Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 september 2001
gepubliceerd op 28 november 2001

Besluit van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 3 februari 1994 tot uitvoering van de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van de herwaardering van de wijken

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2001031412
pub.
28/11/2001
prom.
20/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/20/2001031412/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2001. - Besluit van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 3 februari 1994 tot uitvoering van de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van de herwaardering van de wijken


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van de herwaardering van de wijken, gewijzigd door de ordonnantie van 20 juli 2000;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 februari 1994 tot uitvoering van de ordonnantie van 7 oktober 1993 houdende organisatie van de herwaardering van de wijken, gewijzigd door de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 mei 1996 en 10 februari 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 januari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 januari 2001;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies 31.337/4 van de Raad van State, gegeven op 25 juni 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 februari 1994, gewijzigd door de besluiten van 30 mei 1996 en 10 februari 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) 3° wordt aangevuld als volgt : « gewijzigd door de ordonnantie van 20 juli 2000 ».b) Het artikel wordt als volgt aangevuld : « 7° plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling : de plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling bedoeld in artikel 5, § 2 van de ordonnantie.8° begunstigde : de gemeente, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, de instelling van openbaar nut of de vereniging zonder winstoogmerk, die toelagen aanvraagt of gekregen heeft krachtens artikel 3 van de ordonnantie.9° vierjarenprogramma : het vierjarenprogramma inzake herwaardering bedoeld in artikel 5 van de ordonnantie.»

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De subsidies toegekend in het kader van dit besluit kunnen worden gecumuleerd met deze toegekend krachtens andere gewestelijke of Europese reglementeringen, op voorwaarde dat het gecumuleerde bedrag van deze subsidies de investeringskosten ten laste van de begunstigde niet overschrijden.

De begunstigde verbindt zich ertoe het Gewest te informeren over elke andere aangevraagde of verkregen toelage betreffende de operaties vervat in het vierjarenprogramma, afkomstig uit de Europese Unie of iedere andere Belgische overheid. »

Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 30 mei 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 3.§ 1. Kunnen worden gesubsidieerd in het kader van de operaties bedoeld in artikel 4, 1° van de ordonnantie, de volgende handelingen en werken : 1° de studies van voorontwerpen en ontwerpen, evenals de technische proeven;2° de aankoop van onroerende goederen, in voorkomend geval verkregen door onteigening;de goederen kunnen aangekocht zijn in het jaar voorafgaand aan de goedkeuring van het vierjarenprogramma door de gemeente, middels de toelating van de Minister of zijn afgevaardigde; 3° de bewarende en dringende werkzaamheden die voorafgaandelijk werden goedgekeurd door de Minister of zijn afgevaardigde;4° de renovatie-, bouw- of wederopbouwwerken van gebouwen en hun directe omgeving;5° de afbraakwerken voorafgaand aan die wederopbouw;6° de sanerings-, nivellerings-, drainerings en afwateringswerken betreffende genoemde gebouwen;7° de toezichthoudende en leidinggevende opdrachten van de werken die ten laste vallen van de bouwheer en de ontwerper. § 2. De gerenoveerde, gebouwde of wederopgebouwde gebouwen worden bestemd voor huisvesting gelijkgesteld met sociale huisvesting die beantwoordt aan de voorwaarden bepaald door artikel 25 van dit besluit.

Die gebouwen kunnen bovendien worden bestemd voor ambachtelijke of industriële activiteiten, op voorwaarde dat deze bestemmingen beperkt zijn tot 500m5 per stedenbouwkundig project en tot 20 % van de totale oppervlakte van de gebouwen bedoeld door het vierjarenprogramma. § 3. Indien gerenoveerde, gebouwde of wederopgebouwde gebouwen een financiële inbreng genieten van een privaatrechtelijke rechtspersoon, wordt de toelage berekend op basis van de kostprijs van de investering, onder aftrek van het bedrag van die inbreng. § 4. In geval van onderhandse aankoop, zal het bedrag van de toelage berekend worden op basis van de prijs en in geen geval de schatting van de ontvanger van de registratie mogen overschrijden.

In geval van onteigening zal het bedrag van de toelage berekend worden op basis van de kostprijs van de onteigening vermeerderd met de kosten van een eventuele gerechtelijke procedure. »

Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 30 mei 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) § 1,1° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° de aankoop van al dan niet gebouwde onroerende goederen of het nemen van een recht van erfpacht op onroerende goederen door de begunstigde;de goederen kunnen aangekocht zijn of in erfpacht genomen zijn in het jaar dat voorafgaat aan de goedkeuring van het vierjarenprogramma door de gemeente, mits de toestemming van de Minister of diens afgevaardigde; in geval van onderhandse aankoop, zal het bedrag van de toelage berekend worden op basis van de prijs en in geen geval de schatting van de ontvanger van de registratie mogen overschrijden; in geval van onteigening zal het bedrag van de toelage berekend worden op basis van de kostprijs van de onteigening vermeerderd met de kosten van een eventuele gerechtelijke procedure; » b) In § 2 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde », de woorden « van de gemeente ».worden vervangen door de woorden « van de begunstigde » en de woorden « aan de gemeente » worden vervangen door de woorden « aan de begunstigde » c) In § 2, 4° worden de woorden « één frank » vervangen door de woorden « één euro » .d) In § 3 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In § 1, 2° werden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».b) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2 De begunstigde verbindt zich tot een opdracht ter bevordering van werken conform artikel 9 van de wet van 24 december 1993 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. Het bijzonder bestek specificeert inzonderheid : 1° de verplichting van de begunstigde voor de duur van de werken en dit voor een periode van maximum veertig jaar, een maximum van 75 % van de afgewerkte woningen in erfpacht te nemen;het erfpachtrecht is als volgt betaalbaar : betaling van de hoofdsom bij het einde der werken en gedeeltelijke en geïndexeerde betalingen in overeenstemming met de huurwaarden met aftrek van de beheerskosten; 2° de beschrijving van de uit te voeren werken en de maximale toegestane kostprijs;3° de verplichting van de promotor voor de betreffende investering een analytische en afzonderlijke boekhouding te voeren en een door de begunstigde aangestelde opzichter in staat te stellen de werfverslagen en het dagboek der werken in te zien volgens de grondbeginselen van een open boek-operatie;4° de verplichting de werken te beëindigen binnen een vooropgestelde termijn;te dien einde wordt de promotor verplicht de nodige financiële garanties te verstrekken; 5° de toekenning aan de begunstigde en bij ontstentenis aan het Gewest van een recht van voorkoop in geval van verkoop van het goed, tijdens de duur van de erfpacht, en waarvan de modaliteiten vastgelegd zijn in het bijzonder bestek. De overeenkomst gesloten tussen de begunstigde en de promotor wordt van kracht na goedkeuring door de Minister of zijn afgevaardigde. »

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In § 1, 4° van hetzelfde besluit wordt het woord « gemeentelijke » geschrapt.b) § 2 wordt aangevuld door de volgende leden : « In geval van onderhandse aankoop, zal het bedrag van de toelage berekend worden op basis van de prijs en in geen geval de schatting van de ontvanger van de registratie mogen overschrijden. In geval van onteigening zal het bedrag van de toelage berekend worden op basis van de kostprijs van de onteigening vermeerderd met de kosten van een eventuele gerechtelijke procedure. »

Art. 7.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) § 1 wordt aangevuld als volgt : « 7° handelingen en werken betreffende de terbeschikkingstelling van wijkinfrastructuren, met name : a) de studies van voorontwerpen en ontwerpen evenals de technische proeven;b) de verwerving, in voorkomend geval door onteigning, van onroerende goederen;de goederen mogen verworven zijn tijdens het jaar voorafgaand aan de aanneming van het vierjarenprogramma door de gemeente, mits de toestemming vanwege de Minister of zijn gemachtigde; c) de bewarende en dringende werken die vooraf werden goedgekeurd door de Minister of zijn gemachtigde;d) de werken voor de renovatie, de nieuwbouw en de heropbouw van gebouwen en de aanhorigheden ervan;e) de afbraakwerken die aan deze heropbouw voorafgaan;f) de sanerings-, nivellerings-, drainerings- en afwateringswerken aan deze gebouwen;g) de opdrachten inzake het toezicht op de werken en de leiding erover ten laste van de bouwheer en de ontwerper.» b) In § 2 worden de woorden « de onroerende investeringen » vervangen door de woorden « de roerende en onroerende investeringen ».c) § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling : « In geval van onderhandse aankoop, zal het bedrag van de toelage berekend worden op basis van de prijs en in geen geval de schatting van de ontvanger van de registratie mogen overschrijden. In geval van onteigening zal het bedrag van de toelage berekend worden op basis van de kostprijs van de onteigening vermeerderd met de kosten van een eventuele gerechtelijke procedure. » d) § 4 wordt geschrapt.

Art. 8.In de tweede zin van het eerste lid van artikel 8 worden de woorden « twee miljoen frank » vervangen door de woorden « vijftigduizend euro ».

Art. 9.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden « voor de algemene coördinatie » vervangen door de woorden « voor de opvolging ».

Art. 10.Een artikel 9bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd als inleiding tot afdeling II « Opstelling en goedkeuring van het programma » : «

Art. 9bis.§ 1. De plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling bestaat minstens uit : 1° drie afgevaardigden van de gemeente;2° acht afgevaardigden van de bewoners van de wijk waarop het vierjarenprogramma betrekking heeft;3° twee afgevaardigden van de verenigingen, de onderwijsinstellingen of de bedrijfswereld van de wijk waarop het vierjarenprogramma betrekking heeft;4° twee afgevaardigden voorgesteld door het « Netwerk Wonen »;5° een afgevaardigde van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;6° een afgevaardigde van de plaatselijke opdracht en een afgevaardigde van het Overleg Opleidings- en Tewerkstellingsprojecten Brussel daar waar partnerschapsovereenkomsten inzake socio-professionele inschakeling bestaan met de Plaatselijke Opdracht;7° twee vertegenwoordigers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;8° een vertegenwoordiger van het bestuur van de Franse Gemeenschapscommissie, indien het dit wenst;9° een vertegenwoordiger van het bestuur van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, indien het dit wenst; De afgevaardigden bedoeld in 2° en 3° worden aangesteld tijdens een algemene wijkvergadering georganiseerd door de gemeente. § 2 Op voordracht van de gemeenteraad keurt de Minister het huishoudelijk reglement goed van de plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling die de wijze bepaalt om, in de schoot van de algemene wijkvergadering, de sub § 1, 2° en 3° bedoelde afgevaardigden uit te nodigen en aan te stellen. § 3 Tijdens de opstelling van het vierjarenprogramma roept de gemeente de algemene wijkvergadering bijeen teneinde : 1° de afgevaardigden bedoeld in § 1, 2° en 3° aan te stellen als leden van de plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling;2° informatie te verstrekken over de resultaten van de studie bedoeld in artikel 8 betreffende de uit te voeren prioriteiten;3° informatie te verstrekken over het vierjarenprogramma dat aan een openbaar onderzoek wordt voorgelegd. Tijdens de uitvoering van het vierjarenprogramma roept de gemeente minstens twee algemene wijkvergaderingen per jaar bijeen.

De algemene wijkvergadering komt niet bijeen tijdens de schoolvakanties in de zomer, met Pasen en met Kerstmis. § 4 Tijdens de opstelling van het vierjarenprogramma roept de gemeente de plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling samen, zodat deze laatste advies zou uitbrengen over de volgende studies bedoeld in artikel 8 : 1° studie over de huidige feitelijke en juridische toestand;2° studie betreffende de uit te voeren prioriteiten;3° studie inzake het vierjarenprogramma. Tijdens de uitvoering van het vierjarenprogramma roept de gemeente de plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling minstens acht maal per jaar bijeen.

De plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling komt niet bijeen tijdens de schoolvakanties in de zomer, met Pasen en met Kerstmis.

Art. 11.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden « bedoeld in artikel 5, § 2 van de ordonnantie » geschrapt.

Art. 12.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) De woorden « Bij de aanneming van het vierjarenprogramma » worden geschrapt.b) De woorden « de gemeenteraad » worden vervangen door de woorden « de begunstigde ».

Art. 13.In artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 10 februari 2000, worden de woorden « ten laatste op 30 juni van elk jaar » vervangen door de woorden « op de vervaldag die door deze laatste wordt bepaald, ten vroegste binnen negen maand te rekenen vanaf de betekening van het besluit bedoeld in artikel 13 van de ordonnantie ».

Art. 14.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : § 4. Indien begunstigden andere dan de gemeente tussenbeide komen in het vierjarenprogramma, sluit de Regering een driepartijenovereenkomst met de gemeente en elke andere begunstigde teneinde de rechten en plichten te bepalen van elk der partijen. »

Art. 15.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 16.Wanneer de begunstigde op het ogenblik van de betekening aan de gemeente, door de Regering, van het vierjarenprogramma of de wijziging ervan houder is van een recht van eigendom, erfpacht of opstal op de aan te leggen of te herstellen openbare ruimte, beschikt de begunstigde over een termijn van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van voormelde betekening, voor het bestellen van de werken met betrekking tot de tussenkomsten bedoeld onder artikel 6.

De begunstigde beschikt daarentegen over een termijn van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de betekening aan de gemeente, door de Regering, van het vierjarenprogramma of de wijziging ervan, voor het bestellen van de werken met betrekking tot de tussenkomsten bedoeld onder de artikelen 3, 4 en 5. Hetzelfde geldt voor de tussenkomsten bedoeld onder artikel 6 wanneer de begunstigde geen houder is van een recht van eigendom, erfpacht of opstal op de aan te leggen of te herstellen openbare ruimte.

Art. 16.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In § 1 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde » en wordt een 5° ingevoegd dat als volgt is opgesteld : « 5° het advies van de plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling.» b) In § 2 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».

Art. 17.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In § 1 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».b) In § 1, 1° worden de woorden « van de gemeenteraad » vervangen door de woorden « van de bevoegde overheden ».c) § 1 wordt aangevuld als volgt : « 8° het advies van de plaatselijke commissie voor geïntegreerde ontwikkeling.» d) In § 2 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».

Art. 18.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In § 1, eerste lid worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde »;in het tweede lid worden de woorden « Indien de gemeente » vervangen door de woorden « Indien de begunstigde » en worden de woorden « van de gemeente » vervangen door de woorden « van de begunstigde ». b) In § 2 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde » en in 4° worden de woorden « de gemeenteraad » vervangen door de woorden « de bevoegde overheid ».c) In § 3 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».d) In § 4 worden de woorden « van de gemeente » vervangen door de woorden « van de begunstigde ».

Art. 19.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In § 1 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».b) In § 2 worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».

Art. 20.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) § 1 wordt geschrapt.b) Paragraaf 2 die § 1 is geworden, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1 Er worden voorschotten betaald ten belope van 70 % van het bedrag van de tegemoetkoming van het Gewest voor de operaties bedoeld in de artikelen 3, 4, 6 en 7, § 1, 7°;de voorschotten worden berekend op grond van de verkoops- of erfpachtovereenkomsten of van de provisionele vonnissen in geval van onteigening of op grond van de goedgekeurde inschrijvingen nadat opdracht werd gegeven met de werken te starten. » c) In § 3 die § 2 is geworden, worden de woorden « artikel 7 » vervangen door de woorden « artikel 7, § 1, 1° tot 6° en § 2 », worden de woorden « artikel 7, § 4 » vervangen door de woorden « artikel 14, § 4 » en wordt als volgt aangevuld : « , voor zover de rekeningen van het vorige jaar worden goedgekeurd door de Minister of zijn afgevaardigde.» .

Art. 21.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de woorden « in artikel 3, 4 en 6 » vervangen door de woorden « in artikel 3, 4, 6 en 7, § 1, 7° ».

Art. 22.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In 1° worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».b) In 4° worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».

Art. 23.In artikel 24 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 30 mei 1996, worden de woorden « artikel 7 » vervangen door de woorden « artikel 7, § 1, 1° tot 6° en § 2 ».

Art. 24.Het opschrift van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « Verplichtingen ten laste van de begunstigde van herwaarderingstoelagen« .

Art. 25.In artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 30 mei 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In 1° worden de woorden « 630 000 frank » vervangen door de woorden « vijftienduizend zeshonderd vijftig euro », worden de woorden « 786 000 frank » vervangen door de woorden « negentienduizend vierhonderd vijfentachtig euro », worden de woorden « 870 000 frank » vervangen door de woorden « eenentwintigduizend zeshonderd euro », worden de woorden « 1 050 000 frank » vervangen door de woorden « zesentwintigduizend vijftig euro » en worden de woorden « 48 000 frank » vervangen door de woorden « duizend honderd negentig euro ».b) Het 2° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 2° Inzake berekening van de huurprijs : a) indien de woning toebehoort aan de gemeente, het centrum voor maatschappelijk welzijn of een instelling van openbaar nut, wordt de jaarlijkse huurprijs vastgelegd op een waarde vervat tussen 2 en 5 % van de investeringskosten : deze stemmen overeen met de in artikel 3, § 1 bedoelde handelingen en werken;ingeval het goed toebehoort aan een van die begunstigden vóór de goedkeuring van het vierjarenprogramma, wordt de waarde van het goed vóór werken in aanmerking genomen bij de berekening, op basis van de raming door de ontvanger van de registratie; b) indien de woning in erfpacht wordt genomen volgens de bepalingen van artikel 5, wordt de aanvankelijke jaarlijkse huurprijs begrensd op 5 % van de investeringswaarde met betrekking tot die woning en vastgelegd in toepassing van artikel 5, § 2 van dit besluit;c) de aanvankelijke huurprijs is gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen.» c) In 3°, b) worden de woorden « de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn » vervangen door de woorden « de begunstigde ».d) In 4°, a) worden de woorden « de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn » vervangen door de woorden « de begunstigde ».e) In 4°, b) worden de woorden « van de gemeente of het openbaar centrum van maatschappelijk welzijn » vervangen door de woorden « de begunstigde ».f) In 4°, c) worden de woorden « de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn » vervangen door de woorden « de begunstigde ».

Art. 26.In artikel 26 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 30 mei 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In 1° worden de woorden « 1 250 000 frank » vervangen door de woorden « eenendertigduizend euro », worden de woorden « 100 000 frank » vervangen door de woorden « tweeduizend honderd vijftig euro » en worden de woorden « 930 000 frank » vervangen door de woorden « drieëntwintigduizend honderd euro ».b) Het artikel wordt als volgt aangevuld : « 3° wanneer het bestemd is om te worden bewoond door aankoop, mag de verkoopprijs van die woning de netto bewoonbare prijs van 870 euro/m2 niet overschrijden.Onder bewoonbare m2 dient te worden begrepen, de m5 van de as van de muren van de gemeenschappelijke delen tot de vlakke buitenste draagmuur van de gevel; voor de bewoonbare zolderdelen is de in aanmerking te nemen oppervlakte uitsluitend het gedeelte waarvan de hoogte wordt berekend vanaf het binnendeel van de vloer tot het dak dat één meter overschrijdt.

Op met redenen omklede aanvraag vanwege de privé- of publieke investeerder bedoeld onder artikel 4, § 2, kan de Minister uitzonderlijk, geval per geval, toelating geven om af te wijken van de regeling van de begrensde verkoopprijs bedoeld in lid 1. »

Art. 27.Het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « Afdeling 2 Beperkingen van de rechten van de begunstigde op de middels toelagen verworven, gerenoveerde, gebouwde of herbouwde goederen ».

Art. 28.In artikel 27, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden « de gemeente » vervangen door de woorden « de begunstigde ».

Art. 29.Het opschrift van afdeling 3 van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « Afdeling 3 Controle van de aanwending van de toelagen toegekend aan de begunstigde ».

Art. 30.Tot 1 januari 2002 worden de in euro uitgedrukte bedragen die in de volgende artikelen worden vermeld als volgt omgezet : a) in artikel 4, § 2 moet « veertig frank » als « één euro » worden gelezen;b) in artikel 8 moet « twee miljoen zestienduizend negenhonderd vijfennegentig frank » als « vijftigduizend euro » worden gelezen;c) in artikel 25, 1°, a) moet « zeshonderd eenendertigduizend driehonderd negentien frank » als « vijftienduizend zeshonderd vijftig euro », « zevenhonderd zesentachtigduizend drieëntwintig frank » als « negentienduizend vierhonderd vijfentachtig euro », « achthonderd eenenzeventigduizend driehonderd tweeënveertig frank » als « eenentwintigduizend zeshonderd euro », « één miljoen vijftigduizend achthonderd vierenvijftig frank » als « zesentwintigduizend vijftig euro » en « achtenveertigduizend en vijf frank » als « duizend honderd negentig euro » worden gelezen;d) in artikel 26, 1° moet « één miljoen tweehonderd vijftigduizend vijfhonderd zevenendertig frank » als « eenendertigduizend euro », « honderdduizend achthonderd vijftig frank » als « tweeduizend vijfhonderd euro » en « negenhonderd eenendertigduizend achthonderd tweeënvijftig frank » als « drieëntwintigduizend honderd euro » worden gelezen;e) in artikel 26, 3° moet « vijfendertigduizend zesennegentig frank » als « achthonderd zeventig euro » worden gelezen.

Art. 31.De Minister bevoegd voor de herwaardering van de wijken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 september 2001.

Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS

^