Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 2000
gepubliceerd op 12 april 2000

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het personeelsreglement van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2000031068
pub.
12/04/2000
prom.
23/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/23/2000031068/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MAART 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het personeelsreglement van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op het artikel 40, § 1;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de directieraad van het ministerie;

Gelet op het protocol nr. 2000/5 van het sectorcomité XV van 3 maart 2000;

Op de voordracht van de Minister en de Staatssecretaris tot wiens bevoegdheden het Openbaar Ambt behoort, Besluit :

Artikel 1.De vacante betrekkingen bedoeld in artikelen 61, 62, 63, 64 en 71 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest worden per dienstnota ter kennis gebracht van de ambtenaren van het ministerie die de benoemingsvoorwaarden kunnen vervullen.

De betrokkenen bevestigen de ontvangst van de dienstnota. Indien de betrokken ambtenaar tijdelijk van de dienst afwezig is, om welke reden ook, wordt de dienstnota bij aangetekend schrijven naar zijn woonplaats gezonden.

De vacante betrekkingen bedoeld in het artikel 64 van hetzelfde besluit worden ter kennis gebracht van de ambtenaren die niet tot het ministerie behoren door middel van een oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad.

Art. 2.Worden enkel in aanmerking genomen, de kandidaturen van de ambtenaren van het ministerie die binnen een termijn van vijftien werkdagen hetzij per aangetekend schrijven gericht zijn aan de voorzitter van de directieraad, hetzij bezorgd zijn aan de voorzitter van de directieraad of zijn afgevaardigde tegen ontvangstbewijs. Deze termijn gaat in ofwel de dag waarop de ambtenaar zijn visum aangebracht heeft op de dienstnota, ofwel de dag waarop het aangetekend schrijven met de dienstnota door de post werd aangeboden op de woonplaats van de ambtenaar.

Voor de ambtenaren die niet tot het ministerie behoren, begint de termijn bedoeld in het eerste lid te lopen daags na de publicatie van de oproep in het Belgisch Staatsblad.

Elke kandidatuur voor een bevorderingsbetrekking dient een uiteenzetting te bevatten over de elementen die de kandidatuur staven.

Het staat de ambtenaren vrij om voorafgaandelijk te dingen naar elke betrekking die eventueel vacant zou worden verklaard tijdens hun afwezigheid. De geldigheid van een dergelijke kandidatuur is beperkt tot twee maanden. Zij behoort met een aangetekend schrijven ingediend te worden bij de voorzitter van de directieraad.

Art. 3.Van het voorstel bedoeld in artikelen 69 en 75 van hetzelfde besluit wordt kennis gegeven per dienstnota aan de ambtenaren die zich kandidaat hebben gesteld voor de te begeven betrekking.

De betrokkenen bevestigen de ontvangst van de dienstnota. Indien de betrokken ambtenaar tijdelijk van de dienst afwezig is, om welke reden ook, wordt de dienstnota bij aangetekend schrijven naar zijn woonplaats gezonden.

De termijnen bedoeld in artikelen 69 en 75 van hetzelfde besluit gaan in ofwel de dag waarop de ambtenaar zijn visum aangebracht heeft op de dienstnota, ofwel de dag waarop het aangetekend schrijven met de dienstnota door de post werd aangeboden op de woonplaats van de ambtenaar.

Art. 4.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 juli 1993 tot vaststelling van het personeelsreglement van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgeheven.

Art. 5.De Minister en de Staatssecretaris bevoegd voor Openbaar Ambt zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 maart 2000.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, Mevr. A. NEYTS-UYTTEBROECK De Staatssecretaris belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. DELATHOUWER

^