Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 december 2003
gepubliceerd op 09 januari 2004

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juni 2003 betreffende de stedenbouwkundige lasten

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003031631
pub.
09/01/2004
prom.
18/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/18/2003031631/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 DECEMBER 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juni 2003 betreffende de stedenbouwkundige lasten


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid artikel 86;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juni 2003 betreffende de stedenbouwkundige lasten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 29 oktober 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 17 november 2003;

Gelet op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State van 10 december 2003;

Overwegende dat de draagwijdte van het toepassingsgebied van het besluit van 12 juni 2003 beperkt moet worden tot de afgifte van alleen maar stedenbouwkundige vergunningen, de afgifte van verkavelingsvergunningen is immers onderworpen aan specifieke lasten die betrekking hebben op de realisatie van de voor hun implementatie noodzakelijke infrastructuren, zoals de aanleg van wegen, het plaatsen van kabels en leidingen, de aansluitingen op de rioleringen, de consolidatie van collectoren;

Dat, dientengevolge, het einde van het tweede visum van de consideransen van het besluit van 12 juni 2003 als volgt gelezen moet worden : « met name artikel 86 gewijzigd door de ordonnantie van 18 juli 2002 »;

Overwegende dat het bedrag van 125 euro per m2 voorzien in het besluit van 12 juni 2003, dat zuiver lineair is vastgesteld in functie van het aantal bebouwde vierkante meter te hoog en dus van die aard is dat het de voor de ontwikkeling van het Gewest nochtans broodnodige economische activiteit aanzienlijk afremt;

Overwegende de rondzendbrief 009 van 21 januari 1997 betreffende de stedenbouwkundige lasten bedoeld in artikel 86 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;

Dat in navolging van bovengenoemde rondzendbrief, dit besluit de vergunnende overheden de molgelijkheid geeft de omvang van de lasten te moduleren in functie van bovengenoemde bijzondere omstandigheden;

Dat economische activiteiten met een hoge tewerkstellingsgraad voor ongeschoold personeel zoals handelszaken, productieactiviteiten van materiële diensten of ook nog hotels, derhalve niet systematisch aan stedenbouwkundige lasten onderworpen mogen worden;

Overwegende dat parkeeroppervlakten die doorgaans aanvullingen zijn bij de voorziene bestemmingen enkel aan stedenbouwkundige lasten onderworpen mogen worden in de gevallen waarin ze moeten beschouwd worden als vloeroppervlakten in de zin van artikel 1 van het besluit van 12 juni 2003;

Dat openbare parkeeroppervlakten eveneens niet aan stedenbouwkundige lasten onderworpen mogen worden, behalve wanneer ze een van elke andere bestemming onafhankelijke handelsbestemming hebben en bovengronds zijn; Dat de ondergrondse of niet-overdekte transitparkings of parkings met commerciële doeleinden begunstigd moeten worden en dit, gelet op hun belang die ze inhouden voor de mobiliteit in en de aantrekkelijkheid van het Gewest;

Op voordracht van de Minister-Voorzitter belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, Besluit :

Artikel 1.De aanhef van het besluit van 12 juni 2003 wordt vervangen door de volgende aanhef : « besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de stedenbouwkundige lasten die worden opgelegd bij de afgifte van stedenbouwkundige vergunningen ».

Art. 2.In artikel 1 wordt de in punt d) voorziene definitie « parkeeroppervlakte » geschrapt.

Art. 3.In het eerste lid van artikel 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) 3° wordt geschrapt;b) 4° wordt geschrapt;c) 5° wordt als volgt gewijzigd « 3° Het bouwen of het uitbreiden van de parkings met commerciële doeleinden, onafhankelijk van om het even welke andere bestemming die bovengronds aangelegd worden en die ervoor zorgen dat de drempel van 24 plaatsen overschreden wordt.»

Art. 4.In het eerste lid van artikel 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) 3° wordt geschrapt;b) 4° wordt geschrapt;c) 5° wordt als volgt gewijzigd « 3° om er een parking onder te brengen met commerciële doeleinden, onafhankelijk van om het even welke andere bestemming die bovengronds aangelegd wordt en die ervoor zorgt dat de drempel van 24 plaatsen overschreden wordt ». Een als volgt opgesteld tweede lid wordt in artikel 3 ingelast : « Resulteren evenwel niet verplicht in het opleggen van stedenbouwkundige lasten, de veranderingen van bestemming die betrekking hebben op een reeds aan stedenbouwkundige lasten onderworpen bestemming voorzover deze plaatsvinden binnen een termijn van tien jaar die loopt vanaf de laatste bestemmingswijziging. »

Art. 5.Het artikel 6 is als volgt gewijzigd : « Voor de in het GBP gedefinieerde administratiegebieden Noord, Zuid en Leopoldwijk, is elke m2 parkeeroppervlakte of vloeroppervlakte van het project die stedenbouwkundige lasten genereert, het voorwerp van lasten gelijkwaardig aan een bedrag van 125 euro en dit, ongeacht de aard van de opgelegde last.

Voor de andere, in het GBP gedefinieerde gebieden, is elke m2 parkeeroppervlakte of vloeroppervlakte van het project die stedenbouwkundige lasten genereert, het voorwerp van lasten gelijkwaardig aan een bedrag van 95 euro en dit, ongeacht de aard van de opgelegde last. »

Art. 6.In artikel 7 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 1 wordt de eerste zin als volgt gewijzigd : het bedrag van de lasten wordt verlaagd tot een bedrag van 60 euro in volgende gevallen;b) § 3 wordt als volgt gewijzigd : « De hoger vermelde bedragen kunnen, op het ogenblik van de afgifte van de stedenbouwkundige vergunning, uitzonderlijk verminderd worden mits een degelijke motivering naar aanleiding van bijzondere omstandigheden die verbonden zijn aan de implementatie van hetzij de stedenbouwkundige vergunning, hetzij de stedenbouwkundige lasten.»

Art. 7.Er wordt een als volgt opgesteld artikel 9bis ingelast : « De bij de afgifte van een gedeeltelijk of volledig onuitgevoerd stedenbouwkundige vergunning opgelegde stedenbouwkundige lasten zullen in overweging genomen worden voor de berekening van de stedenbouwkundige lasten die verschuldigd zijn op een zelfde onroerend goed bij de afgifte van de latere stedenbouwkundige vergunning en dit, voor een periode van tien jaar vanaf de dag van de kennisgeving van de vergunning die de bewuste lasten gegenereerd heeft. »

Art. 8.De Minister die bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag dat het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Brussel, 18 december 2003.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : D. DUCARME, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek G. VANHENGEL, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen

^