het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet bijbehorende opslagplaatsen toelaat; - artikel 10, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 12 juli 1990 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 710 WIJK ASTRID » : - artikel 14, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal hotelkamers per hotelinrichting;2° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren;3° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten;4° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 15, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en ambachtelijke activiteiten; - artikel 16, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de openbare bouwwerken; - artikel 17, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en ambachtelijke activiteiten; - artikel 18, enkel inzoverre : 1° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaat;2° het, in een woongebied met residentieel karakter en in een gebied met een sterk gemengd karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren; - artikel 19, enkel inzoverre : 1° het, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 12b, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bestemmingen toelaat;

VORST - In het bijzonder bestemmingsplan « NR 3 VORSENZANG » : - artikel II van het op 22 april 1980 goedgekeurd plan « voorschriften betreffende huizenblok 1 », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van huizenblokken die geen verband houden met de huisvesting; - artikel II van het op 1 oktober 1992 goedgekeurd plan, « voorschriften betreffende huizenblok 2 », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1° per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang, handelszaken, ambachtelijke activiteiten en kantoren;2° wat betreft de handelszaken en beroepsactiviteiten, per onroerend goed, een vloeroppervlakte toelaat die groter is dan deze op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 10 juni 1966 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 5 - WIJK VILLALAAN », de grafische voorschriften met betrekking tot het gebied voor koeren en tuinen, enkel inzoverre deze in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 17 juli 1986 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 12 - OUDE VIJVERS » : - de grafische en geschreven voorschriften van het bedrijfsgebied met stedelijk karakter, enkel inzoverre : 1° deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de nijverheids-, ambachtelijke en handelsondernemingen, bijbehorende kantoren en handelszaken;2° deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, opslagplaatsen toelaten die niet behoren bij het bedrijf en de vervoerbedrijven;3° deze, in een stedelijk-industriegebied, handelsbedrijven, kantoren, niet bijbehorende opslagplaatsen en woningen die niet dienen voor het veiligheidspersoneel, toelaten;4° deze, in een stedelijk-industriegebied, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de opslagplaatsen en bijbehorende kantoren of de handelszaken die de gebruikelijke aanvulling zijn op de toegelaten activiteiten;5° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische en geschreven voorschriften betreffende het industriegebied, enkel inzoverre : 1° deze, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, woningen toelaten die niet dienen voor het veiligheidsersponeel alsmede niet bijbehorende kantoren;2° deze, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de bijbehorende kantoren en de handelszaken die de gebruikelijke aanvulling vormen van de andere activiteiten; - de grafische en geschreven voorschriften betreffende het spoorweggebied, enkel inzoverre deze verboden bestemmingen toelaten in het spoorweggebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;

GANSHOREN - In het bijzonder bestemmingsplan « WIJK III, GEMEENTEPLEIN EN OMGEVING » : - Artikel 19b van het op 10 februari 1977 goedgekeurd plan, « koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn; - artikel 23 van het op 10 februari 1977 goedgekeurd plan « handelszaken/ambachtelijke zaken », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 24 van het op 10 februari 1977 goedgekeurd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de ambacht;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan verboden afzonderlijke opslagplaatsen toelaat; - De geschreven voorschriften van het op 10 februari 1997 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - De geschreven voorschriften van het op 20 januari 1974 goedgekeurd plan, « uitrustingsgebied », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - De geschreven voorschriften van het op 9 mei 1959 goedgekeurd plan, « ruimte voor koeren en tuinen », enkel inzoverre ze in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een bestemming voorzien voor koeren en tuinen; - De geschreven voorschriften van het op 9 mei 1959 goedgekeurd plan en de geschreven voorschriften van het op 10 februari 1977 goedgekeurd plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uitelijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen;

In het bijzonder bestemmingsplan « WIJK HEIDEKEN » : - artikel 16 van het op 29 juni 1961 goedgekeurd plan, « voorschriften voor de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een handelskern op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, vrije beroepen en ambacht;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden afzonderlijke opslagplaatsen toelaat; - de grafische voorschriften van het op 26 augustus 1963 goedgekeurd plan, « koeren en tuinen », enkel inzoverre deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bodembestemming voorbehouden voor koeren en tuinen; - In het op 8 november 1971 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK VIII - KASTEEL DE RIVIEREN » : - artikel 16 « voorschrift betreffende de zonering », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de school;2° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het bijzonder bestemmingsplan « WIJK VIII, KASTEEL DE RIVIEREN »; - artikel 14c van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan, « voorschrift betreffende de zonering - gesloten gebied », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor productie-activiteiten; - artikel 15, 2 van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan, « voorschrift betreffende de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan, enkel inzoverre deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - artikel 14, b van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan « voorschrift betreffende de zonering - halfopen gebied », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren; - artikel 15, 1 van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan, « voorschrift betreffende de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren; - artikel 14c van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan, « voorschrift betreffende de zonering - gesloten gebied », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - artikel 15, 3 van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan, « voorschrift betreffende de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - de grafische voorschriften van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan « industriegebied », enkel inzoverre deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een industriegebied voorzien; - de grafische voorschriften van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan « gebied voor woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een gebied voor woningen in gesloten bebouwing voorzien; - de grafische voorschriften van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan « gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, een gebied voor koeren en tuinen voorzien; - de grafische voorschriften van het op 7 september 1957 goedgekeurd plan « gebied voor hoogbouw », enkel inzoverre deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - de grafische voorschriften van het op 17 maart 1961 goedgekeurd plan « gebied voor openbare gebouwen », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor uitrustingen van collectief belang; - de grafische voorschriften van het op 17 maart 1961 goedgekeurde plan, enkel inzoverre deze, in een gebied voor sport- of vrjietijdsactiviteiten in de open lucht op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, voorzien dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20% van het huizenblok; - de grafische voorschriften van het op 21 april 1964 goedgekeurd plan, « gebied voor openbare gebouwen », enkel inzoverre deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - artikel 15, 6 van het op 21 april 1964 goedgekeurd plan « voorschriften betreffende de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het op 21 april 1964 goedgekeurd plan, « gebied voor bouw van woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - de grafische voorschriften van het op 21 april 1964 goedgekeurd plan « gebied voor de bouw van bijgebouwen », enkel inzoverre deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - de grafische voorschriften van het op 21 april 1964 goedgekeurde plan « gebied voor openbaar gebouw », enkel inzoverre deze, in een groengebied en in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - In het bijzonder bestemmigsplan « WIJK VII, DE LUSTHUIZEN » : - artikel 11 van het op 16 februari 1969, « vestigingen », enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat; - de grafische voorschriften van het op 16 februari 1969 goedgekeurd plan, enkel inzoverre deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - artikel 16 van het op 21 april 1964 goedgekeurd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 15 van het op 7 januari 1957 goedgekeurd plan, « algemene voorschriften », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - de grafische voorschriften van het op 7 januari 1957 goedgekeurd plan, « gebied voor woningen in halfopen bebouwing », enkel inzoverre deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - de grafische voorschriften van het op 7 januari 1957 goedgekeurd plan, « ruimten voor koeren en tuinen waarop niet mag worden gebouwd », enkel inzoverre deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, enkel koeren en tuinen voorzien; - In het bijzonder bestemmingsplan « WIJK IX, MOLENBEEKDAL » : - artikel 6.1.1. van het op 22 november 1990 goedgekeurd plan « sportgebied », enkel inzoverre het, in een gebied voor sport- of vrijetijdsactiviteiten in de open lucht op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20% van het huizenblok of van het gedeelte ervan; - de grafische voorschriften van het op 22 november 1990 goedgekeurde plan, « typisch woongebied », enkel inzoverre deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - artikel 27 van het op 23 november 1982 goedgekeurd plan « begraafplaatsgebied », enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat; - artikel 31 van het op 23 november 1982 goedgekeurde plan, « sportgebied », enkel inzoverre het, in een gebied voor sport- of vrijetijdsactiviteiten in de open lucht op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20 % van het huizenblok of van het gedeelte ervan; - artikel 4.1.1. van het op 22 november 1990 goedgekeurd plan, « stedelijk bedrijfsgebied », enkel inzoverre : 1° het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren die behoren bij de nijverheidsactiviteit;2° het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de kantoren dienen te behoren bij de voorziene activiteiten; - In het bijzonder bestemmingsplan « WIJK IV, LE HOME »; - alle grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 15 « voorschriften betreffende de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 15, §3 « voorschriften betreffende de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden opslagplaatsen toelaat; - artikel 15 « voorschriften betreffende de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en handelszaken; - artikel 15, §§ 1 en 2 « voorschriften aan de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre : 1° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;2° het, in een gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en productie-activiteiten; - artikel 15 « voorschriften betreffende de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten en de kantoren (vrije beroepen) en de handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 15 « voorschriften betreffende de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten (ambacht) en de kantoren (vrije beroepen);2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het op 23 juli 1964 goedgekeurd plan « gebied voor de bouw van gesloten woningen, ruimten voor koeren en tuinen », enkel inzoverre deze, op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, gelegen zijn in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - artikel 15, §3 « voorschriften betreffende de uitbating en de toegelaten plaatsen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden afzonderlijke opslagplaatsen toelaat; - de grafische voorschriften van het op 23 juli 1964 goedgekeurd plan, « openbare gebouwen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - In het op 3 januari 1987 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NIEUWE WIJK VI, KEIZER KAREL/BASILIEK » : - artikel 21.2 « woongebied met vestiging in onderbroken volgorde », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 24 « woongebied met aaneensluitende bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; ELSENE - In het op 2 februari 1955 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 295, BOONDAALWIJK »; - artikel 5. b, « gebied voor appartements-gebouwen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken (gelijkvloers); - In het op 20 augustus 1954 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 116 TUSSEN DIJKSTRAAT, ZWANENSTRAAT EN E. FLAGEYPLEIN » : - artikel 4.2 « gebied voor bouwwerken met aaneensluitende gevels », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelsgebouwen;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 8 december 1958 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOKKEN 299 EN 304 BOONDAALWIJK » : - artikel 4a « gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken; - artikel 5a « gebied voor halfopen bebouwing », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen; - In het op 5 september 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOKKEN 264, 272, 273, 275A, 285, 291A, 294, 296A, 298, 300A, 303, 305A, 307 » : - artikel 4 « bouwgebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied, een woongebied met residentieel karakter en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de voorziene bestemmingen;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van he uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 5 « gebied voor halfopen bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied, een woongebied met residentieel karakter en een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen; - In het op 26 september 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « huizenblok 57, Centrumwijk » : - artikel 4a « gebied voor gesloten bouwwerken », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor een benzinestation of winkels; - In het op 1 maart 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « Boondaalwijk deel van de 3e zone » : - artikel 4 « gebied voor halfopen bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen; - artikel 5 « gebied voor open bebouwingen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 8 « gebied voor openbare bouwwerken », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor een kleuterschool; - In het op 12 juli 1963 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 311 EN ZIJN OMGEVING, BOONDAALWIJK » : - artikel 7 « gebied voor aaneensluitende bouwwerken », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 8 « gebied voor halfopen bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, meer vloeroppervlakte voor handelszaken toelaat dan is toegestaan; - In het op 1 februari 1965 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOKKEN 13 EN 14, NAAMSE POORT » : - artikel 4 « gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, groot- en kleinhandelszaken toelaat;2° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken, kantoren en zetels van maatschappijen;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;4° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 5 « gebied voor gesloten bebouwing met deel van gelijkvloers opgenomen in de openbare weg », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, groot- en kleinhandelszaken toelaat;2° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken, kantoren en zetels van maatschappijen;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 10 oktober 1974 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 7, DE MEE|$$|AXUSSQUARE » : - artikel 5 « gebied voor open bebouwingen », enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de activiteiten;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 16 juni 1966 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 48 TUSSEN KEIENVELDSTRAAT, PRINS ALBERTSTRAAT EN GEWIJDE BOOMSTRAAT » : - artikel 4 « bouwgebied », enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden groothandelszaken toelaat;2° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de activiteiten; - In het op 3 december 1992 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 25, CRESPELSTRAAT, LAKENWEVERSSTRAAT EN STASSARTSTRAAT » : - artikel 6 « gebied voor verscheidene handelszaken en activiteiten », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken (enkel op gelijkvloers) en ambachtelijke zaken; - artikel 7 « administratiegebied », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en kleinhandelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 8 « sterk gemengd gebied », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en werkplaatsen; - In het op 10 maart 1969 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOKKEN 237, 238, 239, BERKENDAALWIJK » : - artikel 4 « gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 23 maart 1973 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 186 TUSSEN DE TENBOSSTRAAT, PROVOOSTSTRAAT, MALIESTRAAT, AMERIKAANSESTRAAT EN A. LEEMANSPLEIN » : - artikel 5 « gebied voor open bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren voor vrije beroepen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 6 « gebied voor nijverheidsgebouwen », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, nijverheids- en handelsactiviteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 7 « gebied voor achtergebouwen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de voorziene bestemmingen; - artikel 8 « gebied voor de achterzijde van gebouwen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de werkplaatsen of opslagplaatsen; - In het op 13 juni 1991 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 290 BEGRENSD DOOR BOONDAALSESTEENWEG, OLTASTRAAT, HET KERKHOF VAN ELSENE EN DE OUDE GEBOUWEN VAN DE REGIE DER ELECTRICITEIT » : - artikel 5 « gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor collectieve uitrustingen (max 5% van de totale bruto-vloeroppervlakte); - artikel 6 « gebied voor bijgebouwen op het gelijkvloers », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen enkele bestemming vermeldt; - In het op 9 mei 1980 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOKKEN TUSSEN TROONSTRAAT, ITALI|$$|ADESTRAAT, PARNASSUSTRAAT EN CAROLYSTRAAT » : - artikel 5 « gebied voor halfopen bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kantoren en uitrustingen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 6 « gebied voor bouwwerken met alleen gelijkvloers », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 7 « gebied voor spontane bebouwing », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken : - In het op 8 oktober 1992 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 251 GOEDERENSTATION VUB EN STATION ETTERBEEK » : - artikel 7 « bouwgebied C) », enkel inzoverre : 1° het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten;2° het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren : 3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;4° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 6 juli 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « LEOPOLDSWIJK GEVORMD DOOR TRIERSTRAAT, GODECHARLESSTRAAT, WIERTZSTRAAT EN MONTOYERSTRAAT » : - artikel 6 « woongebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 7 « gebied voor administratieve activiteiten », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de activiteiten »; - artikel 8 « gebied voor woningen en administratieve activiteiten », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de activiteiten; - In het op 28 maart 1991 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 167A WATERLOOSESTEENWEG, NOTARISSTRAAT EN AFRIKAANSESTRAAT » : - artikel 6 « renovatiegebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;2° het, in een typisch woongebied, per onroerend goed, meer vloeroppervlakte toelaat dan voorzien voor kantoren;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;4° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 23 december 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 30, WAVERSESTEENWEG, TROONSTRAAT, ITALI|$$|ADESTRAAT EN GODECHARLESTRAAT » : - artikel 6 « woongebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;2° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 7 « woongebied », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de activiteiten; - artikel 8 « handelsgebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelszaken;2° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de activiteiten. JETTE - In het op 24 juli 1954 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 2,04 en 2,01 HEYMBOSCHWIJK » : - artikel 1, gebied F. « Gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 2, gebied J. « Gebieden voor halfopen bebouwing », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - de grafische voorschriften betreffende de « Gebieden voor tuinen, aanleg », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 2 « Gebied voor lage woonhuizen in open bebouwing » van het op 22 oktober en 17 oktober 1983 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 3 « Gebied voor woningen in halfopen bebouwing », van het op 22 oktober 1979 en 17 oktober 1983 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een groengebied met hoogbiologische waarde op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit gebied in het gedrang brengen; - artikel 4.1 « Woongebieden, bestemming', van het op 25 september 1980 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en vrije beroepen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5 « Handelszaken », van het op 16 november 1965 en 13 februari 1967 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 7 gebied A. « Gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten », van het op 20 september 1980 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een gebied voor sport- of vrijetijdsactiviteiten in de open lucht op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de gebouwen die noodzakelijkerwijs horen bij sportactiviteiten in de open lucht;2° het, in een gebied voor sport- of vrijetijdsactiviteiten in de open lucht op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de gebouwen voor inrichtingen die noodzakelijk zijn voor het beheer en de beveiliging van het sportcentrum; - artikel 8 « Gebied voor koeren en tuinen », van het op 15 november 1965 en 13 februari 1967 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen;3° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 2, I. « Algemene voorschriften, parkeerplaatsen voor wagens », van het op 8 februari 1965 en 20 september 1966 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 9 « Bosgebieden », van het op 25 september 1980 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een bosgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de drempel van 40m van het gebied met bouwverbod, niet respecteert; - artikel 10 « Parkgebied », van het op 25 september 1980 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - artikel 5, I. « Algemene voorschriften, handelszaken », van het op 8 februari 1965 en 20 september 1966 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - Artikel 6, I. « Algemene voorschriften, benzinestations », van het op 8 februari 1965 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de benzinestations; - De grafische voorschriften van het op 8 februari 1965 en 21 september 1969 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de openbare uitrustingen (parochiecentrum, kerk); - De grafische voorschriften van het op 22 oktober 1979 en 17 oktober 1983 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten die dit in het gedrang brengen; - De grafische voorschriften en artikel 3, a « Gebied voor open bebouwing, bestemming », van het op 18 april 1963 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten die dit in het gedrang brengen; - De grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - De grafische voorschriften II, gebied C5, « Bouwgebied », van het op 7 juli 1959 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - De grafische voorschriften II, 2, gebied K1, « Bouwgebied, gebied voor bouwwerken in halfopen bebouwing » van het op 31 oktober 1962 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 4, gebied T3 « Gebieden voor hoogbouw », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel IV « Private parkgebieden », van het op 18 april 1963 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - In het op 16 april 1951 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 1.04 en 1.05 SERKEYNWIJK » : - artikel 3.1, van het op 18 september 1987 en 5 juli 1989 gewijzigd plan « Woongebied, bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.1 « Gebied met verschillende woningbouw, bestemming », van het op 18 september 1987 en 5 juli 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, handelszaken en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 6.1 « Gebied voor bedrijven met stedelijke karakter », van het op 18 september 1987 en 5 juli 1989 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een kantoorgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de industrie-, ambachts-, en handelsondernemingen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5.1.5 « Woongebied, entiteit E, bestemming », van het op 6 september 1990 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelszaken; - artikel 5.2.1 « Gebieden voor bijgebouwen, bestemming », van het op 6 september 1990 gewijzgd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - Titel A, artikel 1 « Gebied voor de bouw van woningen, bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 25 juli 1969 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 8.02 ALBERTWIJK » : - artikel 2.1.2 « Bestemmingen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied of in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, handelszaken in de huizenblokken of gedeelten ervan; - artikel 4 « bestemming », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied of in een handelsgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte; - De stedenbouwkundige voorschriften van het bovenvermeld bijzonder bestemmingsplan zijn niet conform het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 27 september 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HOSPITAAL-WIJK » : - artikel 1 « Bestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor industriële doeleinden; - artikel 2 « Handelszaken », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 9 december 1966 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 7.01 MIDDENWIJK, HUIZENBLOK BEGRENSD DOOR ST-VINCENTIUS A PAULOSTRAAT, I. THEODOR- EN F. COUTEAUXSTRAAT EN DESMET DE NAYERLAAN » : - artikel 1 « Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke zaken; - In het op 10 september 1966 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 7.02 CENTRUMWIJK, HUIZENBLOK BEGRENSD DOOR DE SMET DE NAYERLAAN, ONTMIJNERSLAAN EN SECRETINLAAN : - artikel 3 « Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de benzinestations; - In het op 19 december 1991 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « Nr. 7.03 SPIEGELWIJK » : - artikel 1.2.1 « Percelen bestemd voor woningen en handelszaken » enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.3 « Percelen bestemd voor bedrijven met stedelijk karakter », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de ambachtelijke, handels- en industriebedrijven, de administratieve activiteiten, de handelszaken en de uitrustingen van collectief belang;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.4 « Percelen bestemd voor het onderwijs », enkel inzoverre, in een gebied voor uitrusting van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemming (handelszaken, kantoren, werkplaatsen) niet overeenstemt met deze op het Bijzonder Bestemmingsplan; - artikel 4.1 « Bijzondere bepalingen, Koningin Astridplein », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van plaatselijk openbaar nut; - artikel 4.6.1 « Bijzondere bepalingen, andere bijzondere bepalingen aangaande de bestemmingen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten, kantoren en uitrustingen van openbaar nut;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.6.3 « Bijzondere bepalingen, andere bijzondere bepalingen aangaande de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten; - In het op 18 maart 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 7.04 WIJK TUSSEN DE SMET DE NAYERLAAN, WEMMELSESTEENWEG, DE GRENS VAN HET BBA JETTE 031 001 (D2283/31) EN HET GEMEENTEHUIS » : - artikel 4.1.1 « Gebied voor woningen, bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen die horen bij de woonfunctie; - artikel 4.2.1 « Gebied voor woningen en diensten, bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, kleinhandelsactiviteiten, winstgevende en niet-winstgevende dienstenactviteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.3.1 « Gebied voor woningen, kleine bedrijven, bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, kleine ambachtelijke en handelsondernemingen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.4.1 « Gebieden voor bijgebouwen, bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, kleinhandelszaken, winstgevende en niet-winstgevende dienstenactiviteiten, activiteiten van kleine ambachtelijke zakenelijke en handelsondernemingen, kleine en middelgrote ondernemingen, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.5.1 « Gebied C1 op het plan, bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de warenhuizen; - artikel 4.6.1 « Gebied C13 op het plan, bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de activiteiten van kleine bedrijven en ambachtelijke zaken; - artikel 4.9 « Gebied gemeentebestuur (gebied 17 op het plan) », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor het gemeentebestuur, diensten en bijgebouwen; - artikel 4.10.1 « Bedrijfsgebied met stedelijk karakter », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine en middelgrote ondernemingen, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.11 « Gebieden D 11, D12, D13, D14 en D15 op de hoek Verbeyst-Théodor », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de scholen, diensten en bijgebouwen (diensten); - artikel 4.12 « Gebied D8, D9 en D10, Léon Théodorstraat », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de scholen, diensten en bijgebouwen (diensten); - artikel 4.13 « Gebied A8, A9, A10, A11 en A12 op de hoek Vanderschrieck-Werrie », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor het gemeentebestuur, de diensten en bijgebouwen (diensten); - artikel 5.1.1 « Gebouwen met meerdere bestemmingen, Léon Théodorstraat 109 », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, kleinhandelszaken, winstgevende en niet-winstgevende dienstenactiviteiten en de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5.1.2 « Gebouwen met meerdere bestemmingen, Van Huynegemstraat 30-32 », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, winstgevende dienstenactiviteiten, kantoren en openbare uitrustingen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5.1.3 « Gebouwen met meerdere bestemmingen, Zonnebloem, Van Huynegemstraat », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, kleinhandelszaken, winstgevende of niet-winstgevende dienstenactiviteiten en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5.1.4 « Hoek 131 Wemmelsesteenweg/ Gillebertusstraat », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vrije beroepen, kleinhandelszaken, winstgevende of niet-winstgevende dienstenactiviteiten, kantoren en openbare uitrustingen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5.2.3 « Woongebied B3 », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de wijkinrichtingen van collectief belang; - In het op 9 december 1953 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 7.05 CENTRUMWIJK » : - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen;2° deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten die dit in het gedrang brengen; - In het op 9 november 1964 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 5.02 MOLENBEEKDAL » : - artikel 1 « Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor nijverheidsactiviteiten;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - artikel 3 « Ambachts- en handelszaken », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de ambachts- en handelszaken;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - artikel 6 « Koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20m vanaf de bouwlijn; - de grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre : 1°deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; 2° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de bouwwerken van openbaar nut. KOEKELBERG - In het bijzonder bestemmingsplan « VRIJHEIDSWIJK » : - artikel III 1.2.a. van het op 7 februari 1991 goedgekeurd plan « woongebied, bijbehorende bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken, uitrustingen en productie-activiteiten; en inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.3,1, van het op 7 februari 1991 goedgekeurd plan « kantoorgebied, hoofdbestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de ambachtsbedrijven en werkplaatsen; - artikel III.2, 2 van het op 7 februari 1991 « bedrijfsgebied, bijbehorende bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan toegelaten op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III, 3, 1, 2 van de op 7 februari 1991 goedgekeurde versie, « kantoorgebied, hoofd-bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III, 3, 2, van het op 7 februari 1991 goedgekeurd plan « kantoorgebied, bijbehorende bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 12 september 1980 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK VAN DE SCHMITZSTRAAT » : - de grafische voorschriften, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 5, « bouwgebied B », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen en handelszaken; - artikel 2 « bouwgebied A », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, handelszaken en de productie-activiteiten; - artikel 8, « bouwgebied B », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - het grafisch voorschrift van het op 22 maart 1988 goedgekeurd plan, « woning, commerciële benedenverdieping », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - de grafische voorschriften van het op 22 maart 1988 goedgekeurd plan, « gebied voor bijgebouwen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken welke handelingen en werken in een gebied voor koeren en tuinen zijn toegelaten; - In het bijzonder bestemmingsplan « LEOPOLD II - DEEL I, NOORD-WEST, LEON FOUREZSTRAAT, JETSESTEENWEG, NECKSTRAAT, JETTELAAN, SIMONISPLEIN, VRIJHEIDSLAAN, PARK ELISABETHSTRAAT, F. VAN DE SANDESQUARE, HERKOLIERSSTRAAT »; - artikel 4, 3, 1, b « typisch woongebied, bijbehorende bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - artikel 4, 3, 2, b « gemengd woon- en handelsgebied, bijbehorende bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen en handelszaken; - In het op 23 maart 1998 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « LEOPOLD II - DEEL II, CENTRUM : LEON FOUREZSTRAAT, JETSESTEENWEG, SINT-ANNAKERKSTRAAT, VANHUFFELPLEIN, VAN BERGENSTRAAT, HERKOLIERSSTRAAT » : - artikel 4, 1, b « typisch woongebied, bijbehorende bestemmingen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - artikel 4, 3, 2, a « gemengd woon- en handelsgebied », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 4, 3, 2, b « gemengd woon- en handelsgebied, bijbehorende bestemmingen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - artikel 4, 3, 3, a, « gebied voor woningen en ambachtelijke werkplaatsen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine en middelgrote ondernemingen; - In het op 26 maart 1998 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « LEOPOLD II - DEEL III ZUIDOOSTEN, SINT-ANNAKERKSTRAAT, LEOPOLDLAAN, BINNENTERREIN VAN HET HUIZENBLOK, GEMEENTEGRENS, ENGELENBERGSTRAAT, HOUZEAU DE LEHAIESTRAAT, JETSESTEENWEG, PLEISTERPLAATSSTRAAT » : - artikel 4, 3, 1, b « typisch woongebied, bijbehorende bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - artikel 4, 3, 2, a « gemengd woon- en handelsgebied, hoofdbestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 4, 3, 2, b « gebied voor woningen en handel, secundaire bestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - artikel 4,3,3,a « gebied voor woningen, werkplaatsen, ambacht, hoofdbestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine en middelgrote ondernemingen; - In het op 3 juli 1997 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK VAN HET GEMEENTEHUIS, HENRI VANHUFFELPLEIN, VAN BERGENSTRAAT, HERKOLIERSSTRAAT, SPOORWEG, GANSHORENSTRAAT, SINT-ANNAKERKSTRAAT » : - Artikel 4, 3, 1, b « woongebied, aanvullende bestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd woongebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - Artikel 4, 3, 2, b « gemengd woon- en handelsgebied, bijbehorende bestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een typisch gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - artikel 4, 3, 3, a « gebied voor werkplaatsen, ambacht, hoofdbestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - Artikel 4, 3, 2, a, « gemengd woon - en handelsgebied, hoofdbestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - Artikel 4, 3, 4 « gemengd gebied voor woningen, werkplaatsen en ambachtelijke zaken », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine en middelgrote ondernemingen en handelszaken.

MOLENBEEK - In het op 15 maart 1990 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « Scheutboswijk » : - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 3.1.1.2. b, « bestemmingen in de gebouwen : vrije beroepen, bestemmings-voorwaarden », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, te veel kantooroppervlakte toelaat per onroerend goed;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikelen 3.1.1.3 en 3.1.1.4. en 3.1.1.5. b) « bestemmingen in de gebouwen, bestemmingsvoorwaarden », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, te veel handelsoppervlakte toelaten per onroerend goed; - artikel 3.1.1.4 « omschrijving van de bestemmingen in de gebouwen, collectieve uitrustingen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen; - artikel 3.1.1.6, a), « omschrijving van de bestemmingen in de gebouwen : gemeenschappelijke woningen, bestemmings-voorwaarden », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 3.1.1.1, L), « omschrijving van de bestemmingen in de gebouwen : bestemmingsvoorwaarden », enkel inzoverre het, in het typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren; - artikel 3.1.1.1.1, N), « omschrijving van de bestemmingen in de gebouwen : bestemmings-voorwaarden », enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan toegelaten op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 25 mei 1951 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 14, A, MIRTENWIJK » : - artikel 1, « bestemming - bouwdiepte », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 14 juli 1951 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR.14, B, J. GENOTSTRAAT » : - artikel I, 1, « de regio begrensd door de letters M, N, O, P, Q », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - artikel I, 1 en 2 « de regio begrensd door de letters M, N, O, P, R, S, T, U, V en de regio begrensd door de letters M, N, O, P, Q », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en kleinhandelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 13 mei 1980 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 8 A » : - de grafische voorschriften betreffende « het huizenblok van de Tehuis voor Wezenstraat, de Korenbeekstraat, de Amandelbomenlaan en de Carl Lequettelaan », enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - artikel 2 « residentieel gebied met alleenstaand gebouw in achteruitbouw », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en handelszaken; - artikel 4 « residentieel gebied met alleenstaand gebouw in achteruitbouw », enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4 « residentieel gebied met gebouw in gesloten bebouwing », enkel inzoverre; 1° het, in een woongebied met voornamelijk woorerven op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 15 december 1984 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 21 GELEGEN TUSSEN GENTSESTEENWEG, KOLOMSTRAAT, PAALSTRAAT EN RANSFORTSTRAAT » : - artikel 2 « residentieel gebied met gebouw in gesloten of halfopen bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 3 « residentieel gebied met gebouwen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden groothandelszaken toelaat;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, productie-activiteiten en collectieve uitrustingen; Het bijzonder bestemmingsplan « NR. 6, A, MINNEZANGERSWIJK », inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen of herbestemmingen niet verduidelijkt gezien het gebied met gesloten en halfopen bebouwing en het gebied voor bijgebouwen; - In het op 26 mei 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 10, A KARREVELDWIJK » : - artikel 1, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 18 maart 1969 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 7 A SIPPELBERGWIJK » : - artikel 1, C, « het gebied afgebakend door de letters A, I, J, P, Q, R, S », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 1, a, « het gebied afgebakend door de letters H, I, J, K, L, M, N, O », enkel inzoverre het, in een gebied voor sport- en vrijetijdsactiviteiten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en de bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20% van het huizenblok of het gedeelte ervan; - In het op 15 december 1981 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 6, C, E.D. MACHTENSWIJK » : - de grafische voorschriften, enkel inzoverre : 1°deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; 2° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrusting van collectief belang; - In het op 24 februari 1978 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 6, D, E. MACHTENSWIJK » : - artikel 1 « kantoorinrichtingen », enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikelen 7 en 8 « handelszaken, kantoorinrichtingen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 8 april 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 1 SINT-MARIA (METROZONE) » : - artikel 2.1.1, « bestemming van de bouwwerken, woongebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.4.2, « gebied voor werkplaatsen, opslagplaatsen en bedrijven », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen; - artikelen 2.6.1 en 2.6.2, « gemengd gebied », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en collectieve uitrustingen; - In het op 20 november 1986 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « GEMEENTEPLEIN » : - artikel II.1.2.2. « voorschriften betreffende de bestemmingsplannen : de woongebieden », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet, na speciale regelen van openbaarmaking, voor de vergroting van de vloeroppervlakte voor de woningen; - artikel II.1.2.2 en legendes nr. 25 en 26, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, teveel vloeroppervlakte toelaten voor de collectieve uitrustingen, productie-activiteiten en kantoren; - artikel II.2.1. en legende nr. 23 « de gebieden voor uitrustingen van collectief belang », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen; - artikel II.3.2. a), b), c), « handelsgebied », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en collectieve uitrustingen; - artikel II.3.2. b), « de handelsgebieden », enkel inzoverre het grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 23 januari 1992 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « LEOPOLD II (DEEL C) SAINCTELETTEPLEIN, RIBAUCOURTSTRAAT » : - artikel 1.1.1.2. « bestemmingen in de gebouwen : vrije beroepen, vastlegging van de bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 1.1.1.2.b « bestemmingen in de gebouwen, vrije beroepen : vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, teveel kantooroppervlakte toelaat per onroerend goed;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikelen 1.1.1.3, 1.1.1.4 en 1.1.1.5 « bestemming in de gebouwen : vastlegging van de bestemmingen », enkel inzoverre deze, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - artikelen 1.1.1.3, 1.1.1.4 en 1.1.1.5. I, « bestemming in de gebouwen : collectieve uitrusting, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, teveel handelsoppervlakte toelaten per onroerend goed; - artikel 1.1.1.6 « bestemmingen in de gebouwen : gemeenschappelijke woningen, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikelen 1.1.1.7 en 1.1.1.8 « bestemmingen in de gebouwen : collectieve uitrusting, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, teveel vloeroppervlakte voor collectieve uitrustingen toelaten; - artikelen 1.1.1.7 en 1.1.1.8 « bestemming in de gebouwen : collectieve uitrusting + discotheken, theaterzalen, bioscopen » enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen; - artikel 1.1.1.9 « bestemming in de gebouwen : groothandel, omschrijving van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied, een sterk gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden groothandelszaken toelaat; - artikel 1.1.1.9 « bestemming in de gebouwen : bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden groothandelszaken toelaat; - artikel 1.1.1.10 « bestemming in de gebouwen : administraties, kantoren, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - artikelen 1.1.1.11, B) en 2) « bestemmingen in de gebouwen : administraties, kantoren, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre : 1° deze, in een gemend gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, te veel kantooroppervlakte toelaten per onroerend goed;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 1.1.1.11 B « bestemming in de gebouwen : administraties, kantoren, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied, grotere kantooroppervlakte toelaat per onroerend goed dan is toegelaten; - artikel 1.1.2.5. « gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een of meerdere verboden bestemmingen (opslag van materialen voor tijdelijke bouwplaatsen) toelaat; - artikelen 1.1.3, 1.1.4 en 1.1.1.5.b « bestemmingen in de gebouwen : diensten, kleinhandel, horeca, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, teveel handelsoppervlakte toelaten per onroerend goed;2° deze, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 23 januari 1992 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « LEOPOLD II, DEEL B, RIBAUCOURTSTRAAT, JUBELFEESTLAAN » : - artikel 1.1.1.2. « bestemming in de gebouwen : vrije beroepen, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 1.1.1.2B) « bestemmingen in de gebouwen : dienst; bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, grotere kantooroppervlakte toelaat per onroerend goed dan is toegelaten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 1.1.1.3. « bestemmingen in de gebouwen : diensten, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren; - artikelen 1.1.1.3, 1.1.1.4 en 1.1.1.5) « bestemming in de gebouwen : diensten, kleinhandel en horeca, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, meer handelsoppervlakte toelaten per onroerend goed dan is toegelaten; - artikelen 1.1.1.3, 1.1.1.4 en 1.1.1.5, « bestemmingen in de gebouwen : diensten, kleinhandel en horeca, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de diensten, de kleinhandels- en horecazaken; - artikel 1.1.1.5-3 « gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de opslag van verboden materialen toelaat; - artikel 1.1.1.6 « bestemmingen in de gebouwen : gemeenschappelijke woningen, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 1.1.1.6. K) « bestemmingen in de gebouwen : gemeenschappelijke woningen, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikelen 1.1.1.7 en 1.1.1.8 « bestemming in de gebouwen : collectieve uitrustingen, discotheken, theaters en bioscopen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, meer vloeroppervlakte toelaten voor collectieve uitrustingen dan is toegelaten; - artikelen 1.1.1.7 en 1.1.1.8 « bestemming in de gebouwen : bedrijven, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen; - artikel 1.1.1.9 « bestemming in de gebouwen : groothandel, bepaling van de bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een sterk gemengd gebied, verboden groothandelszaken toelaat; - artikel 1.1.1.10 « bestemmingen in de gebouwen : bedrijven, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, meer vloeroppervlakte toelaat voor productie-activiteiten dan is toegelaten; - artikel 1.1.1.10 « bestemming in de gebouwen : bedrijven, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - artikel 1.1.1.11 « bestemmingen in de gebouwen : administratie, kantoren, vestigings-voorwaarden », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, grotere kantooroppervlakte toelaat dan is toegelaten;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet voor de vergroting van de kantooroppervlakte na speciale regelen van openbaarmaking; - het grafisch voorschrift « rood gebied », vermeld op het bestemmingsplan 410 B, enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat; - In het op 23 januari 1992 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « LEOPOLD II (DEEL A), JUBELFEESTLAAN, WESTELIJKE GEMEENTEGRENS » : - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan 410 A, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 1.1.1.2 « bestemmingen in de gebouwen : vrije beroepen, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren; - artikel 1.1.1.2 B) « bestemming in de gebouwen : vrije beroepen, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, grotere kantooroppervlakte toelaat dan is toegelaten;2° het, grotere kantooroppervlakte toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikelen 1.1.1.3, 1.1.1.4 en 1.1.1.5. B) « bestemming in de gebouwen : diensten, kleinhandels- en horecazaken, vestigings-voorwaarden », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, meer handelsoppervlakte toelaten dan is toegelaten; - artikelen 1.1.1.3, 1.1.1.4, 1.1.1.5, 1.1.1.7, 1.1.1.8 en 1.1.1.10 e), « bestemming in de gebouwen : diensten, kleinhandel, horeca, collectieve uitrustingen », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, meer oppervlakte toelaten voor handelszaken, collectieve uitrustingen en productie-activiteiten dan is toegelaten; - artikel 1.1.1.6 « bestemming in de gebouwen : gemeenschappelijke woningen, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 1.1.1.9 « bestemming in de gebouwen : groothandelszaken, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden groothandelszaken toelaat; - artikel 1.1.1.11 f) « bestemming in de gebouwen : administratie, kantoren, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, grotere kantooroppervlakte toelaat dan is toegelaten; - artikel 1.1.2.5 « gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de verboden opslag van materialen toelaat; - In het op 30 september 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « ELBERSWIJK » : - alle grafische voorschriften, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 3.1.1. « woongebied, bestemmingen, voorschriften, omschrijvingen », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, productie-activiteiten en collectieve uitrustingen; - In het op 11 februari 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « LEOPOLD II (DEEL C) PICARDSTRAAT, HAVENLAAN, ULENSSTRAAT, RIBAUCOURTSTRAAT » : - artikel 1.1.1.2 « bestemming in de gebouwen : vrije beroepen, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 1.1.1.2.5 « gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een of meerdere verboden bestemmingen (opslag van materialen voor tijdelijke bouwplaatsen) toelaat; - artikelen 1.1.1.3, 1.1.1.4 en 1.1.1.5 « bestemming in de gebouwen : diensten, kleinhandel en horeca », enkel inzoverre : 1° deze, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken;2° deze, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - artikel 1.1.1.6, « bestemmingen in de gebouwen : gemeenschappelijke woningen, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikelen 1.1.1.7 en 1.1.1.8 « bestemming in de gebouwen : collectieve uitrustingen en discotheken, theaterzalen, bioscopen », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen; - artikel 1.1.1.9 « bestemming in de gebouwen : groothandel, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied, in een administratiegebied, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden groothandelszaken toelaat; - artikel 1.1.1.10 « bestemming in de gebouwen : bedrijven », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - artikel 1.1.1.10 « bestemming in de gebouwen : administratie, kantoren, vestigingsvoorwaarde », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - artikel 1.1.1.11 B, « bestemming in de gebouwen : administratie, kantoren, vestigingsvoorwaarde », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, grotere kantooroppervlakte toelaat dan is toegelaten; - artikel 1.1.1.11 b) en 2, « bestemming in de gebouwen : administratie, kantoren, vestigingsvoorwaarde », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, te veel kantooroppervlakte toelaat;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 23 januari 1992 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « LEOPOLD II, DEEL B, RIBAUCOURTSTRAAT, JUBELFEESTLAAN » : - de grafische voorschriften, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 1.1.1.2 « bestemming in de gebouwen : vrije beroepen, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 1.1.1.2. B), « bestemming in de gebouwen : diensten, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1° grotere kantooroppervlakte toelaat per onroerend goed dan is toegelaten;2° per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 1.1.1.3 « bestemming in de gebouwen : diensten, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren; - artikelen 1.1.1.3, 1.1.1.4 en 1.1.1.5 E), « bestemming in de gebouwen : diensten, kleinhandel en horeca, vestigingsvoorwaarde », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, meer handelsoppervlakte toelaten dan is toegelaten; - artikelen 1.1.1.6 en 1.1.1.6 K) « bestemming in de gemeenschappelijke woningen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en een in gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorzien van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 1.1.1.7 « bestemming in de gebouwen : collectieve uitrustingen, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, meer vloeroppervlakte toelaat voor collectieve uitrustingen dan is toegelaten; - artikelen 1.1.1.7 en 1.1.1.8 « bestemming in de gebouwen : collectieve uitrustingen, discotheken, theaterzalen, bioscopen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, meer vloeroppervlakte toelaten voor collectieve uitrustingen dan is toegelaten; - artikel 1.1.1.9 « bestemming in de gebouwen : groothandel, bepaling van de bestemmingen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden groothandelszaken toelaat; - artikelen 1.1.1.9 en 1.1.1.9 e) « bestemming in de gebouwen : groothandelszaken », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden groothandelszaken toelaten; - artikel 1.1.1.10 « bestemming in de gebouwen : bedrijven », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten;2° het, in een gemengd gebied en in een typisch gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, meer vloeroppervlakte toelaat voor productie-activiteiten dan is toegelaten; - artikel 1.1.1.11 « bestemming in de gebouwen : administraties, kantoren, vestigings-voorwaarde », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, grotere kantooroppervlakte toelaat dan is toegelaten;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet voor de verhoging van de kantooroppervlakte na speciale regelen van openbaarmaking; - artikel 1.1.1.11 b) « bestemming in de gebouwen : administraties, kantoren, vestigingsvoorwaarden », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, grotere kantooroppervlakte toelaat dan is toegelaten; - artikel 1.1.2.2.5 « gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de opslag van materialen toelaat; - In het op 22 april 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 2, GOED LEVEN (METROZONE) » : - artikel 2.1.1 « bestemming van de bouwwerken, woongebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantoor-oppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften « woongebieden met betrekking tot. het gebied rondom huizenblok Bouveriestraat, Genessestraat, Schoolstraat », enkel inzoverre deze in en groengebied en in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - In het op 8 april 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 3 ZWARTE VIJVERS (METROZONE) » : - artikel 2.1.1 « woongebied », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren; - artikel 2.1.1. « woongebied : openbare en particuliere aanvullingen van de woning », enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.2.3 « gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten », enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of voor openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 2.3 « handelsgebied », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken.

SINT-GILLIS - In het op 20 augustus 1954 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 2 WIJK L. MORICHARPLEIN » : - alle grafische en geschreven voorschriften, enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, ambachtelijke zaken, openbare gebouwen en gebouwen van openbaar nut;2° deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten die dit gebied in het gedrang brengen;3° deze, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een bouwgebied voorzien;4° deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen;5° deze, in een typisch woongebied en in en gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen melding maken van kantoren en hotelinrichtingen; - het gebied voor achtergebouwen, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (herbestemmingen) verduidelijkt; - het gebied voor openbare bouwwerken van het plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte; - In het op 6 maart 1958 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK GEVORMD DOOR VORSTSESTEENWEG, VLOGAERT- EN FONTAINASSTRAAT » : - artikel 2 « Gebouw met openbare bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor het maatschappelijk centrum voor bejaarden, het jeugdcentrum en het kinderdagverblijf; - In het op 16 september 1959 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 1 WIJK FONSNYLAAN » : - artikel 4.2 « Gebied voor huisvesting in hoofdgebouw », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de werkplaatsen voor kleinschalige ambachtelijke activiteiten, de lokalen voor vrije beroepen; - artikel 4.2 « Gebied voor woningen in een hoofdgebouw. Toegelaten bouwwerken » van het op 24 oktober 1991, 27 februari 1992 en 27 mei 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, productie-activiteiten en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.2 « Gebied voor woningen in een hoofdgebouw. Toegelaten bouwwerken », van het op 24 oktober 1991, 27 februari 1992 en 14 september 1995 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5.2 « Gebied voor koeren, tuinen, bijgebouwen, bouwwerken en toegelaten beplantingen » van het op 24 oktober 1991, 27 februari 1992 en 27 mei 1993, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, productie-activiteiten en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 6 « Gebied voor werkplaatsen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor werkplaatsen voor ambachtelijke activiteiten, fabrieksinrichtingen, vrije beroepen; - artikel 6.1 « Gebied voor werkplaatsen. Bestemming » van het op 24 oktober 1991, 27 februari 1992 en 27 mei 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie- en ambachtelijke activiteiten, kantoren en uitrustingen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 6.2 « Gebied voor werkplaatsen. Toegelaten bouwwerken en activiteiten », van het op 24 oktober 1991, 27 februari 1992 en 27 mei 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in het gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, productie-activiteiten en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 7.1 « Gebieden met gemengde functies », enkel inzoverre, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de oppervlaktedrempels van de verschillende activiteiten uitgedrukt worden in percentages en niet in referentie-oppervlakten; - artikel 7.1 « Gebieden met gemengde functies », van het op 24 oktober 1991, 27 februari 1992 en 27 mei 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, uitrustingen en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - artikel 7.1 « Gebieden met gemengde functies », van het op 24 oktober 1991, 27 februari 1992 en 14 september 1995 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - artikelen 7.1 en 7.2 « Gebieden met gemengde functies » van het op 24 oktober 1991, 27 februari 1992 en 27 mei 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en uitrustingen;2° deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorzien van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 7.3 « Gebieden met gemengde functies. Inplanting, volume en kenmerken van de gebouwen » van het op 24 oktober 1991, 27 februari 1992 en 27 mei 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, productie-activiteiten en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - alle voorschriften, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 26 november 1964 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « WIJK FRANKRIJKSTRAAT » : - artikel I.I.1 « Gebied voor open bebouwing », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelszaken; - artikel III.1 « Gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handel; - artikel 4.1.1 « Gemengd gebied voor woningen + handelszaken (A) » van het op 14/09/95 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken en winkelgalerijen de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - artikel 4.2.1 « Gemengd gebied voor administratie + handelszaken (B) » van het op 14/09/95 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken en winkelgalerijen de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - artikel 4.2.1.1 « Gebied B : gemengd gebied : adminstratieve activiteit + handelszaak », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handel; - artikel 4.3 « Gebied voor administratieve activiteit », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren; - artikel 4.3.1 « Administratieve activiteit C » van het op 14/09/95 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de administratieve activiteiten, laboratoria en/of niet vervuilende werkplaatsen; - artikel 4.4 « Gemengd gebied : administratieve activiteit + hotel + handelszaak + uitrusting van collectief belang », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, de productie-activiteiten, de hotelinrichtingen en de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - artikel 4.4.1 « gemengd gebied voor administratieve activiteiten, hotel, huisvesting, handelszaken, uitrustingen van collectief belang of van opnbare diensten D » van het op 15/09/95 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelzaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - artikel 4.5 « gemengd gebied : uitrusting van collectief belang + administratieve activiteit + hotel + huisvesting + handelszaken », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handel; - artikel 4.5.1 « Gemengd gebied voor uitrusting van collectief belang, administratieve activiteit, hotel, huisvesting, handelszaak (E) », van het op 14/09/95 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelzaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - artikel 4.6.1 « Uitrusting van collectief belang of van openbare diensten (F) » van het op 14/09/95 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (gebied enkel voor reizigers en stationsactiviteiten) niet verduidelijkt; - artikel 4.9.1 « Open galerij » van het op 14/09/95 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelzaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - voorschrift II, « Gebied voor open bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden groothandelszaken toelaat;2° het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de kleinhandelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de voorziene activiteiten; - In het op 10 december 1971 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK nr. 32 BEGRENSD DOOR LOUIZALAAN, BLANCHESTRAAT, LIVORNOSTRAAT EN GOEDHEIDSTRAAT, HUIZENBLOK NR 33 BEGRENSD DOOR LOUIZALAAN, GOEDHEIDSTRAAT,BERCKMANSSTRAAT EN CHARLEROISESTEENWEG » : - artikel 2 « bouwgebied », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kantoren en hotels;2° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en handelszaken;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 3 « Gebieden voor koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor koeren en tuinen op het Bijzonder Bestemmingsplan, niet verduidelijkt; - In het op woensdag 5 juli 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK GEVORMD DOOR MUNTHOFSTRAAT, BRONSTRAAT, BERCKMANSSTRAAT, JOURDANSTRAAT, BOSSTRAAT, GULDEN VLIESLAAN, HENRI JASPARLAAN » : - artikel 3B « Gebied voor woningen, bedrijven en handelszaken », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied, in een gemengd gebied en een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de bedrijven, handelszaken en kantoren; - artikel 3C « kantoorgebieden », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, laboratoria, niet vervuilende werkplaatsen, aanverwante activiteiten, tentoonstellingszalen demonstratiezalen en/of handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 3D « gebied voor woningen en/of uitrusting van collectief belang », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor openbare of particuliere uitrustingen; - artikel 3I « Gebieden voor bijgebouwen », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het gebied voor bijgebouwen van het Bijzonder Bestemmingsplan niet verduidelijkt;3° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op donderdag 6 maart 1958 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK GEVORMD DOOR VORSTSESTEENWEG, VLOGAERT- EN FONTAINAS-STRAAT » : - alle grafische en geschreven voorschriften, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen.

SINT-JOOST-TEN-NODE - In het op 26 februari 1957 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « MADOUPLEIN » : - voorschrift Titel I - a- 3 en b - 9 « Madouxplein - kant Kunstlaan en kant Scailquinstraat », enkel inzoverre het, in een administratiegebied en in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen van het gebied voor bijgebouwen niet verduidelijkt; - voorschrift Titel I - b - 9 « Madouxplein - kant Kunstlaan en kant Scailquinstraat », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - voorschrift Titel II - 14 « Scailquinstraat », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 15 september 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HOEK VAN DE KUNSTLAAN MET DE LIEFDADIGHEIDSTRAAT » : - de geschreven en grafische voorschriften, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimters te vrijwaren of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - de voorschriften van het plan betreffende het bouwprofiel van de bouwwerken op de hoek van de Kunstlaan met de Liefdadigheidstraat, enkel inzoverre deze, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen of herbestemmingen van het gebouw en van het gebied voor bijgebouwen niet verduidelijken; - In het op 29 juni 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HOEK BRABANTSTRAAT EN WEIDESTRAAT, KANT NOORD-OOST » : - het stedenbouwkundig voorschrift 3°, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en geen melding maakt van de woningen, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, werkplaatsen en kantoren voor de huizenblokken en gedeelten van huizenblokken gelegen in een typisch woongebied; - het voorschrift betreffende het gebied voor gesloten bebouwing en het gebied voor bijgebouwen (legende), enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen of herbestemmingen niet verduidelijkt; - In het op 14 februari 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « DEEL VAN HET HUIZENBLOK TUSSEN LEUVENSESTEENWEG, G. PETRELAAN, TWEE TORENSTRAAT EN VERBISTSTRAAT » : - alle grafische en geschreven voorschriften, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - de geschreven en grafische voorschriften voor het gebied voor koeren en tuinen, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen of herbestemmingen niet verduidelijken; - Het op 25 september 1973 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK BEGRENSD DOOR KRUIDTUINSTRAAT, IJZERWEGSTRAAT, SINT-LAZARUSLAAN EN DE KRUIDTUIN », enkel inzoverre het, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 26 maart 1963 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK BEGRENSD DOOR WILLEMSSTRAAT, DEBRUYNSTRAAT EN PACIFICATIESTRAAT » : - voorschrift nr. 1 « torengebouw », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen of herbestemmingen niet verduidelijkt; - voorschrift nr. 2 « winkel- en parkinggebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen of herbestemmingen niet verduidelijkt;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 4 mei 1973 goedgekeurd bijzonder bestemmingplan « DEEL VAN DE HUIZENBLOKKEN TUSSEN A. LYNENSTRAAT, SINT-JOOSTSTRAAT, SINT-JOOSTPLEIN EN LEUVENSESTEENWEG » : - artikel 2, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - het grafisch voorschrift betreffende de openbare gebouwen, vermeld op het bestemmingsplan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor een collectieve uitrusting; - In het op 23 september 1964 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK BEGRENSD DOOR SCAILQUINSTRAAT, STERREKUNDELAAN, BERIOTSTRAAT EN VERBONDSTRAAT » : - de grafische voorschriften betreffende het « handelshuis en bijgebouwen (legende) », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - de grafische en geschreven voorschriften over de openbare gebouwen, vermeld op het bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor een collectieve uitrusting; - alle grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 10. 1 enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften, enkel inzoverre deze niet overeenstemmen met het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, voorzien op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 10 van het oorspronkelijk plan en artikel 10 van het plan zoals gewijzigd op 12 juli 1971, enkel inzoverre deze, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - de grafische voorschriften van het plan, die op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in een parkgebied gelegen zijn, waarbij verboden handelingen en werken toegelaten zijn; - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan, zoals gewijzigd op 18 september 1987, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van he uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 3.1.1. van het op 18 september 1987 gewijzigd plan, « kantoorgebied met mogelijkheid tot kleinhandel en dienstverlening op het gelijkvloers », enkel inzoverre het in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - artikelen 3.1.1. en 3.1.2 van het op 28 maart 1989 en 19 april 1990 gewijzigd plan, « woning en bedrijf, woning en bedrijf met toegelaten diensten », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, productie-activiteiten en kantoren;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 3.1.2 van het op 28 maart 1989 en op 19 april 1990 goedgekeurd plan « woningen en bedrijven met toegelaten dienst », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikelen 3.1.3 en 3.1.4 van het op 28 maart 1989 en 19 april 1990 goedgekeurd plan « hotel en hotel met toegelaten dienst », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorzien van het aantal kamers per hotelinrichting;2° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, productie-activiteiten en kantoren;3° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 3.1.4 van de op 28 maart 1989 en op 19 april 1990 goedgekeurde plannen « hotel en hotel met toegelaten dienst », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 3.1.5 van de op 18 april 1990 en op 28 maart 1989 goedgekeurde plannen « administratieve activiteit met toegelaten dienst », enkel inzoverre : 1° het in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, productie-activiteiten en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 3.1.7 van de op 19 april 1990 en 28 maart 1989 goedgekeurde plannen, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang, productie-activiteiten en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikelen 3.1.5 en 3.1.6 van de op 19 april 1990 en 28 maart 1989 goedgekeurde plannen « administratieve activiteit met toegelaten dienst, administratieve activiteit met verplichte dienst », enkel inzoverre deze, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - In het op 7 februari 1974 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK TUSSEN DEKEYNSTRAAT, VERBISTSTRAAT, SCHIETSCHIJFSTRAAT EN EECKELAERSSTRAAT » : - artikel 5 van het op 6 juni 1991 « gemengd woon- en bedrijfsgebied », enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - het grafsich voorschrift van het op 6 juni 1991 gewijzigd bestemmingsplan, enkel inzoverre het het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voldoende bescherming biedt; - artikel 5 van het op 6 juni 1991 gewijzigd plan « woongebied », enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5 van het op 6 juni 1991 gewijzigd plan, « gemengd woon- en bedrijfsgebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5 van het op 6 juni 1991 gewijzigd plan « gebied voor bijgebouwen bij woningen en bedrijven », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - artikel 5 van het op 6 juni 1991 gewijzigd plan, « gemengd woon- en bedrijfsgebied met mogelijkheid voor uitrusting van collectief belang », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, handelszaken en uitrustingen van collectief belang;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 29 mei 1973 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « DEEL VAN HET HUIZENBLOK TUSSEN R. BOVIESTRAAT, A. STEURSPLEIN EN A. VAN HASSELTSTRAAT » : - artikel 1 « bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen voor woningen; - In het op 2 april 1981 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « KONINGSSTRAAT » : - de geschreven en grafische voorschriften van het bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 2, A) « bestemming : gebied van hoofdgebouwen », enkel inzoverre : 1° het in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelszaken, kantoren en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2 a) « bestemming gebied voor bijgebouwen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 28 maart 1979 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « KRUIDTUINWIJK » : - artikel 2.1. « bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, productie-activiteiten en kantoren;2° het, per onroerend goed, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.1 « bestemming », enkel inzoverre : 1° het in een gemengd gebied, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan, « gebied voor de bouw van bijgebouwen (legende) », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het binnenterrein van een huizenblok, handelingen en werken toelaten die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 5 « garage », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het binnenterrein van een huizenblok, handelingen en werken toelaat die geen verband houden met de huisvesting; - In het op 3 mei 1978 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK TUSSEN DE POSTSTRAAT, SINT-FRANCISCUSSTRAAT, GROENSTRAAT EN BERGOPSTRAAT » : - artikel 1.1 « woongebied », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikelen 1.2 en 1.3 « gebieden voor bijgebouwen palend aan de hoofdgebouwen en gebieden voor bijgebouwen op vrije inplantingen », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en handelszaken; - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan aangaande de gebieden voor woningen, bijgebouwen, bijgebouwen palend aan de hoofdgebouwen en met vrije inplanting, enkel inzoverre deze in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het binnenterrein van huizenblokken, handelingen en werken toelaten die geen verband houden met de huisvesting; - de grafische voorschriften betreffende de huisvesting (legende) van het bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten; - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan die vervat zitten in het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het bijzonder bestemmingsplan, enkel inzoverre de op het bijzonder bestemmingsplan voorziene bestemmingen (handel, kantoor, productie-activiteit) niet overeenstemmen met het gebied van collectief belang of van openbare diensten van het ontwerp van gewestelijk bestemmings-plan; - In het op 5 juli 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « ROGIERPLEIN, SINT-LAZARUSSTRAAT, GINESTESTRAAT, DE BOLWERKLAAN » : - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel V. 1 « woning », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel V. 2 « kantoorgebied », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten vormen op de voorziene activiteiten; - In het op 10 mei 1990 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « KRUIDTUINSTRAAT, GROENSTRAAT, YZERWEGSTRAAT » : - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan « bestemming », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan aangaande het woongebied (legende), enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het binnenterrein van een huizenblok, handelingen en werken toelaten die geen verband houden met de huisvesting.

SCHAARBEEK - In het op 16 april 1973 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOKKEN 349 TOT 356 WIJK VAN HET OUD KERKHOF » : - artikel 2.1 « gebied voor de bouw van woningen in halfopen of gesloten bebouwing, bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kantoren en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1, « Gebied voor de bouw van woningen in gesloten of halfopen bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kantoren en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 7.1 « Gebied met openbare bestemming. Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gebied voor sportactiviteiten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, niet voorziet dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20% van het huizenblok of 200 m2;2° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen; - artikel 2.a « Gebied voor woningen in open bebouwing », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 2 juni 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOKKEN 199, 200, 201, 202 GELEGEN TUSSEN L. BERTRANDLAAN, J. BRANDSTRAAT, JERUZALEMSTRAAT EN E. LAUDESTRAAT » : - artikel 2.1 « Gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten, en groothandelszaken toelaat; - In het op 16 november 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 198 GELEGEN TUSSEN L. BERTRANDLAAN EN VOLTAIRELAAN, E. LAUDESTRAAT, JERUZALEMSTRAAT EN HOUFFALIZEPLEIN » : - artikel 2.A « gebied voor de bouw van woningen. Bestemmingen. », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren; - artikel 6 a « gebied voor garages, ambachtelijke zaken, kleine nijverheid met beplanting op kunstmatig aangelegde grond. Bestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden opslagplaatsen en handelszaken toelaat; - artikel 3a « Gebied voor garages. Bestemming » en het grafisch voorschrift « Garagegebied », enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden activiteiten toelaat; - artikel 2 a « gebied voor de bouw van woningen. Bestemming », enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 12 maart 1979 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 180 GELEGEN TUSSEN MARBOTINSTRAAT, LINDESTRAAT, WAUTERSSTRAAT EN DESTREESTRAAT » : - artikel 2, § 1 « gebied voor de bouw en voor woningen in gesloten bebouwing. Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan toegelaten op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 17 februari 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOKKEN 61-62-64A 68-71-72, WIJK WESTEN VAN HET NOORDSTATION » : - artikel 10 « bijzondere bepalingen voor de bouwgebieden », enkel inzoverre het, in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelszaken de gebruikelijke aanvulling moeten zijn op de activiteiten; - In het op 29 augustus 1974 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 299 TUSSEN V. HUGOSTRAAT, N. MAHILLONSTRAAT,S. MARCHALSTRAAT EN RADIUMSTRAAT » : - artikel 2.a « gebieden voor sociale woningen. Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 26 juni 1972 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOKKEN 378 A, 384, 381 P EN 384 P, OMGEVING VAN DE RTB/BRT » : - artikel 2.1 « Gebieden voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing. Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.1 « gemengde gebieden. Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, productie-activiteiten en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5.3.b « gebied voor lichte nijverheid en voor kantoren », enkel inzoverre : het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de handelingen en werken die de binnenterreinen van huizenblokken aantasten, gekoppeld moeten worden aan de opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - het grafisch voorschrift betreffende huizenblok nr. 379, gemengd gebied, enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bestemmingen toelaat; - In het op 22 april 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 212, VISQUINSTRAAT, JOSAPHATSTRAAT, ROBIANOSTRAAT EN HAACHTSESTEENWEG » : - artikel 3.1.1 « gebied voor woningen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 3.1.2 « gebied voor koeren en tuinen met met beperkte bijgebouwen », enkel inzoverre het het binnenterrein van het huizenblok te veel aantast; - Artikel 4 « Gebied bestemd voor administratieve activiteiten », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, enkel administratieve activiteiten toelaat. - In het op 10 juni 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « KOLONEL BOURG TUSSEN REYERSLAAN, KOLONEL BOURGSTRAAT, MAARTLAAN EN DE AUTOSNELWEG » : - artikel 4.4 en de desbetreffende grafische voorschriften, « gebied voor administratieve activiteiten », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.1 « typisch woongebied », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen; - artikel 4.3 « dienst en woning », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 30 september 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 15, HUIZENBLOK GEVORMD DOOR DE NMBS, WALCKIERSSTRAAT, CHAUMONTTELSTRAAT EN ZENOBE GRAMMESTRAAT » : - artikel 4.1.1 « stedelijk bedrijfsgebied », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - artikel 4 « stedelijk bedrijfsgebied », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden groothandel toelaat; - artikel 5 « gemengd woon- en bedrijfsgebied », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten en kantoren; - In het op 9 september 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « HUIZENBLOK 233, TUSSEN HAACHTSESTEENWEG, ROGIERSTRAAT, SEUTINSTRAAT EN JOSAPHATSTRAAT » : - het grafisch voorschrift « typisch woongebied », enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaat.

UKKEL - In het op 20 mei 1954 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 9 - WIJK WANSYN - WANSIJNSTRAAT » : - artikel I.A « Bestemming (roze) », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - artikel II. A « Bestemming (paars) », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel V « Bouwgebied (blauw) », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de bestemmingen (herbestemmingen) van het bouwgebied op het bijzonder bestemmingsplan niet verduidelijkt; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 6 maart 1968 goedgekeurde bijzonder bestemmingsplan "NR. 36 WIJK DEN DOORN - VISSERIJSTRAAT" : - artikel 2.1 « Gebied voor gesloten bebouwingen. Bestemmingen », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vermelde bestemmingen; - In het op 29 april 1968 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 34 WIJK DEN DOORN DROSSART » : - artikel 2 « Gebied voor gesloten bebouwingen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vermelde bestemmingen; - In het op 31 juli 1975 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 46 - PUT VAN CALEVOET » : - artikel 6 « Residentiële gebieden », van het op 15 december 1981 en 17 oktober 1996 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en productie-activiteiten; - artikel 6 « Residentiële gebieden », van het op 15 december 1981 en 17 oktober 1996 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 6.B « Gebied voor aaneensluitende bouwwerken bestemd voor huisvesting », van het op 15 december 1981 en 17 oktober 1996 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken alsmede voor de kantoren en opslagplaatsen die horen bij de handelszaken; - Artikel 7A « Gebied voor residentiële en commerciële ontplooiing », van het op 15 december 1981 en 17 oktober 1996 gewijzigd plan, enkel inzoverre het handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - artikel 8.A, « Gebied voor woonrenovatie en tertiair gebied », van het op 15 december 1981 en 17 oktober 1996 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 9 « Industriegebied », van het op 15 december 1981 en 17 oktober 1996 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, 1° per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten;2° handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel 7A « Gebied voor residentiële en commerciële ontplooiing », van het op 15 december en 17 oktober 1996 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kantoren en opslagplaatsen; - artikel 11 « Gebied voor openbaar vervoer », van het op 15 december en 17 oktober 1996 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die niet strikt noodzakelijk zijn voor de bestemming van het groengebied noch rechtstreeks complementair zijn met de sociale functie ervan; - de grafische voorschriften van het gebied voor residentiële en commerciële ontplooing van het Bijzonder Bestemmingsplan, gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het gebied voor openbaar vervoer van het Bijzonder Bestemmingsplan, enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaten die het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - In het op 15 maart 1954 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 4 VOORMALIG CARLOODOMEIN (D'ORBAIXLAAN) » : - de grafische voorschriften die vermeld zijn in het witgekleurd gebied van het bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen enkele bestemming vermelden; - In het op 28 april 1955 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 8 WOLVENBERGWIJK » : - artikel IV « Gebied voor de bouw van secundaire gebouwen », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vermelde bestemmingen; - In het op 6 juni 1953 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 5 - KRIEKENPUTWIJK » : - artikel IV van de geschreven voorschriften en het oranjekleurig gebied van het bestemmingsplan (schoolcentrum), enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - artikel IV « Winkelcentrum (paars) », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel V « Schoolcentrum », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;2° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - artikel II « Gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - In het op 31 januari 1959 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 17 - KAUWBERGWIJK » : - artikel IV « Gebied voor gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en de productie-activiteiten; - de grafische voorschriften van het « Geplande begraafplaatsgebied (legende) », enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - In het op 15 oktober 1955 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR 10 ENGELANDWIJK - STEENWEG OP ST-JOB » : - artikel 3.1.1 « Gebied voor woningen in gesloten bebouwing, gebied A », van het op 15 december 1981 en 13 mei 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vermelde bestemmingen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikelen 1.1. en 3.1.1. « Gebied voor woningen in open bebouwing.

Bestemming. Gebied voor woningen in gesloten bebouwing. Gebied A », van het op 15 december 1981 en 13 mei 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de vermelde bestemmingen;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 3 december 1954 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR 15 - HUIZENBLOK TUSSEN MONTJOIELAAN, LEO ERRERALAAN, E. CAVELL- EN R JONESSTRAAT » : - artikel VI « Koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een gebied voor uitrustingen van collectief belang en voor openbare diensten, voorzien op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een bestemming voor koeren en tuinen voorziet; - de grafische vorschriften over het « Gebied voor openbare gebouwen (legende) », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 31 januari 1959 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 13 MOLENSTEERWIJK » - artikel I.5 « Algemeen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten en handelszaken; - De grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor bouwwerken en koeren en tuinen », enkel inzoverre deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - In het op 12 september 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr 7 - DOMEIN VAN KEIZER BONAPARTE »; - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor sportinstallaties », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - het addendum « Sportgebied » van het op 13 december 1958 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - In het op 9 september 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 19 - W. CHURCHILLLAAN » : - artikel 1.1 « Gebied voor woningen. Bestemming », van het op 14 januari 1978 en 6 mei 1983 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of voor openbare diensten, handelszaken en productie-activiteiten; - artikel 2.1 « Gemengd woon- en bedrijfsgebied. Bestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelzaken en productie-activiteiten; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 2 juli 1957 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan "NR. 20 - FORT JACOWIJK" : - artikel 1.1, "Gebied voor woningen in open bebouwing", van het op 11 januari 1978 en 22 juni 1982 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantoor-oppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan. - artikel 2.1, « Gemengd gebied voor woningen en kleine handelszaken », van het op 18 augustus 1978 en 22 juni 1982 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 23 april 1958 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR 24 - BERGWIJK » : - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor open bebouwingen /wegen (legende) », enkel inzoverre deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten die het in het gedrang brengen (schorsing van het gebied voor open bebouwingen /wegen van het plan, gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan); - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, - In het op 13 december 1958 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « Nr 23 - BLOEMENDALLAAN » : - artikel II « Gebied voor gesloten bebouwingen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 26 september 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « Nr. 30 - GROENE JAGERWIJK » : - artikel 1.1 « Gebied voor woningen in open bebouwing ( primair).

Bestemming », van het op 5 februari 1985 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1 « Gebied voor woningen in open bebouwing (secundair).

Bestemming », van het op 5 februari 1985 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 4.1 « Gebied voor woningen in gesloten bebouwing. Bestemming », van het op 5 februari 1985 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5.1 « Woongebied met vooraan handels- of horecaruimten.

Bestemming », van het op 21 november 1991 en 10 maart 1994 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 6.1 « Gebied voor werkplaatsen. Bestemming », van het op 21 november 1991 en 10 maart 1994 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en handelszaken; - In het op 4 oktober 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 38 - VERREWINKELWIJK » : - artikel 1.1 « Woongebied in groene zone. Bestemming », van het op 15 december 1981 en 29 september 1994 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 2.1 « Gemengd woon- en bedrijfsgebied », van het op op 15 december 1981 en 29 september 1994 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten; - artikel 4.1 « Horecagebied. Inplanting/bouwprofiel /uiterlijk en materialen », van het op 15 december 1981 en 29 september 1994 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelszaken; - de grafische voorschriften van het op 15 december 1981 en 29 september 1994 gewijzigd plan, enkel inzoverre deze het gebied met bouwverbod tot 40 m voorbij de bosrand, vastgelegd op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet naleven; - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan en artikel 2.1 « gemengd woon- en bedrijfsgebied », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - In het op 1 maart 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 32 - NIEUWE LAAN IN DE DIESDELLE » : - artikel III « Gebied voor halfopen bebouwingen. Bestemming », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vermelde bestemmingen; - In het op goedgekeurd plan « Nr 52 - GLOBE-STALLEWIJK » : - artikelen 3.1 en 7. « Woongebied met handelsfront en/of gebied voor uitrustingen van collectief belang (art. 7) », enkel inzoverre deze, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de kleine handelszaken en dienstenactiviteiten; - artikel 5.1. « Gebied voor werkplaatsen », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de werkplaatsen van ambachtsbedrijven, de laboratoria en de opslagplaatsen die verwant zijn aan de praktijken van de vrije beroepen; - In het op 28 maart 1952 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 2 - BRUGMANNWIJK » : - artikel 1.0/a « Gebied voor woningen in open bebouwing. Bestemming », van het op 15 december 1981 en 20 oktober 1994 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel XIV, « Gebied voor sportactiviteiten », van het op 19 mei 1964 en 26 juli 1967 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een gebied voor sportactiviteiten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20% van het huizenblok of het gedeelte ervan; - artikel XIV « Gebied voor sportactiviteiten », van het op 19 mei 1964 en 26 juli 1967 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vermelde bestemmingen; - de grafische voorschriften van het plan begrepen in het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 31 mei 1949 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « KAMERDELLEWIJK » : - artikel 4, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - In het op 10 juli 1955 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 14 - NEKKERSGATWIJK » : alle voorschriften van het plan, inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 1 december 1953 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 6 - TOMBERGHOFWIJK » : - artikel IV en de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre het handelingen en werken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de grafische voorschriften van het gebied voor koeren en tuinen, gelegen binnen het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel II « (karmijnrood) », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 15 oktober 1955 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 10 - ENGELANDWIJK - STEENWEG OP SINT-JOB » : - artikel 4.1.11 « Gebied II en woongebied met bijzondere voorschriften », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed te veel vloeroppervlakte toelaat voor de handelszaken, kantoren of de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - artikel 5.2.1 « Gemengd woon- en handelsgebied, gebied 2 » van het op 15 december 1981 en 13 mei 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kantoren en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel V, § 1, « Gebied voor halfopen bebouwing », van het op 5 oktober 1962 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelszaken; - In het op 26 april 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NRS. 28 -28BIS - HOOGTE VAN SINT-JOB - AVIJL » : - artikel III.1.3 « Gebieden voor uitrustingen van collectief belang », van het op 15 december 1981 en 6 september 1988 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - artikel III.1.4 « Dienstengebied », van het op 15 december 1981 en 6 september 1988 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel IV.6, en de daarop betrekking hebbende grafische voorschriften « Bijzondere voorschriften per huizenblok of gedeelte ervan », van het op 15 december 1981 en 6 september 1988 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten (parking); - artikel III.1.2 a) « Gebied voor bijgebouwen », van het op 15 december 1981 en 6 september 1988 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, wanneer het plan dienstengebieden voorziet, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de vermelde bestemmingen;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor uitrustingen van collectief belang (legende) », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 2 oktober 1981 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « Nr 48 - WIJK ZUID-OOST » : - artikel 1.1 « Woongebied in groene zone. Bestemming », van het op 8 augustus 1983 en 29 september 1988 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5.0 « Gebied Heilig Verbondsplein », van het op 4 oktober 1990 en 10 juni 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre de op het bijzonder bestemmingsplan voorziene bestemming, huisvesting en handel, niet overeenstemt met het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, voorzien op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het gebied van het Heilig Verbondsplein van het Bijzonder Bestemmingsplan, gelegen in een gebied voor uitrustingen op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 5.1 « Gebied Heilig Verbondsplein », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, te veel vloeroppervlakte toelaat voor de uitrustingen van collectief belang of voor openbare diensten; - de grafische voorschriften betreffende het « Woongebied in een groene zone », enkel inzoverre deze het gebied met bouwverbod tot 40 m voorbij de bosrand, vastgelegd op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet naleven; - artikel 10 « Gebied voor openluchtsport », van het op 8 augustus 1983, 29 september 1988, 4 oktober 1990 en 10 juni 1993 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een gebied voor sportactiviteiten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20% van het huizenblok of het gedeelte ervan; - In het op 15 april 1988 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « Nr 51 - FLORIDA-LANGEVELDWIJK » : - artikel III.1 (gevoegd in artikel 1.1. BBA 87) « Bijzondere voorschriften. Gebouw in de De Frélaan 204 », van het op 26 oktober 1989 en 14 april 1994 gewijzigd plan, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.2.4 « Gebied nr. 2 », van het op 26 oktober 1989 en 14 april 1994 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - artikel 1.2 « Gebieden voor openluchtsporten », enkel inzoverre het, in een gebied voor sportactiviteiten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20% van het huizenblok of het gedeelte ervan en 200 m2 zonder speciale regelen van openbaarmaking; - artikel 4.1 « Woongebied met handelsfront. Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 5.1 « Gebieden voor werkplaatsen. Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, meer kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 6.1 « Gebied voor handels- en ambachtsbedrijven, kantoren en uitrustingen van collectief belang. Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, productie-activiteiten, kantoren en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.2.5 « Gebied nr. 3 » van het op 26 oktober 1989 en 14 april 1994 gewijzigd plan, enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 1.1 « Gebieden voor woningen in open bebouwing. Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet voor de vergroting van de vloeroppervlakte voor kantoren na speciale regelen van openbaarmaking;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 3.1 « Gebied voor woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op woensdag 8 februari 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 55 - WIJK ST-JOB - BENAETS » : - artikel III 1.2 « Gebieden voor bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter, een typisch woongebied en een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen enkele bestemming vermeldt; - artikel III.1.5 « Gebieden voor werkplaatsen », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften betreffende de « Gebieden voor werkplaatsen » begrepen in het gebied voor uitrustingen op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, enkel inzoverre de op het Bijzonder Bestemmingsplan voorziene bestemming (gebieden voor werkplaatsen) niet overeenstemt met het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.1.7 « Dienstengebieden », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 8 februari 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 56 - WIJK ST-JOB - CARLOO » : - artikel III.1.2 « Gebieden voor bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel III.1.5 « Gebieden voor werkplaatsen », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.1.6 « Gemengd gebied voor woningen en werkplaatsen », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.1.7 « Dienstengebieden », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor werkplaatsen + veranderlijke massa (legende) », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 21 februari 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 57- WIJK ST-JOB - HAM » : - artikel III.1.3 « Gebieden voor werkplaatsen », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.1.4 « Gebieden voor woningen en werkplaatsen », enkel inzoverre 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor productie-activiteiten, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften betreffende het « Gebied voor werkplaatsen, veranderlijke massa (legende) », enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaten op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen.

WATERMAAL-BOSVOORDE - In het op maandag 16 januari 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 6 PLATEAU VAN BOSVOORDE » : - Artikel 6.6, gebied A, enkel inzoverre het, in een stedelijk-industriegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de gebieden voor koeren en tuinen behoren bij de voorziene activiteiten; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op donderdag 18 maart 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « GEBIED 4 VORST WEST » : - artikel 1.2.1.1, enkel inzoverre het in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn; - artikel 1.2.1.3, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken met uitstalramen en de diensten- en ambachtelijke activiteiten; - artikel 1.2.1.4, enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en de horecazaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 1.2.1.5 enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de horecazaken; - In het op 18 maart 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « GEBIED 1 VORST OOST - ZUIDELIJK GEDEELTE » : - artikel 2.1.1 enkel inzoverre : 1° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die het groengebied in het gedrang brengen.(Grafische schorsing van het woongebied van het Bijzonder Bestemmingsplan gelegen binnen het groengebied en het begraafplaatsgebied op het gewestelijk bestemmingsplan); 2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20 m vanaf de bouwlijn; - artikel 2.1.2, enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen. (Grafische schorsing van het gebied voor bijgebouwen van het Bijzonder Bestemmingsplan gelegen binnen het begraafplaatsgebied van het gewestelijk bestemmingsplan); - artikel 2.1.3 enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de restaurants en café's;2° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal hotelkamers; - artikel 2.1.4 enkel inzoverre : 1° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen;2° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, horecazaken, uitrustingen van collectief belang en ambachtelijke zaken;3° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;4° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal hotelkamers; - artikel 2.2.1 enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - artikel 2.2.3 enkel inzoverre het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt nodig moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie; - artikel 2.2.4 enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - artikel 2.5.3 enkel inzoverre het, in een groendgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - Artikel 4.4.1.b) enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - In het op woensdag 8 februari 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « GEBIED 2BIS BEZEMHOEK » : - artikel 2.1.2 enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1° per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken;2° in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20 m vanaf de bouwlijn; - artikel 2.1.3, enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de openbare of privé-uitrustingen voor collectieve, pedagogische, sociale, culturele en sportieve doeleinden;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - artikel 2.1.4 enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1° per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine en middelgrote ondernemingen en/of ambachtsbedrijven, bijbehorende kantoren, bijgebouwde opslagplaatsen en secundaire handelszaken;2° in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20 m vanaf de bouwlijn;3° per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.5 enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken met uitstalramen, winstgevende diensten en niet-winstgevende diensten; - artikel 2.1.6 enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de benzinestations, onderhouds- en de herstellingswerkplaatsen, kleinhandelszaken met uitstalramen, winstgevende en niet-winstgevende diensten; - artikel 2.1.7 enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor restaurants en café's;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal hotelkamers; - artikel 2.1.8 enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - artikel 2.1.9 enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 1° per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, ambachtelijke zaken en uitrustingen van collectief belang;2° per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.9 enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken met uitstalramen, winstgevende en niet-winstgevende diensten, benzinestations en onderhoudswerkplaatsen; - artikel 2.1.10 enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de horecazaken, uitrustingen van collectief belang, kleine bedrijven of ambachtelijke zaken;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal hotelkamers; - artikel 2.2.3 enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, kweek en kleine teelt toelaat; - artikel 2.2.4, enkel inzoverre : 1° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk of rechtstreeks complementair moeten zijn met sociale functie ervan; - artikel 2.2.5 enkel inzoverre : 1° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, toelating geeft voor verboden activiteiten als kweek, kleinschalige teelt, openluchtsport, dagelijks paardrijden overdag;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - artikel 2.2.6 enkel inzoverre het gebied met bouwverbod tot 40 m voorbij de bosrand, niet wordt nageleefd door het Bijzonder Bestemmingsplan; - artikel 2.4.5 enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20 m vanaf de bouwlijn; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op donderdag 1 april 1993 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « GEBIED 10 REIGERSBOS » : - artikel 2.1.1 enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - In het op dinsdag 21 februari 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « GEBIED 2 TER VIJVERS VAN BOSVOORDE » : - artikel 2.1.2 enkel inzoverre : 1° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken en de al dan niet winstgevende diensten; - artikel 2.1.3 enkel inzoverre : 1° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - artikel 2.1.4 enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine en middelgrote nijverheids- en/of ambachtelijke bedrijven, kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20 m vanaf de bouwlijn; - artikel 2.1.5 enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleinhandelszaken met uitstalramen en de al dan niet winstgevende diensten; - artikel 2.1.6 enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de hotels, restaurants en café's;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel 2.1.7, enkel inzoverre : 1° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen;2° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie;3° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk of rechtstreeks complementair moeten zijn met de sociale functie ervan; - artikel 2.1.8 enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, uitrustingen van collectief belang en ambacht;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel 2.1.9 enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, uitrustingen van collectief belang en ambacht;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;3° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op meer dan 20m vanaf de bouwlijn; - artikel 2.2.3 enkel inzoverre : 1° het, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie;2° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel 2.2.5 enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijkt dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie; - artikel 2.2.6 enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - artikel 2.5.3 enkel inzoverre het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen; - artikel 2.5.4 enkel inzoverre : 1° het, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat die dit in het gedrang brengen;2° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, handelingen en werken toelaat op het binnenterrein van een huizenblok die geen verband houden met de huisvesting; - alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen.

SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE - In het op 9 september 1989 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 1 - TUSSEN MELARDSTRAAT, SLEGHERSLAAN, MONTALDLAAN, BROQUEVILLELAAN EN TOMBERGSTRAAT » : - de grafische voorschriften betreffende het « bouwgebied voor bijgebouwen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten herbestemmingen niet verduidelijken; - In het op 10 juni 1952 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 4 - SINT-LAMBERTPLEIN » : - Artikel 5.1 « bouwgebied van het type A. Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten en sociaal-culturele en sportieve uitrustingen; - artikel 6.1 « bouwgebied van het type B. Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten en de sportieve en sociaal-culturele uitrustingen; - artikel 8.1 « bouwgebied van het type D. Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 9.1 « bouwgebied van het type E. Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel 10.1 « bouwgebied van het type F », enkel inzoverre het in een administratiegebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een of meerdere bestemmingen voor verboden afzonderlijke opslagplaatsen toelaat; - alle grafische en geschreven voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 19 september 1951 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 2 - ROODEBEEKWIJK, KERK » : - artikel 11 « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, herstellingswerkplaatsen en garage; - Artikel 13 « gebied voor de bouw van bijgebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 30 november 1951 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 3 POPULIERENOORD » : - De grafische voorschriften betreffende het bouwgebied voor woningen in open bebouwing, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de voorziene activiteiten; - De grafische voorschriften betreffende het bouwgebied voor garages, enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het binnenterrein van een huizenblok, handelingen en werken toelaten die geen verband houden met de huisvesting; - De grafische voorschriften betreffende het gebied voor koeren en tuinen en voor achter-gebouwen, enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het binnenterrein van een huizenblok, handelingen en werken toelaten die geen verband houden met de huisvesting; - In het op 13 augustus 1957 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 9 - HOF TEN BERGWIJK » : - De grafische voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in open bebouwing », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en ambachtelijke activiteiten; - In het op 27 juli 1970 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 10 KONIJNENBERG » : - De grafische voorschriften betreffende het gebied voor de bouw van sociale woningen, enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de sociale, culturele, sportieve, onderwijs- en openbare nutsfuncties;2° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het binnenterrein van het huizenblok, handelingen en werken toelaten die geen verband houden met de huisvesting; - De grafische voorschriften betreffende het gebied voor woningen in gesloten bebouwing, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke activiteiten; - De grafische voorschriften betreffende het gebied voor koeren en tuinen en voor het achtergebouw, enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de werkplaatsen, ambachts- en handelsactiviteiten en garages;2° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een of meerdere verboden bestemmingen voor opslagplaatsen toelaten; - In het op 3 oktober 1956 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 8 - KLAKKEDELLEWIJK » : - De grafische en geschreven voorschriften aangaande het gebied voor gesloten bebouwing van het bijzonder bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en in een residentieel gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de kleine handelszaken; - In het op 28 mei 1958 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 6 - TUSSEN PAUL HYMANSLAAN, SOLLEVELDSTRAAT, FLORALI|$$|ADENSTRAAT, SINT-LAMBERTUSSTRAAT, VOOTSTRAAT, TOMBERGSTRAAT EN VERVLOESEMSTRAAT » : - De grafische voorschriften betreffende het gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing. Gebieden A-C-S », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de administratie-kantoren, handels- of ambachtsactiviteiten, theaterzalen, bioscopen en inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing. Gebied B-D-E-G », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, handels- en ambachtelijke activiteiten, werkplaatsen voor autoherstellingen, theaterzalen, bioscopen en benzinestations; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing. Gebieden H-I », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de theaterzalen, bioscopen en inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep;2° de geplande bestemming van gebieden voor woningen in gesloten bebouwing niet overeenstemt met het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in halfopen bebouwing », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep;2° deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan verboden bouwwerken toelaten; - De voorschriften betreffende het gebied voor koeren en tuinen en voor het achtergebouw, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kleine ambachtelijke zaken, werkplaatsen voor autoherstellingen, benzinestations, theaterzalen en bioscoopzalen; - De voorschriften betreffende het gebied voor openbare bouwwerken, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor openbare inrichtingen; - Alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmings-plan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 24 december 1958 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 11 - WIJK PAUL HYMANSLAAN » : - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van halfopen bebouwing », enkel inzoverre deze, in een typisch woonggebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep; - In het op 7 februari 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 17 - WIJK ROODEBEEKSESTEENWEG - MAARTLAAN » : - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing, gebied A », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing, gebied B », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten, ambachtelijke zaken en inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing, gebied C », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, ambachtelijke activiteiten, inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep, garages met herstellingswerkplaatsen; - De voorschriften betreffende de gebieden voor bijgebouwen, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep; - In het op 1 maart 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 7 HOEK ROODEBEEKSESTEENWEG-TWEEHUIZENWEG » : - artikel 1.1 « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep; - artikel I.2 « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de inrichtingen die nodig zijn voor de uitoefening van een kunstenaarsberoep; - artikel I.3 « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, ambachts- en handelsactiviteiten; - artikel I « gebied voor koeren en tuinen en achtergebouwen », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, kleine ambachtelijke zaken, automobielgarages met of zonder hestellingswerkplaats, benzinestations; - artikel I van het « gebied voor koeren en tuinen en achtergebouwen H », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kleine ambachtelijke zaken, benzinestations en uitrustingen (theaterzalen, bioscopen); - In het op 9 september 1964 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 14 - WIJK ROODEBEEK - BRISSTRAAT » : - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten en ambachten; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van bijgebouwen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelsactiviteiten en ambachten; - De voorschriften betreffende het « industriegebied », enkel inzoverre : 1° deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een of meerdere verboden bestemmingen van opslagplaatsen voor vodden, schroot en verschillende recyclagematerialen, toelaten;2° deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handels- en ambachtelijke activiteiten; - In het op 16 juni 1975 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 24-WOLUWEDAL » : - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen, gebied B », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken (handels-, ambachtelijke, sociale en culturele functies); - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen, gebied C », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken (handels-, ambachtelijke, culturele en sociale functies); - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen, gebied E », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken (handels-, ambachtelijke, culturele en sociale functies); - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van bijgebouwen », enkel inzoverre deze in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken (handels-, ambachtelijke, culturele en sociale functies); - De voorschriften betreffende het gebied « voor koeren en tuinen en voor achtergebouwen », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een of meerdere verboden bestemmingen van opslagplaatsen toelaten;2° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de werkplaatsen en garages; - Alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 15 maart 1967 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 29 - LINTHOUTWIJK » : - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing, gebied A », enkel inzoverre deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, handels- en ambachtelijke activiteiten; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van appartementsgebouwen », enkel inzoverre : 1° deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de administratieve kantoren (voor administratieve, artistieke, culturele of religieuze doeleinden);2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de voorschriften betreffende het « gebied voor koeren en tuinen en achtergebouwen », enkel inzoverre deze, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, garages en kleine ambachtelijke zaken; - In het op 15 juli 1970 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 33 - WIJK MEUDONPLEIN » : - de voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing, gebieden A en B », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en handelsactiviteiten; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing, gebied C », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van bijgebouwen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en handels- en ambachtelijke activiteiten; - De voorschriften betreffende het « gebied voor koeren en tuinen en achtergebouwen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor handelszaken en handelsactiviteiten; - In het op 24 juli 1973 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 45-UNIVERSITEIT » : - De voorschriften betreffende het « gebied voor ziekenhuis- en universtaire instellingen », enkel inzoverre : 1° deze een of meerdere bestemmingen toelaten die niet overeenstemmen met het gebied voor uitrustingen van collectief belang of voor openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;2° deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaten; - Alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van he tuiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 12 januari 1972 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 26 A-BRONNENPARK » : - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van appartementsgebouwen », enkel inzoverre deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan verboden bouwwerken toelaten; - De voorschriften betreffende « het privaat groengebied », enkel inzoverre : 1° deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaten;2° deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de handelingen en werken strikt nodig moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschaps-functie; - De voorschriften « algemeen.6 », enkel inzoverre : 1° deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaten;2° deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de handelingen en werken strikt nodig moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische en landschapsfunctie; - Alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 20 juli 1970 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 53 - WIJK OP DE HOEK VAN SINT-LAMBERTUSSTRAAT EN FLORALI|$$|ADENSTRAAT »; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van appartementsgebouwen », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de kantoren (vrije beroepen), handels- en ambachtelijke activiteiten, lokalen voor openbare doeleinden;2° deze, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaten dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - De voorschriften « algemeen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor openbare nutsvoorzieningen; - De voorschriften betreffende het « gebied voor tuinen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor openbare schoolpaviljoenen; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van garages », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het binnenterrein van een huizenblok, handelingen en werken toelaten die geen verband houden met de huisvesting; - De voorschriften betreffende het « gebied met openbare bestemming », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de schoolgebouwen, speelpleinen met zandbakken; - In het op 4 december 1973 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan, « NR. 40 - WIJK VAN DE HOF TEN BERGHOEVE »; - De voorschriften « algemeen - 8 », enkel inzoverre : 1° deze, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de bouwwerken en inrichtingen van openbaar nut;2° deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet verduidelijken dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie;3° deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden bouwwerken toelaten; - De voorschriften betreffende het « gebied voor de bouw van appartementsgebouwen », enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de inrichtingen met een commerciële en culturele functie; - De voorschriften betreffende het « gebied voor tuinen en parkings », enkel inzoverre deze in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het binnenterrein van een huizenblok, handelingen en werken toelaten die geen verband houden met de huisvesting; - De voorschriften betreffende het « gebied voor woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre deze in een woongebied met residentieel karakter en in een typisch woongebied, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor ambachtelijke, culturele, sociale en handelsfuncties; - Alle voorschriften van het plan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - In het op 24 november 1975 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 42 - `T SLOT EN DE KAPELLELAAN » : - de grafische en geschreven voorschriften aangaande het gebouw « J » van het bijzonder bestemmingsplan, enkel inzoverre : 1° deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, de toegelaten bestemmingen of herbestemmingen niet verduidelijken;2° deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn of rechtstreeks aanvullend moeten zijn op de sociale functie van het gebied;3° deze handelingen en werken toelaten die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan in het gedrang brengen; - de voorschriften « Algemeen » van het bijzonder bestemmingsplan, enkel inzoverre : 1° deze, per huizenblok, kantooroppervlakten toelaten die hoger liggen dan deze op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan;2° deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de vrije en de kunstenaarsberoepen;3° deze, in een parkgebied en een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, een of meerdere verboden bestemmingen (vrije en kunstenaarsberoepen) toelaten; - het voorschrift « Algemeen - 5 » van het bijzonder bestemmingsplan, enkel inzoverre : 1° het bouwwerken toelaat die het groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, in het gedrang brengen;2° het, in en typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor bouwwerken en installaties van openbaar nut;3° het niet voorziet dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk en rechtstreeks aanvullend moeten zijn op de sociale functie van het groengebied van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de grafische voorschriften van het gebied voor koeren en tuinen van het bijzonder bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, op het te behouden binnenterrein van een huizenblok, handelingen en werken toelaten op een diepte van meer dan 20 meter vanaf de bouwlijn en dit krachtens het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - de voorschriften aangaande het openbaar parkgebied van het bijzonder bestemmingsplan, enkel inzoverre : 1° deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en werken toelaten;2° deze, in een parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de handelingen en werken strikt noodzakelijk moeten zijn voor de sociale recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie; - alle grafische en geschreven voorschriften van het bijzonder bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of estetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen.

SINT-PIETERS-WOLUWE - In het op 28 april 1955 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR.3 EUROPAPLEIN (GEDEELTE) » : - artikel V.I, zoals gewijzigd op 10 december 1965 en 21 januari 1967 « bestemming (gebied voor de bouw van appartementswoningen) », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 7 december 1954 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « XII/7, HUIZENBLOK TUSSEN VANDERMAELENSTRAAT, DESMETSTRAAT, KERKSTRAAT EN HINNISDAELLAAN » : - artikel III.2 van het op 28 april 1982 en 4 oktober 1990 gewijzigd plan « handelsgebied », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel III. 3 van het op 28 april 1982 en 4 oktober 1990 gewijzigd plan « gebied voor uitrustingen van collectief belang of voor openbare diensten », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten; - artikel III.1.2 van het plan, zoals gewijzigd op 28 april 1982 en 4 oktober 1990, « woongebieden - bijbehorende bestemmingen », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan en in een lint voor handelskernen, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 10 oktober 1958 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « Franciskanenvoorplein » : - artikel III.1 zoals gewijzigd op 18 januari 1963 « bestemming : gebied voor de bouw van woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - de grafische voorschriften van het bestemmingsplan, zoals gewijzigd op 18 januari 1963, enkel inzoverre deze, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang; - artikel VII.1 en de daarop betrekking hebbende grafische voorschriften van het bestemmingsplan, gewijzigd op 18 januari 1963, « bestemming : gebied voor koeren en tuinen », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, op het binnenterrein van huizenblokken, handelingen en werken toelaat die geen verband houden met de huisvesting; - artikel I.A van het op 18 januari 1963 gewijzigd plan « bestemming : gebied voor gesloten of halfopen bebouwing », enkel inzoverre het, in een woongebied met woonerven op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel II.1 van het op 18 januari 1963 gewijzigd plan « bestemming : gebied voor woningen in halfopen en open bebouwing », enkel inzoverre het, in een woongebied met woonerven op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - In het op 1 februari 1956 goedgekeurd bijzonder betemmingsplan « 1.A TUSSEN TERKAMERENSTRAAT, RIBAUMONTLAAN, VANDENDRIESCHELAAN, SINT-MICHIELS KOLLEGESTRAAT, HERTOGINNESTRAAT EN ATREBATENSTRAAT » : - De grafische voorschriften van het bestemmingsplan, zoals gewijzigd op 12 maart 1956, 19 juni 1983 en 21 december 1985, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - Artikel III.1.1 van het plan, zoals gewijzigd op 7 april 1987 « woongebieden - hoofdbestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - Artikel III.1.2.a van het op 7 april 1987 gewijzigd plan « woongebieden - bijbehorende bestemmingen, openbare of particuliere diensten van collectief belang », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel III.1.2.b. van het op 7 april 1987 goedgekeurd plan « woongebieden - bijbehorende bestemmingen, kantoren », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.1.2.c. van het op 7 april 1987 gewijzigd plan « woongebieden - bijbehorende bestemmingen - handelszaken », enkel inzoverre het, in gemengde gebieden op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel III.2.1. van het op 7 april 1987 gewijzogd plan « gebieden voor ambachts-bedrijven en opslagplaatsen - hoofd-bestemming », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten en handelszaken; - artikel III.2.2. van het plan, zoals gewijzigd op 7 april 1987 « gebieden voor ambachtsbedrijven en opslagplaatsen - bijbehorende bestemmingen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren; - artikel III.4.1. van het plan, gewijzigd op 7 april 1987 « kantoorgebieden - hoofdbestemmingen », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en de uitrustingen van collectief belang;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.4.2.b. van het plan, zoals gewijzigd op 7 april 1987 « kantoorgebied - bijbehorende bestemmingen », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel III.1.1 van het plan, zoals gewijzigd op 7 april 1987 « woongebieden - hoofdbestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van het aantal kamers per hotelinrichting; - artikel III1.2.b. « woongebieden bijbehorende bestemmingen - kantoren », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III. 1.2.a. van het plan, zoals gewijzigd op 21 december 1985 « woongebieden - bijbehorende bestemmingen - openbare of particuliere dienst van collectief belang », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - artikel III.1.2.b. van het plan, gewijzigd op 21 december 1985 « woongebieden - bijbehorende bestemmingen - kantoren », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.2.2.a. van het plan, zoals gewijzigd op 21 december 1985 « gebied met administratief centrum - bijbehorende bestemming - kantoren », enkel inzoverre : 1° het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.2.2.b. van het plan, zoals gewijzigd op 21 december 1985 « gebied met administratief centrum - bijbehorende bestemming - handelszaken en horeca », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel III.2.2.c. van het plan, gewijzigd op 21 december 1985 « gebied met administratief centrum - bijbehorende bestemming - openbare of particuliere diensten van collectief belang », enkel inzoverre het in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - artikel III1.2.1 van het plan, zoals gewijzigd op 29 juni 1983 « woongebieden - openbare of particuliere dienst van collectief belang », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - artikel III.7 van het plan, gewijzigd op 29 juni 1983 « gebieden met animatiecentrum - kantoren », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren; - artikel III.7.b van het plan gewijzigd op 29 juni 1983 « gebieden met animatiecentrum - handelszaken en horeca », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel III.7.c van het plan gewijzigd op 29 juni 1983 « gebieden met animatiecentrum of collectieve dienst », enkel inzoverre het in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor uitrustingen; - artikel II van het oorspronkelijk plan en de op 12 maart 1956 en 27 september 1962 gewijzigde plannen « gebied voor woningen in gesloten bebouwing. Bestemming », enkel inzoverre, het in een typisch woongebied, een gemengd gebied en een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor handelszaken en productie-activiteiten; - De grafische voorschriften van het gebied voor openbare bouwwerken die zijn gelegen in het parkgebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, inzoverre deze het parkgebied in het gedrang brengen; - artikel II van het oorspronkelijk plan en van het op 12 maart 1956 en op 27 september 1962 gewijzigd plan « gebied voor achtergebouwen.

Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de productie-activiteiten;2° het, in een typisch woongebied, in een gemengd gebied en in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden opslagplaatsen toelaat; - De grafische voorschriften betreffende het gebied voor gesloten bebouwing en het gebied met achtergebouwen gelegen in het gebied voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 1 april 1959 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 3/1 NIJVELSEDREEF EN GEBROEDERS LEGRAINLAAN »; - artikel VI « handelsgebied », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmings-plan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel VI van het op 22 november 1962 gewijzigd plan « handelsgebied », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel V.1. van het op 31 mei 1967 en op 24 juli 1969 gewijzigd plan « bouwgebied voor handelsdoeleinden », enkel inzoverre het, in een sterk gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - In het op 9 november 1960 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 9 - HUIZENBLOK GELEGEN TUSSEN MADOULAAN, BOSTRAAT EN BOSRANDPLAATS » : - De grafische voorschriften betreffende het gebied voor open en halfopen bebouwing, enkel inzoverre deze afbreuk doen aan het gebied met bouwverbod tot 40 m voorbij de rand van het bosgebied; - artikel I.1 « bouwgebied met openbare bestemming. Bestemming » en de daarop betrekking hebbende grafische voorschriften, enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de collectieve uitrustingen; - artikel III.1. « gebied voor woningen in gesloten bebouwing.

Bestemming », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - artikel VII.1 « gebied voor sportterreinen. Bestemming », enkel inzoverre het, in een gebied voor sport- en vrjietijdsactiviteiten op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorziet dat de terreinoppervlakte van de infrastructuren en bouwwerken niet meer mag bedragen dan 20% van het huizenblok of het gedeelte ervan; - In het op 5 oktober 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 6/1 - HUIZENBLOK TUSSEN P. LANCSWEERTSTRAAT, F. GAYSTRAAT, L. CEUSTERSSTRAAT, CH. THIELEMANSSTRAAT » : - De grafische voorschriften van het bestemmingsplan, enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorzien van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - In het op 30 oktober 1961 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. 14/1 - Sint-Aleydisvoorplein » : - artikel III.1 « Bestemming (bouwgebied met gesloten bebouwing) », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - De grafische voorschriften van het bestemmingsplan over het bouwgebied voor bijgebouwen (legende), enkel inzoverre deze, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, geen enkele bestemming vermelden; - In het op 14 februari 1962 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. 6/3 - SINT-PIETERSVOORPLEIN » : - artikel III1.2.a. van het op 19 december 1987 en op 23 december 1993 gewijzigd plan « woongebied. Bestemmingen - bijhorigheden - kantoren », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.1.2.B. van het op 19 november 1987 en op 23 december 1993 gewijzigd plan « Woongebied. Bestemming : bijhorigheden - kantoren », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel III.1.3.B « Woongebieden - Pastorij. Bestemming : bijhorigheid », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen; - artikel III.4.2. van het op 19 november 1987 en op 23 december 1993 gewijzigd plan « gebied voor bijgebouwen. Bestemming : bijhorigheid », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel III.1.2.a. van het op 19 november 1987 en op 23 december 1993 gewijzigd plan « Woongebieden. Bestemming : bijhorigheden - kantoren », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.1.2.B van het op 19 november 1987 en op 23 december 1993 gewijzigd plan « Woongebieden. Bestemming : bijhorigheden - handelszaken », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmings-plan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel III.1.2.B van het op 19 november 1987 en 23 december 1993 goedgekeurd plan « Woongebieden. Bestemming : bijhorigheden - handelszaken », enkel inzoverre het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren; - artikel III.2 van het op 19 april 1987 en 23 december 1993 goedgekeurd plan « kantoorgebieden », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren en handelszaken;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.5.1 van het op 19 november 1987 en 23 december 1993 goedgekeurd plan « gebieden voor ambachtsbedrijven en opslagplaatsen.

Hoofdbestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden opslagplaatsen toestaat;2° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - artikel III.5.2 van het op 19 november 1987 en 23 december 1993 goedgekeurd plan « gebieden voor ambachtsbedrijven en opslagplaatsen.

Bijbehorende bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een gemengd gebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 24 december 1969 goedgekeurd en op 20 november 1986 en 8 februari 1990 gewijzigd bijzonder bestemmingsplan « NR. X/4 - HUIZENBLOK BEGRENSD DOOR JASMINLAAN, KONKELSTRAAT EN TENNISLAAN » : - artikel I.1 « bestemming (bouwgebied voor woningen in halfopen bebouwing), enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel II.1 « bestemming (bouwgebied voor woningen in gesloten bebouwing) », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooropper-vlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel IV- 1° « bestemming (bouwgebied voor woningen in gesloten bebouwing) », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - In het op 24 juli 1969 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. III/2 - WIJK BEGRENSD DOOR GEBROEDERS LEGRAINLAAN, CATTLEYASLAAN, MIMOSALAAN EN NIJVELSEDREEF » : - artikel VI.1 « bestemming (bouwgebied met commerciële doeleinden) », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en uitrustingen; - In het op 23 januari 1975 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « nr. X/18 - begrensd door Stokkelsesteenweg, Konkelstraat en de grens met Sint-Lambrechts-Woluwe » : - De grafische voorschriften van het gebied voor sociale woningen inzoverre : deze, in een groengebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden handelingen en verboden werken toelaten; - In het op 10 september 1979 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. X/21 - HUIZENBLOK TUSSEN DE OUDE SPOORWEG BRUSSEL-TERVUREN, KLEINE GASTHUISSTRAAT, STOKKELSESTEENWEG EN DE GRENS MET DE GEMEENTE SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE » : - artikel A.1 « bouwgebied. Bestemming », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren, handelszaken en productie-activiteiten;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - Artikel B.1.1 « ambachtsgebied », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, verboden opslagplaatsen toelaat; - In het op 6 augustus 1982 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. XI/7 - HUIZENBLOK EEN DEEL VAN EEN HUIZENBLOK TUSSEN GROOTVELDLAAN, KERKSTRAAT, HENROTTESTRAAT, SCHERMSTRAAT EN FIETSERSSTRAAT » : - artikel IV « bouwgebied van woningen in gesloten bebouwing », enkel inzoverre het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken en productie-activiteiten; - Artikel IX « gebied voor woningen, handel en ambacht », enkel inzoverre : 1° het, in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken, productie-activiteiten en kantoren als openbare en particuliere aanvulling van de residentie;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - In het op 6 augustus 1982 goedgekeurd bijzonder bestemmingsplan « NR. II/3 - HUIZENBLOK TUSSEN TERVURENLAAN, GRIBAUMONTLAAN, GAYSTRAAT EN PATER DAMIAANLAAN » : - De grafische en geschreven voorschriften, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel E « gebied voor woningen in gesloten bebouwing. Kantoren op het voetpad », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel G « gebied voor bijgebouwen voor collectieve diensten », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen, de productie-activiteiten en de handelszaken; - In het op 5 september 1991 goedgekeurd en op 20 januari 1994 gewijzigd bijzonder bestemmingsplan « NR. II/5 - TERVURENLAAN, PATER DAMIAANLAAN, GAYSTRAAT EN GOUDDALLAAN » : - Alle grafische voorschriften van het bestemmingsplan en de geschreven voorschriften, enkel inzoverre deze, in een perimeter van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, niet voorzien dat de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die zichtbaar zijn vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten onderworpen is aan bijzondere voorwaarden die voortvloeien uit de noodzaak om de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze perimeters te vrijwaren of op te waarderen of de verfraaiing ervan aan te moedigen, ook aan de hand van hedendaagse ervaringen; - artikel III.4 « kantoorgebied », enkel inzoverre : 1° het, in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de kantoren;2° het, per huizenblok, grotere kantooroppervlakten toelaat dan voorzien op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; - artikel III.5 « woongebied », enkel inzoverre het, in een typisch woongebied en in een woongebied met residentieel karakter op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de handelszaken; - artikel III.7 « gebied voor uitrustingen van collectief belang of vanr openbare diensten », enkel inzoverre het in een typisch woongebied op het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, per onroerend goed, geen drempel voorziet van de vloeroppervlakte voor de uitrustingen van collectief belang, productie-activiteiten en handelszaken;

Art. 6.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en Minister van Plaatselijke Besturen, Tewerkstelling, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Economie, Financiën, Begroting,Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP. GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN Bepalingen betreffende de bodembestemming A. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN VOOR ALLE GEBIEDEN 0.1 De aanleg van groene ruimten is toegestaan in alle gebieden, meer bepaald om bij te dragen tot de verwezenlijking van het groen netwerk.

Wanneer ze passen in het groen netwerk van het gewestelijk ontwikkelingsplan, moeten aanvragen om stedenbouwkundige attesten of vergunningen die betrekking hebben op een of meer percelen met een grondoppervlakte van minimum 5.000 m2 voorzien in het behoud of de aanleg van een groene ruimte die overeenstemt met minstens 10 % van deze grondoppervlakte. 0.2 Handelingen en werken in openbare of particuliere groene ruimten zijn onderworpen aan speciale regelen van openbaarmaking, behalve wanneer deze handelingen en werken in overeenstemming zijn met de inrichting vastgelegd krachtens artikel 31 van het Boswetboek, met het beheersplan of met het beheersreglement zoals bedoeld in de artikelen 24 en 33 van de ordonnantie van 27 april 1995 tot behoud en bescherming van de natuur. 0.3 Werken die leiden tot de verdwijning of vermindering van de oppervlakte van waterplassen van meer dan 100 m2 en werken die leiden tot de verdwijning of vermindering van het debiet van beken, rivieren of waterlopen, zijn verboden.

Handelingen en werken, andere dan voor het beheer van het hydrografisch net, die waterplassen van meer dan 100 m2 of beken, rivieren, waterlopen en bronnen aantasten, zijn aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen. 0.4 Projecten voor bebouwing of verkaveling van beplante eigendommen van meer dan 3.000 m2 zijn aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen. 0.5 Uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten kunnen in alle gebieden worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de algemene bestemming van het betrokken gebied en met de kenmerken van het omliggend stedelijk kader. Wanneer deze uitrustingen geen deel uitmaken van de door de bijzondere voorschriften toegestane activiteiten of wanneer de vloeroppervlakte, zoals toegestaan door de bijzondere voorschriften van het gebied, wordt overschreden, zijn deze uitrustingen aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen. 0.6 Met het oog op de bescherming van het onroerend erfgoed, kan een volledig of in zijn hoofdelementen gedeeltelijk beschermd of op de bewaarlijst ingeschreven goed, krachtens de ordonnantie van 4 maart 1993 betreffende het behoud van het onroerend erfgoed, bestemd worden voor productie-activiteiten, handelszaken, kantoren of hotelinrichtingen voor zover bewezen wordt dat het onmogelijk is de oorspronkelijke bestemming te behouden zonder de architecturale structuur te wijzigen en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking en aan het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen werden onderworpen.

In dit geval, 1° kunnen productie-activiteiten en handelszaken worden toegestaan ondanks de overschrijding van de door de bijzondere voorschriften vastgestelde vloeroppervlaktedrempels;2° kan de herbestemming als kantoor worden toegestaan ondanks de overschrijding van het aantal vierkante meter, aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten, aangezien de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren niet in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de resterende toelaatbare kantoren van het huizenblok;3° kunnen hotelinrichtingen worden toegestaan ondanks de overschrijding van de door de bijzondere voorschriften vastgestelde capaciteitsdrempels. 0.7 Gelijkvloerse verdiepingen van gebouwen gelegen in het op het bestemmingsplan aangeduide lint voor handelskernen, worden bij voorrang bestemd voor handelszaken. De bestemming van de bovenverdiepingen voor de handel kan slechts worden toegestaan in de mate waarin de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen.

De vloeroppervlakte voor handelszaken is, per project en per onroerend goed, beperkt tot 500 m2.

De vergroting van deze oppervlakte tot 1.500 m2 kan enkel worden toegestaan wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen.

De vergroting van deze oppervlakte tot meer dan 1.500 m2 kan slechts worden toegestaan op een van de volgende voorwaarden : - de handelszaak hergebruikt een bestaand en verlaten gebouw; - deze bestemming is bepaald bij een bijzonder bestemmingsplan;

De continuïteit van het wonen moet in de handelskernen verzekerd zijn.

Om de wegen van het middellang en langdurig parkeren te ontlasten en om het parkeeraanbod voor de handelszaken en voor de buurtbewoners uit te breiden, kunnen in de gebouwen gelegen in de handelskern parkeerplaatsen worden aangelegd. 0.8 Binnen de perken van het toepassingsgebied van voorschrift 0.11 mogen aan bestaande gebouwen waarvan de bestemming vermeld is in de bouw- of stedenbouwkundige vergunningen die hierop betrekking hebben of, bij ontstentenis daarvan, waarvan het rechtmatig gebruik niet overeenstemt met de bestemmingen van het plan, verbouwingswerken worden uitgevoerd op voorwaarde dat : 1° de verbouwingen de bestaande vloeroppervlakte niet met meer dan 20 % vergroten; 2° de handelingen en werken voldoen aan voorschriften 1.5, 2.5, 3.5, 4.5 of 7.4 van het gebied waarop het project betrekking heeft; 3° de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen : Deze mogelijkheid tot vergroting is niet van toepassing op bestaande gebouwen waarvan de vloeroppervlakte de door de bijzondere voorschriften vastgestelde drempels overschrijdt. Daarenboven kan van deze mogelijkheid slechts gebruik worden gemaakt buiten groengebieden met hoogbiologische waarde en grondreservegebieden en dit eenmaal om de twintig jaar. 0.9 Buiten woongebieden met residentieel karakter mogen er aan bestaande handelszaken, gelegen buiten de linten voor handelskernen, waarvan de rechtmatig toegestane vloeroppervlakte de door de bijzondere voorschriften vastgestelde drempels overschrijdt, verbouwingswerken worden uitgevoerd, op voorwaarde dat : 1° de verbouwingen de bestaande vloeroppervlakte niet met meer dan 20 % vergroten; 2° de handelingen en werken voldoen aan voorschriften 1.5, 2.5, 3.5, 4.5 of 7.4 van het gebied waarop het project betrekking heeft; 3° de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen; Van deze mogelijkheid tot vergroting mag slechts eenmaal om de twintig jaar gebruik worden gemaakt. 0.10 Buiten de woongebieden met residentieel karakter mogen aan de bestaande hotelinrichtingen waarvan het aantal kamers de door de bijzondere voorschriften vastgestelde drempels overschrijdt, verbouwingswerken worden uitgevoerd, op voorwaarde dat : 1° de verbouwingen de bestaande vloeroppervlakte niet met meer dan 20 % vergroten; 2° de handelingen en werken voldoen aan de voorschriften 1.5, 2.5, 3.5, 4.5 of 7.4 van het gebied waarop het project betrekking heeft; 3° de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen. Van deze mogelijkheid tot vergroting mag slechts eenmaal om de twintig jaar gebruik worden gemaakt. 0.11 Onverminderd de toepassing van voorschrift 0.8 mag de uitbating van inrichtingen waarvoor een milieuvergunning vereist is en waarvan de rechtmatig toegestane activiteit niet met de voorschriften van het plan overeenstemt, voortgezet worden tot wanneer de in de vergunning vastgestelde termijn, verkregen overeenkomstig de bepalingen van het algemeen reglement op de arbeidsbescherming of de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen, verstreken is.

Buiten de woongebieden met residentieel karakter kan deze termijn, na speciale regelen van openbaarmaking, verlengd worden zodat de uitbaters de mogelijkheid krijgen om ofwel hun installaties te verhuizen binnen een termijn van maximum 10 jaar vanaf de inwerkingtreding van het plan, ofwel zich te richten naar de voorschriften van dit plan. 0.12 De volledige wijziging van het gebruik of van de bestemming van een woning evenals de volledige afbraak van een woning in een woongebied met residentieel karakter kan slechts toegestaan worden onder een van de volgende voorwaarden : 1° dat op dezelfde plaats minstens voor dezelfde oppervlakte aan woningen wordt heropgebouwd;2° dat de activiteit van een vrij beroep of van een intellectuele dienstverlening die afzonderlijk uitgeoefend wordt, toegestaan wordt voor zover de voor deze activiteiten bestemde vloeroppervlakte beperkt wordt tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning en nadat de handelingen en werken aan speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen;3° dat een uitrusting van collectief belang of voor openbare diensten er kan worden gevestigd;4° dat een groene ruimte kan worden aangelegd; 5° dat een onroerend goed, ingeschreven op de bewaarlijst of volledig of in zijn hoofdelementen gedeeltelijk beschermd, overeenkomstig voorschrift 0.6 kan worden herbestemd;

De volledige wijziging van het gebruik of van de bestemming van een woning evenals de afbraak van een woning in een typisch woongebied, een gemengd gebied, een sterk gemengd gebied of in een administratiegebied kan slechts worden toegestaan onder een van de volgende voorwaarden : 1° dat op dezelfde plaats minstens voor dezelfde oppervlakte aan woningen wordt heropgebouwd;2° dat de activiteit van een vrij beroep of van een intellectuele dienstverlening die afzonderlijk uitgeoefend wordt, toegestaan wordt, inzoverre de voor deze activiteiten bestemde vloeroppervlakte beperkt wordt tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen; 3° dat de vestiging of de uitbreiding van een handelszaak in het lint voor handelskernen wordt toegestaan krachtens voorschrift 0.7, nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen; 4° dat de uitbreiding van een bestaande handelszaak, buiten het lint voor handelskernen, of van een bestaande productie-activiteit, wordt toegestaan krachtens de bijzondere voorschriften van het betrokken gebied, nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen;5° dat een uitrusting van collectief belang of voor openbare diensten er kan worden gevestigd;6° dat een groene ruimte kan worden aangelegd; 7° dat een onroerend goed, ingeschreven op de bewaarlijst of volledig of in zijn hoofdelementen gedeeltelijk beschermd, overeenkomstig voorschrift 0.6 kan worden herbestemd; 0.13 De bestemming van terreinen mag niet in het gedrang worden gebracht door de in verband ermee uitgevoerde ondergrondse infrastructuurwerken. 0.14 In de woongebieden met residentieel karakter, de typische woongebieden, de gemengde gebieden of de sterk gemengde gebieden wordt de vloeroppervlakte van kantoren in het huizenblok of in een gedeelte van het huizenblok beperkt tot het aantal vierkante meter dat is aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten.

Mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan mogen de toelaatbare kantooroppervlakten onder de volgende voorwaarden worden gewijzigd : 1° geen overschrijding van de totale vloeroppervlakte van kantoren die is toegestaan door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten in alle huizenblokken gelegen binnen de perimeter van het bijzonder bestemmingsplan en bestemd als woongebied met residentieel karakter, typisch woongebied, gemengd gebied of sterk gemengd gebied; 2° naleving van voorschriften 1.2, 2.2, 3.2 en 4.1 met betrekking tot de drempels voor de vloeroppervlakten van kantoren.

Voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten is geen rekening gehouden met : 1° vloeroppervlakten van kantoren van minder dan of gelijk aan 75 m2;2° vloeroppervlakten van kantoren van meer dan 75 m2 en gelijk aan of minder dan 200 m2, voor zover deze kantoren bij de woning horen en de vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de totale oppervlakte; 3° vloeroppervlakten van kantoren opgenomen in de projecten die voldoen aan de eisen van voorschrift 4.2 in sterk gemengde gebieden. 0.15 Handelingen en werken die krachtens artikel 117 van de ordonnantie vrijgesteld zijn van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar, zijn vrijgesteld van de door deze voorschriften opgelegde speciale regelen van openbaarmaking. 0.16 De afbakening van het bebouwd weefsel op de bestemmingskaart en op de kaart van de bestaande toestand is richtinggevend.

B. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE WOONGEBIEDEN 1. Woongebieden met residentieel karakter. 1.1 Deze gebieden zijn bestemd voor huisvesting. 1.2 Deze gebieden kunnen eveneens worden bestemd voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en productie-activiteiten waarvan de vloeroppervlakte van al deze functies, per onroerend goed, niet meer bedraagt dan 300 m2.

Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor kantoren waarvan de vloeroppervlakte, per onroerend goed, beperkt is tot 200 m2. 1.3. Buiten de linten voor handelskernen kunnen de gelijkvloerse verdiepingen van gebouwen bestemd worden voor handelszaken. De bovenverdiepingen kunnen eveneens bestemd worden voor handelszaken wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen.

De vloeroppervlakte bestemd voor handelszaken mag, per project en per onroerend goed, niet meer dan 200 m2 bedragen. 1.4. Deze gebieden kunnen eveneens worden bestemd voor hotelinrichtingen voor zover deze niet meer dan twintig kamers bevatten. 1.5. Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 1.1 tot 1.4 : 1° handelingen en werken voor een andere bestemming dan huisvesting en uitrustingen voor tuinversiering mogen de binnenterreinen van de huizenblokken niet aantasten;2° het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en de installaties moeten stroken met dat van het omliggend stedelijk kader;wijzigingen eraan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking; 3° de aard van de activiteiten moet verenigbaar zijn met het wonen;4° de continuïteit van het wonen moet verzekerd zijn;2. Typische woongebieden. 2.1. Deze gebieden zijn bestemd voor huisvesting. 2.2. Deze gebieden kunnen eveneens worden bestemd voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en productie-activiteiten waarvan de vloeroppervlakte van al deze functies, per onroerend goed, niet meer dan 300 m2 bedraagt. Deze oppervlakte wordt op 1.000 m2 gebracht voor school-, culturele, sportieve, sociale en gezondheidsvoorzieningen.

Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor kantoren waarvan de vloeroppervlakte, per onroerend goed, beperkt is tot 200 m2.

De vloeroppervlakte van productie-activiteiten en van kantoren mag, per onroerend goed, tot 500 m2 worden vergroot, op voorwaarde dat : 1° deze behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale en economische redenen;2° de plaatselijke omstandigheden deze vergroting mogelijk maken zonder de hoofdfunctie van het gebied in het gedrang te brengen;3° de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen. 2.3. Buiten de linten voor handelskernen kunnen de gelijkvloerse verdiepingen van onroerende goederen bestemd worden voor handelszaken.

De bovenverdiepingen kunnen eveneens bestemd worden voor handelszaken wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen.

De vloeroppervlakte bestemd voor handelszaken mag, per project en per onroerend goed, niet meer dan 200 m2 bedragen.

Deze oppervlakte mag, per project en per onroerend goed, op 500 m2 worden gebracht, op voorwaarde dat : 1° de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken;2° de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen. 2.4. Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor hotelinrichtingen voor zover deze niet meer dan vijftig kamers bevatten. 2.5. Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 2.1 tot 2.4 : 1° het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en installaties moet stroken met dat van het omliggend stedelijk kader;wijzigingen eraan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking; 2° de aard van de activiteiten moet verenigbaar zijn met het wonen;3° de continuïteit van het wonen moet verzekerd zijn;4° handelingen en werken die de binnenterreinen van huizenblokken aantasten, moeten gepaard gaan met een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van deze binnenterreinen;5° handelingen en werken die de op te waarderen binnenterreinen van huizenblokken aantasten, moeten eens voorbij een diepte van 20 meter vanaf de bouwlijn aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen;6° behoudens handelingen en werken aan uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en aan uitrustingen voor de versiering van tuinen, moeten handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van huizenblokken aantasten, eens voorbij een diepte van 20 meter vanaf de bouwlijn, de omvang van het groen vrijwaren; wanneer het huizenblok in open bebouwing is, zijn handelingen en werken voor bewoning en voor uitrustingen voor de versiering van tuinen toegestaan op het binnenterrein.

C. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE GEBIEDEN MET GEMENGD KARAKTER 3. Gemengde gebieden. 3.1. Deze gebieden zijn voor huisvesting bestemd. 3.2. Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, voor kantoren en productie-activiteiten. De vloeroppervlakte voor al deze functies mag, per onroerend goed, niet meer dan 1.000 m2 bedragen met een maximum van 500 m2 voor kantoren en productie-activiteiten.

De vloeroppervlakte van productie-activiteiten en van kantoren mag worden vergroot, op voorwaarde dat : 1° de vergroting van deze oppervlakte behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale of economische redenen;2° de plaatselijke omstandigheden deze vergroting mogelijk maken zonder de hoofdfunctie van het gebied in het gedrang te brengen;3° de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De vloeroppervlakte voor kantoren is evenwel beperkt tot 1.000 m2 per onroerend goed en de vloeroppervlakte voor productie-activiteiten tot 1.500 m2 per onroerend goed. 3.3. Buiten de linten voor handelskernen kunnen de gelijkvloerse verdiepingen van gebouwen bestemd worden voor handelszaken. De bovenverdiepingen kunnen eveneens bestemd worden voor handelszaken wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen.

De voor handelszaken bestemde vloeroppervlakte mag, per project en per onroerend goed, niet meer dan 200 m2 bedragen.

Deze oppervlakte mag, per project en per onroerend goed, op 500 m2 worden gebracht wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. 3.4. Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor hotelinrichtingen voor zover deze niet meer dan 50 kamers bevatten.

Deze capaciteit kan op 80 kamers worden gebracht na de speciale regelen van openbaarmaking. 3.5. Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 3.1 tot 3.4 : 1° het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en de installaties moet stroken met dat van het omliggend stedelijk kader;wijzigingen eraan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking; 2° de aard van de activiteiten moet verenigbaar zijn met het wonen;3° de continuïteit van het wonen moet verzekerd zijn;4° handelingen en werken die de binnenterreinen van huizenblokken aantasten, moeten gepaard gaan met een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van deze binnenterreinen;5° handelingen en werken die de op te waarderen binnenterreinen van huizenbokken aantasten, moeten eens voorbij een diepte van 20 meter vanaf de bouwlijn aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen.6° behoudens de handelingen en werken aan uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en aan uitrustingen voor de versiering van tuinen, moeten handelingen en werken die de te behouden binnenterreinen van huizenblokken aantasten, eens voorbij een diepte van 20 meter vanaf de bouwlijn, de omvang van het groen vrijwaren; wanneer het huizenblok in open bebouwing is, zijn handelingen en werken voor huisvesting en voor uitrustingen voor de versiering van tuinen toegestaan op het binnenterrein. 4. Sterk gemengde gebieden. 4.1. Deze gebieden zijn bestemd voor huisvesting, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, kantoren en productie-activiteiten. De vloeroppervlakte voor al deze functies behalve huisvesting mag, per onroerend goed, niet meer bedragen dan 1.500 m2 met een maximum van 1.000 m2 voor de kantoren en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten.

De vloeroppervlakte van productie-activiteiten en kantoren mag worden vergroot, op voorwaarde dat : 1° de vergroting van deze oppervlakte behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale of economische redenen;2° de plaatselijke omstandigheden deze vergroting mogelijk maken zonder de hoofdfunctie van het gebied in het gedrang te brengen;3° de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen. De vloeroppervlakte voor kantoren is evenwel beperkt tot 3.000 m2 per onroerend goed.

In huizenblokken die de hiernavolgende kenmerken vertonen : 1° een goede bereikbaarheid 2° afwezigheid van een handelsoppervlakte met een vloeroppervlakte van meer dan 1.500 m2 3° de aanwezigheid van ofwel een kanker ofwel van een braakliggend stuk grond, ofwel een onbebouwd terrein, ofwel een verlaten bedrijf, goed voor minstens 15 % van de oppervlakte van het betrokken huizenblok, kan een totaalproject worden toegestaan, nadat de handelingen en werken onderworpen werden aan de speciale regelen van openbaarmaking en onder de volgende voorwaarden : - het project maakt de herstructurering van het stedelijk weefsel mogelijk; - het project heeft een grondoppervlakte van minstens 5.000 m2; - het project voorziet minstens 35 % van de vloeroppervlakte voor de huisvesting, minstens 10 % voor groene ruimte toegankelijk voor het publiek en maximum 35 % vloeroppervlakte voor kantoren; 4.3. Buiten de linten voor handelskernen kunnen de gelijkvloerse verdiepingen van onroerende goederen bestemd worden voor handelszaken.

De bovenverdiepingen kunnen eveneens bestemd worden voor handelszaken wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen.

De vloeroppervlakte bestemd voor handelszaken mag, per project en per onroerend goed, niet meer dan 200 m2 bedragen.

Deze oppervlakte mag, per project en per onroerend goed, op 500 m2 worden gebracht wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. 4.4. Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor hotelinrichtingen voor zover deze niet meer dan 80 kamers bevatten.

Deze capaciteit kan op 150 kamers worden gebracht na de speciale regelen van openbaarmaking. De capaciteit van de hotelinrichtingen kan worden verhoogd mits een bijzonder bestemmingsplan van kracht wordt. 4.5. Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 4.1 tot 4.4 : 1° het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en de installaties moet stroken met dat van het omliggend stedelijk kader;wijzigingen eraan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking; 2° de aard van de activiteiten moet verenigbaar zijn met het wonen;3° handelingen en werken die de binnenterreinen van huizenblokken aantasten, moeten gepaard gaan met een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen. D. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE INDUSTRIEGEBIEDEN 5. Stedelijke-industriegebieden. 5.1. Deze gebieden zijn bestemd voor : 1° nijverheids- of ambachtsactiviteiten die ter plaatse roerende goederen produceren of bewerken;2° hoogtechnologische activiteiten;3° logistieke activiteiten;4° activiteiten die de verbetering van het leefmilieu beogen, zoals waterzuivering, systemen voor het verwijderen, verwerken, recycleren en ophalen van afval;5° verpakkingsactivitieten;6° voor activiteiten van call centers en van informatie- en communicatietechnologieën. 5.2. Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden : 1° voor kantoren, handelszaken en opslagplaatsen die bij de onder 5.1 bedoelde activiteiten horen en waarvan de vloeroppervlakte, per onroerend goed, niet meer dan 500 m2 bedraagt; 2° voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten evenals voor handelszaken als gebruikelijke aanvulling op de activiteiten bedoeld onder 5.1, met name bankagentschappen, benzinestations, cafés en restaurants met een vloeroppervlakte van niet meer dan dan 300 m2 per onroerend goed; 3° voor activiteiten van administratieve- en handelszetels van bedrijven die complementair zijn met de onder 5.1 bedoelde activiteiten en waarvoor een bijzondere bereikbaarheidscapaciteit vereist is en op voorwaarde dat zij niet meer dan 2,5 % van de oppervlakte van het huizenblok beslaan.

De vloeroppervlakte voor kantoren, opslagplaatsen of handelszaken, bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, mag worden vergroot op voorwaarde dat : 1° deze vergroting behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale of economische redenen;2° de plaatselijke omstandigheden deze vergroting mogelijk maken zonder de hoofdfunctie van het gebied in het gedrang te brengen;3° de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen. De vloeroppervlakte voor kantoren en handelszaken, bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, is evenwel beperkt tot 1.500 m2 per onroerend goed. 5.3. Bestaande gebouwen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor kantoren kunnen verbouwd, uitgebreid of heropgebouwd worden, op voorwaarde dat : 1° de kantoren bestemd worden voor de behoeften van het daar gevestigde bedrijf;2° de verbouwings-, uitbreidings- of heropbouwwerken behoorlijk gerechtvaardigd zijn om sociale en economische redenen;3° ze niet leiden tot een vergroting met meer dan 100 % van de bestaande oppervlakte bestemd voor kantoren;4° de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen. Van deze mogelijkheid mag slechts eenmaal om de twintig jaar gebruik worden gemaakt. 5.4. Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor de huisvesting van het bewakingspersoneel als de veiligheid en de goede werking van het bedrijf dit vereisen. 5.5. Deze gebieden kunnen ten slotte ook bestemd worden voor hotelinrichtingen met niet meer dan 100 kamers. 5.6. Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 5.1 tot 5.5 : 1° de aard van de activiteiten moet verenigbaar zijn met de andere activiteiten of bestemmingen van het huizenblok waarop het project betrekking heeft en van de omringende huizenblokken;2° de bouwwerken moeten architecturale kenmerken vertonen die de integratie ervan in de stad mogelijk maken;3° de naaste omgeving van de installaties moet bestaan uit voorzieningen zoals beplante ruimten of omheiningen die de integratie ervan in de stad mogelijk maken.6. Gebieden voor vervoer- en havenactiviteiten. 6.1. Deze gebieden zijn bestemd voor : 1° nijverheids- of ambachtsactiviteiten die ter plaatse roerende goederen produceren of bewerken;2° distributie-, verpakkings-, groothandels-, vervoers- en opslagactiviteiten;3° activiteiten die de verbetering van het leefmilieu beogen, zoals waterzuivering, systemen voor het verwijderen, verwerken, recycleren en ophalen van afval; 6.2. Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor : 1° kantoren en handelszaken die horen bij de onder 6.1 bedoelde activiteiten en waarvan de vloeroppervlakte, per onroerend goed, niet meer dan 500 m2 bedraagt. 2° uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten evenals voor handelszaken als gebruikelijke aanvulling op de activiteiten bedoeld onder 6.1, met name bankagentschappen, benzinestations, cafés en restaurants met een vloeroppervlakte voor al deze functies van niet meer dan 300 m2 per onroerend goed;

De vloeroppervlakte voor kantoren of handelszaken mag worden vergroot, op voorwaarde dat : 1° de vergroting van deze oppervlakte behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale of economische redenen;2° de plaatselijke omstandigheden deze vergroting mogelijk maken zonder de hoofdfunctie van het gebied in het gedrang te brengen;3° de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen. De vloeroppervlakte van handelszaken die de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld onder 6.1., is evenwel beperkt tot 1.000 m2 per onroerend goed. 6.3. Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor de huisvesting van het bewakingspersoneel als de veiligheid en de goede werking van het bedrijf dit vereisen 6.4. De terreinen aan de kade zijn bij voorrang bestemd voor watergebonden activiteiten. 6.5. Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 6.1 tot 6.4 : 1° de aard van de activiteiten moet stroken met de andere activiteiten of bestemmingen van het huizenblok waarop het project betrekking heeft en van de omringende huizenblokken;2° de bouwwerken moeten architecturale kenmerken vertonen die de integratie ervan in de stad mogelijk maken;3° de naaste omgeving van de installaties moet bestaan uit voorzieningen zoals beplante ruimten of omheiningen die de integratie ervan in de stad mogelijk maken. E. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE ANDERE ACTIVITEITENGEBIEDEN 7. Administratiegebieden. 7.1. Deze gebieden zijn bestemd voor kantoren. Zij kunnen ook worden bestemd voor woningen, hotelinrichtingen, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten. 7.2. Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor productie-activiteiten voor zover ze verenigbaar zijn met de bestemmingen bedoeld in 7.1. 7.3. Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor handelszaken als gebruikelijke aanvulling op de activiteiten bedoeld in 7.1. en 7.2., met name bankagentschappen, bezinestations, cafés en restaurants. 7.4. Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 7.1 ot 7.3 : 1° Het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en de installaties moet overeenstemmen met het omliggend stedelijk kader;wijzigingen eraan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking. 2° Handelingen en werken die de binnenterreinen van huizenblokken aantasten, moeten gepaard gaan met een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van deze binnenterreinen.8. Gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten. 8.1. Deze gebieden zijn bestemd voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten.

Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor huisvesting mits inachtneming van de speciale regelen van openbaarmaking.

Iedere andere bestemming kan bij bijzonder bestemmingsplan om behoorlijk gerechtvaardigde sociale of economische redenen worden toegestaan. 8.2. De naaste omgeving van de uitrustingen van collectief belang draagt bij tot de totstandkoming van het groene netwerk. 8.3. Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 8.1 en 8.2 : 1° Het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en de installaties moet overeenstemmen met het omliggend stedelijk kader;wijzigingen eraan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking. 2° Handelingen en werken die de binnenterreinen van huizenblokken aantasten, moeten gepaard gaan met een opwaardering van de groen- of minerale kwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken.9. Spoorweggebieden. 9.1. Deze gebieden zijn bestemd voor spoorweginstallaties en voor aanverwante nijverheids- en ambachtsactiviteiten.

De ordening van dit gebied met het oog op het onthaal van andere bestemmingen, hetzij op de niet-gebruikte terreinen, hetzij door overdekking van de inrichtingen, wordt bij bijzonder bestemmingsplan vastgesteld.

De bestemming van bestaande onroerende goederen mag evenwel worden gewijzigd nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen.

Zij kunnen ook worden bestemd voor vrijetijdsactiviteiten in tuinbouw en sierteelt, wanneer de bodemkwaliteit en de topografie van de plaatsen dit mogelijk maken, en voor de bescherming van de flora en fauna.

De bermen en de naaste omgeving van de spoorlijnen dragen bij tot de totstandkoming van het groen netwerk. 9.2. Naast zijn hoofdfunctie, namelijk het voorzien in het internationaal en federaal verkeer, moet het spoorwegnet uitgerust of aangepast worden om het openbaar stedelijk en voorstedelijk vervoersnet aan te vullen.

Handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van lijnen, kunstwerken of haltes mogen slechts worden toegestaan indien zij gepaard gaan met de nodige ordeningsmaatregelen betreffende : 1° de toegang tot haltes en stations;2° het parkeren van voertuigen, inclusief de transitparkeerplaatsen;3° de stedelijke integratie en het leefmilieu, inzonderheid wat betreft de materialen, beplantingen, het stadsmeubilair en de bescherming tegen lawaai en trillingen;4° de verkeerstekens;5° het overstappen op andere openbare vervoermiddelen. F. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE GROENGEBIEDEN EN LANDBOUWGEBIEDEN 10. Groengebieden. Deze gebieden zijn bestemd voor het behoud en het herstel van het natuurlijk milieu.

Ze zijn in hoofdzaak bestemd voor vegetatie en waterplassen die de hoofdbestanddelen van het landschap vormen. Ze worden onderhouden of ingericht om de wetenschappelijke of esthetische waarde ervan te vrijwaren of om de sociale of opvoedkundige functie ervan te vervullen. De eventuele ligging van openluchtsportterreinen wordt uitdrukkelijk aangeduid op het plan. Bij de verwezenlijking ervan moet rekening worden gehouden met de bestaande beplantingen en moeten ze met een groen kader omgeven zijn.

Enkel handelingen en werken die volstrekt noodzakelijk zijn voor de bestemming van die gebieden of die de rechtstreekse aanvulling op de sociale functie ervan vormen zonder dat de eenheid of de wetenschappelijke, opvoedkundige of esthetische waarde van dat gebied in het gedrang wordt gebracht, zijn toegestaan.

Deze gebieden kunnen bij bijzonder bestemmingsplan tot andere groengebieden worden herbestemd. 11. Groengebieden met hoogbiologische waarde. Deze gebieden zijn bestemd voor het behoud en het herstel van het natuurlijk milieu van hoogbiologische waarde, aangezien het zeldzame fauna en flora herbergt of een belangrijke biologische verscheidenheid aan soorten vertegenwoordigt.

Enkel handelingen en werken die noodzakelijk zijn voor de actieve of passieve bescherming van het natuurlijk milieu of van die soorten zijn toegestaan. 12. Parkgebieden. Deze gebieden zijn in hoofdzaak bestemd voor beplanting, waterplassen en ontspanningsvoorzieningen. Ze moeten in hun staat behouden blijven of ingericht worden met het oog op de vervulling van hun sociale, recreatieve, pedagogische of landschapsfunctie. Enkel werken die volstrekt noodzakelijk zijn voor de bestemming van dit gebied, kunnen worden toegestaan. 13. Gebieden voor sport- of vrijetijdsactiviteiten in de open lucht. Deze gebieden zijn bestemd voor spel en sport in de open lucht en zijn met beplantingen omgeven.

Buiten de voorlopige installaties met seizoensgebonden karakter en open tribunes mag de terreinoppervlakte van de infrastructuren en de bouwwerken niet meer bedragen dan 20 % van het huizenblok of van het blokgedeelte.

Bouwprojecten met een grondinname van meer dan 200 m2 zijn aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen.

Enkel handelingen en werken die noodzakelijk zijn voor de bestemming van die gebieden of die een aanvulling van de sociale functie ervan vormen, zijn toegestaan.

Mits een bijzonder bestemmingsplan van kracht wordt, kunnen handelszaken als gebruikelijke aanvulling op de in het 1ste lid bedoelde activiteiten in dit gebied evenwel worden toegestaan, inzoverre dit strikt verenigbaar is met de algemene bestemming van het betrokken gebied en de kenmerken van het omringende stedelijk kader. 14. Begraafplaatsgebieden. Deze gebieden zijn bestemd voor begraafplaatsen en beplanting.

In geval van opheffing als begraafplaats kunnen deze gebieden bij bijzonder bestemmingsplan tot groengebied, woongebied met residentieel karakter, typisch woongebied, gemengd gebied of sterk gemengd gebied worden herbestemd. 15. Bosgebieden. 15.1. Deze gebieden omvatten de beboste of te bebossen ruimten die bestemd zijn voor de vrijwaring van de harmonieuze coëxistentie van de ecologische, economische en sociale functies van bossen en wouden. 15.2. Deze gebieden worden, in overdruk, omgeven door een gebied met bouwverbod, bodemverhardingsverbod inbegrepen, zich uitstrekkend over een diepte van 40 meter vanaf de bos- en woudrand, behalve wanneer het bosgebied wordt omgeven door een openbare weg die opengesteld is voor het autoverkeer.

Het bouwverbod is evenwel niet van toepassing op percelen, bezet met gebouwen die bestaan op de dag van de inwerkingtreding van het gewestelijk bestemmingsplan.

Verbouwing of heropbouw van deze bestaande bouwwerken, waardoor het bouwvolume met meer dan 20 % wordt vergroot, is evenwel aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen. 16. Landbouwgebieden. Deze gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de algemene zin van het woord met inbegrip van de tuinbouw, de bosbouw en het weiden. Deze gebieden kunnen bouwwerken omvatten die onontbeerlijk zijn voor de uitbating en de huisvesting van de uitbaters.

G. VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE BEPAALDE DELEN VAN HET GRONDGEBIED 17. Gebieden van gewestelijk belang. 17.1. De bestemmingsprogramma's voor de gebieden van gewestelijk belang worden hierna bepaald.

De ordening ervan wordt vastgesteld bij bijzonder bestemmingsplan opgesteld volgens de bepalingen van de artikelen 60 tot 65 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw. 17.2. Zolang de ordening van die gebieden niet bij een bijzonder bestemmingsplan is vastgesteld, zijn enkel handelingen en werken toegestaan die overeenstemmen met het voorschrift inzake het sterk gemengd gebied en met het programma van de betrokkene gebieden en dit nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. 18. Gebieden van gewestelijk belang met uitgestelde aanleg. Deze gebieden zijn bestemd voor spoorweginstallaties.

Ze worden in hun spoorwegbestemming behouden overeenkomstig het voorschrift betreffende de spoorweggebieden zolang de noodzaak tot ontwikkeling van nieuwe bestemmingen nog niet door de Regering werd aangetoond en vastgesteld, namelijk de onmogelijkheid om elders terreinen te vinden voor de opvang van bestemmingen zoals voorzien in de hiernavolgende programma's.

De ordening ervan wordt vastgesteld bij bijzonder bestemmingsplan, opgesteld volgens de bepalingen van de artikelen 60 tot 65 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw. 19. Grondreservegebieden. Deze gebieden vormen grondreserves van gewestelijk belang.

Ze worden in hun bestaande feitelijke toestand behouden zolang de noodzakelijkheid van hun herbestemming niet door de Regering werd aangetoond en vastgesteld.

Bovendien kan de bestemming van plaatsen met hoogbiologische waarde, gelegen binnen deze gebieden, enkel worden verwezenlijkt voor zover werd aangetoond dat het onmogelijk is elders terreinen te vinden voor de overwogen bestemmingen.

De ordening ervan wordt vastgesteld bij bijzonder bestemmingsplan, opgesteld volgens de bepalingen van artikelen 60 tot 65 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw. 20. Perimeters van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing. Binnen deze perimeters wordt de wijziging van de bestaande feitelijke toestand van de bouwprofielen of van het uiterlijk van de gevels die vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten zichtbaar zijn, onderworpen aan bijzondere voorwaarden, op basis van de noodzakelijkheid om de culturele, historische of esthetische eigenschappen van deze perimeters te vrijwaren of de verfraaiing ervan te bevorderen, en dit ook aan de hand van hedendaagse ervaringen.

Deze bijzondere voorwaarden worden vastgesteld bij bijzonder bestemmingsplan, bij stedenbouwkundige verordening of krachtens de wetgeving inzake het behoud van het onroerend erfgoed.

Bij gebrek hieraan wordt de stedenbouwkundige vergunning onderworpen aan bijzondere voorwaarden, vastgesteld na advies van de bevoegde overlegcommissie. 21. Structurerende ruimten. Handelingen en werken die een wijziging inhouden van de bestaande feitelijke toestand van die ruimten en van hun naaste omgeving, zichtbaar vanaf de voor het publiek toegankelijke ruimten, moeten de kwaliteit van het stedelijk landschap behouden en opwaarderen.

De boomrijke structurerende ruimten moeten daarenboven op een regelmatige rij met bomen beplant zijn.

H. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE BELANGRIJKSTE WEGEN EN HET OPENBAAR VERVOER 22. Algemeen. 22.1. Handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van verkeerswegen zijn aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen. 22.2. Handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van verkeerswegen, die het bestaand bebouwd weefsel aantasten, worden slechts toegestaan indien ze gepaard gaan met maatregelen met het oog op de herstructurering van het stadsweefsel. 22.3 De wegen omvatten de erbij horende groen- en minerale aanleg. De afbakening van deze erbij horende groen- en minerale aanleg heeft een richtinggevende waarde op de kaart van de bestemmingen. 23. Het wegennet. 23.1. Onverminderd de wettelijke of reglementaire bepalingen die meer bepaald betrekking hebben op de autosnelwegen, moeten handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van wegen : 1° passen binnen de mobiliteitsopties van het Gewest en bijdragen tot de opmaak van de hiërarchisering van de wegen, 2° bijdragen tot de verbetering van het comfort en van de veiligheid van alle weggebruikers, met name : - voetgangers en personen met beperkte mobiliteit, zowel wat betreft voetpaden en oversteekplaatsen als de toegang tot uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, door de obstakels op de voetpaden weg te werken en door de stoepranden ter hoogte van de oversteekplaatsen te verlagen; - de fietsers, met name door plaatselijke obstakels die hun doorgang belemmeren weg te werken; 3° bijdragen tot de verbetering van de reissnelheid van het openbaar vervoer en het comfort van de gebruikers aan de haltes;4° bijdragen tot de verbetering van het uitzicht van de openbare ruimten en de kwaliteit van het leefkader van de buurtactiviteiten, met name door de opwaardering van de kwaliteit van de groen- en minerale aanleg, de integratie van de verkeerstekens, de harmonisering van de materiaalkeuze, de openbare verlichting en het stadsmeubilair. Het plaatsen van het stadsmeubilair mag het comfort, de veiligheid en de zichtbaarheid van de weggebruikers niet in het gedrang brengen; 5° rekening houden met de parkeerproblematiek, met inbegrip van leveringsvoertuigen, taxis en fietsen, 23.2. De wegen worden aan de hand van de volgende drie niveaus gehiërarchiseerd : 1° het gewestnet, dat de ruggegraat vormt voor verplaatsingen over lange afstanden doorheen het Gewest.Het bestaat uit : - de autosnelwegen, die zorgen voor snelle verbindingen tussen de steden of voor de omlegging van het verkeer dat niet naar het Gewest moet; - de grootstedelijke wegen, die zorgen voor de toegang tot de belangrijke grootstedelijke voorzieningen; - de hoofdwegen, die een aanvulling vormen op het grootstedelijk net om in te staan voor de hoofdbewegingen in de stad. 2° Het interwijkennet, bestemd voor stedelijk verkeer, met name om korte en middellange afstanden af te leggen.Het zorgt voor eenheid in de stad tussen de verschillende wijken. Het bestaat uit interwijkenwegen, die tot doel hebben de naburige wijken onderling te verbinden, in te staan voor de verkeersirrigatie van deze wijken en er het verkeer af te leiden naar de wegen van het gewestnet, en die het verkeer kunnen opvangen waarvan de herkomst of bestemming niet strikt lokaal is. 3° Het wijknet, dat bestemd is voor het buurtverkeer met zwak debiet. Het bestaat uit : - verzamelwegen, die het inkomend verkeer in de wijk opvangen en leiden naar een as van het gewestnet of het interwijkennet; - plaatselijke straten, die instaan voor de bediening van de omwonenden. 23.3. Wanneer een grootstedelijke weg in verschillende rijwegen wordt onderverdeeld of met een wegtunnel is uitgerust, worden de diverse rijwegen aan de hand van de volgende principes en de overeenkomstige voorschriften gehiërarchiseerd : 1° grootstedelijke wegen voor de centrale rijweg van een vak zonder tunnel, of voor de ondergrondse rijwegen, 2° hoofdwegen of interwijkenwegen voor de centrale rijweg boven een wegtunnel of voor de rijwegen die toegang geven tot een tunnel, 3° wijknet voor de laterale rijwegen. 23.4 Het tracé van de wegen van het wijknet heeft richtinggevende waarde op de wegenkaart.

Het ter studie liggende tracé van de wegen van het gewest- of interwijkennet kan worden gewijzigd volgens de stedenbouwkundige of technische vereisten.

In de gebieden ter studie is de hiërarchisering van de wegen, bedoeld in artikel 23.2, niet van toepassing. 24. Het openbaar vervoersnet. 24.1 Het openbaar vervoersnet omvat alle bestaande, aan te leggen of te bestuderen infrastructuren die door het openbaar vervoer worden gebruikt. Het gaat om : 1° spoorlijnen;2° lijnen in onafhankelijke baan, bestaande uit : - metrolijnen, - ondergrondse tramlijnen;3° bovengrondse hoofdlijnen, al dan niet op de weg gelegen, en waaraan bijzondere aandacht moet worden besteed met het oog op de opvoering van de reissnelheid, bestaande uit : - tramlijnen in beschermde baan, - tramlijnen op de weg, - buslijnen in beschermde baan, - wegen met aangepaste voorzieningen of regelingen voor het openbaar vervoer, - te beschermen lijnen waarvan de wijze van exploitatie ter studie ligt, - aan te passen of te beheren wegen voor het openbaar vervoer, - snelle verbindingen waarvan het traject nog moet worden verduidelijkt, - aan te passen of te beheren kruispunten voor het openbaar vervoer, 4° aanvullende bovengrondse lijnen, bestaande uit buslijnen op de weg, andere dan de bovengrondse hoofdlijnen. 24.2. Het traject van de sporen binnen de spoorweggebieden heeft richtinggevende waarde op de verkeerswegenkaart : « Openbaar vervoer ».

De aanvullende bovengrondse lijnen staan niet vermeld op de verkeerswegenkaart : « Openbaar vervoer ».

Het traject van de openbare vervoerslijnen kan gewijzigd en de ligging van de stations en haltes mag aangepast worden in functie van de stedenbouwkundige of technische vereisten. 24.3. De uitbreiding van de bovengrondse hoofdlijnen is toegestaan naar gelang van de stedenbouwkundige of technische vereisten. 24.4. Handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van de openbare vervoerlijnen : 1° passen binnen de mobiliteitsopties van het Gewest, 2° dragen bij tot de opvoering van de reissnelheid van de openbare vervoermiddelen;3° behouden of verbeteren de aansluitingen met de andere openbare vervoermiddelen of met andere vervoermiddelen, met name door de grootst mogelijke hergroepering van haltes en stations;4° voorzien aan elke stopplaats een perron van ten minste 15 cm hoog evenals een schuilhokje, behalve wanneer de plaatselijke omstandigheden dit niet mogelijk maken;5° voorzien in voldoende beveiligde oversteekplaatsen voor voetgangers zodat het verkeer tussen beide kanten van de lijn vlot verloopt en ervoor zorgen dat de haltes en stations gemakkelijk bereikbaar zijn;6° dragen bij tot de verfraaiing van de openbare ruimten, en in het bijzonder door een harmonieuze selectie van materialen, beplantingen en stadsmeubilair. 24.5.1. De handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van de lijnen in onafhankelijke baan moeten verhinderen dat deze door andere vervoermiddelen of voetgangers overgestoken worden. 24.5.2. De handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van de lijnen in onafhankelijke baan zijn slechts toegestaan inzoverre zij gepaard gaan met alle vereiste inrichtingsmaatregelen die betrekking hebben op de stedelijke integratie ervan en het leefmilieu, met name wat de bescherming tegen het lawaai en de trillingen betreft. 24.5.3. De handelingen en werken in de gebieden die voorbehouden moeten worden voor ondergrondse infrastuctuur mogen de latere totstandkoming van ondergrondse infrastructuur voor het openbaar vervoer niet in het gedrang brengen. 24.6.1 De handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van de tramlijnen in beschermde baan of op de weg voorzien maatregelen ter beperking van de voortplanting van het lawaai en de trillingen wanneer de plaatselijke omstandigheden dit vergen. 24.6.2. Bij de handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van de bovengrondse hoofdlijnen wordt bijzondere aandacht besteed aan de opvoering van de reissnelheid van de openbare vervoermiddelen en worden er, behalve indien de plaatselijke omstandigheden dit niet mogelijk maken, aanpassingen doorgevoerd zoals met name : - een beschermde baan; - een of meer stroken voor het openbaar vervoer; - de afstandsbediening van de verkeerslichten. 24.7. Omwille van de plaatselijke technische of stedenbouwkundige omstandigheden en met het oog op de verbetering van de reissnelheid van de openbare vervoermiddelen kunnen de bovengrondse hoofdlijnen plaatselijk niet-gelijkvloerse kunstwerken omvatten. 25. Parkeerterreinen. 25.1. Transitparkeerplaatsen liggen in de onmiddellijke nabijheid van haltes of stations van de openbare vervoerlijnen. Ze bevorderen de overstap van het privé-autogebruik naar dat van het openbaar vervoer.

Zij staan in overdruk vermeld op de wegenkaart en op de kaart van de bodembestemming. 25.2. Transitparkeerplaatsen kunnen worden overdekt door bouwwerken of installaties waarvan de bestemming overeenstemt met die welke is vermeld op de kaart van de bodembestemming of met het programma van het gebied van gewestelijk belang. 25.3. Handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van de openbare ruimten gelegen hetzij : - in een handelskern, - in de nabijheid van uitrustingen van collectief belang, - in de nabijheid van de spoorwegstations, - in de nabijheid van de stations van de openbare vervoerlijnen in onafhankelijke baan, - in de nabijheid van verkeersknooppunten, voorzien in de aanleg van fietsenstallingen, behalve wanneer de plaatselijke omstandigheden dit niet mogelijk maken.

I. VERKLARING VAN DE VOORNAAMSTE IN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN GEBRUIKTE TERMEN Aard van de activiteiten Geheel van de kenmerken van de werking van een activiteit die een weerslag hebben op het leefmilieu : soort product of dienst, soort en frekwentie van de voertuigbewegingen, dag- of nachtbedrijf, verontreiniging...

Ambachtsactiviteit Activiteiten voor productie waar de vervaardiging, de bewerking of het onderhoud van roerende goederen hoofdzakelijk met de hand worden verricht, met daarnaast soms een rechtstreekse verkoop aan het publiek.

Beplante (eigendom) Terrein waarvan een groot deel beplant is Beplanting In volle grond geplante boom of struik.

Beschermde baan - bijzondere oversteekbare baan die over het algemeen in hoogte verschilt van de rijweg en die voorbehouden is voor het verkeer van de geregelde diensten van het openbaar vervoer en eventueel van taxi's en waarvan andere voertuigen gebruik mogen maken in geval van overmacht, of - eigen baan, waarvan alleen de openbare vervoermiddelen gebruik mogen maken, behalve op georganiseerde oversteekplaatsen.

Bestaande feitelijke toestand Daadwerkelijk gebruik van de grond.

Bestaande rechtstoestand Resultaat van de al dan niet ten uitvoer gebrachte verordenende beslissingen.

Bijbehorend Komend bij een hoofdactiviteit gelegen binnen eenzelfde technische en geografische eenheid inzake uitbating of productie.

Binnenterrein van een huizenblok Ruimte voorbij de achterlijn van een bouwwerk of, voor niet-bebouwde terreinen, voorbij de bouwdiepte, vastgesteld bij een bijzonder bestemmingsplan of bij gebrek hieraan, bij gewestelijke of gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.

Bouwwerk Onder- of bovengrondse constructie.

Bron Gelokaliseerd natuurlijk ontspruiten van grondwater aan de bodemoppervlakte met een debiet van minstens één deciliter per seconde.

Gebied Naast elkaar gelegen huizenblokken of delen van huizenblokken met eenzelfde bestemming.

Groen netwerk Beginsel inzake de aanleg van de particuliere en openbare ruimten (weg, plantsoen, plein, park, tuin) met het oog op : - het creëren of versterken van de continuïteit tussen de groene ruimten door beplantingen, wandelruimten en groene corridors; - het zorgen voor een passende ruimtelijke en functionele verdeling (recreatieve, landschappelijke, ecologische, pedagogische) van de groene ruimten, rekening houdend met de behoeften van de inwoners en de stedelijke ecologie.

Handelszaak Geheel van lokalen, toegankelijk voor het publiek, waarin diensten worden verleend of roerende goederen worden verkocht, met inbegrip van de bijbehorende kantoren en lokalen.

Hoogtechnologische activiteit 1° Laboratoriumonderzoek of bouw van prototypes;2° Productie van goederen en diensten waarbij in grote mate een beroep wordt gedaan op de technologische transfers van universiteiten en hogere onderwijsinstellingen of op het resultaat van het onderzoek van een laboratorium of van een studiebureau. Hotelinrichting Inrichting voor het onthaal van personen met dienstverlening aan de klanten zoals hotel, herberg, jeugdherberg, motel, pension, aparthotel, flathotel...

Huizenblok Geheel van al dan niet bebouwde terreinen, begrensd door verkeerswegen in de open lucht of door natuurlijke of gewestgrenzen.

Installatie Geheel van de op een goed aangebrachte voorzieningen en uitrustingen.

Kantoor Vertrek bestemd : 1° hetzij voor beheers- of administratiewerkzaamheden van een bedrijf, een openbare dienst, een zelfstandige of een handelaar;2° hetzij voor de uitoefening van een vrij beroep, medische en paramedische beroepen niet inbegrepen;3° hetzij voor de activiteiten van bedrijven voor intellectuele dienstverlening, met inbegrip van de activiteiten van dienstenbedrijven en bedrijven voor de productie van immateriële goederen zoals software of multimedia-apparatuur. Kenmerken van het omliggend stedelijk kader Stedenbouwkundige kenmerken van het huizenblok van het betrokken project en van de aanpalende huizenblokken.

Kunstwerk Elk bouwwerk ten behoeve van de aanleg van een verkeersweg (brug, viaduct, steunmuur...).

Logistieke activiteit Het volledige proces dat een afgewerkt product ondergaat na vervaardiging tot en met de aflevering aan de klant, met inbegrip van onder meer etikettering, verpakking, opslag, voorraadbeheer, levering, onderhoud en diensten na verkoop.

Nijverheidsactiviteit Machinale productie-activiteit waarbij producten worden vervaardigd of grondstoffen worden bewerkt of waarbij energiebronnen worden geëxploiteerd.

Onroerend goed Op een of meer kadastrale percelen gelegen geheel van bouwwerken en installaties en de naaste omgeving, beschouwd als één geheel voor het stedenbouwkundig attest of de stedenbouwkundige vergunning en waarvan de hoofdingang door één enkel huisnummer is aangeduid.

Opslag Opslag van roerende goederen, al dan niet in de open lucht.

Perimeter Gebiedsdeel dat op de verordenende kaart van de bodembestemming met een kleur of een grafisch teken is aangeduid en waarop een bijzonder voorschrift van toepassing is.

Productie-activiteit Ambachtelijke, nijverheids-, hoogtechnologische activiteiten en activiteiten van materiële diensten.

Zijn gelijkgesteld met productie-activiteiten : de beheers- of administratiewerkzaamheden betreffende die activiteiten, opslagplaatsen en handelszaken die bij die activiteiten horen.

Stedenbouwkundig karakter van een huizenblok Stedenbouwkundig karakter van de onroerende goederen of van de niet-bebouwde terreinen in het huizenblok en in het bijzonder die van de onroerende goederen gelegen in de nabijheid van het goed waarvoor een vergunning of een attest wordt aangevraagd evenals de bezetting van het binnenterrein van het huizenblok.

Stedenbouwkundig karakter van een onroerend goed, bouwwerk of installatie Inplanting, afmetingen, architectuur en bouwmaterialen, open ruimte, inrichting van de niet-bebouwde delen, afsluitingen...

Uitrusting van collectief belang of van openbare diensten Bouwwerk of installatie bestemd voor het verrichten van een activiteit van algemeen of openbaar belang, met name scholen en culturele, sportieve, sociale en gezondheidsvoorzieningen.

Verkeersknooppunt Plaats waar meerdere vervoermiddelen samenkomen.

Verkeerswegen Alle wegen bestemd voor het openbaar verkeer - wegennet : straten, pleinen, lanen, boulevards, wegen... -, voor het openbaar vervoer en voor het vervoer te water, al dan niet aangeduid op de verkeerswegenkaart.

Verontreiniging Emissie in het leefmilieu van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van rook, stank, lawaai, hitte of stralingen, die schadelijk kunnen zijn voor mens, dier en plant.

Vloeroppervlakte Som van de oppervlakten van de overdekte vloeren met een vrije hoogte van ten minste 2,20 meter van alle lokalen, behalve de lokalen gelegen onder het terreinniveau die voor parkeerplaatsen, kelders, technische voorzieningen en opslagplaatsen bestemd zijn.

De vloerafmetingen worden buitenwerks gemeten tussen de onbeklede buitenwanden van de gevelmuren, en de vloeren worden geacht door te lopen, zonder rekening te houden met de onderbreking ervan door scheidingswanden en binnenmuren, of door kokers, trappenhuizen en liftschachten.

Vloeroppervlakte voor kantoren Maximumvloeroppervlakte die voor kantoren kan worden bestemd per huizenblok of deel ervan, in vierkante meter uitgedrukt op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten.

Voorlopige seizoensgebonden installatie Niet-permanente installatie die doorgaans van oktober tot maart wordt gebruikt.

Woning Geheel van lokalen die voor de huisvesting of voor de bewoning door een of meer personen werden ontworpen, voor zover er geen andere bestemming wettelijk werd gevestigd, met inbegrip van rusthuizen en erkende of gesubsidieerde verblijfplaatsen, en met uitzondering van hotelinrichtingen.

J. PROGRAMMA VAN DE GEBIEDEN VAN GEWESTELIJK BELANG (GGB) GGB nr. 1 - Helihaven Dit gebied is in hoofdzaak bestemd voor woningen.

Het kan ook worden bestemd voor handelszaken, kantoren, nijverheids- of ambachtsactiviteiten, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, hotelinrichtingen en groene ruimten.

De vergroting van de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren is ten opzichte van de feitelijke toestand van het G.B.P. beperkt tot 150.000 m2.

De oppervlakte bestemd voor groene ruimten bedraagt 8 ha, de ingroening van de kanaaloevers niet inbegrepen.

De stedelijke vormgeving van dit geheel beoogt de herinrichting van een gemengde wijk waarvan het centrum zich tussen de Willebroekkaai en de Antwerpsesteenweg zal ontwikkelen.

De ruimten voorbehouden voor het openbaar vervoer per spoor dienen te worden gepland in overleg met de betrokken besturen.

GGB nr. 2 - Gaucheret Dit gebied is bestemd voor woningen, handelszaken, kantoren, uitrustingen van collectief belang of van openbare besturen en groene ruimten.

De vergroting van de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren is ten opzichte van de feitelijke toestand van het G.B.P. beperkt tot 100.000 m2.

De oppervlakte bestemd voor de groene ruimten mag niet lager zijn dan 0,3 hectare.

De voorbehouden ruimten voor het openbaar vervoer per spoor dienen te worden gepland in overleg met de betrokken besturen.

GGB nr. 3 - Weststation Dit gebied is in hoofdzaak bestemd voor woningen, handelszaken, kantoren, productie-activiteiten, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en groene ruimten.

De vergroting van de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren is ten opzichte van de feitelijke toestand van het G.B.P. beperkt tot 27.000 m2.

De vloeroppervlakte bestemd voor huisvesting mag niet lager zijn dan 20 % van alle vloeroppervlakten die binnen dit gebied moeten worden ingericht.

Het gebied zal twee oost-westverbindingen omvatten, de eerste ter hoogte van het Beekkantstation, de tweede ter hoogte van het Westplein.

De voorbehouden ruimten voor het openbaar vervoer per spoor dienen te worden gepland in overleg met de betrokken besturen.

GGB nr. 4 - Van Volxem Dit gebied is bestemd voor handelszaken, kantoren, productie-activiteiten, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten.

De vergroting van de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren is ten opzichte van de feitelijke toestand van het G.B.P. beperkt tot 25.000 m2.

GGB nr. 5 - Marsveld Dit gebied is bestemd voor woningen, kantoren, handelszaken, productie-activiteiten, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en groene ruimten.

De vergroting van de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren is ten opzichte van de feitelijke toestand van het G.B.P. beperkt tot 8.000 m2.

De vloeroppervlakte bestemd voor woningen mag niet lager zijn dan de vloeroppervlakte bestemd voor kantoren.

GGB nr. 6 - Charle-Albert In het kasteel mag een programma van maximum 1.000 m2 aan kantoorruimte worden opgenomen. Op het achterste gedeelte mag een programma opgenomen worden van 3.500 m2 aan administratieve oppervlakten ter compensatie van de wederopbouw van het kasteel.

GGB nr. 7 - Van Praet Dit gebied is in hoofdzaak bestemd voor groene ruimten en woningen.

Het kan ook worden bestemd voor handelszaken, productie- of nijverheidsactiviteiten en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten.

De oppervlakte bestemd voor de groene ruimten bedraagt 5 ha, de groene ruimten op of langs de weg niet inbegrepen.

De stedelijke vormgeving van het geheel beoogt de herstructurering van de wegen naar de Vuurkruisenlaan en vanaf de Jules Van Praetlaan, het centrum van Neder-over-Heembeek en de bediening van het gebied voor stedelijke industrie.

GGB nr. 8 - Prins Albert Dit gebied is bestemd voor woningen, winkels, de uitbreiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, een hotelinrichting met een capaciteit van meer dan honderd kamers en kantoren.

De voor kantoren bestemde vloeroppervlakte, met uitzondering van die welke het gevolg is van de uitbreiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, mag niet groter zijn dan 2.000 m2 ten opzichte van de feitelijke toestand op 23 maart 1990.

Het traject van de Stadswandelingen zal in de ordening van deze perimeter worden geïntegreerd.

GGB nr. 9 - Daillykazerne Dit gebied is bestemd voor woningen, winkels, uitrustingen van collectief belang en van openbare diensten en kantoren.

De vloeroppervlakte bestemd voor kantoren mag niet meer bedragen dan 25 % van alle vloeroppervlakten binnen dit gebied.

Een openbare groene ruimte met een minimumoppervlakte van 0,6 ha dient te worden aangelegd.

GGB nr. 10 - Thurn & Taxis Dit gebied is bestemd voor woningen, winkels, kantoren, uitrustingen van collectief belang en van openbare diensten en groene ruimten.

De oppervlakte voor de openbare groene ruimten mag niet kleiner zijn dan 1 ha, de bij de wegen horende groenverzieningen niet inbegrepen.

De vloeroppervlakte voor woningen mag niet kleiner zijn dan 25 % van de totale vloeroppervlakte.

K. PROGRAMMA VAN DE GEBIEDEN VAN GEWESTELIJK BELANG MET UITGESTELDE AANLEG Gebied A (JOSAPHATSTATION) Dit gebied zal in hoofdzaak voor woningen bestemd worden.

Het zal ook voor kantoren, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, nijverheids- of ambachtsactiviteiten en groene ruimten bestemd kunnen worden.

Gebied B (VORMINGSSTATION) Dit gebied zal in hoofdzaak bestemd worden voor nijverheids- en ambachtsactiviteiten.

Het zal ook voor kantoren en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten bestemd kunnen worden.

De kaarten bij dit gewestelijk bestemmingsplan verschijnen in bijvoegsel bij het Belgisch Staatsblad van heden.

Raadpleging van de bijlage

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage bij het ontwerp van GBP Lijst van de besturen en gewestelijke instellingen van openbaar nut die zijn geraadpleegd in het raam van de uitwerking van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan overeenkomstig artikel 28, alinea 2, van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw Besturen : Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting;

Diensten van de Secretaris-Generaal : Dienst Studies en Statistieken;

Bestuur Plaatselijke Besturen;

Bestuur Uitrusting en Vervoer;

Bestuur Economie en Tewerkstelling.

Gewestelijke instellingen van openbaar nut : BIM : Brussels Instituut voor Milieubeheer.

BGHM : Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij;

GOMB : Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij van BrusseL;

Haven van Brussel;

MIVB : Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel;

BGDA : Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.

^