Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 juni 2006
gepubliceerd op 19 juli 2006

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot machtiging van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling om deel te nemen aan de oprichting, in het kapitaal of aan het beheer van publieke en private instellingen, vennootschappen en verenigingen

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2006031362
pub.
19/07/2006
prom.
22/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/22/2006031362/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JUNI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot machtiging van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling om deel te nemen aan de oprichting, in het kapitaal of aan het beheer van publieke en private instellingen, vennootschappen en verenigingen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 7 van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, gegeven op 11 april 2006;

Gelet op het advies 40.412/1 van de Raad van State gegeven op 23 mei 2006, in toepassing van artikel 84, § 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Overwegende dat de Dienst zich sedert zijn oprichting vijftien jaar geleden bekwaam heeft getoond om deel te nemen aan doeltreffende en nuttige partnerships voor de vervulling van zijn opdrachten door contractuele relaties aan te gaan met meer dan 130 partners, met name in het kader van het net van de lokale platformen voor tewerkstelling;

Overwegende dat artikel 7 van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling bepaalt dat hij mits de voorafgaande toelating van de regering en tegen de door haar bepaalde voorwaarden mag deelnemen aan de oprichting, in het kapitaal of aan het beheer van publieke en private instellingen, vennootschappen en verenigingen, voor zover dit bijdraagt tot de vervulling van de opdrachten van de Dienst;

Overwegende dat de ontwikkeling van meer actieve partnerships past in het kader van de algemene evolutie van de werking van de Dienst die is vereist door zijn opdrachten en gewenst door de gewestelijke regering; dat de Dienst in de loop van zijn bestaan inderdaad is geëvolueerd van een traditioneel administratief model tot een dienstencultuur die steeds dynamischer wordt;

Overwegende dat deze evolutie overeenstemt met de algemene tendens van de openbare diensten die steeds meer partnerships aangaan tussen de openbare en private sector, en dat de deelname van de Dienst aan de oprichting, in het kapitaal of aan het beheer van publieke en private instellingen, vennootschappen en verenigingen bijgevolg dient bevorderd;

Overwegende evenwel dat, zoals voorzien door artikel 7 van de ordonnantie van 18 januari 2001, een zekere omkadering is vereist om dit soort van initiatieven te behouden in het kader van de opdrachten van de Dienst en om een goede bestemming van zijn middelen te waarborgen, de financiering van de partnerships slorpt namelijk reeds bijna 5 % op van zijn huidig budget;

Overwegende dat er bijgevolg bepaalde voorwaarden moeten worden ingevoerd voor de realisatie van dit soort van operaties door de Dienst : dat hij overgaat tot een gedetailleerde analyse vastgelegd in een verslag voorafgaand aan de met redenen omklede beslissing van het beheerscomité, dat hij beschikt over de meerderheid, over een beslissende macht of over contractuele waarborgen die de goede verwezenlijking van de nagestreefde doelstelling verzekeren, dat hij een rechtstreeks of onrechtstreeks controlerecht bezit over de rekeningen en het beheer, en rekening geeft van de operaties in zijn jaarverslag;

Op voordracht van de minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die bevoegd is voor Tewerkstelling;

Na erover te hebben beraadslaagd, Besluit :

Artikel 1.Mits de naleving van de in de volgende artikelen bepaalde voorwaarden is de Dienst gemachtigd om deel te nemen aan de oprichting, in het kapitaal en aan het beheer van publieke en private instellingen, vennootschappen en verenigingen.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde verrichting moet bijdragen tot de vervulling van zijn opdrachten zoals bepaald in artikel 4 van de ordonnantie van 18 januari 2001 en zich voegen naar het beheerscontract dat is gesloten tussen de Dienst en de Brusselse regering volgens de bewoordingen van artikel 7bis van dezelfde ordonnantie.

Art. 3.§ 1 - Indien de Dienst na afloop van de verrichting niet beschikt over een meerderheid of een beslissende macht in de betrokken instelling, vennootschap of vereniging, dan moet hij redelijke contractuele waarborgen verkrijgen om de goede verwezenlijking te verzekeren van de doelstellingen die hij nastreeft in het kader van de geplande verrichting, bijvoorbeeld onder de vorm van een aandeelhouderspact met de andere partners of een rechtstreeks met de betrokken instelling, vennootschap of vereniging gesloten overeenkomst. § 2 - De Dienst moet zich bovendien verzekeren van een rechtstreeks of onrechtstreeks controlerecht wat betreft het beheer en de rekeningen van de betrokken instelling, vennootschap of vereniging.

Art. 4.§ 1 - Het beheerscomité van de Dienst beslist over de operatie op basis van een schriftelijk verslag dat de doelstelling uiteenzet die wordt nagestreefd door de Dienst. Het verslag rechtvaardigt in welke mate de verrichting bijdraagt tot de vervulling van zijn opdrachten en past in het kader van het beheerscontract gesloten tussen de Dienst en de Brusselse regering. § 2 - Het verslag vermeldt de benaming, de gegevens, de juridische vorm en het maatschappelijk doel, en verstrekt, vanuit een meer algemeen oogpunt, alle informatie van juridische aard betreffende de instelling, het vennootschap of de vereniging die bij de geplande verrichting is betrokken. § 3 - Het verslag verduidelijkt wie de aandeelhouders, de leden of de partners zijn van de betrokken instelling, vennootschap of vereniging, en zet de rechten uiteen die de Dienst zal bezitten na afloop van de geplande verrichting. § 4 - Het verslag zet de financiële situatie of het financieel plan uiteen van de betrokken instelling, vennootschap of vereniging, en legt een budget voor waarbij op gedetailleerde wijze de kostprijs wordt geraamd voor de Dienst tijdens een periode van tenminste drie jaar. Het verslag zet bovendien de wijze uiteen waarop de Dienst een rechtstreeks of onrechtstreeks controlerecht zal kunnen uitoefenen wat betreft het beheer en de rekeningen van de betrokken instelling, vennootschap of vereniging. § 5 - Het verslag zet de wijze uiteen waarop de betrokken instelling, vennootschap of vereniging wordt beheerd, en desgevallend de wijze waarop de Dienst hierbij zal worden betrokken. Indien de Dienst na afloop van de geplande verrichting niet beschikt over een meerderheid of een beslissende macht in de betrokken instelling, vennootschap of vereniging, geeft het verslag de verkregen contractuele waarborgen weer die de goede verwezenlijking moeten toelaten van de door de Dienst in het kader van de geplande verrichting nagestreefde doelstellingen. § 6 - Het verslag is vergezeld van alle nuttige documenten, statuten of ontwerp van statuten, contracten of ontwerpen van contracten, balansen, rekeningen, financieel plan, budget, enz. § 7 - De Regeringscommissarissen verstrekken een schriftelijk en met redenen omkleed advies over het in article. onderhavig artikel bedoeld verslag.

Art. 5.De beslissing van het beheerscomité is met redenen omkleed en duidt desgevallend de personen aan die belast zijn om de Dienst te vertegenwoordigen voor de uitvoering van de verrichting en voor de uitoefening van eventuele mandaten in de betrokken instelling, vennootschap of vereniging.

Art. 6.Elk van de door de Dienst in het kader van onderhavig besluit uitgevoerde verrichtingen maakt het voorwerp uit van een gedetailleerde beschrijvende vermelding in het jaarverslag opgesteld door de Dienst, in uitvoering van artikel 32 van de ordonnantie van 18 januari 2001. Het jaarverslag vermeldt met name de door de Dienst nagestreefde doelstelling en verduidelijkt in welke mate de verrichting bijdraagt tot de vervulling van zijn opdrachten en past in het kader van het beheerscontract dat is gesloten tussen de Dienst en de Brusselse regering.

Art. 7.Onderhavig besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 22 juni 2006.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE

^