Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 juni 2001
gepubliceerd op 03 juli 2001

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de handel in wild van 1 juli 2001 tot 30 juni 2003 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2001031242
pub.
03/07/2001
prom.
28/06/2001
ELI
eli/besluit/2001/06/28/2001031242/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JUNI 2001. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de handel in wild van 1 juli 2001 tot 30 juni 2003 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op artikel 10, vervangen door de ordonnantie van 29 augustus 1991;

Gelet op het overleg gepleegd tussen de betrokken gewestregeringen op 22 februari 2001;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 27 maart 2001;

Gelet op het advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 30 maart 2001;

Gelet op de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies 31.669/3 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu en Natuurbehoud;

Na erover te hebben beraadslaagd, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing van 1 juli 2001 tot 30 juni 2003.

Art. 2.§ 1. De periodes tijdens welke wild van de soort edelhert in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest in de handel mag worden gebracht, worden vastgesteld als volgt : 1° hert : van 15 september tot 15 februari;2° hinde en jongen van beide geslachten : van 1 oktober tot 15 februari. § 2. In de periode waarin het schieten, in een ander Belgisch gewest, en het vervoer van alleen het hert is toegestaan, met uitsluiting van de hinde, is het vervoer tot aan de plaats van verbruik of van de handel slechts geoorloofd wanneer het dier op zichtbare wijze de uiterlijke kenmerken van zijn geslacht draagt.

Het bedoelde vervoer van herten, hinden en de jongen van beide geslachten is bovendien slechts geoorloofd wanneer een getuigschrift wordt voorgelegd waarin wordt vastgesteld dat het vervoerde dier tot één van de soorten behoort waarvan het schieten is toegestaan.

Art. 3.§ 1. De periodes tijdens welke wild van de soort ree in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest in de handel mag worden gebracht, worden vastgesteld als volgt : 1° reebok : van 15 mei tot 15 december;2° reegeit en jongen van beide geslachten : van 1 oktober tot 25 maart. § 2. In de periode waarin het schieten, in een ander Belgisch gewest, en het vervoer van hetzij alleen de reebok, met uitsluiting van de reegeit, hetzij alleen de reegeit (en de jongen van beide geslachten), met uitsluiting van de reebok, is toegestaan, is het vervoer tot aan de plaats van verbruik of van de handel slechts geoorloofd wanneer het dier op zichtbare wijze de uiterlijke kenmerken van zijn geslacht of het gewei draagt.

Het bedoelde vervoer van reebokken, reegeiten en de jongen van beide geslachten is bovendien slechts geoorloofd wanneer het dier gemerkt is met een label of wanneer een getuigschrift wordt voorgelegd waarin wordt vastgesteld dat het vervoerde dier tot één van de soorten behoort waarvan het schieten is toegestaan.

Art. 4.§ 1. De periodes tijdens welke wild van de soort damhert in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest in de handel mag worden gebracht, worden vastgesteld als volgt : 1° damhert : van 15 september tot 15 februari;2° damhinde en jongen van beide geslachten : van 1 oktober tot 15 februari. § 2. In de periode waarin het schieten, in een ander Belgisch gewest, en het vervoer van alleen het damhert is toegestaan, met uitsluiting van de damhinde, is het vervoer tot aan de plaats van verbruik of van de handel slechts geoorloofd wanneer het dier op zichtbare wijze de uiterlijke kenmerken van zijn geslacht draagt.

Art. 5.Wild van de soort moeflon mag in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest in de handel worden gebracht van 1 oktober tot 15 februari wat betreft : 1° de moeflonram waarvan één hoorn, gemeten langs de buitenzijde, minstens 60 cm bereikt;2° vrouwelijke moeflons evenals lammeren van het vrouwelijk geslacht;3° jonge mannelijke dieren met hoornen van maximum 15 cm.

Art. 6.Wild zwijn mag in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest in de handel worden gebracht van 1 mei tot 10 februari.

Art. 7.§ 1. De periodes tijdens welke klein wild in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest in de handel mag worden gebracht, worden vastgesteld als volgt : 1° patrijs : van 1 september tot 10 december;2° haas : van 15 oktober tot 10 januari;3° fazantenhaan : van 15 oktober tot 10 februari;4° fazantenhen : van 15 oktober tot 10 januari. § 2. In de periode waarin het schieten, in een ander Belgisch gewest, en het vervoer van alleen de fazantenhaan is toegestaan, met uitsluiting van de fazantenhen, is het vervoer, het te koop aanbieden, het verkopen en het kopen ervan alleen geoorloofd indien minstens het dier zijn staartveren heeft behouden.

Art. 8.Wilde eend mag in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest in de handel worden gebracht van 15 augustus tot 10 februari.

Art. 9.De periodes tijdens welke overig wild in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest in de handel mag worden gebracht, worden vastgesteld als volgt : 1° konijn : gans het jaar;2° houtduif : van 15 augustus tot 10 maart.

Art. 10.De Minister van Leefmilieu en Natuurbehoud is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 juni 2001.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

^