Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 april 2009
gepubliceerd op 28 april 2009

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2009031222
pub.
28/04/2009
prom.
23/04/2009
ELI
eli/besluit/2009/04/23/2009031222/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 APRIL 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, inzonderheid artikel 13 en artikel 37, § 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 1984 tot vaststelling van de algemene immissienormen waaraan het zwemwater dient te voldoen;

Gelet op het besluit van de Executieve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 18 juni 1992 tot vaststelling van de rangschikking van het oppervlaktewater;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu, gegeven op 10 september 2008;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad gegeven op 18 september 2008;

Gelet op het advies nr. 45.835/2 van de Raad van State, gegeven op 11 februari 2009, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen Algemene bepaling

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van richtlijn 76/160/EEG. Doel en toepassingsgebied

Art. 2.§ 1. Dit besluit heeft als doel het behoud, de bescherming en de verbetering van de milieukwaliteit en de bescherming van de gezondheid van de mens. § 2. Dit besluit is van toepassing op alle zwemwateren. Het is niet van toepassing op : 1° zwembaden en gezondheidsbaden;2° ingesloten wateren die behandeld worden, of gebruikt worden voor therapeutische doeleinden;3° kunstmatig gecreëerde, van het oppervlaktewater en het grondwater gescheiden ingesloten wateren. Definities

Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « zwemwater » : elk oppervlaktewater waar, naar verwachting van de Regering, een groot aantal mensen zal zwemmen, en waar zwemmen niet permanent verboden is of waarvoor geen permanent negatief zwemadvies bestaat;2° « oppervlaktewater » : zoals gedefinieerd in artikel 4, 1°, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;3° « grondwater » : zoals gedefinieerd in artikel 4, 2°, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;4° « binnenwater » : zoals gedefinieerd in artikel 4, 3°, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;5° « overgangswater » : zoals gedefinieerd in artikel 4, 7°, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;6° « kustwater » : zoals gedefinieerd in artikel 4, 8°, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;7° « stroomgebied » : zoals gedefinieerd in artikel 4, 14°, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;8° « Instituut » : zoals gedefinieerd in artikel 5, 52°, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;9° « Minister » : de minister belast met het Waterbeleid;10° « ordonnantie » : de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;11° « Commissie » : de Europese Commissie;12° « permanent » : met betrekking tot een zwemverbod of een negatief zwemadvies, voor de duur van ten minste één volledig badseizoen;13° « groot aantal » : met betrekking tot zwemmers, een aantal dat de Regering groot acht, met name gelet op tendensen uit het verleden of op de beschikbare infrastructuur of faciliteiten, dan wel op de maatregelen die getroffen zijn ter bevordering van het zwemmen;14° « verontreiniging » : de aanwezigheid van microbiologische besmetting of van andere organismen of afval, die de zwemwaterkwaliteit aantast en een risico voor de gezondheid van de zwemmers inhoudt, als bedoeld in de artikelen 9 en 10, en in bijlage I, kolom A;15° « badseizoen » : de periode waarin grote aantallen zwemmers kunnen worden verwacht;16° « beheersmaatregelen » : de volgende maatregelen die met betrekking tot zwemwater worden genomen : a) vaststelling en actualisering van een zwemwaterprofiel;b) vaststelling van een tijdschema voor controle;c) controle van het zwemwater;d) beoordeling van de zwemwaterkwaliteit;e) indeling van het zwemwater;f) beschrijving en beoordeling van oorzaken van verontreiniging die het zwemwater kunnen aantasten en schade toebrengen aan de gezondheid van de zwemmers;g) verstrekken van informatie aan het publiek;h) maatregelen om blootstelling van zwemmers aan verontreiniging te voorkomen;i) maatregelen om de gevaren van verontreiniging te verminderen;17° « kortstondige verontreiniging » : een microbiologische besmetting in de zin van bijlage I, kolom A, met duidelijk aantoonbare oorzaken, waarvan normaliter niet wordt verwacht dat zij de zwemwaterkwaliteit langer zal aantasten dan tweeënzeventig uur vanaf het begin van de aantasting, en waarvoor het Instituut, overeenkomstig bijlage II procedures voor de voorspelling en de aanpak heeft ingesteld;18° « abnormale situatie » : gebeurtenis of combinatie van gebeurtenissen die de zwemwaterkwaliteit op de betrokken locatie beïnvloedt, en die zich naar verwachting gemiddeld niet meer dan eens in de vier jaar zal voordoen;19° « reeks zwemwaterkwaliteitsgegevens » : gegevens verkregen overeenkomstig artikel 4;20° « beoordeling van de zwemwaterkwaliteit » : het proces van de beoordeling van de zwemwaterkwaliteit, volgens de in bijlage II omschreven beoordelingsmethode;21° « proliferatie van cyanobacteriën » : de ophoping van cyanobacteriën in de vorm van bloei, tapijt of drijflaag. HOOFDSTUK II. - Kwaliteit en beheer van zwemwater Aanduiding zwemwateren en controle

Art. 4.§ 1. De Regering wijst elk jaar vóór het begin van het badseizoen door middel van een besluit alle zwemwateren aan indien er zijn. Het Instituut kondigt in dat geval ten minste drie maanden vóór de aanneming van het besluit, een ontwerplijst van zwemwateren aan, met inbegrip van de aanvang en duur van het badseizoen. Gedurende een periode van dertig dagen kan iedereen voorstellen, opmerkingen of klachten formuleren over de ontwerplijst. § 2. De aankondiging gebeurt door een bericht op de website van het Instituut alsook door een aanplakking in elke gemeente waarin een zwemwater ligt dat opgenomen is in de ontwerplijst.

Het bericht op de website en de aanplakking vermelden de volgende gegevens : 1° de situering van elk zwemwater op de ontwerplijst;2° de voorgestelde aanvang en duur van het badseizoen;3° de plaats waar informatie over elk zwemwater kan worden verkregen;4° de periode waarin voorstellen, opmerkingen of klachten kunnen worden ingediend;5° de contactgegevens en adressen van de instanties waar voorstellen, opmerkingen of klachten kunnen ingediend worden. Het Instituut maakt een synthese van de ingediende voorstellen, opmerkingen of klachten en maakt vervolgens een definitief voorstel, rekening houdend met de voorstellen, opmerkingen of klachten, van een lijst van zwemwateren en de aanvang en duur van het badseizoen geformuleerd vóór het besluit vermeld in paragraaf 1.

Het besluit, zoals bedoeld in paragraaf 1, wordt bekendgemaakt op de website van het Instituut. De vaststelling als zwemwater wordt ook ten laatste de dag vóór de aanvang van het badseizoen ter plaatse kenbaar gemaakt. § 3. Het Instituut zorgt voor de controle van de zwemwateren en dit op de volgende wijze : 1° De controle gebeurt aan de hand van de in bijlage I, kolom A genoemde parameters overeenkomstig de procedure in bijlage IV;2° Het controlepunt van de parameters, is de locatie in het zwemwater waar : a) de meeste zwemmers worden verwacht, of b) volgens het zwemwaterprofiel het grootste risico van verontreiniging wordt verwacht;3° Tijdens een kortstondige verontreiniging genomen monsters mogen buiten beschouwing worden gelaten.Zij worden vervangen door overeenkomstig bijlage IV genomen monsters; 4° Vóór het begin van elk badseizoen wordt voor elk zwemwater een tijdschema voor controle vastgesteld.De controle wordt uitgevoerd binnen vier dagen na de in het tijdschema bepaalde datum; 5° In abnormale situaties kan het bedoelde tijdschema voor de controle, vermeld in 4°, worden geschorst.De uitvoering wordt hervat, zodra de abnormale situatie een einde heeft genomen. Er worden dan zo spoedig mogelijk nieuwe monsters genomen ter compensatie van het monstervrije interval. De Commissie wordt, via de geëigende kanalen, gerapporteerd over elke schorsing van het tijdschema voor de controle, en vermeldt daarin de redenen van de schorsing. Zij verstrekt die verslagen op zijn laatst samen met het eerstvolgende jaarverslag vermeld in artikel 14; 6° De zwemwateranalyse wordt uitgevoerd overeenkomstig de referentiemethoden van bijlage I en de voorschriften van bijlage V. Het gebruik evenwel van andere methoden of voorschriften is toestaan indien aangetoond kan worden dat het resultaat gelijkwaardig is aan het resultaat dat bereikt wordt met de methoden van bijlage I en de voorschriften van bijlage V In dit laatste geval, wordt kennisgegeven aan de Commissie, via de geëigende kanalen, van alle relevante informatie over de gebruikte methoden of normen en hun gelijkwaardigheid.

Zwemwaterkwaliteitsbeoordeling

Art. 5.§ 1. Het Instituut beoordeelt de kwaliteit van het zwemwater op grond van het geheel van de zwemwaterkwaliteitsgegevens, verzameld na afloop van de in artikel 4 bedoelde controle van de parameters. § 2. Zwemwaterkwaliteitsbeoordelingen worden uitgevoerd : 1° voor elk zwemwater;2° na afloop van elk badseizoen;3° aan de hand van de reeks zwemwaterkwaliteitsgegevens die met betrekking tot dat badseizoen en de drie voorgaande badseizoenen zijn verzameld, en 4° overeenkomstig de procedure van bijlage II. Het Instituut kan evenwel beslissen enkel zwemwaterkwaliteitsbeoordelingen uit te voeren aan de hand van de reeks zwemwaterkwaliteitsgegevens van drie voorgaande badseizoenen. In dat geval, stelt zij, via de geëigende kanalen, de Commissie daarvan vooraf in kennis. Diezelfde kennisgeving geldt indien zij later besluit om de beoordelingen opnieuw op basis van de vier voorgaande badseizoenen uit te voeren. Het Instituut mag de toegepaste beoordelingsperiode slechts eenmaal in de vijf jaar wijzigen. § 3. Reeksen zwemwatergegevens die worden gebruikt voor zwemwaterkwaliteits-beoordelingen zijn altijd gebaseerd op ten minste zestien monsters, of, in de bijzondere omstandigheden als bedoeld in bijlage IV, punt 2, op ten minste twaalf monsters. § 4. Mits aan één van de volgende voorwaarden voldaan is : - de bepaling van paragraaf 3; - de reeks zwemwatergegevens die voor zwemwaterkwaliteitsbeoordelingen gebruikt worden, zijn op ten minste acht monsters gebaseerd, wanneer het gaat om zwemwater met een badseizoen van ten hoogste acht weken, mag een zwemwaterkwaliteitsbeoordeling evenwel worden uitgevoerd aan de hand van zwemwaterkwaliteitsgegevens die betrekking hebben op minder dan vier badseizoenen, indien : 1° het zwemwater recentelijk als zodanig is aangewezen, of 2° wijzigingen zijn opgetreden die de indeling van het zwemwater overeenkomstig artikel 6 waarschijnlijk zullen beïnvloeden, in welk geval de beoordeling wordt uitgevoerd aan de hand van een reeks zwemwaterkwaliteitsgegevens die alleen bestaan uit de resultaten voor monsters die genomen zijn nadat de wijzigingen zijn opgetreden. § 5. Het Instituut kan in het licht van de zwemwaterkwaliteitsbeoordeling bestaande zwemwateren onderverdelen of groeperen. Het mag bestaande zwemwateren alleen groeperen indien deze wateren : 1° aangrenzend zijn;2° overeenkomstig de paragrafen 2 en 3 tijdens de vier voorgaande jaren op dezelfde wijze beoordeeld zijn, en 3° een zwemwaterprofiel met gemeenschappelijke risicofactoren dan wel zonder risicofactoren vertonen. Indeling en kwaliteitsstatus van zwemwater

Art. 6.§ 1. Na de zwemwaterkwaliteitsbeoordeling uitgevoerd overeenkomstig artikel 5, deelt het Instituut het zwemwater overeenkomstig de criteria van bijlage II als volgt in : 1° « slecht »;2° « aanvaardbaar »;3° « goed », of 4° « uitstekend ». § 2. De eerste indeling overeenkomstig de voorschriften van dit artikel wordt uiterlijk aan het einde van het badseizoen van 2015 voltooid. § 3. De Regering neemt realistische en evenredige maatregelen die naar haar oordeel passend zijn om het aantal als « uitstekend » of « goed » ingedeelde zwemwateren te doen toenemen en neemt alsook de nodige maatregelen opdat op het einde van het badseizoen van 2015 alle zwemwateren ten minste « aanvaardbaar » zijn. § 4. Ondanks de algemene bepaling van paragraaf 3 kunnen zwemwateren echter tijdelijk als « slecht » worden ingedeeld. In dergelijke gevallen zorgt het Instituut ervoor dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° voor elk als « slecht » ingedeeld zwemwater met ingang van het badseizoen volgend op dat van de indeling : a) neemt het Instituut passende beheersmaatregelen, waaronder een zwemverbod of een negatief zwemadvies, teneinde de blootstelling van zwemmers aan verontreiniging te voorkomen en b) identificeert het Instituut de oorzaken en redenen van het niet-bereiken van de « aanvaardbare » kwaliteitsstatus, en c) neemt het Instituut passende maatregelen om de oorzaken van verontreiniging te voorkomen, te verkleinen of weg te nemen, en d) waarschuwt en licht het Instituut het publiek voor overeenkomstig artikel 13, door middel van een duidelijk en eenvoudig teken over de oorzaken van de verontreiniging en de op basis van het zwemwaterprofiel genomen maatregelen.2° Indien een zwemwater vijf opeenvolgende jaren als « slecht » ingedeeld is, stelt het Instituut een permanent zwemverbod in of brengt zij een permanent negatief zwemadvies uit.Het Instituut kan evenwel vóór het einde van de periode van vijf jaar een permanent zwemverbod instellen of een permanent negatief zwemadvies uitbrengen, indien zij van oordeel is dat de verwezenlijking van de kwaliteit « aanvaardbaar » onhaalbaar of onevenredig duur is.

Zwemwaterprofiel

Art. 7.§ 1. Het Instituut stelt de zwemwaterprofielen op overeenkomstig bijlage III. Elk zwemwaterprofiel mag betrekking hebben op één zwemwater of op meerdere aangrenzende zwemwateren.

Zwemwaterprofielen worden uiterlijk op 24 maart 2011 voor het eerst opgesteld. § 2. Het zwemwaterprofiel wordt beoordeeld en geactualiseerd zoals bepaald in bijlage III. § 3. Bij de vaststelling, beoordeling en actualisering van de zwemwaterprofielen wordt op passende wijze gebruik gemaakt van de gegevens die zijn verkregen in het kader van de controles en beoordelingen krachtens de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten voorzover zij in het kader van onderhavig besluit van belang zijn.

Beheersmaatregelen voor uitzonderlijke omstandigheden

Art. 8.Het Instituut, ziet erop toe dat er tijdig passende beheersmaatregelen worden genomen wanneer zij op de hoogte is van onverwachte situaties die een negatief effect hebben of redelijkerwijs kunnen hebben op de zwemwaterkwaliteit en op de gezondheid van de zwemmers. Deze maatregelen omvatten voorlichting van het publiek en, zo nodig, een tijdelijk zwemverbod.

Risico van cyanobacteriën

Art. 9.§ 1. Indien het zwemwaterprofiel wijst op een mogelijke proliferatie van cyanobacteriën, zorgt het Instituut ervoor dat een passende controle uitgevoerd wordt om tijdig de gezondheidsrisico's te kunnen vaststellen. § 2. Indien er zich een proliferatie van cyanobacteriën voordoet en er een gezondheidsrisico is vastgesteld of wordt vermoed, zorgt het Instituut onmiddellijk voor passende beheersmaatregelen ter voorkoming van blootstelling, waaronder voorlichting van het publiek.

Andere parameters

Art. 10.§ 1. Wanneer het zwemwaterprofiel een neiging tot proliferatie van macroalgen en/of marien fytoplankton vertoont, zorgt het Instituut ervoor dat onderzoek verricht wordt teneinde de aanvaardbaarheid en gezondheidsrisico's ervan vast te stellen en passende beheersmaatregelen te nemen, waaronder voorlichting van het publiek. § 2. Het Instituut zorgt voor de visuele inspectie van de zwemwateren op verontreiniging door teerachtige residuen, glas, plastic, rubber of ander afval. Indien dit soort verontreiniging is vastgesteld, neemt zij passende beheersmaatregelen, waaronder, zonodig, voorlichting van het publiek.

Samenwerking inzake grensoverschrijdende wateren

Art. 11.Als de situatie in een stroomgebied grensoverschrijdende effecten heeft op de zwemwaterkwaliteit, werkt de Regering naar behoren samen met de bevoegde, autoriteiten, onder meer door passende informatie-uitwisseling en gezamenlijk optreden om deze effecten te beheersen. HOOFDSTUK III. - Informatie- uitwisseling Publieke participatie

Art. 12.Naast de specifieke publieke participatie vermeld in artikel 4, § 2, verleent het Instituut inspraak aan het publiek. Elke algemene opmerking of klacht in verband met het beheer van de zwemwateren kan namelijk gericht worden aan het Instituut, die in de loop van het afgelopen jaar ontvangen relevante opmerkingen centraliseert, samenvat en opneemt in het jaarverslag over het beheer van de zwemwaterkwaliteit, zoals bedoeld in artikel 14. Dat verslag wordt aan de Minister overgemaakt. De Regering houdt rekening met het verslag bij het uitwerken van haar beleid. De mogelijkheid om algemene voorstellen, opmerkingen of klachten te maken, wordt kenbaar gemaakt op de website van het Instituut.

Voorlichting van het publiek

Art. 13.§ 1. Het Instituut zorgt ervoor dat de volgende informatie actief verspreid wordt, en zo snel mogelijk tijdens het badseizoen op een zichtbaar informatiepunt in de onmiddellijke nabijheid van elk zwemwater gedurende de hele duur van het badseizoen : 1° de actuele indeling van het zwemwater alsmede elk zwemverbod of negatief zwemadvies door middel van een duidelijk en eenvoudig teken of symbool;2° een algemene beschrijving van het zwemwater, in niet-technische bewoordingen, op basis volgens van het overeenkomstig bijlage III vastgestelde zwemwaterprofiel;3° in het geval van zwemwateren waarin zich een kortstondige verontreiniging kan voordoen : a) een mededeling dat zich in het zwemwater een kortstondige verontreiniging kan voordoen;b) een opgave van het aantal dagen waarop er tijdens het vorige badseizoen wegens dergelijke verontreiniging een zwemverbod of een negatief zwemadvies van kracht was, en c) een waarschuwing, telkens wanneer een dergelijke verontreiniging voorspeld wordt of zich voordoet;4° informatie over de aard en de verwachte duur van abnormale situaties tijdens zulke gebeurtenissen;5° bij een zwemverbod of een negatief zwemadvies : een waarschuwingsbord voor het publiek met de redenen daarvoor;6° bij invoering van een permanent zwemverbod of een permanent negatief zwemadvies : het feit dat het betrokken gebied geen zwemwater meer is en de redenen daarvoor, en 7° een verwijzing naar bronnen met meer informatie in overeenstemming met paragraaf 2. § 2. Het Instituut zorgt ervoor dat passende media en technologieën gebruikt worden, waaronder het internet, om de informatie over de zwemwaterkwaliteit, vermeld in paragraaf 1, alsmede de hieronder vermelde informatie, actief en snel, waar nodig in verscheidene talen, te verspreiden : 1° de lijst van zwemwateren;2° de indeling van elk zwemwater en het desbetreffende zwemwaterprofiel gedurende de laatste drie jaar, inclusief de resultaten van de controles die sinds de laatste indeling overeenkomstig hoofdstuk III zijn uitgevoerd;3° in het geval van zwemwateren die als « slecht » worden ingedeeld, informatie over de oorzaken van de verontreiniging en over de maatregelen die zijn genomen om blootstelling van de zwemmers aan de verontreiniging te voorkomen en de oorzaken ervan aan te pakken, als bedoeld in artikel 6, § 4, en 4° in het geval van zwemwateren waarin zich een kortstondige verontreiniging kan voordoen, algemene informatie over : a) de omstandigheden waarvan aannemelijk is dat ze een kortstondige verontreiniging tot gevolg kunnen hebben;b) het risico van een dergelijke verontreiniging en de waarschijnlijke duur ervan;c) de oorzaken van de verontreiniging en de maatregelen die genomen zijn om blootstelling van de zwemmers aan de verontreiniging te voorkomen en de oorzaken ervan aan te pakken. De lijst vermeld in 1° wordt elk jaar voor de aanvang van het badseizoen beschikbaar gesteld. De resultaten van de onder 2° bedoelde controles worden na voltooiing van de analyses beschikbaar gesteld op de website van het Instituut. § 3. Het Instituut verspreidt de in de paragrafen 1 en 2 bedoelde informatie zodra zij beschikbaar is. § 4. Het Instituut verstrekt het publiek, waar mogelijk, informatie op basis van technologie met geografische referenties, en presenteren die op duidelijke en coherente wijze, in het bijzonder met gebruikmaking van tekens en symbolen.

Rapportage

Art. 14.§ 1. Het Instituut verstrekt, via de geëigende kanalen, jaarlijks aan de Commissie, voor elke zwemwater : 1° de bij de controles verkregen resultaten;2° de zwemwaterkwaliteitsbeoordeling overeenkomstig artikel 5;3° een beschrijving van de belangrijkste beheersmaatregelen die werden genomen. Het Instituut verschaft deze informatie uiterlijk op 31 december van elk jaar met betrekking tot het voorafgaande badseizoen en begint hiermee nadat de eerste zwemwater-kwaliteitsbeoordeling is uitgevoerd. § 2. Het Instituut stelt de Commissie jaarlijks, via de geëigende kanalen, voor het begin van het badseizoen, in kennis van alle als zwemwater aangewezen wateren, en van de redenen voor een mogelijke wijziging ten opzichte van het voorgaande jaar.

Verslaglegging

Art. 15.Het Instituut zendt, via de geëigende kanalen, de Commissie eind 2014 schriftelijke opmerkingen toe over het verslag, vermeld in artikel 14, tweede lid, van de richtlijn 2006/7/EG, alsmede over de noodzaak van eventuele verdere onderzoekingen of beoordelingen ter ondersteuning van de herziening van de richtlijn, zoals bedoeld in artikel 14, lid 3, van deze richtlijn. HOOFDSTUK IV. - Slotpbepalingen Wijzigingsbepalingen

Art. 16.§ 1. Artikel 2, 4°, van het besluit van de Executieve van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 18 juni 1992 tot vaststelling van de rangschikking van het oppervlaktewater wordt opgeheven. § 2. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden « als zwemwater, » opgeheven.

Opheffingsbepaling

Art. 17.Het koninklijk besluit van 17 februari 1984 tot vaststelling van de algemene immissienormen waaraan het zwemwater dient te voldoen wordt opgeheven.

Inwerkingtreding

Art. 18.Dit besluit treedt in werking de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Uitvoering

Art. 19.De minister bevoegd voor het Waterbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 april 2009.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

Bijlage I Binnenwateren

A

B

C

D

E

Paramètre

Excellente qualité

Bonne qualité

Qualité suffisante

Méthodes de référence pour l'analyse

Parameter

Uitstekende kwaliteit

Goede kwaliteit

Aanvaardbare kwaliteit

Referentiemethoden voor de analyse

1

Entérocoques intestinaux (UFC/100 ml) Intestinale Enterokokken (kve/100 ml)

200 (*)

400 (*)

330 (**)

ISO 7899-1 ou / of ISO 7899-2

2

Escherichia coli (UFC/100 ml) Escherichia coli (kve/100 ml)

500 (*)

1000 (*)

900 (**)

ISO 9308-3 ou / of ISO 9308-1


(*) Gebaseerd op een beoordeling van het 95 -percentiel. Zie bijlage II. (**) Gebaseerd op een beoordeling van het 90- percentiel. Zie bijlage II Kustwateren en overgangswateren

A

B

C

D

E

Paramètre

Excellente qualité

Bonne qualité

Qualité suffisante

Méthodes de référence pour l'analyse

Parameter

Uitstekende kwaliteit

Goede kwaliteit

Aanvaardbare kwaliteit

Referentiemethoden voor de analyse

1

Entérocoques intestinaux (UFC/100 ml) Intestinale Enterokokken (kve/100 ml

100 (*)

200 (*)

185 (**)

ISO 7899-1 ou / of ISO 7899-2

2

Escherichia coli (UFC/100 ml) Escherichia coli (kve/100 ml)

250 (*)

500 (*)

500 (**)

ISO 9308-3 ou / of ISO 9308-1


(*) Gebaseerd op een beoordeling van het 95 -percentiel. Zie bijlage II. (**) Gebaseerd op een beoordeling van het 90- percentiel. Zie bijlage II. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 april 2009 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit.

Brussel, 23 april 2009.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

Bijlage II Beoordeling en indeling van zwemwateren 1. Slechte kwaliteit Zwemwateren worden ingedeeld als zijnde van « slechte kwaliteit » indien in de reeks zwemwaterkwaliteitsgegevens voor de laatste beoordelingsperiode(a) de percentielwaarde(b) van microbiologische tellingen slechter(c) zijn dan de waarden voor « aanvaardbare kwaliteit » in bijlage I, kolom D.2. Aanvaardbare kwaliteit Zwemwateren worden ingedeeld als zijnde van « aanvaardbare kwaliteit » : 1) indien in de reeks zwemwater-kwaliteitsgegevens voor de laatste beoordelingsperiode de percentiel-waarden van microbiologische tellingen gelijk zijn aan of beter(d) zijn dan de waarden voor « aanvaardbare kwaliteit » in bijlage I, kolom D, en 2) indien zich in het zwemwater een kortstondige verontreiniging kan voordoen, mits i) er passende beheersmaatregelen worden genomen, waaronder bewaking, systemen voor vroegtijdige waarschuwing en controle, teneinde de blootstelling van zwemmers te voorkomen door middel van een waarschuwing of, zo nodig, een zwemverbod; ii) er passende beheersmaatregelen worden genomen om de oorzaken van verontreiniging te voorkomen, te verkleinen of weg te nemen, en iii) het aantal monsters dat overeenkomstig artikel 4, § 3, 3° buiten beschouwing werd gelaten wegens kortstondige verontreiniging tijdens de laatste beoordelingsperiode niet meer dan 15 % was van het totale aantal monsters waarin het tijdschema van de controle voor die periode voorzag, dan wel niet meer dan één monster per badseizoen, al naargelang wat het grootste is. 3. Goede kwaliteit Zwemwateren worden ingedeeld als zijnde van « goede kwaliteit » : 1) indien in de reeks zwemwater-kwaliteitsgegevens voor de laatste beoordelingsperiode de percentielwaarden van microbiologische tellingen gelijk zijn aan of beter zijn(d) dan de waarden voor « goede kwaliteit » in bijlage I, kolom C, en 2) indien zich in het zwemwater kortstondige verontreiniging kan voordoen, mits i) passende beheersmaatregelen worden genomen, waaronder bewaking, systemen voor vroegtijdige waarschuwing en controle, teneinde de blootstelling van zwemmers te voorkomen door middel van een waarschuwing of, zo nodig, een zwemverbod; ii) er passende maatregelen worden genomen om de oorzaken van verontreiniging te voorkomen, te verkleinen of weg te nemen, en iii) het aantal monsters dat overeenkomstig artikel 4, § 3, 3° buiten beschouwing werd gelaten wegens kortstondige verontreiniging tijdens de laatste beoordelingsperiode niet meer dan 15 % was van het totale aantal monsters waarin het tijdschema van de controle voor die periode voorzag, dan wel niet meer dan één monster per badseizoen, al naargelang wat het grootste is. 4. Uitstekende kwaliteit Zwemwateren worden ingedeeld als zijnde van « uitstekende kwaliteit » : 1) indien in de reeks zwemwater-kwaliteitsgegevens voor de laatste beoordelingsperiode de percentielwaarden van microbiologische tellingen gelijk zijn aan of beter zijn dan de waarden voor « uitstekende kwaliteit » in bijlage I, kolom B, en 2) indien zich in het zwemwater een kortstondige verontreiniging kan voordoen, mits i) er passende beheersmaatregelen worden genomen, waaronder bewaking, systemen voor vroegtijdige waarschuwing en controle, teneinde de blootstelling van zwemmers te voorkomen door middel vaneen waarschuwing of, zo nodig, een zwemverbod; ii) er passende beheersmaatregelen worden genomen om de oorzaken van verontreiniging te voorkomen, te verkleinen of weg te nemen, en iii) het aantal monsters dat overeenkomstig artikel 4, § 3, 3° buiten beschouwing werd gelaten wegens kortstondige verontreiniging tijdens de laatste beoordelingsperiode niet meer dan 15 % was van het totale aantal monsters waarin het tijdschema van de controle voor die periode voorzag, dan wel niet meer dan één monster per badseizoen, al naargelang wat het grootste is.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 april 2009 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit.

Brussel, 23 april 2009.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

VOETNOTEN (a) « Laatste beoordelingsperiode » betekent de laatste vier badseizoenen of eventueel de in artikel 5, paragrafen 2 en 5, genoemde periode.(b) Uitgaande van een beoordeling van de normale waarschijnlijkheidsverdeling van log10 van de microbiologische gegevens van een bepaald zwemwater wordt de percentielwaarde als volgt afgeleid : i) Neem de log10-waarde van alle bacterietellingen in de te beoordelen gegevensreeks, (Indien het resultaat een nulwaarde is, neem dan de log10-waarde van de minimum detectielimiet van de gebruikte analytische methode). ii) Bepaal het rekenkundige gemiddelde van de log10-waarden (ì). iii) Bepaal de standaardafwijking van de log10-waarden (ó).

Het hoogste 90-percentielpunt van de waarschijnlijkheids-verdeling van de gegevens wordt berekend met de volgende vergelijking : hoogste 90-percentiel = antilog (ì + 1,282 ó).

Het hoogste 95-percentielpunt van de waarschijnlijkheids-verdeling van de gegevens wordt berekend met de volgende vergelijking : hoogste 95-percentiel = antilog (ì + 1,65 ó). (c) « Slechter » betekent een hogere concentratie, uitgedrukt in kve/100 ml.(d) « Beter » betekent een lagere concentratie, uitgedrukt in kve/100 ml. Bijlage III Het zwemwaterprofiel 1. Het zwemwaterprofiel als bedoeld in artikel 7 bestaat uit : a) een beschrijving van de fysische, geografische en hydrologische kenmerken van het zwemwater, en van andere oppervlaktewateren in het beïnvloedingsgebied van het betrokken zwemwater die een bron van verontreiniging zouden kunnen zijn, welke relevant zijn voor de doelen van de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten;b) een beschrijving en beoordeling van oorzaken van verontreiniging die het zwemwater kunnen aantasten en schade toebrengen aan de gezondheid van de zwemmers;c) een beoordeling van de mogelijke proliferatie van cyanobacteriën;d) een beoordeling van de mogelijke proliferatie van macroalgen en/of fytoplankton;e) de volgende gegevens indien de onder b) bedoelde beoordeling aantoont dat er een risico van een kortstondige verontreiniging bestaat : - de vermoedelijke aard, frequentie en duur van verwachte kortstondige verontreiniging; - nadere gegevens over alle resterende oorzaken van verontreiniging, waaronder de genomen beheersmaatregelen en het tijdschema voor het wegnemen van de verontreiniging; - de tijdens kortstondige verontreinigings-incidenten genomen beheersmaatregelen en de identiteit en contactgegevens van de instanties die met het nemen van de maatregelen belast zijn; f) de locatie van het controlepunt.2. Voor zwemwater dat als « goed », « aanvaardbaar » of « slecht » is ingedeeld, wordt het zwemwaterprofiel regelmatig beoordeeld om na te gaan of de in punt 1 genoemde aspecten gewijzigd zijn.Indien nodig, moet het geactualiseerd worden. De frequentie en omvang van de beoordelingen worden vastgesteld op basis van de aard en de ernst van de verontreiniging. Zij moeten echter minstens voldoen aan de bepalingen en ten minste plaatsvinden met de in de onderstaande tabel aangegeven frequentie.

Classement des eaux de baignade

« Bonne qualité »

« Qualité suffisante »

« Qualité insuffisante »

Réexamens à effectuer au moins tous les

4 ans

3 ans

2 ans

Aspects à réexaminer (sous-points du point 1)

a) à f)

a) à f)

a) à f)

Zwemwaterindeling

« Goed »

« Aanvaardbaar »

« Slecht »

Beoordelingen vinden ten minste plaats om de

4 jaar

3 jaar

2 jaar

Aspecten die moeten worden beoordeeld (subpunten van punt 1)

a) tot en met f)

a) tot en met f)

a) tot en met f)


Het profiel van zwemwater dat als « uitstekend » was ingedeeld, moet alleen worden beoordeeld en, indien nodig, geactualiseerd, indien de indeling veranderd wordt in « goed », « aanvaardbaar » of « slecht ». De beoordeling moetalle in punt 1 vermelde aspecten betreffen. 3. Wanneer belangrijke werken of belangrijke wijzigingen in de infrastructuur in het zwemwater of in de nabijheid van het zwemwater plaatsvinden, wordt het zwemwaterprofiel vóór het begin van het volgende badseizoen geactualiseerd.4. Voorzover mogelijk wordt de in punt 1, onder a) en b), bedoelde informatie op een gedetailleerde kaart aangegeven.5. Eventueel kan andere relevante informatie worden aangehecht of bijgesloten, indien het Instituut dat nodig acht. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 april 2009 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit.

Brussel, 23 april 2009.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

Bijlage IV Controle van het zwemwater 1. Kort vóór het begin van elk badseizoen moet er één monster worden genomen.Met dit extra monster meegerekend en onverminderd punt 2, mogen er per badseizoen niet minder dan vier monsters worden genomen en geanalyseerd. 2. Per badseizoen behoeven er evenwel slechts drie monsters te worden genomen en geanalyseerd wanneer a) het badseizoen niet langer dan acht weken duurt, of b) het zwemwater zich in een regio met bijzondere geografische beperkingen bevindt.3. De data van de monsterneming moeten over het badseizoen verspreid worden, waarbij het tijdsverloop tussen monsternemingen nooit langer dan één maand mag zijn.4. Na een kortstondige verontreiniging moet er één extra monster worden genomen om te bevestigen dat het incident voorbij is.Dat monster mag geen deel uitmaken van de reeks zwemwaterkwaliteitsgegevens. Zeven dagen na het einde van de kortstondige verontreiniging wordt er een extra monster genomen, indien dat nodig is, om een buiten beschouwing gelaten monster te vervangen.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 april 2009 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit.

Brussel, 23 april 2009.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

BIJLAGE V Voorschriften voor de behandeling van monsters voor microbiologische analyses 1. Punt van bemonstering Indien mogelijk, moeten de monsters dertig centimeter onder het wateroppervlak en in water met een diepte van minstens een meter worden genomen.2. Sterilisatie van monsterflessen Monsterflessen moeten : - gedurende ten minste vijftien minuten bij 121°C in een autoclaaf gesteriliseerd worden;of - gedurende ten minste een uur droge sterilisatie bij 160°C - 170°C ondergaan, of - rechtstreeks van de producent afkomstige doorstraalde monsterhouders zijn. 3. Monsterneming Het volume van de monsterfles/monsterhouder is afhankelijk van de hoeveelheid water die voor iedere te controleren parameter nodig is. De minimuminhoud is in het algemeen 250 ml.

Monsterhouders moeten vervaardigd zijn van doorzichtig en kleurloos materiaal (glas, polyetheen of polypropeen).

Om te voorkomen dat het monster per ongeluk wordt verontreinigd, moet worden gebruikgemaakt van een aseptische techniek om de monsterflessen steriel te houden. Indien dit naar behoren wordt gedaan, behoeft er verder geen steriele uitrusting (zoals steriele chirurgische handschoenen, tangen of een stok voor het nemen van monsters op afstand) te worden gebruikt.

Het monster moet duidelijk worden geïdentificeerd met onuitwisbare inkt, zowel op het monster zelf als op het monsterformulier. 4. Bewaring en vervoer van monsters vóór analyse Watermonsters moeten in alle fasen van het vervoer worden beschermd tegen blootstelling aan licht, met name direct zonlicht. Het monster moet tot de aankomst in het laboratorium bij een temperatuur van circa 4°C worden bewaard in een koelbox of koelkast (afhankelijk van het klimaat). Indien het vervoer naar het laboratorium waarschijnlijk meer dan vier uur duurt, is vervoer in een koelkast verplicht.

De tijd tussen de monsterneming en de analyse moet zo kort mogelijk zijn. Aanbevolen wordt de monsters op de dag van de monsterneming te analyseren. Indien dit om praktische redenen onmogelijk is, moeten de monsters binnen vierentwintig uur worden verwerkt. Ondertussen moeten zij in het donker worden bewaard bij een temperatuur van 4 °C + 3 °C. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 april 2009 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit.

Brussel, 23 april 2009.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

^