Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 03 juni 2004
gepubliceerd op 28 juli 2004

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging, wat afgedankte elektrische en elektronische apparatuur betreft, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2004031310
pub.
28/07/2004
prom.
03/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/03/2004031310/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JUNI 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging, wat afgedankte elektrische en elektronische apparatuur betreft, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op richtlijn 2002/96/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA);

Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen zoals gewijzigd bij ordonnantie van 18 mei 2000, inzonderheid op artikel 10, §§ 2 en 3;

Gelet op de gewestelijke overeenkomst van 19 maart 2001 betreffende de terugnameplicht van afgedankte EEA;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering;

Gelet op advies nr. 37.021/3 van de Raad van State, gegeven op 11 mei 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 24 maart 2004;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van 24 maart 2004;

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Met dit besluit wordt richtlijn 2002/96/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) gedeeltelijk omgezet.

Art. 2.Artikel 1, 2° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering wordt vervangen door : « producent : elke natuurlijk of rechtpersoon die, ongeacht de gebruikte verkoopstechniek, zelfs verkoop op afstand, een product vervaardigt en verkoopt onder zijn eigen merk in het Brussels Hoofstedelijk Gewest; - voor de toepassing van dit besluit wordt als een « producent » beschouwd de natuurlijke of rechtspersoon die onder zijn eigen merk apparatuur doorverkoopt die door andere leveranciers wordt geproduceerd; - de persoon die uitsluitend instaat voor de financiering krachtens of overeenkomstig een financieringsovereenkomst wordt niet als een « producent » beschouwd tenzij hij eveneens als producent in de zin van het eerste lid optreedt; »

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1, 6°bis, ingevoegd, luidend : « financieringsovereenkomst : lening-, leasing, huur- of afbetalingsovereenkomst of een regeling met betrekking tot enige apparatuur ongeacht of volgens die overeenkomst of regeling dan wel volgens een bijkomende overeenkomst of regeling, eigendomsoverdracht van het apparaat zal of kan plaatsvinden; »

Art. 4.In artikel 1, 11°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : - de woorden « die onder een van de in bijlage I genoemde categorieën vallen » worden vervangen door « die onder de in bijlage IA vermelde categorieën ressorteren » Artikel 1, 11° wordt voorts door de volgende leden aangevuld : - « De lijst van de bij dit besluit bedoelde categorieën afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) is als bijlage IA opgenomen. Bijlage I.B. omvat een productenlijst die onder de als bijlage IA opgesomde categorieën ressorteren ». « Deze begripsomschrijving geldt niet voor apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de Staatsveiligheid, wapens, munities en oorlogmateriaal. Deze bepaling is evenwel niet van toepassing op de producten die niet voor specifiek militaire doeleinden zijn bestemd; ».

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1, 11°bis ingevoegd luidend : « Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) : elektrische of elektronische apparaten waarvan de houder zich ontdoet, voornemens of verplicht is zich te ontdoen, daaronder begrepen alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen die volledig deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt; ».

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1, 11°ter, ingevoegd, luidend : « AEEA van particuliere huishoudens : AEEA die afkomstig is van particuliere huishoudens en van commerciële, industriële, institutionele en andere bronnen en die naar aard en hoeveelheid met die van particuliere huishoudens vergelijkbaar is; ».

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1, 19°bis, ingevoegd, luidend : « Instituut » : Brussels Instituut voor Milieubeheer; ».

Art. 8.Artikel 1, 21° van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « recycling : terugwinning in een productieproces van afvalmaterialen met een gunstige handelswaarde, doch met uitzondering van terugwinning van energie ».

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1, 21°bis, ingevoegd, luidend : « verwijdering : de in bijlage IV bij dit besluit bedoelde toepasselijke handelingen ».

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1, 21°ter, ingevoegd, luidend : « preventie : maatregelen ter vermindering van de hoeveelheid en de milieuschadelijkheid van het bij dit besluit bedoeld afval en de daarin aanwezige materialen en stoffen; ».

Art. 11.In artikel 2, eerste lid, 5°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : - na de woorden « gebruikte elektrische en elektronische apparaten » de woorden « en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens ».

Tussen het eerste en het tweede lid worden de volgende leden ingevoegd : « De terugname van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur kan worden geweigerd als : - het niet alle onderdelen bevat die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het apparaat; - het afvalstoffen bevat die vreemd zijn aan het afgedankte apparaat; - het elementen bevat die een risico voor de gezondheid en de veiligheid van het personeel bij de inleveringspunten opleveren, gelet op de geldende veiligheids- en gezondheidsvoorschriften.

Bij geschillen beslist het BIM of de weigering kan worden ontvangen. »

Art. 12.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt de opsomming in § 1, 2°, aangevuld als volgt : « De kopie van de overeenkomstig artikel 10 van dit besluit samengestelde bankzekerheid ».

Art. 13.In artikel 13, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden « ...kan een zekerheid bij de erkenning...worden gesteld » vervangen door de woorden « wordt een zekerheid bij de erkenning gesteld... »

Art. 14.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « In de milieuovereenkomst worden eveneens de nodige beschikkingen genomen om afval te voorkomen, te hergebruiken te recycleren en dit te vergemakkelijken ».

Art. 15.In artikel 34, 1°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : - Na de woorden « Richtlijn 67/548/EEG » de woorden « of richtlijn 1999/45/EG » invoegen ». - De woorden « 9 mei 1996 tot vaststelling van een indicatieve lijst van de gevaarlijke afvalstoffen » vervangen door « 25 april 2002 tot vaststelling van de lijst van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. ».

Art. 16.In artikel 34, 2°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : - Na de woorden « waarvoor ze geconcipieerd worden » de volgende woorden invoegen « daaronder begrepen verder gebruik van de apparatuur of onderdelen daarvan die bij inzamelpunten, verdelers, recyclingbedrijven of producenten worden ingeleverd. ».

Art. 17.In hetzelfde besluit wordt een artikel 34, 2°bis, ingevoegd, luidend : « 2°bis verwerking : activiteiten na de afgifte van AEEA aan een inrichting voor het verwijderen van gevaarlijke afvalstoffen, demontage, shredderen, nuttige toepassing of voorbereiding voor verwijdering, en andere handelingen voor de nuttige toepassing of/en verwijdering van AEEA; ».

Art. 18.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 1. De kleinhandelaar is ertoe gehouden de huishoudelijke AEEA van de consument die deze laatste bij hem inlevert zonder kosten terug te nemen met dien verstande dat de apparatuur van een gelijkwaardige type is als het aangekochte of dezelfde functies heeft.

De verdeler is ertoe gehouden alle met toepassing van het eerste lid ingeleverde AEEA regelmatig en op zijn eigen kosten bij de kleinhandelaars in te zamelen en bij de producent of de invoerder in te leveren.

Voor EEA van particuliere huishoudens die na 13 augustus 2005 op de markt is gebracht, is elke producent verantwoordelijk voor de financiering van de inzameling vanaf de containerparken, de verdelers of de kleinhandelaars en voor de financiering van de verwerking van het afval van zijn eigen producten. De producent kan voor de organisatie van die financiering kiezen tussen collectieve en individuele regelingen.

Voor EEA van particuliere huishoudens die vóór 13 augustus 2005 op de markt is gebracht berust het beheer bij één of meer systemen waaraan alle producenten die op de markt aanwezig zijn op het tijdstip waarop de betrokken kosten ontstaan, naar evenredigheid van hun marktaandeel voor de betrokken apparatuur bijdragen.

De producent, invoerder of derde die in hun naam handelt, is ertoe gehouden de huishoudelijke AEEA die ingezameld wordt door publiekrechtelijke rechtspersonen belast met het inzamelen van afval van particuliere huishoudens, op eigen kosten in te zamelen en ze in een daartoe vergunde instelling te laten opslaan, sorteren, nuttig toepassen, recycleren en verwerken. Deze gescheiden inzameling houdt rekening met de bevolkingsdichtheid. De producent, invoerder of derde die in hun naam handelt, geeft voorrang aan hergebruik van volledige apparaten voor de AEEA die overeenkomstig dit artikel gescheiden zijn ingezameld. De terugnameplicht is ook van toepassing wanneer de producent of invoerder niet kon worden geïdentificeerd. Dan valt dit soort afval ten laste van alle producenten of invoerders naargelang van de hoeveelheden die ze thans op de markt brengen. § 2. De selectieve inzameling van AEEA van particuliere huishoudens moet uiterlijk op 31 december 2006 een gemiddelde van ten minste vier kilogram per inwoner per jaar bereiken. »

Art. 19.In dit besluit wordt een artikel 35bis ingevoegd, luidend : « De producenten of derden die in hun naam handelen hebben de mogelijkheid om tot 13 februari 2011 (tot 13 februari 2013 voor categorie 1 van bijlage IA) bij verkoop van nieuwe producten de kosten van inzameling, verwerking en milieuvriendelijke verwijdering ten aanzien van de kopers aan te tonen. »

Art. 20.In hetzelfde besluit wordt een artikel 35ter ingevoegd, luidend : « Onverminderd artikel 35 en 35bis worden de beheerskosten voor andere AEEA dan die van huishoudens en afkomstig van producten die vóór 13 augustus 2005 op de markt werden gebracht, als volgt verzekerd : - door de producent, invoerder of derde die in hun naam handelt wanneer ze door een gelijkwaardig product of een product met dezelfde functies vervangen worden. Als alternatief kan de Regering bepalen dat andere gebruikers dan particuliere huishoudens ook geheel of gedeeltelijk deze kosten dragen. Het Instituut wordt overeenkomstig het tweede lid ingelicht; - door de gebruiker in de andere gevallen.

De producent is verantwoordelijk voor de beheerskosten voor AEEA van andere gebruikers dan particuliere huishoudens dat na 13 augustus 2005 op de markt gebracht is.

De producenten, invoerders of derden die in hun naam handelen en andere gebruikers dan particuliere huishoudens mogen overeenkomsten sluiten tot regeling van andere financieringsmethoden. Wanneer andere financieringsmethoden worden toegepast wordt dit door de bovenvermelde personen aan het Instituut meegedeeld.

Binnen vier maanden na ontvangst van de boekhouding van de overeenkomst brengt het Instituut hierover zijn advies uit. »

Art. 21.§ 2, van artikel 36 wordt vervangen als volgt : « § 2. De producenten of derden die in hun naam handelen halen uiterlijk op 31 december 2006 de volgende streefdoelen van nuttige toepassing, hergebruik en recycling : a) voor AEEA van categorieën 1 en 10 van bijlage IA - wordt het percentage nuttige toepassing tot ten minste 80 % van het gemiddelde gewicht per apparaat verhoogd, en - wordt het percentage hergebruik en recycling van onderdelen, materialen en stoffen tot ten minste 75 % van het gemiddelde gewicht per apparaat verhoogd;b) voor AEEA van categorieën 3 en 4 van bijlage IA, - wordt het percentage nuttige toepassing tot ten minste 75 % van het gemiddelde gewicht per apparaat verhoogd, en - wordt het percentage hergebruik en recycling van onderdelen, materialen en stoffen tot ten minste 65 % van het gemiddelde gewicht per apparaat verhoogd;c) voor AEEA van categorieën 2, 5, 6, 7 en 9 van bijlage IA, - wordt het percentage nuttige toepassing tot ten minste 70 % van het gemiddelde gewicht per apparaat verhoogd, en - wordt het percentage hergebruik en recycling van de onderdelen, materialen en stoffen tot ten minste 50 % van het gemiddelde gewicht per apparaat verhoogd;d) voor afgedankte gasontladingslampen wordt het percentage hergebruik en recycling van de onderdelen, materialen en stoffen tot ten minste 80 % van het gewicht van de lampen verhoogd.».

Art. 22.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36bis ingevoegd, luidend : « De producent, invoerder of derde die in hun naam handelt, bevordert het ontwerp en de productie van EEA waarbij ten volle rekening wordt gehouden met demontage en nuttige toepassing daarvan en in het bijzonder het vergemakkelijken van hergebruik en recycling van AEEA, onderdelen en materialen.

De producent, invoerder of derde die in hun naam handelt mag het hergebruik van AEEA niet beletten door specifieke designelementen of productieprocessen toe te passen, tenzij de voordelen hiervan zwaarder doorwegen, bijvoorbeeld in verband met milieubescherming of milieueisen.

De producent, invoerder of derde die in hun naam handelt, draagt er zorg voor de beste beschikbare technieken voor nuttige toepassing, recycling en verwerking aan te wenden. »

Art. 23.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36ter ingevoegd, luidend : « § 1. De producent, invoerder of de derde die in hun naam handelt, bezorgt het Instituut elk jaar vóór 31 maart, en voor de eerste maal op 31 maart 2005, de volgende gegevens met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar : 1° de algehele hoeveelheid, uitgedrukt in kilogram, van EEA die in het Brussels Gewest op de markt is gebracht;2° de algehele hoeveelheid, uitgedrukt in kilogram, van AEEA die in het kader van de terugnameplicht ingezameld is;3° de algehele hoeveelheid, uitgedrukt in kilogram, van AEEA, hun onderdelen, materialen of stoffen die in inrichtingen voor voorbehandeling of behandeling binnenkomen (input) en uitgaan (output);4° de inrichting(en) waar AEEA worden verwerkt en het restafval van die verwerking en de toegepaste verwerkingswijze;5° de preventiemaatregelen die getroffen werden om : - de recycleerbaarheid van de op de markt gebrachte producten te verbeteren; - het gebruik van materiaal dat gevaarlijke stoffen bevat terug te dringen; - zo mogelijk gebruik te maken van weinig milieuschadelijke productieprocessen; - energiebesparing op het vlak van productie of gebruik van apparatuur aan te moedigen; 6° de geraamde hoeveelheden, uitgedrukt in kilogram AEEA per soort materiaal dat in het lopende jaar in België in het verbruik werd gebracht. § 2. Statistieken met betrekking tot § 1, punt 1° worden door een bedrijfsrevisor of bij ontstentenis door een rekenplichtige voor echt verklaard. § 3. De bij § 1 bedoelde jaarlijkse aangifte wordt volgens de instructies van het Instituut voorgelegd. »

Art. 24.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36quater ingevoegd, luidend : « Voor elk op de markt gebracht nieuw type elektrische en elektronische apparatuur stelt de producent, invoerder of derde die in hun naam handelt, informatie voor hergebruik en verwerking, en wel binnen het jaar nadat zij die op de markt hebben gebracht, ter beschikking van de verwerkings- en recyclingsinrichtingen. De informatie bevat zonodig aanwijzingen over de verschillende onderdelen en materialen van de apparatuur, alsook de plaatsen in de apparatuur waar zich gevaarlijke stoffen en preparaten bevinden. De informatie wordt met name verstrekt in de vorm van handboeken of via elektronische media. ».

De informatie wordt tegelijkertijd aan het BIM overgezonden.

Art. 25.Bijlage I bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlagen IA en IB als gevoegd bij dit besluit; na bijlage III van hetzelfde besluit wordt een bijlage IV bij dit besluit gevoegd.

Art. 26.De Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 3 juni 2004.

De Minister-Voorzitter, J. SIMONET De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

Bijlage I bij dit besluit wordt vervangen door de volgende bijlagen IA en IB : BIJLAGE I A Categorieën elektrische en elektronische apparatuur waarop dit besluit van toepassing is 1. Grote huishoudelijke apparaten 2.Kleine huishoudelijke apparaten 3. IT- en telecommunicatieapparatuur 4.Consumentenapparatuur 5. Verlichtingsapparatuur 6.Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet-verplaatsbare industriële installaties) 7. Speelgoed, apparatuur voor sport en ontspanning 8.Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten) 9. Meet- en controle-instrumenten 10.Automaten

BIJLAGE I B Lijst van producten die onder de toepassing van dit besluit en onder de categorieën van bijlage I A vallen 1. Grote huishoudelijke apparaten Grote koelapparaten Koelkasten Diepvriezers Andere grote apparaten voor koeling, bewaring en opslag van voedsel Wasmachines Wasdrogers Vaatwasmachines Kooktoestellen Elektrische fornuizen Elektrische kookplaten Magnetrons Andere grote apparaten voor de bereiding en andere behandelingen van voedsel Elektrische verwarmingsapparatuur Elektrische radiatoren Andere grote toestellen voor de verwarming van kamers, bedden en zitmeubelen Elektrische ventilatoren Airconditioners Andere ventilatie-, afzuig- en airconditioningapparatuur 2.Kleine huishoudelijke apparaten Stofzuigers Rolvegers Andere schoonmaakapparaten Apparaten voor het naaien, breien en weven en andere textielbewerkingen Strijkijzers en andere apparaten voor het strijken en mangelen en andere verzorging van kleding Broodroosters Frituurpannen Koffiemolens, koffiezetmachines en apparatuur voor het openen of luchtdicht sluiten van recipiënten of verpakkingen Elektrische messen Tondeuses, haardrogers, elektrische tandenborstels, scheerapparaten, massage- en andere lichaamsverzorgingsapparaten Klokken, andere uurwerken en apparatuur voor het meten, aangeven of registreren van tijd Weegschalen 3. IT- en telecommunicatieapparatuur Gecentraliseerde gegevensverwerking : Mainframes Minicomputers Afdrukeenheden Persoonlijk computergebruik : Personal computers (inclusief processor, muis, scherm en toetsenbord) Schootcomputers (inclusief processor, muis, scherm en toetsenbord) Notebookcomputers Notepadcomputers Printers Kopieerapparaten Elektrische en elektronische typemachines Zak- en bureaurekenmachines en andere producten en apparatuur voor het elektronisch verzamelen, opslaan, verwerken, presenteren of communiceren van informatie Gebruikerseindstations en -systemen Faxapparaten Telexapparaten Telefoons Munt- en kaarttelefoons Draadloze telefoons Cellulaire telefoons Antwoordapparaten en andere producten of apparatuur voor het overbrengen met telecommunicatie van geluid, beelden of andere informatie 4.Consumentenapparatuur Radiotoestellen Televisietoestellen Videocamera's Videorecorders Hifi-recorders Geluidsversterkers Muziekinstrumenten en andere producten of apparatuur voor het opnemen of weergeven van geluid of beelden, waaronder signalen of andere technieken voor de verspreiding van beeld en geluid dan telecommunicatie 5. Verlichtingsapparatuur Armaturen voor fluorescentielampen, uitgezonderd armaturen in huishoudens Fluorescentielampen (TL-buizen) Compacte fluorescentielampen Hogedrukgasontladingslampen, met inbegrip van hogedruknatriumlampen en metaalhalogenidelampen Lagedruknatriumlampen Andere verlichting of apparatuur voor het verspreiden of regelen van licht, uitgezonderd gloeilampen 6.Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet-verplaatsbare industriële installaties) Boren Zagen Naaimachines Apparatuur voor het draaien, frezen, schuren, slijpen, zagen, snijden, afsnijden, boren, maken van gaten, ponsen, vouwen, buigen of dergelijke bewerkingen van hout, metaal en ander materiaal Gereedschap voor het klinken, spijkeren of schroeven, of het verwijderen van klinknagels, spijkers en schroeven, of dergelijk gebruik Gereedschap voor het lassen, solderen of dergelijk gebruik Apparatuur voor het verstuiven, verspreiden, dispergeren of op andere wijze behandelen van vloeistoffen of gassen Gereedschap voor het maaien en andere tuinbezigheden 7. Speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur Elektrische treinen en autoracebanen Handheld consoles voor videospellen Videospellen Fiets-, duik-, loop-, roeicomputers en dergelijke Sportapparatuur met elektrische of elektronische onderdelen Speelautomaten 8.Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten) Radiotherapeutische apparatuur Cardiologische apparatuur Dialyseapparatuur Beademingstoestellen Apparatuur voor nucleaire geneeskunde Laboratoriumapparatuur voor in-vitrodiagnostiek Analyseapparatuur Diepvriezers Apparatuur voor vruchtbaarheidstests Andere apparaten voor het opsporen, voorkomen, volgen, behandelen en verlichten van ziekten, verwondingen of handicaps 9. Meet- en controle-instrumenten Rookmelders Verwarmingsregelaars Thermostaten Meet-, weeg- en afstelapparaten voor huishouden of laboratorium Andere meet- en regelapparatuur, voor industriële installaties (bv.in regelpanelen) 10. Automaten Automaten voor warme dranken Automaten voor warme/koude flesjes/blikjes Automaten voor vaste voedingsproducten Geldautomaten Alle automaten voor alle soorten producten Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 3 juni 2004 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering. De Minister-Voorzitter, J. SIMONET De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

BIJLAGE IV VERWIJDERINGSHANDELINGEN Nota : Deze bijlage heeft tot doel een overzicht te geven van de verwijderingshandelingen zoals ze in de praktijk worden verwezenlijkt.

De afvalstoffen dienen te worden verwijderd zonder de menselijke gezondheid te schaden en zonder handelingen of methodes aan te wenden die het milieu zouden kunnen aantasten.

D 1Het op of in de bodem brengen van afvalstoffen (bijvoorbeeld storten, enz.) D 2 Behandeling op of in de bodem (bijvoorbeeld biologische afbraak van vloeibare afvalstoffen of slib in de bodem, enz.) D 3 Injectie in de diepe ondergrond (bijvoorbeeld injectie van oppompbare afvalstoffen in putten, zoutkoepels, natuurlijke geologische barsten, enz.) D 4 Opslag in waterbekkens (bijvoorbeeld lozing van vloeibare stoffen of slib in putten, vijvers of bekkens, enz.) D 5 Bijzonder aangelegde stortplaats (bijvoorbeeld het plaatsen in afzonderlijke ondoorlaatbare en afgedekte cellen die van elkaar en de omgeving zijn afgescheiden, enz.) D 6 Lozing van vaste afvalstoffen in een watermassa, behalve in de zee D 7 Lozing in de zee, met inbegrip van ingraving in de zeebodem D 8 Biologische behandeling die niet elders in deze bijlage wordt omschreven, die resulteert in uiteindelijke verbindingen of mengsels die worden verwijderd volgens één of meer van deze bijlage genoemde methoden D 9 Fysisch-chemische behandeling die niet elders in deze bijlage wordt omschreven, en die resulteert in uiteindelijke verbindingen of mengsels die worden verwijderd volgens één of meer van de in deze bijlage opgesomde methoden. (bijvoorbeeld verdamping, uitdroging, verbranding, enz.) D 10 Verbranding op het land D 11 Verbranding op zee D 12 Permanente opslag (bijvoorbeeld plaatsing van containers in een mijn, enz.) D 13 Hergroepering vóór het uitvoeren van één van de handelingen uit deze bijlage D 14 Herverpakking vóór het uitvoeren van één van de handelingen uit deze bijlage D 15 Opslag vóór het uitvoeren van één van de handelingen uit deze bijlage, met uitzondering van tijdelijke opslag op de productieplaats vóór de inzameling Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen met het oog op hun nuttige toepassing of hun verwijdering.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter, J. SIMONET De Minister van Leefmilieu, D. GOSUIN

^