26 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brussels instellingen, inzonderheid op artikel 40, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd;

Overwegende, in de eerste plaats, dat de vijf besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 oktober 2000, 7 februari 2001, 19 juli 2001, 18 oktober 2001 en 21 februari 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden ingetrokken;

Overwegende dat deze vijf besluiten werden hernomen met de volgende opschriften : « besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 tot eerste/tweede/derde/vierde/ vijfde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest »;

Overwegende dat het bijgevolg vanzelfsprekend is het opschrift van voormeld besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 dat niet werd ingetrokken, te wijzigen teneinde uitdrukkelijk te vermelden dat het de zesde wijziging van het statuut houdt;

Overwegende, in de tweede plaats, dat sommige bepalingen van voormeld besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 wijzigingen invoeren in sommige artikelen die werden gewijzigd bij de eerste en vierde voormelde wijzigende besluiten;

Overwegende dat deze artikels verwijzen naar de wijzigende besluiten van 26 oktober 2000 en 18 oktober 2001 die werden ingetrokken en hernomen met de respectievelijke opschriften « besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 tot eerste/tweede/derde/vierde/vijfde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest »;

Overwegende dat omwille van de duidelijkheid en leesbaarheid van het wijzigende besluit van 25 april 2002 dient te worden verwezen na deze nieuwe opschriften;

Overwegende dat deze nieuwe verwijzing met terugwerkende kracht dient te worden ingevoerd op de aanvankelijke datum van de inwerkingtreding van het besluit van 25 april 2002;

Overwegende dat deze retroactieve verbetering eveneens de tijdsperiodes, onontbeerlijk voor de goede chronologische ordening van de wijzigingen van voormeld statuut, zal herstellen;

Gelet op het besluit van de Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies 33.944/2/V van de Raad van State, gegeven op 28 augustus 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Minister van Openbaar Ambt;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het opschrift van het « besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » wordt gewijzigd als volgt : « besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot zesde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ».

Art. 2.In de artikelen 4, 10, 13, 15, 16, 17, 23, 41, 42, 43, 62, 63 en 64 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden « besluit van 26 oktober 2000 » vervangen door de woorden « besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 tot eerste wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest »

Art. 3.In artikel 51 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de woorden « besluit van 18 oktober 2001 » vervangen door de woorden « besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 tot vierde wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest »

Art. 4.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft uitwerking met ingang van 25 april 2002 met uitzondering van artikel 55, 2°, dat heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001.

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 april 2002.

Art. 5.De Minister van Openbaar Ambt is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 september 2002.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL.