Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 02 maart 2000
gepubliceerd op 07 april 2000

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot instelling ten gunste van het personeel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid van een stelsel van indisponibiliteitstelling voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2000031094
pub.
07/04/2000
prom.
02/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/02/2000031094/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 MAART 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot instelling ten gunste van het personeel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid van een stelsel van indisponibiliteitstelling voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid inzonderheid op artikel 8, § 2;

Overwegende dat de personeelsleden van het meester- en werkliedenpersoneel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid het hoofd moeten bieden aan zware of lastige lichamelijke taken die vanaf een hogere leeftijd risico's inhouden aangezien hun fysieke conditie het hen niet meer toelaat die taken nog even doeltreffend, veilig en snel te vervullen als hun jongere collega's dit doen;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiên, gegeven op 25 mei 1999;

Gelet op het akkoord van de federale Minister van pensioenen, gegeven op 24 augustus 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 december 1999;

Gelet op het protocol nr. 99/13 van 2 juni 1999 van het Sectorcomité XV;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 23 december 1999 over de adviesaanvraag binnen een maand te verstrekken door de Raad van de State;

Gelet op het advies van de Raad van State dat met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de coördineerde wetten op de Raad van de State 31 januari 2000 werd gegeven;

Gelet op de beraadsloging van de Regering Op voorstel van de Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, Besluit :

Artikel 1.De personeelsleden van het meester- en werkliedenpersoneel, waarvan sprake in punt B. van het besluit van 23 maart 1995 tot vaststelling van het personeelsreglement van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, die in een stelsel van volledige prestaties werken, minimum vijvenvijftig jaar oud zijn, ten minste vijventwintig jaar voltijdse dienst bij het Agentschap « Net Brussel » tellen en in dienstactiviteit waren de laatste twaalf maanden die de datum van aanvraag voorafgaan, kunnen op hun aanvraag in disponibiliteit voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd worden gesteld.

Onder dienstactiviteit wordt verstaan de materie die is geregeld bij artikelen 102, 103 en 103bis van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 tot vaststelling van het statuut van de rijksambtenaren.

Wordt gelijkgesteld met een dienstactiviteit bij het Agentschap de activiteiten die zijn uitgeoefend in dienst van de Openbare Reinheid van de Agglomeratie en van een gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2.De aanvraag tot indisponibiliteitstelling voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd gebeurt onherroepelijk per aangetekend schrijven bij de post en wordt gericht aan de Leidend Amtenaar en dit drie maanden vóór de aanvangsdatum van het verlof dat in het verzoekschrift is vermeld.

De indisponibiliteitstelling voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd wordt toegekend door de Leidend Ambtenaar binnen drie maanden na de aanvraag, nadat is nagegaan of de aanvraag aan alle in dit besluit vastgelegde voorwaarden om erop aanspraak te kunnen maken, voldoet. De Leidend Ambtenaar bepaalt de aanvangsdatum van de indisponibiliteitstelling, die ten laatste ingaat negen maanden na indiening van de aanvraag.

Art. 3.Het personeelslid is in disponibiliteit voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd tot en met de laatste dag van de maand waarin het de leeftijd van zestig jaar bereikt.

Het personeelslid wordt ambtshalve gepensioneerd op de leeftijd van zestig jaar.

Art. 4.Het personeelslid in disponibiliteit voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd, geniet tijdens de hele periode van disponibiliteit een wachtgeld van 75 % van de laatste activiteitswedde. Dit wachtgeld is gelijkgesteld op het vlak van de sociale zekerheid met de wedde die aan het personeelslid zou worden toegekend indien hij in disponibiliteit was wegens ziekte.

Het vakantiegeld en de eindejaarspremie worden in dezelfde verhoudingen toegekend.

Het personeelslid in disponibiliteit voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd behoudt de positie van dienstactiviteit.

Hij verliest echter zijn rechten op bevordering en kan zich niet beroepen op ziekten of gebrekkigheden opgelopen tijdens zijn periode van disponibiliteit.

Art. 5.Onverminderd artikel 5 wordt het personeelslid in disponibiliteit voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd geacht tijdens de periode van disponibiliteit een volledige wedde te krijgen, berekend alsof het personeelslid in beperkte activiteit was gebleven.

Art. 6.De personeelsleden in disponibilitei gesteld overeenkomstig dit besluit kunnen een beroepsactiviteit uitoefenen. Indien echter de inkomsten van deze beroepsactiviteit de grenzen inzake cumulatie voorzien in artikelen 4 en 9 van de wet van 5 april 1994 tot regeling van de cumulatie van de pensioenen van de openbare sector met de inkomsten afkomstig van de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen overschrijden zal het wachtgeld verminderd of geschorst worden op dezelfde wijze als een rustpensioen.

Teneinde de naleving van deze bepaling te verzekeren zal het personeelslid aan het Gewestelijk Agentschap voor Netheid in zijn aanvraag, waarvan sprake in artikel 3, uitdrukkelijk de toestemming geven elke nuttige informatie, onder andere bij de Administratie der Belastingen, op te vragen.

Art. 7.De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu, Waterbeleid, van Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 maart 2000.

Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordering, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN

^