Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 juni 2005
gepubliceerd op 07 september 2005

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995, 20 juli 1995, 15 februari 1996, 7 november 1996, 21 januari 1999 en 28 februari 2002 waarbij de ambtenaren aangesteld werden voor de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheden inzake fiscaliteit

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2005031293
pub.
07/09/2005
prom.
30/06/2005
ELI
eli/besluit/2005/06/30/2005031293/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JUNI 2005. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995, 20 juli 1995, 15 februari 1996, 7 november 1996, 21 januari 1999 en 28 februari 2002 waarbij de ambtenaren aangesteld werden voor de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheden inzake fiscaliteit


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 83quinquies;

Gelet op de provinciewet, inzonderheid op artikel 140quinquies en novies ;

Gelet op de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, inzonderheid op de artikelen 11 en 12, § 1, gewijzigd bij de ordonnantie van 17 juli 1997;

Gelet op de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de overname van de provinciale fiscaliteit, inzonderheid op de artikelen 40 en 41, § 1, gewijzigd bij de ordonnantie van 17 juli 1997;

Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, inzonderheid op artikel 14, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2001 en bij de ordonnantie van 11 juli 2002, op artikel 26, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2001, en op artikel 31, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2001 en bij de ordonnantie van 11 juli 2002;

Gelet op de ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een heffing op de lozing van afvalwater, inzonderheid op artikel 31, gewijzigd bij de ordonnantie van 17 juli 1997, en op artikel 39, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2001;

Gelet op de ordonnantie van 29 oktober 1998 houdende invoering van een verlaagd tarief van de successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen;

Overwegende dat er dient voor gezorgd te worden dat de continuïteit van de Dienst Belastingen en Ontvangsten verzekerd blijft, gelet op het feit dat de ambtenaar die deze dienst leidt binnenkort zijn beroepsloopbaan zal beëindigen;

Overwegende dat deze ambtenaar sommige bijzondere taken vervulde inzake vestiging en uitvoerbaarverklaring van de kohieren, vrijstellingen, opleggen van boetes, verlening van attesten die nodig zijn om een verlaagd tarief van successierechten te bekomen, en inzake vereffening van de belastingen van de voormalige provincie Brabant;

Overwegende dat een ambtenaar dient aangesteld te worden om deze specifieke taken te vervullen;

Op voordracht van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren en van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden het Leefmilieu behoort;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot aanstelling van de ambtenaren voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnantie van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997, worden de woorden « De inspecteur-generaal van de Fiscale Dienst van de Administratie van Financiën, van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, » vervangen door de woorden « De Directeur van de Directie Inkohieringen, van de Dienst Belastingen en Ontvangsten, van het Bestuur Financiën en Begroting, ».

Art. 2.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 maart 1995 tot aanstelling van de ambtenaren voor de uitoefening van de bevoegdheden voorzien in de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de overname van de provinciale fiscaliteit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997, worden de woorden « De inspecteur-generaal van de Fiscale Dienst van de Administratie van Financiën, van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, » vervangen door de woorden « De Directeur van de Directie Inkohieringen, van de Dienst Belastingen en Ontvangsten, van het Bestuur Financiën en Begroting, ».

Art. 3.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 juli 1995 houdende delegatie van bevoegdheid inzake de provinciale belastingen die betrekking hebben op het belastingjaar 1994 en op de voorgaande belastingsjaren worden de woorden « De heer Jean-Pierre Hagon, inspecteur-generaal van de Fiscale Dienst, van de Administratie van Financiën, » vervangen door de woorden « De Directeur van de Directie Inkohieringen, van de dienst Belastingen en Ontvangsten, van het Bestuur Financiën en Begroting, ».

Art. 4.In artikel 3, 1°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 februari 1996 tot aanstelling van de ambtenaren bevoegd voor de vestiging en de invordering van sommige belastingen voorzien in de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997, worden de woorden « de Inspecteur-generaal van de Fiscale Dienst van de Administratie van Financiën van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, » vervangen door de woorden « De Directeur van de Directie Inkohieringen, van de Dienst Belastingen en Ontvangsten, van het Bestuur Financiën en Begroting, ».

Art. 5.In artikel 53 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 november 1996 tot bepaling van de voorwaarden voor de toepassing van de heffing op de lozing van afvalwater, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 september 1997 en bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 februari 2002, worden de woorden « De Inspecteurgeneraal van de fiscale Dienst van het Ministerie of de ambtenaar van rang A3 of rang A4 die de Regering aanwijst als directeur of directeur hoofd van dienst van de bovengenoemde Dienst » vervangen door de woorden « De Directeur van de Directie Inkohieringen, van de Dienst Belastingen en Ontvangsten, van het Bestuur Financiën en Begroting ».

Art. 6.In artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 1999 betreffende het verlaagd tarief van de successierechten in geval van overdracht van kleine en middelgrote ondernemingen worden de woorden « De Inspecteur-generaal van de Fiscale Dienst van het bestuur » vervangen door de woorden « De Directeur van de Directie Inkohieringen, van de Dienst Belastingen en Ontvangsten, van het Bestuur Financiën en Begroting ».

Art. 7.In artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 februari 2002 betreffende de administratieve geldboetes inzake heffing op de lozing van afvalwater worden de woorden « de Inspecteur-generaal van de fiscale Dienst van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de ambtenaar van rang A3 of rang A4 die de Regering aanwijst als directeur of directeur hoofd van dienst van de bovengenoemde Dienst, » vervangen door de woorden « de Directeur van de Directie Inkohieringen, van de Dienst Belastingen en Ontvangsten, van het Bestuur Financiën en Begroting, ».

Art. 8.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2005.

Art. 10.De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, tot wiens bevoegdheden de Financiën behoren, en de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wiens bevoegdheden het Leefmilieu behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 juni 2005.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

^