Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 oktober 2002
gepubliceerd op 08 november 2002

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor zwembaden

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031548
pub.
08/11/2002
prom.
10/10/2002
ELI
eli/besluit/2002/10/10/2002031548/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 OKTOBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor zwembaden


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, inzonderheid op artikel 6, § 1°, tweede lid, 2°;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu gegeven op 22 maart 2002;

Gelet op de beslissing van de Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies L 33.290/3 van de Raad van State gegeven op 9 juli 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, Na beraadslaging, Besluit : Toepassingsgebied

Artikel 1.Onverminderd strengere of aanvullende bijzondere voorwaarden die meer bepaald op het vlak van opslag van gevaarlijke producten in de milieuvergunning worden vastgesteld, zijn de voorwaarden van dit besluit van toepassing op de zwembaden bedoeld in rubriek 14, a) en b), van de bijlage bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en niet op de zwembaden die uitsluitend voor privégebruik zijn bestemd.

Definities

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° maximale gelijktijdige bezettingsgraad : maximum aantal baders die tegelijk in het zwemwater aanwezig mogen zijn;2° groot zwembad : zwembad dat dieper is dan 1,5 m;3° klein zwembad : zwembad met een diepte van 1,5 m of minder;4° plonsbad : zwembad met een diepte van 0,4 m of minder;5° erkend laboratorium : laboratorium dat is erkend met toepassing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 juni 1994 betreffende de algemene voorwaarden en de procedure voor erkenning van laboratoria voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;6° bevoegde overheid : overheid die er krachtens de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen toe gemachtigd is een milieuattest of een milieuvergunning af te geven;7° met het toezicht belaste ambtenaar : het personeelslid van het Brussels Instituut voor Milieubeheer of van de gemeente dat aangewezen is ter uitvoering van artikel 4, eerste en vierde lid, van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu. Kwaliteit van de watertoevoer van de zwembaden

Art. 3.§ 1. De inrichtingen worden vanaf het waterdistributienet bevoorraad. § 2. De inrichtingen kunnen met water worden bevoorraad dat niet door het waterdistributienet wordt geleverd voor zover dit uitdrukkelijk in de milieuvergunning staat vermeld. In dat geval dient het water van gelijkwaardige kwaliteit te zijn als die welke in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor drinkwater is opgelegd.

Watertemperatuur

Art. 4.De aanbevolen watertemperatuur bedraagt maximum 28 °C voor grote zwembaden en 30 °C voor kleine zwembaden.

Waterkwaliteit

Art. 5.Het zwemwater beantwoordt aan de kwaliteitsnormen zoals vastgesteld in de tabellen A, B en C. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Luchtkwaliteit

Art. 6.De lucht van de hal en van de voor het publiek toegankelijke ruimten moet de normen van de onderstaande tabellen nakomen.

Tabel A : Scheikundige parameters Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Waterbehandeling

Art. 7.§ 1. De waterbehandeling omvat minstens een voorfiltratie, een filtratie, een oxidatie gekoppeld aan een ontsmetting, een pH-aanpassing en de toevoer van vers water. Wanneer de behandeling ozonisatie omvat, wordt ook in een filter voorzien die afgepast is om het teveel aan ozon op te vangen.

Alle uitrustingen zijn voorzien van een zelfcontrolesysteem; meer bepaald, uiterlijk binnen één jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, is elke filter met een systeem uitgerust om de afdichting ervan te controleren waarbij er een alarm afgaat zodra de filtercapaciteit de ondergrens heeft bereikt. Zoniet verduidelijkt de exploitant bij de bevoegde overheid welke maatregelen genomen worden om na te gaan of de filters naar behoren werken. Behoudens afwijking als opgenomen in de milieuvergunning, mag het filterdebiet nooit lager liggen dan 70 % van dat van een schone filter. De watercirculatie en de filtratie ervan moeten 24 uur per dag werken. § 2. 1° Het zwembadwater wordt volledig gerecycleerd in een maximale tijdspanne van : - 4 uur voor grote zwembaden; - 90 minuten voor aparte kleine zwembaden; - 20 minuten voor aparte plonsbaden.

Bovendien dient het dagelijks te recycleren watervolume 3 m3 per bader te bereiken. 2° Voor de bestaande zwembaden die over geen waterbehandelings- en reclyclingssysteem beschikken waardoor de voor de kleine zwembaden en plonsbaden gestelde recyclingsgraad kan worden gehaald, kan een termijn van 2 jaar (te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit) worden toegestaan om zich in overeenstemming te brengen. De aanvraag tot het verkrijgen van een termijn om zich in overeenstemming te brengen dient bij een ter post aangetekende zending naar het Brussels Instituut voor Milieubeheer te worden gericht. De aanvraag dient naar behoren met redenen te worden omkleed. Het Brussels Instituut voor Milieubeheer beschikt over 60 dagen na ontvangst van de aanvraag om hierover uitspraak te doen. 3° Er worden een of meerdere debietmeters of totaalvolumemeters voor en/of na het filtratiesysteem geplaatst teneinde na te gaan of de voorschriften sub 1° nageleefd worden. § 3. De bevoegde overheid kan opleggen dat het water van de bubbelbaden en van de zwembaden met ludieke uitrustingen (waterstralen, watervallen...) die verdamping van chloramines in de hand werken (woeligheid, golven,...) doorlopend ontgast wordt. § 4. Het is verboden chemicaliën rechtstreeks in het zwembad te spuiten. § 5. Het gebruik, in het zwemwater, van andere chemicaliën dan die welke nodig zijn om het water te ontsmetten en de pH aan te passen, is verboden behoudens uitdrukkelijke afwijking in de milieuvergunning. § 6. De producten voor de pH-aanpassing moeten tot het uiterste worden verdund alvorens in het filtratiecircuit te worden gespoten.

Bovendien dient de spuiting van zuur in het watercircuit zo ver mogelijk te gebeuren van de plaats waar het ontsmettingsmiddel wordt gespoten.

Toevoer van vers water

Art. 8.§ 1. Het zwemwater dient vaak genoeg te worden ververst om de water- en luchtkwaliteitsnormen als opgenomen in de artikelen 5 en 6 na te leven.

Er worden een of meerdere totaalmeters geplaatst die uitsluitend dienen om de dagelijkse waterverversingen te meten. § 2. De zwembaden worden zo vaak als nodig geledigd zodat de waarden vervat in artikel 5 nageleefd kunnen worden. De kleine zwembaden worden minstens een keer per jaar en de plonsbaden minstens vier keer per jaar geledigd. § 3. De bevoegde overheid kan zonodig bevelen dat de zwembaden, uit hoofde van de naleving van de in artikel 5 gestelde normen, geledigd worden.

Ventilatie

Art. 9.Het heteluchtdebiet in de zwembadhal dient de streefwaarde van 30 m3 per uur en per m2 vloeroppervlakte (zwembaden + kaden) te benaderen. De verse lucht voor de ventilatie van de inrichting wordt aangevoerd vanuit een plaats in de open lucht op een voldoende afstand van ongeacht welke potentiële bron van vervuiling.

Zowel het luchtdebiet als de ventilatiewijze met inbegrip van de procentuele toevoer van verse lucht in verhouding tot de gerecycleerde lucht, worden aangepast teneinde de in artikel 6 opgenomen waarden na te komen.

Controles

Art. 10.§ 1. Doorlopende controles De pH, het gehalte aan waterontsmettingsmiddel, de lucht- en watertemperatuur worden continu gemeten en aangepast.

De dagelijkse bezettingsgraad wordt eveneens doorlopend geregistreerd.

Voor zover mogelijk wordt de gelijktijdige bezettingsgraad eveneens doorlopend gemeten en geregistreerd. Bij herhaaldelijke overschrijdingen van de normen kan de bevoegde overheid eisen dat deze waarden doorlopend worden geregistreerd. § 2. Dagelijkse controles 1° De volgende parameters voor zwemwater worden minstens 3 keer per dag door de exploitant of zijn afgevaardigde gecontroleerd (vóór de opening, halverwege de exploitatie en bij de sluiting) : helderheid, temperatuur, pH en, - voor zwembaden die een chloorontsmettingsmiddel gebruiken : vrij chloor en gebonden chloor. - voor zwembaden die ozon als ontsmettingsmiddel gebruiken : opgelost ozon.

Hiertoe wordt telkens op dezelfde plaats en zover mogelijk van de plaats waar het behandelde water terug in het bad komt, een watermonster genomen.

De waarden vrij chloor, totaal chloor of in voorkomend geval opgelost ozon, pH en temperatuur worden in het hiertoe voorziene register opgeschreven alsook de waarden die op de automatische toestellen aangegeven worden. In geval van onregelmatigheden neemt de exloitant onverwijld alle nodige maatregelen om de goede werking van de meettoestellen te waarborgen. 2° De luchtvochtigheid en het temperatuurverschil tussen lucht en water worden vóór de opening van het zwembad gecontroleerd.3° De exploitant beschikt voortdurend over het noodzakelijk materiaal en het bevoegde personeel om de dagelijkse controles te verrichten. § 3. Periodieke controles - waterparameters, bezettingsgraad 1° De waarden als opgenomen in artikel 5, tabellen A, B en C, worden minstens éénmaal per maand door een erkend laboratorium gecontroleerd en in een verslag opgetekend.Hiertoe wordt er op dezelfde plaats als die welke in § 2, 1° wordt gedefinieerd een watermonster genomen De in artikel 5, tabel A aangegeven chloroformwaarde in het water en de in artikel 5, tabel B aangegeven waarden voor de voetbaden worden evenwel slechts om de zes maanden gecontroleerd. 2° De volgende parameters worden minstens éénmaal per maand opgetekend door de afgevaardigde van het laboratorium die de sub 1° opgenomen metingen heeft uitgevoerd : - watertoevoer aan de zwembaden (optekening van de meterstanden) - waterrecirculatiedebiet; - bezettingsgraad. 3° De afgevaardigde van het laboratorium die de sub 1° opgenomen metingen heeft uitgevoerd, ziet de registers van de exploitant na. Wanneer hij vaststelt dat de in het besluit gestelde normen, meer bepaald voor de volgende parameters : pH, vrij chloor, gebonden chloor, ozon, watertemperatuur, temperatuurverschil tussen lucht en water en bezettingsgraad, niet worden nageleefd, dan stelt hij de exploitant en de bevoegde overheid hiervan binnen 24 uur na zijn bezoek op de hoogte. 4° Wanneer het zwembad gedeeltelijk of geheel wordt bevoorraad met water dat niet afkomstig is van het waterdistributienet, worden de drinkbaarheidsparameters door een erkend laboratorium gecontroleerd, en dit zo vaak als in de milieuvergunning vereist. § 4. Periodieke controles 1° De in artikel 6 opgenomen parameters voor de luchtkwaliteit worden minstens éénmaal per kwartaal door een erkend laboratorium gecontroleerd. Wanneer er overeenkomstig artikel 7, § 3, uitrustingen zijn die chloramineverdamping in de hand kunnen werken, moeten de chloraminen in de lucht evenwel maandelijks worden gecontroleerd.

Wanneer de waarden bij twee opeenvolgende controles - waarvan ten minste één in wintertijd - 50 % lager liggen dan de in artikel 6 maximaal toegestane waarden, kunnen de volgende controles om de zes maanden worden uitgevoerd. 2° De meettoestellen voor de pH en de ontsmettingsmiddelen alsook de debietmeters en de vochtigheidsmeter(s) moeten minstens elk jaar overeenkomstig de voorschriften van de apparatuurproducent of -leverancier worden geijkt.3° Wat de douches betreft, wordt de mogelijke aanwezigheid van Legionella Pneumophylla (telling) minstens één keer per jaar door een erkend laboratorium gecontroleerd.4° Het heteluchtdebiet in de zwembadhal wordt éénmaal per jaar gemeten, zo mogelijk door een laboratorium of een gespecialisserd advieskantoor. § 5. Overschrijdingen Bij overschrijding van één van de grenswaarden van de parameters als vermeld in artikel 5, van tabel A : scheikundige parameters, en tabel B : bacteriologische parameters, of van de maximaal toegestane waarden opgenomen in artikel 6, dient onmiddellijk een tweede analyse door een erkend laboratorium te worden uitgevoerd. De analyseresultaten moeten onmiddellijk aan de exploitant en de bevoegde overheid worden bezorgd.

De bevoegde overheid kan te allen tijde eisen dat het zwembad onmiddellijk gesloten wordt totdat de toestand opnieuw normaal is. § 6. Controle bij de inbedrijfstelling De in de artikelen 5 en 6 gestelde parameters moeten binnen een maand na de inbedrijfstelling worden gemeten in geval van nieuwe inrichtingen, zwembaden waar de waterbehandeling of ventilatiesystemen gewijzigd werden, inrichtingen waar de watertemperatuur verhoogd werd, zwembaden waar een systeem van golfbaden of watervallen werd geplaatst of zwembaden waar een ontgassingssysteem werd geplaatst. De resultaten worden onverwijld aan de bevoegde overheid medegedeeld.

Noodmaatregelen en alarmmechanismen

Art. 11.§ 1. De technisch verantwoordelijke of een afgevaardigde van de exploitant dient onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht van een gebrekkige werking van de waterbehandelingsvoorzieningen.

Uiterlijk binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit zorgt de exploitant ervoor dat de uitrustingen voorzien zijn van de nodige alarmsystemen die ten minste gedurende de openingsuren en ten minste voor de pH en de chlorering werken. Het chloreringalarmsysteem gaat af zodra de richtwaarden inzake vrij chloor en/of de pH-grenswaarden bereikt worden. § 2. Zodra het watercirculatiedebiet een waarde bereikt die 40 % lager ligt dan zijn normale waarde, wordt de werking van de spuitpompen voor de ontsmettingsmiddelen en de pH-aanpassing dadelijk en automatisch onderbroken. § 3. Indien er zich een incident voordoet waardoor de water- of de luchtkwaliteit in het gedrang komt, neemt de exploitant de nodige maatregelen om het zwembad te evacueren.

In het bijzonder, wanneer de vrij chloorwaarden als gemeten door de automatische toestellen of door de exploitant in de loop van de dagelijkse controles, tweemaal zo hoog liggen als de in artikel 5, tabel A vermelde bovengrens, moet de exploitant het zwembad onmiddellijk evacueren totdat de toegelaten waarden opnieuw normaal zijn geworden.

Registers

Art. 12.De exploitant houdt een dagelijks register bij dat volgens het in bijlage I gevoegde model wordt opgemaakt en de volgende inlichtingen bevat : 1° de dagelijkse analyseresultaten die hij overeenkomstig artikel 10 uitvoert, de chloor-, pH- en temperatuurwaarden zoals aangegeven op de automatische toestellen op het ogenblik van de dagelijkse analyses, alsook de resultaten van eventueel aanvullende metingen;2° de data van de filterreinigingen en de data en facturen van de vervanging van het filtermateriaal;3° de dagelijkse bezettingsgraad van het zwembad;4° elke gebrekkige werking of technisch incident waardoor de lucht- en/of waterparameters of de algemene werking van de inrichting verstoord raakten; 5° elk lichamelijk ongeval bij bezoekers (volledige beschrijving van het ongeval : datum, precieze plaats, aard van de verwonding, oorzaak....).

Hij houdt eveneens een maandelijks register bij waarin vermeld staat wat volgt : 1° de analyseresultaten die maandelijks door het erkend laboratorium worden uitgevoerd;2° de maandelijkse opneming van de watermeters;3° de opmerkingen naar aanleiding van normale en belangrijke onderhoudsbeurten van de zwembaden, de vervanging van materiaal of het ledigen van de zwembaden;4° de optekening van de nazichtshandelingen die de exploitant krachtens artikel 20, § 8 verricht heeft. Deze inlichtingen worden steeds ter beschikking van de bevoegde overheid gehouden en worden gedurende drie jaar bewaard.

Aangifte

Art. 13.§ 1. Uiterlijk binnen 48 uur stelt de exploitant de bevoegde overheid in kennis van elk lichamelijk ongeval dat een overlijden of een lange ziekenhuisopname (meer dan enkele dagen) tot gevolg had, alsook van elk technisch incident dat aanleiding gaf tot de evacuatie of sluiting van het zwembad. § 2. De resultaten van de controles die overeenkomstig artikel 10, §§ 3 en 4, worden uitgevoerd, worden bij de ontvangst ervan aan de bevoegde overheid bezorgd indien blijkt dat de in de artikelen 5 en 6 gestelde waarden overschreden zijn.

Onderhoud

Art. 14.§ 1. De bodem van het bad wordt minstens om de twee dagen buiten de openingsuren gereinigd en schoongezogen. De wanden van het bad worden buiten de openingsuren gereinigd of afgezogen en dit zo vaak als nodig om de hygiëne en de waterkwaliteit op peil te houden. § 2. De bufferbak wordt minstens éénmaal per jaar geledigd. § 3. Tijdens de openingsuren van het bad wordt er geen enkel onderhouds- of reparatiewerk aan het waterbehandelingscircuit of aan de nevenuitrusting uitgevoerd indien dit de correcte werking van de inrichting zou kunnen hinderen. § 4. Het gebruik van ontsmettende reinigingsmiddelen op basis van chloor moet worden vermeden. Ingeval de exploitant dergelijke producten gebruikt, dient hij tijdens de reinigingsbeurten in voldoende luchtverversing te voorzien.

Omkleedcabines

Art. 15.Bij de aanleg van de individuele en gemeenschappelijke cabines wordt ervoor gezorgd dat de zone "blote voeten" en deze "met schoenen" duidelijk van elkaar worden afgescheiden.

De bevoegde overheid kan in het kader van de milieuvergunning, op aanvraag van de exploitant, afwijkingen van de in dit artikel gestelde bepalingen toestaan wanneer de exploitant maatregelen neemt waardoor een gelijkwaardig hygiënepeil wordt gewaarborgd.

Sanitaire voorzieningen

Art. 16.§ 1. Voor de zone "blote voeten" en "met schoenen" worden gescheiden sanitaire voorzieningen ingericht. § 2. In de zone "blote voeten" worden de toiletten aan de wand vastgehecht, behoudens afwijking die in het kader van de milieuvergunning door de bevoegde overheid aan de bestaande zwembaden wordt toegestaan.

Het aantal te plaatsen toiletten in de zone "blote voeten" is gelijk aan de maximale gelijktijdige bezettingsgraad gedeeld door 80, met een minimum van drie toiletten voor de vrouwen en drie voor de mannen. Er dient in minstens een toilet voor mindervalide personen te worden voorzien.

Voor de plaatsing van toiletten voor mindervalide personen kan een afwijking worden toegestaan voor zover het wegens de plaatsinrichting niet mogelijk is dergelijke infrastructuurwerken tegen een redelijke kostprijs uit te voeren.

De aanvraag tot het verkrijgen van een afwijking dient naar behoren met redenen te worden omkleed en bij een ter post aangetekende zending naar het Brussels Instituut voor Milieubeheer te worden gestuurd. Het Brussels Instituut voor Milieubeheer beschikt over 60 dagen na ontvangst van de aanvraag om hierover uitspraak te doen.

Er wordt minstens een wastafel per toilettengroep (vrouw/man) geplaatst. § 3. De douches werken met water van het distributienet, hetzij lauw, hetzij koud water. Het lauwe water wordt geleverd door een waterverwarmingsinstallatie die de temperatuur van het water tot boven de 60° C (streefwaarde) brengt. De vermenging met koud water gebeurt zo dicht mogelijk bij de waterverdeling voor de douches.

Er worden minstens twee douches met lauw water voor vrouwen en twee voor de mannen ingericht.

Afgezien hiervan wordt het aantal in te richten douches bepaald als volgt : Aantal douches = maximum gelijktijdige bezettingsgraad § 4. De exploitant neemt alle nodige maatregelen, met name op het vlak van ruimtelijke aanlegwerken, de aan de baders te verstrekken inlichtingen en de contacten met de verantwoordelijken van groepen kinderen, om te verzekeren dat het verplichte nemen van een douche en het verplichte gebruik van de sanitaire voorzieningen vooraf nagekomen worden, in het bijzonder wanneer er groepen kinderen worden onthaald.

Hiertoe houdt de exploitant een onthaalregister betreffende de schoolinrichtingen bij dat ter beschikking van de bevoegde overheid wordt gesteld.

Dit onthaalregister omvat met name een tijdsplanning van de bezoeken, het aantal kinderen, het aantal begeleiders en alle nuttige inlichtingen om na te gaan of de bovenstaande voorwaarden nagekomen zijn.

Voetbaden en -douches

Art. 17.De voetbaden en -douches worden zo aangelegd dat de baders verplicht zijn erdoor te lopen om het zwembad te bereiken.

De voetbaden worden minstens dagelijks gereinigd en geledigd en worden met onsmettend leidingwater bevoorraad dat niet meer gebruikt mag worden.

Het gehalte aan ontsmettingsmiddelen moet de naleving van de waarden als opgenomen in tabel B van artikel 5 mogelijk maken.

Verantwoordelijken

Art. 18.§ 1. De exploitant wijst een persoon of een onderhoudsbedrijf aan welk(e) verantwoordelijk wordt gesteld voor het beheer van de technische installaties en over de nodige vakkundigheid beschikt om de installaties en de waterkwaliteit dagelijks te beheren en te controleren. § 2. Gedurende de openingsuren dient er een bevoegde persoon aanwezig te zijn teneinde de maatregelen te nemen die nodig zijn wanneer de waterkwaliteitsnormen worden overschreden, en de veiligheid van de baders te waarborgen.

Bezettingsgraad van de zwembaden

Art. 19.Het maximum aantal baders dat tegelijk in het zwembadwater wordt toegelaten (maximale gelijktijdige bezettingsgraad), mag nooit hoger liggen dan één bader per 3 vierkante meter wateroppervlakte voor grote zwembaden en één bader per 2 vierkante meter in kleine zwembaden en plonsbaden.

Het maximum aantal baders dat dagelijks kan worden toegelaten wordt bovendien vastgelegd in functie van het waterrecyclagevermogen van het filtersysteem.

Veiligheid van de baders

Art. 20.§ 1. De exploitant neemt alle maatregelen die nodig zijn om de gezondheid en de veiligheid van de baders te waarborgen. § 2. Het toezicht wordt aan het type inrichting en aan het aantal en het type gebruikers van het bad aangepast.

De exploitant stelt voor zijn inrichting een eigen toezichtsprogramma op, dat ter inzage van de toezichthoudende ambtenaar wordt gehouden. § 3. De baders staan onder het rechtstreeks en bestendig toezicht van minstens één verantwoordelijke redder.

De redders die in grote zwembaden verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van de baders, zijn houder van het hoger reddersbrevet uitgereikt door de bevoegde bestuursoverheid of van een andere door haar als gelijkwaardig erkende kwalificatie.

De redders die in kleine zwembaden of plonsbaden verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van de baders, zijn houder van een basisreddersbrevet uitgereikt door de bevoegde bestuursoverheid of van een andere door haar als gelijkwaardig erkende kwalificatie. § 4. De redders die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van de baders zijn daarenboven verplicht minstens een keer per jaar een opleiding inzake EHBO, reanimatie en reddingstechnieken te volgen.

De opleidingswijze wordt door de in § 3, tweede en derde lid genoemde bevoegde bestuursoverheid erkend.

Om de vijf jaar wordt de door diezelfde overheid erkende beroepsbekwaamheid uitgetest, op zijn vroegst vijf jaar na afgifte van het brevet.

Een afschrift van het brevet of van het attest en een afschrift van het beroepsbekwaamheidsattest worden ter plaatse bewaard en ter inzage van de toezichthoudende ambtenaar gesteld. § 5. De waterdiepte en de plaatsen waar duiken verboden is worden duidelijk ter kennis van de baders gebracht daar waar de veiligheid in het gedrang kan komen.

Elke plotse diepteverandering wordt aangeduid. § 6. De inrichting is minstens uitgerust met een rechtstreekse buitenlijn die te allen tijde makkelijk bereikbaar is. § 7. De inrichting bevat een EHBO-vertrek of een EHBO-kast die in perfecte staat van onderhoud wordt gehouden.

Het vertrek en de kast zijn rechtstreeks en makkelijk bereikbaar.

Het verzorgingsmateriaal bestaat ten minste uit een EHBO-doos met ten minste de inhoud die is voorgeschreven in de bijlage bij artikel 178 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB).

Het reanimatiemateriaal is samengesteld uit de volgende toestellen voor zuurstofbehandeling : - een zuurstofmasker voor volwassenen; - een zuurstofmasker voor kinderen; - een autostatische samendrukbare beademballon met patiëntenklep en verliesklep; - een zuurstoffles voor medisch gebruik voorzien van een gasdrukregelaar en een debietmeter die op de ballon is aangesloten. De fles dient in een volgens de wetsbepalingen erkende organisatie aan een druktest te worden onderworpen. § 8. De mondingen van water- en luchttoevoer en -afvoer of andere in het zwembad worden zo geconcipieerd en regelmatig onderhouden en nagezien dat ze voor de baders geen gevaar inhouden, met name snijwonden noch zuiggevaar.

Bovendien dient de exploitant nauwkeurige procedures vast te stellen die het toezichthoudend personeel bij een incident moet volgen, bijvoorbeeld het toevallige wegzuigen van een bader. Deze procedures alsook het type onderhoud en nazicht als uitgevoerd door de exploitant worden ter beschikking van de bevoegde overheid gesteld.

Vlak bij de kaden wordt een noodstop geplaatst waardoor de watercirculatie volledig kan worden onderbroken. De goede werking van deze noodstop wordt minstens eenmaal per maand nagezien.

Hygiëne

Art. 21.Een huishoudelijk reglement bestemd voor de gebruikers omvat de na te leven instructies waaraan middels pictogrammen wordt herinnerd; het reglement wordt in de volgende zones aangeplakt : douches, sanitaire voorzieningen, voetbaden, zwembadhal.

Het reglement omvat minstens wat volgt : 1° De toegang tot het zwembad is verboden aan : a) elke persoon wiens gedrag een bedreiging vormt voor de gezondheid, de hygiëne of de veiligheid van de andere baders;b) elke persoon die ontegensprekelijk geen gebruik heeft gemaakt van de sanitaire "zones", en meer bepaald de verplichte douche vóór het baden;c) dieren;2° de baders moeten een badpak aanhebben dat uitsluitend met dat doel wordt aangedaan;3° kinderen van minder dan 7 jaar dienen onder het toezicht te staan van een begeleidende volwassene. Aanplakking

Art. 22.§ 1. De maandelijkse (artikel 10, § 3) en periodieke (artikel 10, § 4) controleverslagen van de erkende laboratoria worden in hun geheel en op zichtbare wijze bij de ingang van de inrichting aangeplakt. Deze controleverslagen vermelden ondermeer de gemeten waarden, de grenswaarden en de richtwaarden. § 2. Worden eveneens op zichtbare wijze aangeplakt : - het huishoudelijk reglement - de interventiewijze bij ongevallen - allerlei aanbevelingen inzake hygiëne.

Monsternemingen en analyse

Art. 23.De Minister kan de wijze vaststellen waarop er water- en luchtmonsters worden genomen en geanalyseerd. Bij het uitblijven van een ministeriële beslissing moeten de methodes voor monsterneming het voorwerp uitmaken van een voorafgaandelijke instemming van de bevoegde overheid.

Afwijkingen en overgangsbepalingen

Art. 24.§ 1. Dit besluit is volledig van toepassing op openluchtzwembaden, met uitzondering van de artikelen 6, 7 § 3, 9, 14 § 4 en, wat de luchtparameters betreft, de artikelen 10 en 12. § 2. Wanneer in de milieuvergunning een ontsmettingsmethode wordt vermeld waarbij andere stoffen dan chloor, hypochloriet of ozon worden gebruikt, kunnen in de milieuvergunning afwijkingen van de volgende artikelen worden opgenomen : - grenswaarden van de tabellen A en B van artikel 5 in verband met het totaal aantal koloniën; - heteluchtdebiet zoals gesteld in artikel 9; - metingen van de parameters chloor in de lucht en in het water zoals gesteld in artikel 10; - noodmaatregelen voor vrij chloor zoals gesteld in artikel 11.

De parameters met betrekking tot het ontsmettingssysteem worden gecontroleerd op grond van de nadere bepalingen van de milieuvergunning. § 3. Voor zwembaden met een kuipoppervlakte van minder dan 200 m2 kunnen in de milieuvergunning afwijkingen van de volgende artikelen worden toegestaan op voorwaarde dat de exploitant hiervoor een met redenen omklede aanvraag indient : - art 10, § 1 - art 16, - art. 20.

De afwijkingsaanvraag dient uiterlijk binnen zes maanden na inwerkingtreding van dit besluit of bij een vergunningsaanvraag te worden ingediend.

Kosten

Art. 25.De kosten voortvloeiend uit de werken die nodig zijn om de installaties aan te passen met het oog op het toezicht ervan en de controle van de exploitatievoorwaarden, vallen ten laste van de exploitant.

Onverminderd de andere bepalingen van dit besluit, meer bepaald de artikelen 10 en 12, kan de bevoegde overheid ten koste van de exploitant monsternemingen en analyses eisen die nodig zijn om na te gaan of de exploitatievoorwaarden zijn nageleefd.

Art. 26.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 oktober 2002.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Wateranalyses Te meten parameters Opname-uren .......u .........u ......u ......u ......u Temperatuur Meting Waarde automatisch toestel PH Meting Waarde automatisch toestel Vrij chloor Meting Warde automatisch toestel Gebonden chloor Meting Opmerkingen (4) . . . . . . . . . . . . . . .

Naam van de persoon die met de metingen is belast : . . . . .

Datum, naam en handtekening van de exploitant of zijn afgevaardigde . . . . . (1) Met inbegrip van groepsleden, abonnees,.... (2) Opname die bij de sluiting moet plaatsvinden (3) Te meten vóór het zwembad tot het publiek toegankelijk wordt gemaakt (4) Alle opmerkingen in verband met het onderhoud van de uitrustingen en allerlei incidenten (defecte werking,......) Indien in de vergunning het gebruik van andere producten wordt toegestaan, worden deze minstens éénmaal per week gedoseerd.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 oktober 2002 tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor zwembaden.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President, F.-X. de DONNEA De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

^