Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 09 maart 2006
gepubliceerd op 18 oktober 2006

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het aantal punten toegekend aan de lokale besturen voor het jaar 2006 in toepassing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2006031501
pub.
18/10/2006
prom.
09/03/2006
ELI
eli/besluit/2006/03/09/2006031501/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 MAART 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het aantal punten toegekend aan de lokale besturen voor het jaar 2006 in toepassing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 6, § 1, IX, zoals gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op de wet van 28 december 1984 tot afschaffing of herstructurering van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het koninklijk besluit nr 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen, zoals gewijzigd door het besluit van 22 september 2005 van de Brusselse hoofdstedelijke Regering;

Gelet op de beslissing van de Commissie C (2000) 2083 van 4 oktober 2000 houdende goedkeuring van het Enig Programmatiedocument voor de structurele tegemoetkomingen van de gemeenschappen die ressorteren onder Doelstelling 3 in België voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 maart 2006;

Gelet op het advies van de Minister van Begroting gegeven op Overwegende dat de kredieten toegekend aan de BGDA voor de bevordering van de tewerkstelling in de lokale besturen en te verdelen met toepassing van voornoemd besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 voor het jaar 2006 euro 24.596.000 bedragen;

Overwegende dat volgens de bepalingen van artikel 7, § 2, van voornoemd besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998, een bedrag van euro 923.174 toegekend wordt voor de tewerkstelling van Geco's volgens de voorwaarden vastgesteld door deze bepaling; dat een gedeelte van dat bedrag, d.i. euro 252.500, gefinancierd wordt door een door het Europees Sociaal Fonds toegekende subsidie aan de BGDA uit hoofde van voornoemde beslissing van de Commissie C (2000) 2083; dat het bedrag aangewezen op de allocatie aldus teruggebracht wordt tot euro 23.325.326;

Overwegende dat volgens de bepalingen van artikel 7, § 4, van voornoemd besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998, een bedrag van euro 8.644.232 toegekend wordt voor de tewerkstelling van Geco's bij instellingen zoals vastgesteld in de punten 1°, 2°, 3° en 4°; dat het bedrag aangewezen op de allocatie aldus teruggebracht wordt tot euro 15.281.094;

Overwegende dat het minimum jaarlijks bedrag van de premie bedoeld in artikel 5 van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering euro 5.702 bedraagt; dat de budgettaire weerslag van dat bedrag kan worden teruggebracht tot euro 5.457;

Overwegende dat om het aantal punten vast te stellen, het saldo van het bedrag van de basisallocatie, teruggebracht tot euro 15.281.094, moet gedeeld worden door het bedrag van euro 5.457; dat het aantal te verdelen punten 2 800 bedraagt;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 15, § 2 en § 3 van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, het aantal punten toegekend aan de gemeenten in uitvoering van artikel 15, § 7 betreffende de wijkcontracten 240 punten bedraagt; dat het aantal punten toegekend aan de gemeenten 1.920 bedraagt; dat het aantal punten toegekend aan de O.C.M.W.'s 640 bedraagt;

Overwegende dat de verdeling van de punten tussen de lokale overheden onverwijld moet gebeuren om aan deze lokale overheden de mogelijkheid te bieden, van zodra ze op de hoogte zijn van het aantal contractuelen die hen toegewezen zijn voor het jaar 2004, alle onontbeerlijke maatregelen te nemen voor de goede uitvoering van het programma voor de aanwerving van gesubsidieerde contractuelen en dat de Regering er bijgevolg toe genoopt is onverwijld de uitvoeringsmaatregelen van voornoemd besluit goed te keuren teneinde haar programma voor de toekenning van subsidies aan de lokale besturen te kunnen uitvoeren, Besluit :

Artikel 1.Met toepassing van artikel 15, § 2, 3 van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt het aantal punten dat aan de gemeenten en aan de O.C.M.W.'s toegekend wordt, respectievelijk vastgesteld op 1.920 punten voor de gemeenten en op 640 punten voor de O.C.M.W.'s.

Art. 2.Het aantal punten toegekend aan de gemeenten met toepassing van artikelen 15, § 4, van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, is vastgesteld op het aantal vermeld naast hun naam in kolom A2 van staat nr. 6.

Bijgevoegde staten nrs 1 en 2 geven de omstandige verdeling van de in artikel 15, § 4, punt 1° en 2° bedoelde punten.

Art. 3.Het aantal punten toegekend aan de O.C.M.W.'s met toepassing van artikel 15, § 5, van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, is vastgesteld op het aantal vermeld naast hun naam in kolom B van staat nr. 6.

Bijgevoegde staten nrs. 4 en 5 geven de omstandige verdeling van de in artikel 15, § 5, punt 1° en 2° bedoelde punten.

Art. 4.Het aantal punten toegekend aan de gemeenten met toepassing van artikel 15, § 7, van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, is vastgesteld op het aantal vermeld naast hun naam in kolom A3 van staat nr. 6.

Art. 5.Onderhavig besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.

Brussel, 9 maart 2006.

De Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Gewestelijke Informatica, G VANHENGEL

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^