Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 april 2007
gepubliceerd op 21 juni 2007

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van subsidies in het kader van het Veiligheidsplan voor het jaar 2007

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2007031223
pub.
21/06/2007
prom.
19/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/19/2007031223/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van subsidies in het kader van het Veiligheidsplan voor het jaar 2007


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 6 § 1, VIII, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 13 juli 2001, 25 april 2004 en 13 september 2004;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 5 mei 1993, 16 juli 1993 en 27 maart 2006;

Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, inzonderheid op de artikelen 92 tot en met 95;

Gelet op de ordonnantie van 22 december 2006 houdende de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op de beschikbare kredieten ingeschreven op de basisallocaties 14.34.24.63.21 en 14.34.25.43.22;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering er zich in haar regeringsverklaring van 20 juli 2004 toe verbonden heeft de inspanningen van de terreinactoren te steunen met het oog op een verbetering van de veiligheid in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest vanuit een geïntegreerde preventiebenadering;

Gelet op de omzendbrief van 22 februari 2007 met betrekking tot het Veiligheidsplan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat de maatregelen vervat in het Veiligheidsplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot doel hebben de 19 gemeenten in hun hoedanigheid van eerstelijnsoperatoren in staat te stellen hun optreden te versterken ten aanzien van jongeren, die oververtegenwoordigd zijn wat betreft criminele feiten, als dader, maar ook als slachtoffer;

Overwegende dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met voornoemde omzendbrief van 22 februari 2007 drie gewestelijke subsidies heeft ingevoerd om de gemeenten te helpen de doelstelling van het gewestelijk veiligheidsplan te verwezenlijken;

Gelet op de projecten die door de gemeenten werden ingediend met het oog op het bekomen van deze subsidies;

Overwegende dat een selectiecomité, samengesteld uit leden van het Bestuur Plaatselijke Besturen en het Kabinet van de Minister-President, een aantal projecten geselecteerd heeft op basis van hun relevantie en overeenstemming met de gewestelijke doelstellingen als opgenomen in de omzendbrief van 22 februari 2007 die reeds werd vermeld in de consideransen van dit besluit;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten voor 2007 worden aan de 19 gemeenten subsidies toegekend voor een totaal bedrag van 2.095.000,00 euro, ten belope van de bedragen als vermeld in de bijgaande tabel.

Deze subsidies dienen te worden aangerekend op de basisallocaties 14.34.24.63.21 en 14.34.25.43.22 van de ordonnantie van 22 december 2006 houdende de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2007.

In de bijgaande tabel wordt een onderscheid gemaakt tussen investeringskosten en personeelskosten daar de subsidies voor deze twee soorten uitgaven van verschillende aard zijn. De tabel vermeldt ook het totaal subsidiebedrag dat aan elke gemeente wordt toegekend.

Art. 3.Deze subsidies worden toegekend om van 1 mei tot 31 december 2007 geheel of gedeeltelijk de kosten te dekken die zijn verbonden aan de organisatie van de acties die kaderen in het Veiligheidsplan en gesteund worden met drie subsidies : -een subsidie betreffende de beveiliging van de weg naar de school in het kader van de bestrijding van diefstal (steaming) en afpersing; - een subsidie die betrekking heeft op de versterking van de preventieve aanwezigheid 's avonds via de financiering van de overuren van het preventiepersoneel 's avonds; - een subsidie die betrekking heeft op het schoolverzuim.

Wat betreft de eerste subsidie, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beslist om de aanwezigheid van stadswachten op het traject school-woonplaats te versterken door het financieren van bijkomende overuren van het reeds in dienst zijnde personeel of via aanwerving van bijkomend personeel.

De tweede subsidie heeft tot doel de preventieve aanwezigheid 's avonds en in bepaalde periodes te versterken door betaling van overuren of indienstneming van bijkomend personeel.

De derde subsidie heeft tot doel de gemeente te helpen het schoolverzuim tegen te gaan door de oprichting te bevorderen van een buitenschoolse wachtcel, die een optreden op het niveau van de gemeente als geheel mogelijk maakt en alle onderwijsnetten bestrijkt.

De tegemoetkoming van het Gewest is bestemd voor de indienstneming van personeel indien de gemeente nog niet over een dergelijke voorziening beschikt, of voor het versterken van een bestaande voorziening.

De uitvoeringsmodaliteiten van deze acties maken het voorwerp uit van een overeenkomst tussen elke gemeente en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, op basis van de projecten die door de gemeenten ingediend werden overeenkomstig de omzendbrief van 22 februari 2007 met betrekking tot het Veiligheidsplan.

Art. 4.Om deze subsidies te kunnen genieten, moeten de gemeenten zich ertoe verbinden de nodige schikkingen te treffen voor de indienstneming van geschikt personeel en dit personeel de nodige middelen ter beschikking stellen om de in de overeenkomst bepaalde doelstellingen te verwezenlijken.

Art. 5.§ 1. De bepalingen van de omzendbrief van 29 september 2005 met betrekking tot de financiële richtlijnen die gelden voor de door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gesubsidieerde veiligheids- en preventiecontracten, van toepassing zijn op de bij dit besluit toegekende subsidies. § 2. De subsidies voor de in 2007 verrichte personeels- en werkingsuitgaven worden aan de gemeenten uitbetaald in twee schijven : - een eerste schijt ten belope van 60% van het subsidiebedrag vermeld onder basisallocatie 14.34.25.43.22 na ontvangst van een aan het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gerichte schuldvordering, in te dienen tegen uiterlijk 15 december 2007, - een tweede schijt, « eindafrekening » genoemd, tegen overlegging van een schuldvordering ten belope van het bedrag dat door het Bestuur Plaatselijke Besturen aanvaard wordt na analyse van de verantwoordingsstukken, die tegen uiterlijk 31 maart 2008 moeten ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 3. Voor de investeringsuitgaven worden de subsidies in één maal uitbetaald op overlegging van een schuldvordering, ten belope van het bedrag dat door het Bestuur Plaatselijke Besturen aanvaard wordt na analyse van de verantwoordingsstukken, die tegen 31 maart 2008 ingediend moeten worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 4. De documenten die vereist zijn als de in §§ 2 en 3 van dit artikel vermelde verantwoordingsstukken, zijn bepaald in bovenvermelde omzendbrief van 29 september 2005.

Uit de controle van deze stukken door de beherende administratieve dienst moet blijken dat alle vastgelegde uitgaven daadwerkelijk verricht werden voor de verwezenlijking van de acties waarin voorzien was.

Art. 6.De bevoegde Minister kan de gemeentelijke overheden alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van het dossier en kan elke daartoe aangewezen stappen ondernemen om ze ter plaatse te bekomen.

Art. 7.De subsidies worden gestort op de bankrekening van de begunstigde gemeenten.

Art. 8.De directie Specifieke Initiatieven van het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt aangewezen als de administratieve dienst die ermee belast is in te staan voor een goed beheer van de bij dit besluit toegekende kredieten.

Art. 9.Elke aanvraag tot wijziging van de overeenkomst dient schriftelijk gericht te worden aan de bovenvermelde beherende administratieve dienst. Bij akkoord zal een bijvoegsel opgesteld worden.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2007.

Art. 11.De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit;

Brussel, 19 april 2007.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL

Annexe / Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 april 2007.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadshernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Gewestelijke Informatica, G. VANHENGEL

^