Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007
gepubliceerd op 31 juli 2007

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling van het prestatieonderzoek, de genetische waardebepaling, de kunstmatige inseminatie en de toelating van raszuivere fokrunderen tot de voortplanting

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2007031307
pub.
31/07/2007
prom.
21/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/21/2007031307/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 JUNI 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling van het prestatieonderzoek, de genetische waardebepaling, de kunstmatige inseminatie en de toelating van raszuivere fokrunderen tot de voortplanting


Gelet op de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren, inzonderheid artikels 1, 2° en 5°, en 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 december 1992 betreffende veterinairrechtelijke en zoötechnische voorwaarden aangaande de productie, de behandeling, de bewaring, het gebruik, het intracommunautair handelsverkeer en de invoer van rundersperma, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 22 september 1993, 12 november 2001, 10 november 2005 en 16 januari 2006, en door het ministerieel besluit van 13 september 1995;

Gelet op de richtlijn 87/328/EEG van de Raad van 18 juni 1987 betreffende de toelating van raszuivere fokrunderen tot de voortplanting; gewijzigd bij richtlijn 2005/24/EG van de Raad van 14 maart 2005 tot wijziging van Richtlijn 87/328/EEG voor wat betreft de spermacentra en het gebruik van eicellen en embryo's afkomstig van raszuivere fokrunderen;

Gelet op de richtlijn 77/504/EEG van de Raad van 25 juli 1977 betreffende de raszuivere fokrunderen;

Gelet op de richtlijn 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988, tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in diepgevroren spenna van runderen en de invoer daarvan;

Gelet op de richtlijn 94/28/EG van de Raad van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zoôtechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo's en tot wijziging van Richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen;

Gelet op de beschikking 84/247/EEG van de Commissie van 27 april 1984 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties of verenigingen van veefokkers die stamboeken voor raszuivere fokrunderen bijhouden of instellen;

Gelet op de beschikking 84/419/EEG van de Commissie van 19 juli 1984 tot vaststelling van de criteria voor inschrijving in de rundveestamboeken; Gelet op de beschikking 96/509/EG van de Commissie van 18 juli 1996 tot vaststelling van genealogische en zoôtechnische voorschriften voor de invoer van sperma van bepaalde dieren;

Gelet op de beschikking 96/510/EG van de Commissie van 18 juli 1996 tot vaststelling van de stamboek- en fokkerijcertificaten voor de invoer van fokdieren en van sperma, eicellen en embryo's daarvan;

Gelet op de beschikking 2002/8/EG van de Commissie van 28 december 2001 houdende vaststelling van de methoden voor de genetische identificatie van raszuivere fokrunderen en tot wijziging van Beschikkingen 88/124/EEG en 96/80/EG;

Gelet op de beschikking 2005/379/EG van de Commissie van 17 mei 2005 betreffende stamboekcertificaten en gegevens voor raszuivere fokrunderen en spenna, eicellen en embryo's daarvan, Gelet op de beschikking 2006/139/EG van de Commissie van 7 februari 2006 ter uitvoering van Richtlijn 94/28/EG wat betreft een fjst van erkende instanties in derde landen voor het bijhouden van een stamboek of register voor bepaalde dieren;

Gelet op de beschikking 2006/427/EG van de Commissie van 20 juni 2006 houdende vaststelling van methoden inzake prestatieonderzoek en van methoden voor de becordeling van de genetische waarde van raszuivere fokrunderen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 maart 2007;

Gelet op het overleg tussent de gewesten en de federale overheid op 1 marst 2007 waarvan het verslag werd goedgekeurd op 19 mars 2007;

Gelet op advies nr. 42.864/3 van de Raad van State, gegeven op 15-05 2007, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van Minister van economie en werkgelegenheid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Minister" : de Minister van Landbouw.2° "Dienst" : de cel Landbouw van de directie Economische Betrekkingen van het Bestuur Economie en Werkgelegenheid van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° "raszuiver fokrund" : ieder rund waarvan de ouders en de grootouders zijn ingeschreven of geregistreerd in een stamboek voor hetzelfde ras en dat zelf in dat stamboek is ingeschreven, dan wel geregistreerd en geschikt is om erin te worden ingeschreven;4° "stamboek" : elk boek, register, bestand of elke informatiedrager : a) bijgehouden door : i.hetzij een organisatie of vereniging van veefokkers die officieel wordt erkend in de Lidstaat waarin deze organisatie of vereniging van fokkers is opgericht, overeenkomstig de beschikking 84/247/EEG van de Commissie van 27 april 1984 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties of verenigingen van veefokkers die stamboeken voor raszuivere fokrunderen bijhouden of instellen, ii. hetzij door een officiële dienst van de betrokken Lidstaat; iii. hetzij door een erkende instantie die een stamboek of een register bijhoudt voor raszuivere fokrunderen en sperma, eicellen en embryo's daarvan en die voorkomen in de bijlage bij de beschikking 2006/139/EG van de Commissie van 7 februari 2006 ter uitvoering van Richtlijn 94/28/EG wat betreft een lijst van erkende instanties in derde landen voor het bijhouden van een stamboek of register voor bepaalde dieren; b) en waarin de raszuivere fokrunderen van een bepaald ras worden ingeschreven of geregistreerd met vermelding van hun voorgeslacht.5° "ingeschreven" : geeft in het geval van een raszuiver fokrund aan dat het beantwoordt aan de door het stamboek vereiste voorwaarden voor een ras om tot dit stamboek te behoren en dat het afstamt van ouders en grootouders die zelf in dit stamboek zijn ingeschreven;6° "sperma" : het al of niet behandelde, verdunde, gekoelde of diepgevroren ejaculaat van een als huisdier gehouden rund;7° "spermadosis" : elke soort recipiënt die rechtstreeks vers of ingevroren sperma bevat dat bestemd is om te worden opgeslagen, vervoerd of gebruikt bij de kunstmatige inseminatie van een vrouwelijk dier;8° "partij spermadosissen" : alle spermadosissen van een stier die tegelijk aan dezelfde behandeling worden onderworpen;9° "donor" : mannelijk rund, of stier, behorende tot het veebeslag van een erkend spermacentrum;10° "spermacentrum" : inrichting waar sperma wordt gewonnen, behandeld en opgeslagen voor gebruik bij kunstmatige inseminatie;11° "spermaopslagcentrum" : inrichting waar sperma wordt opgeslagen voor gebruik bij kunstmatige inseminatie, 12° "erkend spermacentrum" : spermacentrum dat hetzij a) op sanitair vlak erkend is door de bevoegde Belgische overheid, overeenkomstig het koninklijk besluit van 9 december 1992, indien het centrum in België is gevestigd, hetzij b) op sanitair vlak erkend is door de bevoegde overheid van een andere lidstaat, overeenkomstig richtlijn nr. 88/407/EEG, indien het centrum in een andere lidstaat is gevestigd, hetzij c) voorkomt in de lijsten die werden opgesteld in uitvoering van de bepalingen van artikel 9 van richtlijn or. 88/407/EEG indien het centrum in een derde land is gevestigd. 13° "erkend spermaopslagcentrum" : spennaopslagcentrum dat hetzij a) op sanitair vlak erkend is door de bevoegde Belgische overheid, overeenkomstig het koninklijk besluit van 9 december 1992, indien het centrum in België is gevestigd, hetzij b) op sanitair vlak erkend is door de bevoegde overheid van een andere lidstaat, overeenkomstig richtlijn ar.88/407/EEG, indien het centrum in een andere lidstaat is gevestigd, hetzij c) voorkomt in de lijsten die werden opgesteld in uitvoering van de bepalingen van artikel 9 van richtlijn nr. 88/407/EEG indien het centrum in een derde land is gevestigd 14° "verdeling" : de handeling waarbij sperma wordt overgedragen aan de verantwoordelijke van een kunstmatig te insemineren vrouwelijk dier, ook als dit kosteloos gebeurt;15° "verdelen" : sperma verdelen;16° "koninklijk besluit van 9 december 1992" : koninklijk besluit van 9 december 1992 betreffende veterinairrechtelijke en zoôtechnische voorwaarden aangaande de productie, de behandeling, de bewaring, het gebruik, het intracommunautair handelsverkeer en de invoer van runderspenna;17° "richtlijn nr.88/407/EEG" : richtlijn nr. 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in diepgevroren sperma van runderen en de invoer daarvan, 18° "beschikking tir.2006/427/EG" : beschikking nr. 2006/427/EG van de Commissie van 20 juni 2006 houdende vaststelling van methoden inzake prestatieonderzoek en van methoden voor de beoordeling van de genetische waarde van raszuivere fokrunderen; 19° "Belgisch fokkerijnummer" : enig administratief nummer toegekend aan een raszuiver fokrund dat geregistreerd of ingeschreven is in een stamboek dat wordt bijgehouden door een daartoe erkende vereniging in België;20° "buitenlands fokkerijnummer" : enig administratief nummer dat buiten België aan raszuiver fokrund wordt toegekend door een vereniging die erkend is door een lidstaat of door een erkende instantie die een stamboek of een register bijhoudt voor raszuivere fokrunderen en spenna, eicellen en embryo's daarvan en die voorkomen in de bijlage bij de beschikking 2006/139/EG van de Commissie van 7 februari 2006 ter uitvoering van Richtlijn 94/28/EG wat betreft een lijst van erkende instanties in derde landen voor het bijhouden van een stamboek of register voor bepaalde dieren;21° "genetische identiteit" : de kenmerken van het genoom van een dier;22° "officieel identificatienummer" : officieel nummer dat voorkomt op de oormerken dat een rund draagt, volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 september 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;23° "verantwoordelijke van een vrouwelijk dier" : de houder van een vrouwelijk rund, in de betekenis van de sanitaire wetgeving op de identificatie en de registratie van runderen, die een tijdelijk of permanent toezicht over dit rund uitoefent;24° "veebeslag" : het gcheel van runderen dat gehouden wordt in een geografisch omschreven entiteit en cen duidelijk omschreven eenheid vormt op basis van de epidemiologische banden, vastgesteld (door de officiële dierenarts) volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 juli 1999 betreffende de erkenningsvoorwaarden van vervoerders, handelaars, stopplaatsen en verzamelcentra;25° "ICAR" : het International Committee for Animal Recording, de erkende wereldorganisatie voor de standaardisering van de controle van de prestaties en de beoordeling van dieren, naar Frans recht te Parijs geregistreerd als internationale niet-gouvernementele organisatie zonder winstoogmerk.26° "organisatie voor prestatieonderzock" : elke organisatie die gegevens inzamelt over zobtechnische prestaties van runderen, overeenkomstig punt II van bijlage I van beschikking nr.2006/427/EG en onder de verantwoordelijkheid van cen door een lidstaat erkende organisatie in toepassing van punt I van diezelfde bijlage; 27° "centrum voor genetische waardebepaling" : elke organisatie die de genetische waardebepaling van runderen uitvoert en de resultaten van deze genetische waardebepaling publiceert, overeenkomstig punt III van bijlage I van beschikking nr.2006/427/EG en onder de verantwoordelijkheid van een door een lidstaat erkende organisatie in toepassing van punt 1 van diezelfde bijlage. HOOFDSTUK II. - Prestatieonderzock en genetische waardebepaling van de raszuivere fokrunderen, en vergunningen voor kunstmatige inseminatie.

Art. 2.In toepassing van punt I van bijlage II bij beschikking nr. 2006/427/EG wordt de Dienst erkend als organisatie belast met het opstellen van de regels die van toepassing zijn op het prestatieonderzoek en de genetische waardebepaling van raszuivere fokrundersoorten, en de publicatie van de resultaten van deze waardebepaling. - De Dienst wordt tevens belast met het opstellen van de regels die van toepassing zijn op de publicatie van de resultaten van het prestatieonderzoek. - De Dienst verstrekt via specifieke lastenboeken inzicht in de methoden van het prestatieonderzoek, het beschrijvende model voor de gegevens, de statistische methode voor analyse en de genetische parameters die worden gebruikt voor elk beoordeeld kenmerk. - De in de vorige leden bedoelde regels en lastenboeken worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.§ 1. In toepassing van artikel 1, 2° van de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren, is elk op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd spermacentrum ambtshalve gemachtigd om sperma van donoren die tot zijn veebeslag horen te verzamelen, te behandelen en op te slaan in de hoedanigheid van sperma van een raszuiver fokrund, indien : 1° het gaat om een erkend spennacentrum in de betekenis van artikel 1, 12° van dit besluit;2° het de bepalingen van artikel 6, 2e lid van dit besluit naleeft;3° het de bepalingen van artikel 7 van dit besluit naleeft;4° het de bepalingen van artikel 9, § 1 van dit besluit naleeft;5° het aile informatie die nodig is voor de controle van deze bepalingen ter beschikking stelt van de Dienst, indien deze hier naar vraagt. § 2. In toepassing van artikel 1, 2° van de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren, is elk op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd spennacentrum ambtshalve gemachtigd om spenna op te slaan in de hoedanigheid van sperma van een raszuiver fokrund, indien : 1° het gaat om een erkend spennaopslagcentrum in de betekenis van artikel 1, 13° van dit besluit;2° het de bepalingen van artikel 6, 2de lid van dit besluit naleeft;3° het de bepalingen van artikel 8 van dit besluit naleeft;4° het de bepalingen van artikel 9, § 1 van dit besluit naleeft;5° het aile informatie die nodig is voor de controle van deze bepalingen ter beschikking stelt van de Dienst, indien deze hier naar vraagt. § 3. In toepassing van artikel 1, 2° van de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren, is elk op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of erbuiten gevestigd spennacentrum of spennaopslagcentrum ambtshalve gemachtigd om op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sperma te verdelen in de hoedanigheid van sperma van een raszuiver fokrund, indien : 1° het gaat om een erkend spermacentrum in de betekenis van artikel 1, 12° of een erkend spermaopslagcentrum in de betekenis van artikel 1, 13° van dit besluit;2° het de bepalingen van artikel 6, 2de lid van dit besluit naleeft;3° het de bepalingen van artikel 9, § 2 van dit besluit naleeft;4° het de publicatieregels naleeft, opgesteld krachtens artikel 2, 1e lid van dit besluit;5° het aile informatie die nodig is voor de controle van deze bepalingen ter beschikking stelt van de Dienst, indien deze hier naar vraagt. § 4. Onverminderd eventuele strafrechtelijke vervolgingen, trekt, wanneer de Dienst in een procesverbaal en na eventueel verhoor van de door het spermacentrum of het spermaopslagcentrum gemandateerde persoon vaststelt dat de voorwaarden voor ambtshalve vergunning bedoeld in bovenstaande paragrafen 1, 2 en 3 niet worden nageleefd, de Minister of de leidende ambtenaar van de Dienst, die aangewezen is als afgevaardigde van de Minister, de desbetreffende vergunning in. Hij deelt het spermacentrum of het spermaopslagcentrum, naar gelang het geval, zijn beslissing tot intrekking van de vergunning mee via een aangetekend schrijven, of via elk ander middel met bewijs van versturing, en hij preciseert hierbij de voorwaarden waaraan moet worden tegemoetgekomen ont een nieuwe vergunning te verkrijgen. De beslissing tot intrekking van de vergunning wordt gepubliceerd in het Staatsblad.

Wanneer zijn vergunning is ingetrokken, kan het spermacentrum of het spermaopslagcentrum via een aangetekend schrijven, of via elk ander middel met bewijs van versturen, beroep aantekenen bij de Minister, en dit binnen een termijn van niet meer dan 15 dagen na ontvangst van het aangetekend schrijven waarin de intrekking wordt aangekondigd, met vermelding van zijn bezwaren. Het indienen van het beroep schort de beslissing tot intrekking van de vergunning niet op.

De Minister beschikt, na eventueel verhoor van de door het spermacentrum of het spermaopslagcentrum gemandateerde persoon, over 20 dagen na de ontvangst van het beroep om aan het spermacentrum of het spermaopslagcentrum zijn beslissing mee te delen waarbij hij ofwel de intrekking van de vergunning bevestigt, ofwel deze intrekking annuleert.

Indien de Minister de intrekking van de vergunning annuleert, verschijnt deze beslissing in het Belgisch Staatsblad. § 5. Een spermacentrum of spermaopslagcentrum waarvan een van de in bovenstaande paragrafen 1, 2 of 3 bedoelde vergunningen werd ingetrokken, kan op ieder moment een nieuwe vergunning aanvragen. Deze aanvraag moet per brief bij de Dienst worden ingediend.

Binnen de 30 dagen volgend op de postdatum van het schrijven, wordt het naleven van de voorwaarden voor toekenning van de gevraagde vergunning door de Dienst gecontroleerd, en de Minister of diens atgevaardigde deelt aan het spermacentrum of het spermaopslagcentrum per brief zijn beslissing mee om al dan niet een nieuwe vergunning toe te kennen.

Indien een nieuwe vergunning wordttoegekend, wordt deze beslissing gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. HOOFDSTUK III. - Toelating van raszuivere fokrunderen tot de voortplanting en zoötechnische voorwaarden voor de donoren of hun sperma bestemd voor kunstmatige inseminatie.

Art. 4.Dit hoofdstuk zet richtlijn nr. 2005/24/EG van de Raad van 14 maart 2005 tot wijziging van Richtlijn 87/328/EEG voor wat betreft de spermacentra en het gebruik van eicellen en embryo's afkomstig van raszuivere fokrunderen om.

Art. 5.Onverminderd de veterinairrechtelijke voorschriften : a) wordt elk vrouwelijk raszuiver fokrund zonder enige beperking tot de voortplanting toegelaten;b) wordt elk mannelijk raszuiver fokrund voor de natuurfjke dekking toegelaten;c) mag elke eicel en elk embryo afkomstig van een vrouwelijk raszuiver fokrund gebruikt worden voor de voortplanting.

Art. 6.Het sperma dat bestemd is om in de hoedanigheid van sperma van een raszuiver fokrund ter beschikking te worden gesteld met het oog op de kunstmatige inseminatie van vrouwelijke runderen die tot een ander veebeslag horen dan dat van de donor, mag enkel verzameld, behandeld en opgeslagen worden in een erkend spermacentrum of, in voorkomend geval, opgeslagen worden in een erkend spermaopslagcentrum.

Onverminderd de veterinairrechtelijke voorschriften, wordt enkel sperma van raszuivere fokrunderen verzameld en behandeld, en/of opgeslagen en verspreid op het Grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 7.Een stier waarvan het sperma door een erkend spermacentrum wordt verzameld, behandeld en opgeslagen in de hoedanigheid van sperma van een raszuiver fokrund, beantwoordt aan de bepalingen van de bijlage, hoofdstuk 1 van dit besluit.

Art. 8.Sperma dat in de hoedanigheid van sperma van een raszuiver fokrund wordt opgeslagen door een erkend spermacentrum of een erkend spermaopslagcentum, beantwoordt aan de bepalingen van de bijlage, hoofdstuk Il van dit besluit.

Art. 9.§ l. Bij het intracommunautair handelsverkeer moet het sperma van raszuivere fokrunderen vergezeld zijn van een stamboekcertificaat dat conform is aan de bepalingen van de bijlage, hoofdstuk III, B, D of E van dit besluit, naargelang van het geval. § 2. Het sperma dat op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verdeeld wordt in de hoedanigheid van sperma van raszuivere fokrunderen, moet vergezeld zijn van een stamboekcertificaat dat conform is aan de bepalingen van de bijlage, hoofdstuk III, B, D of E van dit besluit, naargelang van het geval.

Het in het vorige lid bedoelde stamboekcertificaat mag evenwel vervangen worden door een document dat beantwoordt aan de bepalingen van de bijlage bij dit besluit, hoofdstuk IV. Deze vervanging wordt toegestaan indien het spermacentrum of het spermaopslagcentrum aan de erkende gewestelijke verenigingen, vermeld in artikel 6 van het ministerieel besluit van 27 februari 1991 betreffende de verbetering van het rundveeras, en die hun zetel hebben op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, a) ofwel een kopie van het stamboekcertificaat bezorgt, overeenkomstig de bepalingen van de bijlage, hoofdstuk 111, B, D of E, gedateerd, ondertekend door de verantwoordelijke van het spermacentrum of het spermaopslagcentrum en vervolledigd met de vermelding "ik ondergetekende verklaar in het bezit te zin van het origineel van dit document";b) ofwel, indien het sperma opgeslagen is in het erkende spermacentrum waar het verzameld en behandeld werd, een kopie van het stamboekcertificaat bezorgt, overeenkomstig de bepalingen van de bijlage, hoofdstuk III, A of C, gedateerd, ondertekend door de verantwoordelijke van het spermacentrum en vervolledigd met de vermelding "ik ondergetekende verklaar in het bezit te zin van het origineel van dit document";

Art. 10.§ 1 Van zodra het sperma van een stier verdeeld is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in de hoedanigheid van sperma van cen raszuiver fokrund, moet elk prestatieresultaat van deze stier, inclusief het naar voren komen van genetische afwijkingen, verkregen door het meten van de prestaties van zijn nakomelingen door een organisatie voor prestatieonderzoek, evenals elke genetische waarde van deze stier, berekend door een centrum voor genetische waardebepaling op basis van met name de prestaties van zijn nakomelingen, respectievelijk door de organisatie voor prestatieonderzoek of door het centrum voor genetische waardebepaling gepubliceerd worden, van zodra deze informatie beantwoordt aan de publicatieregels die worden vastgesteld volgens de bepalingen van artikel 2 van dit besluit. § 2. Een stier waarvan het sperma op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verdeeld wordt in de hoedanigheid van raszuiver fokrund, krijgt het label "getest" van zodra hij een genetische waardebepaling heeft ondergaan op basis van minstens de resultaten van het prestatieonderzoek voor de opgelegde kenmerken die genoemd worden in de bijlage, hoofdstuk V van dit besluit en van zodra zijn genetische waarden met betrekking tot deze kenmerken, evenals de andere beschikbare genetische waarden gepubliceerd zijn door een centrum voor genetische waardebepaling.

De Dienst kan, na overleg met de vereniging van de kwekers van het ras van deze stier, en met de organisaties voor prestatieonderzoek en de centra voor genetische waardebepaling die betrokken zijn bij het ras van de stier, de te controleren prestatiekenmerken preciseren die genoemd worden in bijlage V van dit besluit, evenals de eventuele op te sporen genetische afwijkingen, met het oog op het verkrijgen van de in het vorige lid bedoelde genetische waardebepaling. § 3. Een niet-geteste stier kan de kwalificatie "te testen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" krijgen, op voorwaarde dat er een contract voor het uitvoeren van fokdierentesten werd ondertekend tussen het spermacentrum of het spermaopslagcentrum dat het verdeelt op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en een organisatie voor prestatieonderzoek die haar zetel heeft op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarbij dit contract de nodige procedures beoogt uit te voeren opdat deze stier de kwalificatie "getest" zou krijgen. HOOFDSTUK IV. - Slot- en opheffingsbepalingen

Art. 11.De Minister kan de bijlage bij dit besluit wijzigen teneinde deze aan te passen aan de evoluties van de techniek en van de Europese wetgeving.

Art. 12.Overtredingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren.

Art. 13.§. De volgende bepalingen uit het koninklijk besluit van 9 december 1992 worden opgeheven : 1° in artikel 1 : het punt i;2° in artikel 1 : de punten k, 1, o, p, q, r en y;3° in artikel 3ter : § 3;4° in artikel 3quinquies : § 2;5° in artikel 6 : § 2, tweede lid;6° in bijlage 1 : de hoofdstukken V, VII en VIII;7° in bijlage 2 : de hoofdstukken 111 en IV;8° in bijlage 4 : het hoofdstuk II. § 2. In het koninklijk besluit van 9 december 1992 worden de volgende woorden geschrapt : 1° in de titel van het besluit : de woorden "en zoôtechnische";2° in artikel 2, § 7 : de woorden "centres de distribution" in de Franse tekst;3° in artikel 3bis, eerste lid : de woorden "spermaverdeelcentrum of" en "bijlage 11, hoofdstuk IV en", 4° in artikel 3bis, tweede lid : de woorden"spermaverdeelcentrum of";5° in artikel 3ter, § 1 : de woorden "enkel" en 'spermaverdeelcentra of";6° in artikel 3ter, § 2 : de woorden "spermaverdeelcentrum of";7° in artikel 3ter, § 4 : de woorden "sperrnaverdeel centra of";8° in artikel 3quater, A, a) : de woorden "spermaverdeelcentrum of";9° in artikel 3quinquies, § 1 : de woorden "spermaverdeelcentra of";10° in artikel 3quinquies, § 3 : de woorden "spermaverdeelcentra of";11° in artikel 4, tweede lid : de woorden "en een stamboekcertificaat waarvan het model wordt bepaald in bijlage IV, hoofdstuk II";12° in artikel 8, eerste lid : de woorden "en een stamboekcertificaat overeenkomstig het model in bijlage IV, hoofdstuk II van dit besluit";13° in artikel 15 : de woorden "en overeenkomstig de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige dieren".

Art. 14.De Minister die bevoegd is voor Landbouw wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 juni 2007.

De Minister-President, Ch. PICQUE De Minister van Economie, Werkgelegenheid en Landbouw, B. CEREXHE

Bijlage HOOFDSTUK I. - Zoötechnische voorwaarden voor de stier waarvan het sperma in een erkend spermacentrum verzameld, behandeld of opgeslagen wordt in de hoedanigheid van sperma van een raszuiver fokrund.

A. Inschrijving in een stamboek en stamboekcertificaat Voor zijn toelating tot het erkend spermacentrum als raszuiver fokrund, werd de stier ingeschreven in een stamboek van raszuivere fokrunderen. Hij beschikt tevens over een stamboekcertificaat overeenkomstig de bepalingen van deze bijlage, hoofdstuk III, A of C. B. Bepaling van de genetische identiteit Vôôr de eerste spermawinning moet de genetische identiteit van de stier worden bepaald via een analyse van zijn bloedgroepformule of door middel van elk ander onderzoek dat gebaseerd is op een analyse van het genoom, waarbij deze bepaling conform moet zijn aan artikel 1 van beschikking nr. 2002/8/EG van de Commissie van 28 december 2001 houdende vaststelling van de methoden voor de genetische identificatie van raszuivere fokrunderen en tot wijziging van beschikkingen 88/124/EEG en 96/80/EG. Het resultaat van de bepaling van de genetische identiteit van de stier wordt vermeld op een document, uitgegeven onder de verantwoordelijkheid van de veefokkersorganisatie of -vereniging, of van de instantie die het in bovenvermeld punt A bedoelde stamboekcertificaat heeft afgegeven.

HOOFDSTUK II. - Zoötechnische voorwaarden voor het sperma dat in de hoedanigheid van sperma van een raszuiver fokrund wordt opgeslagen bij een erkend spermacentrum of een erkend spermaopslagcentrum.

A. Inschrijving van de donor in een stamboek en stamboekcertificaat Het sperma, opgeslagen in de hoedanigheid van sperma van een raszuiver fokrund, werd gewonnen bij een stier die op het ogenblik van de opvang ingeschreven was in een stamboek van raszuivere fokrunderen, en gaat vergezeld van een stamboekcertificaat overeenkomstig de bepalingen van deze bijlage, hoofdstuk III, B, D of E. B. Bepaling van de genetische identiteit Bij het sperma wordt het bewijs gevoegd dat de genetische identiteit van de donor van dit sperma werd bepaald via een analyse van zijn bloedgroepformule of door middel van elk ander onderzoek dat gebaseerd is op een analyse van het genoom, waarbij deze bepaling conform moet zijn aan artikel 1 van beschikking nr. 2002/8/EG van de Commissie van 28 december 2001 houdende vaststelling van de methoden voor de genetische identificatie van raszuivere fokrunderen en tot wijziging van beschikkingen 88/1241EEG en 96/80/EG. Het resultaat van de bepaling van de genetische identiteit van de spermadonor wordt vermeld : 1° indien het in bovenvermeld punt A bedoelde stamboekcertificaat conform is aan de bepalingen van deze bijlage, hoofdstuk III, B : op een document uitgegeven onder de verantwoordelijkheid van de veefokkersorganisatie of -vereniging : c) die het stamboekcertificaat heeft afgegeven, d) of die de gegevens heeft verstrekt aan het erkende spermacentrum of het erkende spermaopslagcentrum dat het stamboekcertificaat heeft afgegeven;2° indien het in bovenvermeld punt A bedoelde stamboekcertificaat conform is aan de bepalingen van deze bijlage, hoofdstuk III, D of E : op het stamboekcertificaat. HOOFDSTUK III. - Stamboekcertificaten voor raszuivere fokrunderen en hun sperma A. Stamboekcertificaat voor een donorstier, opgesteld volgens de bepalingen van beschikking nr. 2005/379/EG van de Commissie van 17 mei 2005 betreffende stamboekcertificaten en gegevens voor raszuivere fokrunderen en sperma, eicellen en embryo's daarvan.

Dit stamboekcertificaat wordt afgegeven door een officieel door een Lidstaat erkende veefokkersorganisatie of -vereniging, overeenkomstig beschikking nr. 84/247/EEG van de Commissie van 27 april 1984 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties of verenigingen van veefokkers die stamboeken voor raszuivere fokrunderen bijhouden of instellen.

Dit stamboekcertifcaat voor een rund bevat de volgende gegevens : a) de titel "Stamboekcertificaat afgegeven overeenkomstig Beschikking nr.2005/379/EG van de Commissie voor het intracommunautaire handelsverkeer"; b) de naam van de officieel erkende veefokkersorganisatie of -vereniging die het certificaat afgeeft overeenkomstig bovenvermelde Beschikking nr.84/247/EEG; c) de naam waaronder hij in het stamboek is ingeschreven;d) het ras;e) het geslacht;f) het volgnummer in het stamboek;g) de datum van afgifte van het certificaat;h) de identificatiemethode;i) het identificatienummer overeenkomstig verordening (EG) nr. 1760/2000; j) de geboortedatum;k) de naam en het adres van de fokker;l) de naam en het adres van de eigenaar;m) de afstamming Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld n) alle beschikbare resultaten van het prestatieonderzoek en de bijgewerkte resultaten van de genetische evaluatie, alsook de genetische bijzonderheden en de genetische gebreken bij het dier zelf, bij zijn ouders en bij zijn grootouders zoals vereist in het fokprogramma voor de categorie en het dier in kwestie.Wanneer de resultaten van de genetische evaluatie algemeen beschikbaar zijn op het intemet, volstaat een verwijzing naar de website waar die resultaten te vinden zijn; o) in het geval van drachtige koeien, de datum van inseminatie of dekking, en de identificatie van de donor;p) de naam en de titel van de ondertekenaar, de datum en plans van afgifte van het certificaat en de handtekening van de door de veefokkersorganisatie of -vereniging die het certificaat afgeeft gemachtigde persoon. Deze gegevens mogen evenwel zijn opgenomen in andere documenten die het dier vergezellen, op voorwaarde dat de veefokkersorganisatie of -vereniging die het stamboek bijhoudt de documenten certificeert met de volgende zin : "Ondergetekende verklaart dat de gegevens vereist krachtens artikel 2 van Beschikking 2005/379/EG van de Commissie in de bijgevoegde documenten zijn opgenomen : [...] ", aangevuld met een exhaustieve lijst van de relevante bijlagen.

B. Stamboekcertificaat voor sperma, opgesteld volgens de bepalingen van beschikking nr. 2005/379/EG van de Commissie van 17 mei 2005 betreffende stamboekcertiticaten en gegevens voor raszuivere fokrunderen en sperma, eicellen en embryo's daarvan.

Dit stamboekcertificaat wordt afgegeven door een officieel door een Lidstaat erkende veefokkersorganisatie of -vereniging, overeenkomstig Beschikking nr. 84/247/EEG van de Commissie van 27 april 1984 tût vaststelling van de criteria voor de erkenning van organisaties of verenigingen van veefokkers die stamboeken voor raszuivere fokrunderen bijhouden of instellen.

Op grond van de gegevens verstrekt door de bovenvermelde erkende veefokkersorganisatie of -vereniging kan dit stamboekcertificaat ook afgegeven worden door een erkend spermacentrum of spermaopslagcentrum.

Dit stamboekcertificaat voor sperma bevat de volgende gegevens : a) alle in punt A hierboven bedoelde gegevens voor de spermadonor;b) inlichtingen aan de hand waarvan het sperma kan worden geïdentificeerd, de datum van winning en de naam en het adres van het spermacentrum of spermaopslagcentrum en van de geadresseerde;c) voor sperma dat is bedoeld voor officiële tests op raszuivere stieren, de naam en het adres van de erkende veefokkersorganisatie of -vereniging die de tests uitvoert overeenkomstig Richtlijn 87/328/EEG betreffende de toelating van raszuivere folavnderen tot de voortplanting;d) de naam en de titel van de ondertekenaar, de datum en plaats van afgifte van het certificaat en de handtekening van de door de veefokkersorganisatie of -vereniging die het certificaat afgeeft gemachtigde persoon. Deze gegevens mogen evenwel zijn opgenomen in andere documenten die het dier vergezellen, op voorwaarde dat de veefokkersorganisatie of -vereniging die het stamboek bijhoudt de documenten certificeert met de volgende zin : "Ondergetekende verklaart dat de gegevens vereist krachtens artikel 3 van Beschikking 2005/379/EG van de Commissie in de bijgevoegde documenten zijn opgenomen : [...] ", aangevuld met een exhaustieve lijst van de relevante bijlagen.

C. Stamboekcertificaat voor een ingevoerde donorstier, opgesteld volgens de bepalingen van beschikking nr. 96/510/EG van de Commissie van 18 juli 1996 tot vaststelling van de stamboek- en fokkerijcertificaten voor de invoer van fokdieren en van sperma, eicellen en embryo's daarvan.

Dit stamboekcertificaat wordt afgegeven door een instantie die gemachtigd is een stamboek of een register bij te houden voor raszuivere fokrunderen en sperma, eicellen en embryo's daarvan, en die voorkomt in de bijlage bij beschikking nr. 2006/139/EG van de Commissie van 7 februari 2006 ter uitvoering van richtlijn 94/28/EG van de Raad wat betreft een lijst van erkende instanties in derde landen voor het bijhouden van een stamboek of register voor bepaalde dieren.

Dit stamboekcertificaat voor een rund bevat gegevens overeenkomstig die in het volgende model : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze gegevens mogen evenwel zijn opgenomen in andere documenten die het dier vergezellen, op voorwaarde dat de instantie die gemachtigd is het stamboek bij te houden de documenten certificeert met de volgende zin : "Ondergetekende verklaart dat deze documenten de in beschikking nr. 96/510/EG van de Commissie bedoelde gegevens bevatten".

D. Stamboekcertificaat voor ingevoerd sperma, opgesteld volgens de bepalingen van beschikking nr. 96/510/EG van de Commissie van 18 juli 1996 tot vaststelling van de stamboek- en fokkerijcertificaten voor de invoer van fokdieren en van sperma, eicellen en embryo's daarvan.

Dit stamboekcertificaat wordt afgegeven door een instantie die gemachtigd is een stamboek of een register bij te houden voor raszuivere fokrunderen en sperma, eicellen en embryo's daarvan, en die voorkomt in de bijlage bij beschikking nr. 2006/139/EG van de Commissie van 7 februari 2006 ter uitvoering van richtlijn 94/28/FG van de Raad wat betreft cen lijst van erkende instanties in derde landen voor het bijhouden van een stamboek of register voor bepaalde dieren.

Dit stamboekcertificaat voor sperma bevat gegevens overeenkomstig die in het volgende model : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze gegevens mogen evenwel zijn opgenomen in andere documenten die het sperma vergezellen, op voorwaarde dat de instantie die gemachtigd is het stamboek bij te houden de documenten certificeert met de volgende zin : "Ondergetekende verklaart dat deze documenten de in beschikking nr. 96/510/EG van de Commissie bedoelde gegevens bevatten".

E. Stamboekcertificaat voor ingevoerd sperma, opgesteld volgens de bepalingen van beschikking nr. 96/509/EG van de Commissie van 18 juli 1996 Lot vaststelling van genealogische en zobtechnische voorschriften voor de invoer van sperma van bepaalde dieren.

Dit stamboekcertificaat wordt afgegeven door een instantie die gemachtigd is een stamboek of een register bij te houden voor raszuivere fokrunderen en sperma, eicellen en embryo's daarvan, en die voorkomt in de bijlage bij beschikking nr. 2006/139/EG van de Commissie van 7 februari 2006 ter uitvoering van richtlijn 94/28/EG van de Raad wat betreft een lijst van erkende instanties in derde landen voor het bijhouden van een stamboek of register voor bepaalde dieren.

Dit stamboekcertificaat voor sperma bevat gegevens overeenkomstig die in het volgende model : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK IV. - Vereenvoudigde facultatieve bepalingen voor de verdeling van sperma op het grondgebied van het Gewest, in de hoedanigheid van sperma van een raszuiver fokrund.

A. Krachtens artikel 8, 3° lid van dit besluit kan een leveringsbon het stamboekcertificaat vervangen, indien de verdeling niet gepaard gaat met handelingen van kunstmatige inseminatie van vrouwelijke dieren met het verdeelde sperma.

Het spermacentrum of spermaopslagcentrum bezorgt een leveringsbon aan de verantwoordelijke van de met het verdeelde sperma te insemineren vrouwelijke dieren. Deze bon vermeldt minstens de volgende verplichte gegevens : 1° algemene gegevens : a) de complete contactgegevens van het spermacentrum of spermaopslagcentrum, en het erkenningsnummer;b) de naam en het volledige adres van de verantwoordelijke van de te insemineren vrouwelijke dieren, c) de leveringsdatum van het (de) lot(en) van verdeeld sperma;2° specifieke gegevens voor elk lot van spermadosissen : a) indien het gaat om in België gewonnen sperma : het Belgisch fokkerijnummer van de spermadonor;indien het gaat om in het buitenland gewonnen sperma : het buitenlands fokkerijnummer van de spermadonor; b) de volledige naam van de spermadonor in het land overeenstemmend met het vermelde fokkerijnummer, zijn gebruikelijke naam in ditzelfde land en de naam van het zuivere ras waartoe hij in ditzelfde land behoort;c) het aantal dosissen van de partij sperma;d) de vermelding "getest" of "niet getest" om aan te geven of de donor al dan niet de hoedanigheid van geteste stier bezit volgens de bepalingen van artikel 10, § 2 van dit besluit, evenals het adres van de website waar de genetische waarden die vereist zijn om de hoedanigheid van de geteste stier te rechtvaardigen geraadpleegd kunnen worden.De vermelding "te testen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" kan worden toegevoegd na de vermelding "niet getest", indien de donor deze kwalificatie bezit volgens de bepalingen van artikel 10, § 3 van dit besluit.

Op de leveringsbon mag het (Belgisch of buitenlands) fokkerijnummer van de donor van een partij spermadosissen niet worden vervangen door een intern werknummer van het spermacentrum of spermaopslagcentrum, tenzij dit fokkerijnummer voorkomt op de factuur die gericht is aan de bestemmeling voor deze partij spermadosissen en indien deze factuur de overeenstemming vermeldt tussen het fokkerijnummer van de donor en het interne werknummer.

Het spermacentrum of spermaopslagcentrum moet de leveringsbon gedurende 5 jaar bewaren.

B. Krachtens artikel 8, 3° lid van dit besluit kan een inseminatiebewijs het stamboekcertificaat vervangen, indien de verdeling gepaard gaat met een handeling van kunstmatige inseminatie van een vrouwelijk dier met het verdeelde sperma De spermacentrum of het spermaopslagcentrum bezorgt een inseminatiebewijs aan de verantwoordelijke van de met het verdeelde sperma geïnsemineerde vrouwelijke dier. Dit inseminatiebewijs vermeldt minstens de volgende verplichte gegevens : 1° de complete contactgegevens van het spermacentrum of spermaopslagcentrum, en het erkenningsnummer;2° de naam en het volledige adres van het geïnsemineerde vrouwelijke dier;3° de datum van de inseminatie;4° indien het gaat om in België gewonnen sperma : bet Belgisch fokkerijnummer van de spermadonor;indien het gaat om in het buitenland gewonnen sperma : het buitenlands fokkerijnummer van de spermadonor; 5° de volledige naam van de spermadonor in het land overeenstemmend met het vermelde fokkerijnummer, zijn gebruikelijke naam in ditzelfde land en de naam van het zuivere ras waartoe hij in ditzelfde land behoort, 6° het officiële identificatienummer van het geïnsemineerde vrouwelijke dier;7° de vermelding "getest" of "niet getest" om aan te geven of de donor al dan niet de hoedanigheid van geteste stier bezit volgens de bepalingen van artikel 10, § 2 van dit besluit, evenals het adres van de website waar de genetische waarden die vereist zijn om de hoedanigheid van de geteste stier te rechtvaardigen geraadpleegd kunnen worden.De vermelding "te testen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" kan worden toegevoegd na de vermelding "niet getest", indien de donor deze kwalificatie bezit volgens de bepalingen van artikel 10, § 3 van dit besluit.

Op het inseminatiebewijs mal; het (Belgisch of buitenlands) fokkerijnummer van de donor van de spermadosis niet worden vervangen door een intern werknummer van het spermacentrum of spermaopslagcentrum, tenzij dit fokkerijnummer voorkomt op de factuur die gericht is aan de bestemmeling voor deze spermadosis en indien deze factuur de overeenstemming vermeldt tussen het fokkerijnummer van de donor en het interne werknummer.

Het spermacentrum of spermaopslagcentrum moet op zijn administratieve zetel de gegevens van de punten 1° tot 7° hierboven registreren voor elke inseminatie die werd uitgevoerd. Deze registratie dient ten laatste een maand na de datum waarop deze handeling werd uitgevoerd te gebeuren, en moet gedurende 12 maanden bewaard worden.

HOOFDSTUK V. - Bepalingen voor de genetische waardebepaling van stieren waarvan het sperma wordt verdeeld in de hoedanigheid van sperma van een raszuivere fokstier die getest werd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De verplichte kenmerken waarvoor resultaten van prestatieonderzoek moeten worden verkregen om op basis van deze resultaten een genetische waardebepaling te berekenen voor een donor van sperma dat verdeeld wordt in de hoedanigheid van sperma van een getest, raszuiver fokrund, zijn de volgende : 1° voor de genetische waardebepaling van stieren bestemd voor kunstmatige inseminatie, voor de kenmerken inzake melkproductie : Deze genetische waardebepaling wordt uitgevoerd op basis van de resultaten van het prestatieonderzoek voor minstens de hoofdkenmerken : het melkrendement (in kg melk) en de samenstelling van de melk (percentage vetten en eiwitten);de waardebepaling kan tevens gebaseerd zijn op andere beschikbare gegevens die relevant zijn voor het bepalen van de genetische waarde voor kenmerken inzake melkproductie;

De minimale betrouwbaarheid van de genetische waardebepaling voor de kenmerken inzake melkproductie, bij een stier die bestemd is voor kunstmatige inseminatie, moet minstens 0,5 bedragen voor de hoofdkenmerken van de productie, overeenkomstig de principes van ICAR, waarbij alle informatie over verwanten in beschouwing moet worden genomen; 2° voor de genetische waardebepaling van stieren bestemd voor kunstmatige inseminatie, voor de kenmerken inzake vleesproductie : De genetische waardebepaling voor deze stieren wordt uitgevoerd op basis van minstens een van de volgende methoden voor prestatieonderzoek : a) eigen prestatieonderzoek in een station, b) nakomelingen- en/of verwantenonderzoek in stations of in gespecialiseerde eenheden, c) nakomelingen- en/of verwantenonderzoek in de bedrijven.In dit geval moeten de nakomelingen zodanig over de gecontroleerde veebeslagen verdeeld zijn dat een betrouwbare vergelijking van de fokstieren mogelijk is, d) nakomelingen- en/of verwantenonderzoek door het verzamelen van gegevens op bedrijven, op veilingen of in slachthuizen, zodat een geldige vergelijking van de stieren mogelijk is. Als het karkasgewicht en, waar van toepassing, vleeskwaliteitskenmerken, groei en afkalfgedrag geregistreerd worden, moeten deze kenmerken, zowel als elk ander relevant kenmerk, meegenomen worden in de genetische waardebepaling van de stier.

Gezien om als bijlage te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2007 houdende regeling van het prestatieonderzoek, de genetische waardebepaling, de kunstmatige inseminatie en de toelating van raszuivere fokrunderen tot de voortplanting.

De Minister-President, Ch. PICQUE De Minister van Economie, Tewerkstelling en Landbouw B. CEREXHE

^