Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 maart 2006
gepubliceerd op 18 mei 2006

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Jette tot gedeeltelijke opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 2 « Heymbosch », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 juli 1954, meermaals gewijzigd, met name gedeeltelijk gewijzigd bij koninklijke besluiten van 21 september 1966 en 18 oktober 1982 voor de afdelingen nrs. 2.01 en 2.05 waarop de gedeeltelijke opheffing betrekking heeft

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2006031220
pub.
18/05/2006
prom.
30/03/2006
ELI
eli/besluit/2006/03/30/2006031220/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 MAART 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Jette tot gedeeltelijke opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 2 « Heymbosch », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 juli 1954, meermaals gewijzigd, met name gedeeltelijk gewijzigd bij koninklijke besluiten van 21 september 1966 en 18 oktober 1982 voor de afdelingen nrs. 2.01 en 2.05 waarop de gedeeltelijke opheffing betrekking heeft


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, voornamelijk op de artikelen 58 tot 61;

Gelet op het gewestelijk bestemmingsplan goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001;

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

Gelet op omzendbrief nr. 15 betreffende het stelsel van de impliciete opheffing, in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 28 juni 2001;

Gelet op het bijzonder bestemmingsplan nr. 2 « Heymbosch » van de Gemeente Jette, (begrensd door de huidige Tentoonstellingslaan, de Bonaventurestraat en de gemeentegrens met de stad Brussel), goedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 juli 1954, meermaals gewijzigd, met name gedeeltelijk gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 september 1966 en 18 oktober 1982 voor de afdelingen nrs. 2.01 en 2.05, begrensd door de Tentoonstellingslaan, het Oude Afspanningsplein, de Bonaventurestraat, verschillende perceelsgrenzen met het Dieleghembos, de Abdij van Dieleghemstraat, de H. Liebrechtlaan, de J. Schuermansstraat en de J. Tiebackxstraat;

Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 4 oktober 2005 waarbij de gemeente Jette haar goedkeuring hecht aan een ontwerpbeslissing om het bijzonder bestemmingsplan nr. 2 « Heymbosch » gedeeltelijk op te heffen voor de afdelingen nrs. 2.01 en 2.05;

Gelet op het verslag dat het ontwerp vergezelt, dat de gedeeltelijke opheffing van het plan verantwoordt in plaats van de wijziging ervan;

Gelet op het advies van de Overlegcommissie uitgebracht tijdens de zitting van 18 november 2005;

Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 7 december 2005 waarbij de gemeente Jette de beslissing tot gedeeltelijke opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 2 « Heymbosch » voor de afdelingen nrs. 2.01 en 2.05 definitief goedkeurt;

Overwegende dat uit het bij deze beraadslaging gevoegde dossier blijkt dat de formaliteiten, voorgeschreven door de artikelen 59 en 60 van het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening vervuld zijn;

Overwegende dat het gebied waarop de gedeeltelijk wijzigende bijzondere bestemmingsplannen nrs. 2.01 en 2.05, betrekking hebben, bijna geheel is aangelegd;

Overwegende dat de gedeeltelijk wijzigende bijzondere bestemmingsplannen nrs. 2.01 en 2.05 geen hernieuwde ingebruikneming toelaten van gebouwen die dateren van voor deze plannen van kracht werden en die een bestemming hebben die eventueel niet aan de voorschriften van het betreffende plan beantwoordt;

Overwegende echter dat met toepassing van omzendbrief nr. 15 betreffende het stelsel van de impliciete opheffing, een bijzonder bestemmingsplan de toepassing van de algemene bepaling 0.9 van het gewestelijk bestemmingsplan - deze bepaling wordt nochtans als een essentieel gegeven van het plan beschouwd - niet kan verhinderen;

Overwegende dat de gedeeltelijk wijzigende bijzondere bestemmingsplannen nrs. 2.01 en 2.05 toestemming verlenen voor de bouw van garages als aanvulling bij de residentiële functie in de gebieden van koeren en tuinen, wat in strijd is met de doelstelling die door het algemene voorschrift 0.6 van het gewestelijk bestemmingsplan wordt beoogd, dat de klemtoon legt op de groenkwaliteit en op de aanleg van stukken volle grond op de binnenterreinen van de huizenblokken;

Overwegende dat de opheffing van de gedeeltelijk wijzigende bijzondere bestemmingsplannen nrs. 2.01 en 2.05 verantwoord is in plaats van de wijziging ervan;

Overwegende dat de voorschriften van het gedeeltelijk wijzigend bijzonder bestemmingsplan nr. 2.01 van toepassing blijven voor de niet-vervallen verkavelingsvergunningen, daar in deze vergunningen uitdrukkelijk verwezen wordt naar het plan;

Overwegende dat de mogelijke bestemmingsproblemen geregeld zullen worden door de bepalingen van de hogere plannen en dat deze aangaande de inplanting, het bouwprofiel en de esthetische aard zullen moeten voldoen aan de voorschriften van de gewestelijke en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen, alsmede aan de regels inzake de goede plaatselijke aanleg;

Op voorstel van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Besluit :

Artikel 1.Wordt goedgekeurd de beslissing van de gemeente Jette tot gedeeltelijke opheffing van het bijzonder bestemmingsplan nr. 2 « Heymbosch », goedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 juli 1954, meermaals gewijzigd, met name gedeeltelijk gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 september 1966 en 18 oktober 1982 voor de afdelingen nrs. 2.01 en 2.05 (begrensd door de Tentoonstellingslaan, het Oude Afspanningsplein, de Bonaventurestraat, verschillende perceelgrenzen met het Dieleghembos, de Abdij van Dieleghemstraat, de H. Liebrechtlaan, de J. Schuermansstraat en de J. Tiebackxstraat) waarop de gedeeltelijke opheffing betrekking heeft.

Art. 2.De Minister die bevoegd is voor Stedenbouw wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE

^