Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 oktober 2002
gepubliceerd op 08 november 2002

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van een toelage aan zwembadexploitanten

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031547
pub.
08/11/2002
prom.
10/10/2002
ELI
eli/besluit/2002/10/10/2002031547/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 OKTOBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van een toelage aan zwembadexploitanten


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 12, derde lid;

Gelet op de ordonnantie van 20 december 2001 houdende de uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2002, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 26 februari 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting gegeven op 28 maart 2002;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu gegeven op 22 maart 2002;

Gelet op de beslissing van de Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies L 33.291/3 van de Raad van State, gegeven op 9 juli 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Bestuur : de Directie Waterbeheer van het Inspectoraat-generaal van het Bestuur Uitrusting en Vervoer van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° Exploitant : de houder van een exploitatievergunning of een milieuvergunning waarbij de exploitatie van een zwembadinrichting wordt toegestaan;3° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid waterbeleid behoort;4° Gebonden chloor : in het water aanwezige chloorderivaten met inbegrip van de chloraminen.

Art. 2.Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan de Minister onder de voorwaarden van dit besluit een tegemoetkoming verlenen, in de vorm van een eenmalige investeringspremie, voor de plaatsing van een waterbehandelingssysteem waardoor de concentraties gebonden chloor in het zwembadwater kunnen worden verminderd en wordt gegarandeerd dat die concentraties lager liggen dan een gemiddelde van 0,3 mg/l.

Worden onder meer bij dit besluit bedoeld, de systemen waardoor : 1° het water ontsmet kan worden met gebruik van minder chloor;2° de waterchloraminen opgevangen en verwijderd kunnen worden via een bijkomende filtratie.

Art. 3.De premie is gelijk aan 80 % van de totale kosten van het systeem (met inbegrip van de plaatsing van de installatie).

Art. 4.Alle exploitanten van voor het publiek toegankelijke zwembadinrichtingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mogen een premie aanvragen.

Art. 5.Het aanvraagdossier wordt bij het bestuur ingediend en bevat minstens de volgende stukken : 1° de geldige exploitatie- en of milieuvergunning(en) betreffende de zwembadinrichting en desgevallend, de stedenbouwkundige vergunning (of de aanvraag om stedenbouwkundige vergunning) als vereist om de voorgenomen installaties te plaatsen;2° samen met een nota ter verantwoording van de noodzaak om bijkomende investeringen te verrichten met het doel de 0,3 mg/l-waarde chloorderivaten in het water te bereiken, een volledige beschrijving van het aanwezige waterfiltratie- en -ontsmettingssysteem, en van de maatregelen die reeds genomen zijn om de chloraminen in het water te verminderen;3° een beschrijving van het voorgenomen systeem en de begeleidingsmaatregelen die, met behulp van plannen en de technische kenmerken, nodig zijn om te garanderen dat het gehalte aan chloorderivaten in het water niet meer dan 0,3 mg/l bedraagt.Bij de beschrijving wordt een verantwoording over de keuze van het voorgestelde systeem gevoegd, rekening houdende onder meer met de bestaande installaties; 4° het uitvoeringsschema;5° alle door de exploitant nodig bevonden inlichtingen om de premie te verkrijgen;6° een kostenraming van de installaties met alle bewijsstukken. Het Bestuur is ertoe gemachtigd bijkomende of omstandigere informatie op te vragen.

Art. 6.Binnen een maand na indiening van de aanvraag bezorgt het bestuur een ontvangbewijs van de aanvraag, waarop hetzij het voorlopig maximale premiebedrag wordt vermeld, hetzij de ontbrekende documenten worden opgegeven of meer details en aanvullingen worden opgevraagd.

De premieaanvragen die niet worden aangevuld binnen drie maanden na het verzoek om ontbrekende stukken of meer details en aanvullingen, vervallen.

Art. 7.Binnen een maand na kennisgeving van het ontvangbewijs waaruit blijkt dat het dossier met betrekking tot de premieaanvraag volledig is, stuurt het Bestuur de aanvrager een premietoezegging. Het opgegeven bedrag is van voorlopige aard.

Art. 8.Na verzending van de premietoezegging en onder voorbehoud dat de eventuele vereiste vergunningen worden verleend, wordt, binnen een maand na ontvangst van de bestelbon voor de behandelingsinstallatie en van de prijsopgave, een eerste schijf van 50 % van het voorlopig bedrag betaald aan de exploitant of aan de derde die hij aanwijst.

Art. 9.Het premiebedrag wordt definitief vastgelegd op basis van de originele facturen die op naam van de exploitant staan en waarin gepreciseerd wordt welk behandelingssysteem werd geplaatst en waar.

Art. 10.Het saldo van de premie wordt betaald na ontvangst van drie opeenvolgende controleverslagen opgemaakt door een laboratorium dat overeenkomstig artikel 10 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 oktober 2002 tot vaststelling van exploitatievoorwaarden voor zwembaden is erkend en waaruit blijkt dat de gemiddelde aanwezigheid van chloorderivaten in het water niet hoger ligt dan 0,3 mg/l.

Wanneer binnen zes maanden na kennisgeving van de bestelbon voor de depollutie-installatie geen verslag wordt overgezonden, is de aanvrager niet meer tot de premie gerechtigd en dient hij het reeds gestorte deel terug te betalen.

Art. 11.De installatiewerken en de inbedrijfstelling van de installaties moeten binnen een jaar na betekening van de premietoezegging plaatsvinden. Na het verstrijken van deze termijn is de aanvrager niet meer tot de premie gerechtigd.

Art. 12.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 oktober 2002.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, D. GOSUIN

^