Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 07 februari 2001
gepubliceerd op 29 maart 2001

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2001031130
pub.
29/03/2001
prom.
07/02/2001
ELI
eli/besluit/2001/02/07/2001031130/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 FEBRUARI 2001. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op het artikel 40, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 414;

Overwegende dat overeenkomstig de door dit besluit gewijzigde bepaling, zijn vrijgesteld van de voorwaarden van het managementbrevet, de kandidaten die voldoen aan de graadanciënniteitsvereiste om zich rechtsgeldig kandidaat te stellen op 1 juli 1999, datum van de inwerkingtreding van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, terwijl momenteel de kandidaten die de vereiste anciënniteit slechts na deze datum bekomen, hiervan niet zijn vrijgesteld;

Dat het behoud van de oorspronkelijke versie van de gewijzigde bepaling een ongelijkheid onder de kandidaten zou kunnen bewerkstelligen;

Overwegende dat, om de gelijkheid onder de kandidaten te herstellen, deze vereiste inzake het vervullen van de anciënniteitsvoorwaarde op datum van 1 juli 1999 dient te worden geschrapt;

Overwegende dat op dit vlak dezelfde behandeling moet worden toegepast op de ambtenaren van rang B1, C1, D1 en E1;

Dat om deze redenen, dientengevolge dezelfde wijziging dient te worden aangebracht in paragraaf 2 van de gelaakte bepaling;

Gelet het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 oktober 2000;

Gelet op het protocol nr. 2000/17 van sector XV van 16 november 2000;

Gelet op de beslissing van de Regering tot verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van ten hoogste één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State 31.000/4, gegeven op 17 januari 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister en de Staatssecretaris belast met Openbaar Ambt;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 414 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest wordt gewijzigd als volgt : 1° het tweede lid van § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « In afwijking van artikel 65, worden de ambtenaren vrijgesteld van de voorwaarden van het bezit van het managementbrevet om zich kandidaat te stellen voor een kaderbetrekking van rang A2 of voor een betrekking van rang A3.»; 2° het eerste lid van § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.In afwijking van artikel 72, worden de ambtenaren die titularis zijn van een graad van respectievelijk rang B1, C1, D1 en E1 vrijgesteld van de voorwaarden van het bezit van het brevet om zich kandidaat te stellen voor een betrekking van rang B2, C2, D2 en E2. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De Minister en de Staatssecretaris bevoegd voor Openbaar Ambt zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 februari 2001.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. DE DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. DELATHOUWER

^