Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 06 september 2001
gepubliceerd op 05 oktober 2001

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de ingebruikstelling van vijf taxivoertuigen aangepast aan het vervoer van mindervaliden en de toekenning van subsidies voor het aanpassen en uitrusten van de Brusselse taxi's

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2001031332
pub.
05/10/2001
prom.
06/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/06/2001031332/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 SEPTEMBER 2001. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de ingebruikstelling van vijf taxivoertuigen aangepast aan het vervoer van mindervaliden en de toekenning van subsidies voor het aanpassen en uitrusten van de Brusselse taxi's


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, in het bijzonder artikel 5;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 betreffende de toekenning van subsidies voor het aanpassen en uitrusten van de Brusselse taxi's;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 maart 2001 dat het maximum aantal voertuigen vastlegt waarvoor exploitatievergunningen voor het uitbaten van taxidiensten kunnen worden afgeleverd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat de door de verenigingen van gehandicapten uitgedrukte noden de noodzaak bevestigen dat een aantal taxivoertuigen aangepast aan het vervoer van gehandicapten in een rolstoel ter beschikking van het publiek worden gesteld;

Overwegende dat de aansporingen die tot op vandaag door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zijn aangenomen en die in het bijzonder voortvloeien uit het besluit van 23 oktober 1997 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van subsidies alsook van de basisbeginselen betreffende de aanpassing van de voertuigen aan het vervoer van mindervaliden voor het begrotingsjaar 1998, alsook uit het besluit van 4 maart 1999 betreffende de toekenning van subsidies voor de aanpassing en uitrusting van de Brusselse taxi's er jammer genoeg niet voor gezorgd hebben dat de beoogde doelstellingen gerealiseerd werden aangezien geen enkele uitbater die onder de toekenningsvoorwaarden viel, belangstelling heeft getoond om een reeds als taxi gebruikt voertuig aan te passen om het gedeeltelijk te bestemmen voor het vervoer van mindervaliden;

Overwegende de beschikbare begrotingskredieten toegekend overeenkomstig toewijzing 12.70.22.51.12 van het budget 2001 voor de uitrusting en de algemene promotie van taxi's, die het mogelijk maken het aanpassen van vijf taxivoertuigen met het oog op het vervoer van mindervaliden te overwegen;

Overwegende de bijzondere behoeften dewelke het vervoer per taxi van deze personen met zich meebrengt en de omstandigheid dat de tot op deze dag ontwikkelde aansporingen vruchteloos zijn gebleken;

Overwegende dat de implementatie van de maatregelen een zekere ervaring en een zekere stabiliteit in de sector van de taxidiensten veronderstelt om een kwaliteitsservice te leveren in het voordeel van de mindervaliden waarbij gehoopt wordt dat er een gewenningseffect optreedt;

Gezien het advies van de Inspecteur van Financiën van 4 mei 2001;

Gezien het akkoord van de Minister voor Begroting van 10 mei 2001;

Gezien de beraadslaging van de Regering van 19 april 2001 op de adviesaanvraag die de raad ven State binnen de maand moet geven;

Gezien het advies 31.776/4 van de Raad van State van 10 juli 2001 overeenkomstig artikel 84 eerste alinea, 1° van de gecoördineerde wetten over de Raad van State;

Op voorstel van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, tot wiens bevoegdheden de taxidiensten en de verhuurdiensten van voertuigen met chauffeur behoren en van de Staatssecretaris die aan hem is toegevoegd;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Gedurende een periode die afloopt op 31 december 2001 en met afwijking van het besluit van 8 maart 2001 dat het maximum aantal voertuigen vastlegt voor dewelke exploitatievergunningen voor het uitbaten van taxidiensten kunnen worden afgeleverd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kan de regering, op vraag van een uitbater die sedert ten minste drie jaar titularis is van een exploitatievergunning voor taxidiensten en die zich ertoe verbindt een als taxi gebruikt voertuig hoofdzakelijk te bestemmen voor het vervoer van mindervaliden, het aantal voertuigen dat het voorwerp uitmaakt van haar exploitatievergunning van een taxidienst, met een eenheid en tot een maximum aantal van vijf voertuigen voor het gehele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, verhogen en aan deze exploitant de subsidie toekennen voorzien in het besluit van de Regering van 4 maart 1999 betreffende de toekenning van subsidies voor het aanpassen en uitrusten van de Brusselse taxi's onder de voorwaarden bepaald in dat besluit met uitzondering van de artikelen 3, § 1, derde zin, en 5 tot 9.

Art. 2.De uitbaters die van de bepalingen van het huidige besluit willen genieten, moeten binnen de vijftien dagen na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, hun met redenen omklede aanvraag indienen bij het Gewestelijke Bestuur voor de taxi's waarbij : 1° zij zich ertoe verbinden het aangepaste voertuig voor het vervoer van gehandicapte personen in een rolstoel en beantwoordend aan de technische voorschriften bepaald door het besluit van 4 maart 1999, ten minste ten belope van de helft van de ritten, voor het transport van deze mensen te gebruiken op straffe van intrekking van het voordeel verkregen door de verhoging van het aantal voertuigen beoogd door de exploitatievergunning voor een taxidienst en het zich gedwongen te zien de eventueel toegekende subsidie terug te betalen, onverminderd de toepassing van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de verhuur van voertuigen met chauffeur, in het bijzonder artikel 12;2° zij de ingediende aanvraag met het oog op het nagestreefde doel verder moeten ontwikkelen, namelijk de wens de gehandicapten in een rolstoel die taxivoertuigen aangepast aan hun vervoer te hunner beschikking willen zien tegemoet te komen, en ze moeten de bijzondere hulpmiddelen tonen die noodzakelijk zijn om een dergelijke vervoerswijze in de best mogelijke comfortabele, veilige en snelle omstandigheden te verzekeren om de vraag naar vervoer ter antwoord te zijn;3° zij bij de aanvraag het bestek moeten voegen betreffende de aankoop van een nieuw eenvolumewagen, de aanpassingswerken en de installatie van het materiaal dat het mogelijk maakt deze personen in een rolstoel te vervoeren.

Art. 3.§ 1. De Regering wijst ten hoogstens deze vijf uitbaters aan die zullen genieten van de maatregelen bedoeld in artikel 1 en baseert zich hierbij op de inhoud van de ingediende aanvraag en de bijlagen, op het nagestreefde doel en op de aard van openbaar nut van deze dienstverlening. § 2. De subsidie wordt vereffend op schriftelijke aanvraag ingediend bij het Gewestelijke Bestuur voor de taxi's vergezeld van de volgende documenten: 1° de aankoopfactuur van het voertuig;2° de factuur van de aanpassingswerken en van de leveringen;3° het betalingsbewijs van de verzekering voor het voertuig. Deze documenten worden opgestuurd naar of neergelegd bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Bestuur Uitrusting en Vervoer - Directie der Taxi's (A4), Vooruitgangstraat 80, bus 1, te 1030 Brussel.

Art. 4.Het onderhavige besluit treedt in werking de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.De Minister bevoegd voor de taxidiensten en de verhuurdiensten van voertuigen met chauffeur en de Staatssecretaris die met hem samenwerkt zijn, ieder voor hun bevoegdheden, belast met de uitvoering van het onderhavige besluit.

Brussel, 6 september 2001.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Staatsminister, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen, W. DRAPS

^